Idwer de la Parra: 'En daar werden wij vieze voyeurs'
Na een lange strandwandeling won de nieuwsgierigheid van mijn geliefde het van mijn wrevel en liepen we Hotel Royal Astrid binnen – daar was de spirituele beurs van Oostende aan de gang. En daar werden wij vieze voyeurs.
Vies, omdat ik geen zin had entree te betalen en voorstelde de lift te nemen naar de eerste verdieping, om zo via de centraal gelegen brandtrap gratis in het midden van de beurs te belanden. Onder een systeemplafond dat te laag hing voor de grootte van de zaal, stond een twintigtal tafels opgesteld, aan elke tafel hield een ander medium praktijk. Wichelroedeloper Fons met zijn voorkomen van een betrouwbare accountant, bij Naomi kon je in contact komen met een overledene.
Neveneffect van de vrije handel. Maar ik vind dat elke vorm van gebakken lucht alleen maar bijdraagt aan de veelkleurigheid van de westerse praaltocht richting goot. Dat klinkt pessimistisch, u hebt gelijk. En u hebt alweer gelijk als u voorvoelde dat veel bezoekers de spirituele beurs dieptevreden verlieten. Nabij de uitgang werd opgelucht nagepraat, want Storm bleek helemaal geen ADHD te hebben, hij bleek een nieuwetijdskind. Ik keek naar Storm, en ik zag een mokkend knaapje van een jaar of 4 – eigenlijk meer dweil dan knaapje – wiens stemming wel erg serieus genomen werd.
Nieuwetijdskinderen worden geboren met een oude ziel, en door de ervaringen uit vorige levens huilen ze als baby vaak. Zodra ze gaan lopen, blijken ze nogal eigengereid, origineel en creatief. Zodra ze praten, kun je ze niet zelden betrappen op uitspraken die verrassend wijs zijn voor hun leeftijd. Gevoelig voor spanningen. Lijkt verdacht veel op de 18de-eeuwse romantische visie op het kind: het is puur en goed, de verdorvenheid en het onhebbelijke komen van de samenleving.
Sinds ons bezoekje aan de beurs zie en lees ik die verwarrende overtuiging overal. Van het hoogsensitieve. Ouders die eindeloos de dialoog aangaan met peuters en kleuters, terwijl kinderen op die leeftijd bijna allemaal sociopathisch gedrag vertonen. Scholen die inspelen op de werkelijke behoeften van het kind.
Zelf was ik 5 jaar toen ik besloot geen vlees meer te eten. Waarschijnlijk ergens iets opgevangen – ik zei: ‘Ik ben vegetariër.’ En dat was dat.
Dat vegetarisme van mij had niets met dierenleed, maar alles met de klank van het woord te maken. Ik had geen idee, ik zei maar wat, fier op een woord dat leeftijdsgenoten niet kenden. De verhitte discussies aan tafel leerden me wat ik had beweerd, het effect op mijn ouders was fantastisch, en koppig hield ik vol. Nog mooier werd het toen ik zag dat mijn ouders zich herpakten, kalmte speelden, deden alsof ze erin meegingen en voor mijn neus tevreden zuchtend hun vlees aten. Ik was dan wel vervelend, maar ook bijzonder. Mijn moeder kocht uiteindelijk vegetarische braadmixen in toen nog obscure biologische winkels. Zelfs de zondagse kip kon de smaak van die machtsstrijd niet overtreffen.
Een nieuwetijdskind ben ik nooit geworden. Die term bestond nog niet. Wel heeft een slechte opvoeding een dichter voortgebracht.