null Beeld

Idwer de la Parra: 'Ik geloof dat in het Sinterklaasverhaal de grote kindervriend altijd goed geweest is voor zijn negers'

In een zaaltje van het verpleegtehuis waar mijn vader werkte, zat ik, 5 jaar oud, aan de voeten van mijn moeder op de grond, te midden van een twintigtal kinderen, omkranst door honderd bejaarden. Zo belandde ik op schoot bij de goedheilige man, en ik herkende de geur van ochtendlijk nat scheren, ik zag de bril met kleine ronde glazen net iets verder dan normaal naar beneden geschoven op de neusbrug – zijn ronde neus die Creools bloed verraadt.

idwer de la parra

Met zeer veel wit poeder had mijn vader geprobeerd een blanke van zichzelf te maken. Maar zijn natuurlijke baard was desondanks goed zichtbaar boven het voorgehangen witte synthetische haar. Blank stond bij ons thuis voor serieus genomen worden, het vaderland Suriname werd beschaamd verzwegen. De huidskleur van mijn vader ging daar in de jaren 50 door voor blank, na de lange boottocht bleek dat men daar in Nederland anders over dacht. Op basis van huidskleur achtten mijn familieleden zich beter dan de echte zwartjes in Suriname, en van de ene op de andere dag werden ze in Nederland zelf gediscrimineerd.

Mijn grootmoeder was in Suriname gewend personeel te hebben, en na de oversteek twijfelde ze nauwelijks aan haar positie. De medewerkers van de jeugdzorg die over de vloer kwamen, bleef ze daarom behandelen als haar eigen personeel. Ook in het openbaar gedroeg ze zich als een grootvorstin, zelfs op de bus, die in Suriname niet bij haar sociale status had gepast. Het gangpad veranderde onder haar voeten in een rode loper, en alle stoïcijns voor zich uit starende passagiers werden minzaam begroet, een knikje hier, een goedemiddag daar, maar ze keek niemand aan. Net als Sinterklaas.

Ik geloof wel dat in het Sinterklaasverhaal de grote kindervriend altijd goed is geweest voor zijn negers. Voor zover ik weet ranselde hij ze niet af, nooit heb ik een ‘Django Unchained’achtig gemoed kunnen bespeuren bij één van de Pieten. Waarom vertellen we kinderen zo graag dat sprookje? Omdat er, net als bij alle andere sprookjes, goed verstopt en fraai gepolijst een kern van waarheid in zit? De enige waarheid die ik uit het Sinterklaasverhaal kan puren, is dat je mensen hebt die graag het leiderschap op zich nemen, en dat er heel veel mensen zijn met een dringende behoefte aan een charismatische leider. Wel een hoop gedoe om zo’n saaie boodschap over te brengen op een kind.

Zie, de maan schijnt door de bomen, en er varen zwarte mannen zonder paspoort ons haventje binnen. Dat zal ik mijn kind zeker vertellen, maar verder ga ik niet. Toch hou ik van sprookjes, momenteel herlees ik die van Baba Jaga. Over een heks die door het bos dendert, op zoek naar mensenvlees. De beenderen heeft ze nodig om het hekje rond haar huis te kunnen herstellen, want de kippen ontsnappen steeds weer. In vergelijking met Sinterklaas leunt Baba Jaga veel dichter aan bij de gang der dingen in de echte wereld – maar na het voorlezen zit de heks wel weer gevangen binnen de kaft.

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234