null Beeld

'Ik ben een vrouw die boeken schrijft die aanslaan bij de massa. Natuurlijk willen recensenten mijn kop eraf'

Je zou het nu niet meer zeggen, maar er was een tijd dat Lucinda Riley (52) nauwelijks kon rondkomen. Tot haar grote liefde verscheen en alle zorgen wegnam. Ja, een beetje zoals bij de zeven zussen uit haar hitreeks. Is daar iets mis mee? ‘Geld boeit me niet, hoor.’

evelien van veen

Lucinda Riley (52) is blond, slank, gekleed in een groene zijden jurk en ze vraagt haar personal assistant om champagne terwijl ze op de bank ligt – al klinkt dat allemaal divaësker dan het is. De auteur van de recordbrekende hitreeks De zeven zussen (20 miljoen exemplaren verkocht in 35 landen) ligt half neer omdat ze haar voet heeft bezeerd toen ze over een hengsel van haar handtas struikelde. “Heel ongelukkig, ik kan al weken amper lopen.”

Lucinda Riley is een familiebedrijf geworden: haar personal assistant is haar stiefdochter Olivia (38) en haar man Stephen (65) is sinds een paar jaar haar manager en agent. En die champagne (ironisch: “Die drink ik áltijd op maandagochtend”) is meegenomen door haar Nederlandse uitgever, Sander Knol, op deze persdag ook aanwezig bij Riley thuis in Londen. Hij zit beneden in de smaakvol ingerichte woonkamer, die wel iets wegheeft van de lobby van een hip hotel.

Het interview vindt plaats op de eerste verdieping in de eetkamer, waar ook een zithoek met een salontafel is. Buiten glijdt de Thames voorbij; Riley woont in een van de duurste straten van het toch al chique Chelsea. Bij een makelaar om de hoek staan vergelijkbare huizen te koop voor 9 miljoen pond (10,4 miljoen euro).

Flashback naar eind jaren 1890, toen Riley zo arm was als de straat, net gescheiden was en haar uitgever haar had gedumpt. Ze zat volledig aan de grond (en het is niet ondenkbaar dat het Engelse koningshuis een hand had in de vrije val van haar carrière, maar daarover later meer). Maar alles keerde zich ten goede toen er een koene ridder voorbijkwam die haar uit de armoede redde. En zie, nu zijn haar boeken bestsellers en geniet Lucinda Riley wereldwijd succes.

Het klinkt allemaal als een sprookje dat Riley zelf had kunnen verzinnen. Geromantiseerde verhalen vertellen is tenslotte haar vak, en dat doet Riley zo goed dat zij en haar man inmiddels huizen bezitten in Londen (waar ze deels opgroeide), Norfolk (waar ze meestal woont), Ierland (waar ze geboren is), Frankrijk (waar ze graag met de familie vertoeft) en voorheen in Thailand (waar het wereldsucces feitelijk begon).

- Hoe is uw leven veranderd door het succes?

Lucinda Riley «Niet. Nee, níét. Ik leef in mijn bubbel van schrijven en voor de kinderen zorgen, zoals ik dat altijd heb gedaan. De jongste is 17, dus het wordt wat makkelijker om te reizen nu ze groter zijn, ze hebben allemaal hun eigen leven. Maar ook toen ze jonger waren, heb ik altijd gereisd om research te doen voor mijn boeken. Ik nam de kinderen weleens mee – nooit naar gevaarlijke gebieden – of ze bleven thuis bij Stephen en de nanny. De nanny hebben we al vijftien jaar, ze is als een zus voor me.»

- Toch kan ik me voorstellen dat er wel iets is veranderd door al het geld dat u nu verdient. Komt er bijvoorbeeld een Lucinda Riley-fonds?

Riley «Nee, daarvoor moet je wel echt J.K. Rowling zijn. Ik steun een fantastisch goed doel, Mary’s Meals, maar een eigen fonds, nee, zo rijk zijn we nu ook weer niet. Volgens mij, tenminste.»

- Nou, dit huis...

Riley «Dit huren we, hoor, dit kunnen we niet betalen. In een straat hierachter bezitten we wel een huisje, maar dat is piepklein. Begrijp me goed, ik voel me bevoorrecht hier te wonen, maar geld interesseert me niet. Ik ben rijk geweest in mijn leven, mijn ouders waren vrij welvarend, en ik ben heel arm geweest na mijn scheiding. Natuurlijk: ik ben liever ongelukkig mét geld op de bank dan zonder, maar nee, het boeit me verder niet. Stephen doet de financiën. Het bedrijf dat we samen vormen, betaalt mij maandelijks een bedrag uit. Ik vind het prima zo.»

- Toch wel een behoorlijk bedrag, mag ik hopen?

(tot haar stiefdochter, die de champagne terugzet in de koelkast) Stephen betaalt ons toch heel fatsoenlijk, Olivia? Nee, ik ben nu niet vals naïef aan het doen. Ik heb geen hoofd voor geldzaken, ik hoef alleen maar creatief te zijn.»

Korte samenvatting van haar loopbaan: Riley, toen nog Lucinda Edmonds, schreef acht romans tussen 1992 en 2000, in de eerste fase van haar schrijverschap. Ze was destijds kostwinner en getrouwd met een thuisvaderende acteur. De eerste paar boeken verkochten heel redelijk, al bleef het ploeteren. Het laatste, Seeing Double, over de Engelse royalty, werd een flop. Haar uitgever bestelde haar volgende boeken af en Riley, inmiddels gescheiden en opnieuw getrouwd, trok zich terug in het gezinsleven. Het geldprobleem was opgelost: haar tweede man, Stephen Riley, veertien jaar ouder en twee keer eerder getrouwd, was – en is – succesvol directeur van ondernemingen. Tien jaar lang was ze vooral moeder; zij had al twee kinderen, hij drie, en samen kregen ze er nog twee. Ze schreef wel in die tijd, maar zonder te publiceren; drie romans belandden in een lade.

undefined

null Beeld

Haar comeback maakte ze in 2010, met de roman Hothouse Flower, later omgedoopt tot The Orchid House. Ze begon eraan in Thailand, waar ze op vakantie was maar met knokkelkoorts op bed belandde en een boek las over de geschiedenis van de orchidee. Een flinke brok waargebeurde geschiedenis, verschillende tijdzones en locaties – in dit geval Londen, Frankrijk en Thailand – en een hedendaagse heldin met mahoniekleurig haar en amandelvormige ogen die valt voor een aantrekkelijk manspersoon: alle ingrediënten die van de Zeven zussen-serie zo’n succes maken, zijn in The Orchid House al ruim aanwezig. Het wordt een bestseller en als Riley vervolgens bij haar uitgever aankondigt een serie boeken te willen schrijven over zeven geadopteerde zussen die op zoek gaan naar hun familie en daarbij romances en avonturen beleven over de hele wereld, zegt die dan ook gretig ja.

‘Brilliant escapism’, zo noemt een Britse glossy Rileys romans. Literaire kritieken krijgt ze nauwelijks. En als ze die zou krijgen, dan zou ze ze niet lezen, zegt Riley. “Luister, ik ben een vrouw die boeken schrijft die aanslaan bij de massa. Wat denk je dat ik te verwachten heb van recensenten? Mijn kop moet er natuurlijk af.”

- Hoe komen uw boeken tot stand? Niet achter de computer, heb ik begrepen.

Riley «Nee, ik kan niet stilzitten, als oud-ballerina moet ik bewegen (Riley volgde een dans- en theateropleiding in Londen en voor ze ging schrijven heeft ze als actrice gewerkt, red.). Achter een computer zitten voelt als werk, dat doodt de creativiteit; ik heb ook nooit in een kantoortje willen schrijven. Mijn eerste boeken heb ik in bed geschreven. Toen nog wel op een laptop overigens, maar ik ben nogal gevoelig voor RSI (repetitive strain injury, oftewel klachten door herhaaldelijke overbelasting, red.) en toen ik aan mijn tweede schrijfcarrière begon, heb ik mezelf daarom aangeleerd alles op een dictafoon in te spreken. Zo kan ik lopen, de natuur in, en ik kan het overal ter wereld doen.

»Ik heb me eens drie dagen opgesloten in een hotelkamer in Noorwegen toen ik me verdiepte in het leven van Peer Gynt-componist Edvard Grieg. De hoteleigenaar kwam op de deur kloppen om te checken of ik nog leefde. Voor het eerste deel van De zeven zussen heb ik een maand in Brazilië gezeten, voor het zesde heb ik weken door Kenia gereisd. De spraakbestanden stuur ik op in delen, wat soms nog een heel gedoe is, als ik in een uithoek zit en de techniek me in de steek laat. Een assistent, niet Olivia maar iemand anders, tikt ze vervolgens voor me uit.»

- Maar dan is het toch nog geen boek met welgevormde zinnen?

Riley «Nee, het was ook onwennig in het begin, en er volgt nog een tweede, veel technischer fase waarin ik de typoscripten uitvoerig met de hand redigeer, maar verhalen worden natuurlijk wel vaker mondeling overgeleverd. In veel landen waar ik kom voor mijn boeken is er een lange traditie van oral history.»

- Betekent het dat het verhaal van tevoren helemaal in uw hoofd zit?

Riley «Nee, elke dag is een verrassing; ik word ’s ochtends wakker en ga met mijn personages op ontdekkingsreis. Ik weet nooit van tevoren wat ze zullen doen. Soms is dat best frustrerend. Dan denk ik ’s avonds een plan te hebben en de volgende dag doen mijn hoofdpersonen iets totaal anders dan wat ik had bedacht.»

- Ze worden nogal eens verliefd op een lange, donkere vreemdeling.

Riley «Zeker, maar mijn hoofdpersonen zijn eerst en vooral sterke vrouwen. Toen ik aan De zeven zussen begon, vond ik het belangrijk dat de serie in wezen over honderd jaar vrouwengeschiedenis zou gaan. Ik verzon er een romantisch verhaal omheen om mijn uitgever ervan te overtuigen aan zo’n gewaagd project te beginnen, maar de boeken worden steeds complexer en gelaagder naarmate de reeks vordert. Terwijl mannen hun geschiedenis schrijven aan de hand van politiek en oorlog, doe ik dat voor vrouwen via kunst en cultuur. Ik heb me verdiept in de levens van de pioniers van het feminisme, vrouwen die honderd jaar geleden al in hun eentje door Australië trokken of de wereldzeeën bevoeren. Tegenwoordig lijkt het weleens of het feminisme net is uitgevonden, maar het bestaat al heel wat langer dan #MeToo. Je kunt mijn boeken op meerdere niveaus lezen. Ter ontspanning, maar je kunt er ook van leren.»

- Wie is uw grote voorbeeld als schrijver?

Riley «Ik vind Hilary Mantel geweldig, maar ik zeg toch J. K. Rowling. Omdat ze een fantastische verhalenverteller is en omdat ze, net als ik, gedreven is te schrijven onder welke omstandigheden dan ook.»

- Jullie verhalen lijken op elkaar.

Riley «Dat mocht ik willen, je vergelijkt me nu met God!»

undefined

null Beeld

- Ik bedoel: zij was ook een gescheiden moeder met geldzorgen voor het grote succes begon.

Riley «En zij schrijft ook omdat ze móét, ook toen ze nog niet werd gepubliceerd. Ook op het dieptepunt van mijn schrijverschap, toen mijn carrière van de ene op de andere dag voorbij was, ben ik blijven schrijven.»

U hebt het over de periode na het verschijnen van uw roman Seeing Double, over een tijd waarin het Engelse koningshuis soms dubbelgangers gebruikte voor openbare optredens. De koningin in dat boek blijkt een bastaardkind van zo’n dubbelganger. Hooggeplaatste personen waren niet blij met die roman, hebt u eens gezegd.

Riley «Ja. (wijst op het opnameapparaatje op tafel) Ik kan er niet te veel over zeggen, maar feit is dat prinses Diana net dood was toen dat boek verscheen, de populariteit van het koningshuis was op een historisch dieptepunt en ik had een controversieel boek geschreven waarover vóór verschijnen al werd gemeld: dit gaan ze niet leuk vinden in het paleis. Vervolgens werd de ene deur na de andere voor me dichtgesmeten. Hoe dan ook, ook toen ben ik doorgegaan met schrijven, al wilde niemand me meer.»

- ‘Stephen heeft mijn leven gered’, zei u over die tijd in een interview waarin stond dat u aan de grond zat. ‘Zonder hem had ik niet geweten hoe ik mijn kinderen eten moest geven.’

Riley «Inderdaad, in mijn eerste huwelijk waren er altijd geldproblemen en na mijn scheiding werd dat er niet beter op. En toen verscheen Stephen als een ridder aan de horizon. Mijn eerste man was totaal onpraktisch. Geen kwaad woord over hem, maar ik runde het huishouden, ik verdiende het geld. Stephen was zo anders. Ik weet nog dat we een etentje gaven – je kent dat, de eerste keer dat je elkaars vrienden gaat ontmoeten – en ik me liet ontvallen dat ik geen fatsoenlijke steelpan had. Komt Stephen aan het eind van zijn werkdag binnen met een gloednieuwe pannenset. Uit zichzelf. Zonder dat ik hem eropuit had gestuurd. Ik had nog nooit zo’n man meegemaakt.»

- Maar hoezo: zonder hem had ik mijn kinderen geen eten kunnen geven?

Riley «Ik was blut!»

- U had toch een baan kunnen zoeken?

Riley «Ik hád een baan, ik schreef toen Seeing Double, waarvoor ik een contract had. Ik had een voorschot gekregen en dat boek moest af. Daarbij: ik had twee kleine kinderen, ik weet niet hoe ik méér had kunnen doen dan schrijven en voor ze zorgen. Ik had mijn kinderen waarschijnlijk best zelf eten kunnen geven. De journalist die dat heeft opgeschreven, heeft alles uit de context getrokken. Ik weet precies over welk interview je het hebt. Daarna heb ik in Engeland jaren geen interviews meer willen geven. Ik heb ook nooit tegen die vrouw gezegd dat ik aan de grond zat. Waarom zou ik dat zeggen? Ik was toen net getrouwd met de man van mijn dromen, ik kreeg baby’s met hem, hij zorgde voor me, hij kocht steelpannen voor me. Mijn carrière leek voorbij, ja, maar ik zat niet aan de grond.»

- Misschien vond u het goed klinken. U had het al eens eerder gezegd, toen u met uw eerste man een dubbelinterview gaf nadat hij een boekje had geschreven, The House Husband, over zijn thuisvaderschap. ‘We zaten aan de grond toen het verlossende telefoontje kwam dat het werd uitgegeven.’

(rolt met haar ogen) “In dat latere interview heb ik het in elk geval níét gezegd. Ik was toen heel gelukkig, ik had de zekerheid waarvan ik altijd had gedroomd.»

- ‘Briljant escapisme’ wordt over uw boeken gezegd. Uw Nederlandse uitgever had het in een interview over een ‘guilty pleasure’ voor vrouwen die van literaire romans houden. Bent u het eens met zulk commentaar?

Riley «Waarom zou je je in hemelsnaam schuldig moeten voelen over het lezen van mijn boeken? Natuurlijk ben ik het daar niet mee eens. Als Sander dat werkelijk gezegd heeft, schiet ik hem neer.»

- En escapisme? Is het dat niet?

Riley «Dat wel, jazeker, ook voor mijzelf. Ik ben elke dag gelukkig dat ik kan doen wat ik het liefste doe: door mijn verbeelding ontsnappen aan de alledaagse werkelijkheid, aan wat er gebeurt in de wereld, aan wat er gebeurt in...»

...Engeland.

Riley «Godzijdank ben ik Iers!»

- En de miljoenen vrouwen die uw boeken lezen, is het ook voor hen bedoeld als escapisme, het sprookje dat er op een dag een knappe, lange man komt die je redt, zoals dat bij uzelf is gebeurd?

Riley «Nou, zo lang is Stephen niet. (lacht) Kijk, wat ik wil met mijn boeken is vrouwen kracht geven. Daarom zijn mijn hoofdpersonen juist heel sterke vrouwen, net als ikzelf. Maar ook sterke vrouwen mogen verliefd worden en weke knieën krijgen van een knappe, donkere vreemdeling. Dat maakt ons geen zwakke poppetjes, dat maakt ons menselijk.»

© De Morgen

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234