politiegeweldjonathan jacob
‘Ik ben niet uit op wraak, ik wil alleen de waarheid’: Jan Jacob over zijn dode zoon Jonathan
Begin 2018 stierf een Slovaakse man na een gecontesteerd politieoptreden op de luchthaven van Charleroi. Op bewakingsbeelden is te zien hoe een politieman minutenlang bovenop hem zit en een vrouwelijke agente de Hitlergroet brengt. Deze zaak doet denken aan het overlijden van Jonathan Jacob in 2010. Enkele jaren geleden sprak zijn vader met Humo. Herlees hier het interview.
(Verschenen in Humo op 23 september 2014)
‘Als hij zou hebben gestampt en geslagen naar de agenten, had ik kunnen aanvaarden wat er was gebeurd. Maar het bleek helemaal anders te zijn.’ Op 6 januari 2010 overleed Jonathan Jacob in de cel na een gewelddadige confrontatie met acht agenten. Zijn vader, Jan Jacob, spreekt.
In het toilet hangt een zelfgemaakte verjaardagskalender met foto’s open op de maand september. Op de foto glimlacht een tiener naar de camera – Jonathan, goed ingeduffeld en met een muts op, zijn arm om de hals van zijn paard gevleid. In het vakje voor 8?september staat zijn naam geschreven. En vijf dagen later die van Joachim, zijn broer.
Vorige week was het ‘feest’ voor hun beider verjaardag.
JAN JACOB «We vierden die altijd samen. Dat hebben we nu ook gedaan. Het zijn die kleine dingen die troost brengen.»
In de smaakvol ingerichte woning in Affligem ligt het atelier van de gepensioneerde leraar keramiek met de witte haardos er onaangeroerder bij dan hij zou willen. Sinds Jonathans dood wordt het leven van zijn vader vooral beheerst door juridische procedures en een rechtszaak die almaar wordt uitgesteld.
JACOB «Ik ben er voortdurend mee bezig. Maar ik put moed uit de paarden waar Jonathan zo gek op was. En uit een kleinzoon die erg op hem lijkt. Ook hij haalt allerlei fratsen uit en kleurt graag buiten de lijntjes. Mijn dochter zegt altijd: ‘Het is net of ik Jonathan in huis heb.’ We spreken nog veel over hem. Daar ben ik blij om, dat hij niet wordt doodgezwegen.»
Jonathan, een 26-jarige hoefsmid die in zijn vrije tijd aan bodybuilding deed, overleed op 6 januari 2010 in een politiecel in Mortsel, aan de gevolgen van een gewelddadige overmeestering door acht zogeheten ‘bottinekes’. Dat bijzondere bijstandsteam van de politie was opgeroepen om Jonathan in bedwang te houden: hij was in de war en psychotisch door het gebruik van amfetamines of speed en moest dringend worden opgenomen. Ondanks een gerechtelijk bevel tot collocatie had een psychiatrische instelling hem die dag al twee keer geweigerd: volgens hen gedroeg hij zich de eerste keer ‘weerspannig’. De substituut had bij de dokter van de instelling geïnformeerd of een kalmeringsspuit kon helpen, maar die raadde dat af, wegens medische risico’s. Toch werd bij de terugkeer in het politiecommissariaat de huisarts van wacht gevorderd om Jonathan zo’n injectie te komen geven. Maar de ‘bottinekes’ hadden hem zo hardhandig aangepakt dat Jonathan overleed voor het middel kon beginnen te werken.
JACOB «Die namiddag heb ik nog met de politie gebeld. Ze zeiden dat de opname was mislukt omdat Jonathan erg agressief was geweest. Ik heb mij aan de telefoon nog verontschuldigd, en gezegd dat hij in die toestand misschien niet wist wat hij deed. Wat later zeiden ze dat ze hem aan het reanimeren waren, en nog even later was hij dood. We mochten hem pas een dag later zien: hij zag bont en blauw.»
Sindsdien probeert Jan Jacob de ware toedracht te achterhalen, uit te zoeken wie welke opdracht heeft gegeven. Maar hoe meer hij wou weten, hoe meer hij op muren botste.
Drie jaar na Jonathans dood leek de hele zaak met een sisser af te lopen. De raadkamer verwees de directeur en de psychiater van de instelling naar de correctionele rechter wegens schuldig verzuim en één agent – degene die Jonathan vuistslagen toegediend had – werd beschuldigd van opzettelijke slagen en verwondingen met de dood tot gevolg. Veel essentiële vragen bleven onbeantwoord, en de rol van de substituut die de zaak de hele dag had opgevolgd, werd niet tot op het bot onderzocht. Verschillende betrokkenen zeiden dat zij de opdracht had gegeven om Jonathan plat te spuiten, maar volgens de ouders van Jonathan heeft ze haar eerste verklaring daarover achteraf in het dossier gewijzigd.
JACOB «Er werd mijn zoon van alles in de schoenen geschoven. Jonathan was een patiënt die hulp nodig had, maar hij werd afgeschilderd als een monster. Dat klopte niet.»
Ten einde raad speelde Jan Jacob daarom vertrouwelijke camerabeelden van Jonathans laatste uren in de politiecel door naar het VRT-onderzoeksprogramma ‘Panorama’. In die bekroonde uitzending kon heel Vlaanderen zien hoe Jonathans laatste uren echt waren verlopen. De weliswaar breed geschouderde, maar vooral angstige, verwarde en naakte Jonathan smeekte om uit de cel te mogen en sloeg totaal in paniek toen plots een flashbang (een lichtgranaat, red.) in zijn cel werd gegooid. Vervolgens stortten acht BBT’ers – met helm, aanvalskostuum en een duwvork – zich met alle macht op hem. Van agressie van Jonathan was geen sprake – hij kreeg er niet eens de kans toe – van overleg met de verwarde jongeman nog minder. Eén agent deelde vuistslagen uit. Toen Jonathan zich niet meer kon verroeren, wurmde de opgeroepen arts zich letterlijk tussen de mensenmassa heen om zijn spuitje te geven. Enkele tellen later bewoog Jonathan niet meer. Hij was dood. Het kalmeringsmiddel was zelfs niet tot in zijn bloedbaan geraakt.
Mede door die reportage vroeg het Antwerpse parket-generaal twee weken geleden aan de Kamer voor Inbeschuldigingstelling om toch álle acht agenten van het BBT naar de strafrechter door te verwijzen, samen met de commissaris die hen had opgeroepen en de psychiater en de directeur van de instelling. Een – halve – doorbraak waar Jan Jacob al lang op wachtte, maar die meteen een erg wrange nasmaak kreeg.
JACOB «Eén dag later vond ik een aangetekende brief in de bus. Ik was in verdenking gesteld van misbruik van inzagerecht, omdat ik die camerabeelden aan de redactie van ‘Panorama’ had doorgespeeld. Na de uitzending had ik via de media vernomen dat de agenten van het BBT een klacht tegen onbekenden hadden ingediend. Ik heb toen meteen spontaan gemeld dat ik daarvoor verantwoordelijk was. Als ik verwachtte dat zij de waarheid vertelden, moest ik dat ook doen. Ik ben daarna één keer ontboden bij de gerechtelijke politie, maar dat is al bijna een jaar geleden. Nadien had ik er niets meer van gehoord.»
HUMO U wordt ervan beschuldigd het geheim van het onderzoek te schaden, en de privacy en integriteit van de betrokkenen te schenden.
JACOB «Ik heb nooit het onderzoek willen schaden. Ik wil net dat een aantal zaken wél wordt uitgezocht. Ik begrijp niet dat ze dat niet inzien. Wat met de rol van de parketmagistrate? Die reportage heeft een doorbraak betekend. En ‘Panorama’ heeft dat heel correct aangepakt. Ze noemden niemand bij naam, alle agenten waren anoniem. We hebben gewoon een aantal dingen willen aankaarten zonder iemand te viseren.»
HUMO Ex-vrederechter en justitiewachter Jan Nolf, die de zaak nauwgezet volgt, voorspelde al dat u misschien sneller een proces zult krijgen dan de ‘bottinekes’. Nu lijkt dat risico plots erg reëel.
JACOB «Ja. Ik roer in het verkeerde potje, zeker? Ik heb trouwens nog lang gewacht om een klacht in te dienen tegen de substituut, maar ik kon niet anders. Te veel zaken lijken te suggereren dat bepaalde mensen worden beschermd. Ik blijf roeren. En dan neem je een risico. Misschien is dat stom van mij, maar ik doe wat ik moet doen. Ik wil gewoon de waarheid. Mijn partner werkt bij justitie. Zij heeft ooit de raad gekregen om zich hier zo veel mogelijk buiten te houden.»
HUMO De timing is ook heel ongelukkig. Net nu er eindelijk een stap vooruit wordt gezet, wordt u zelf in verdenking gesteld. Hield u er nog rekening mee dat dat kon gebeuren?
JACOB «Tijdens de pleidooien van twee weken geleden heeft het wel even in mijn achterhoofd gespeeld. Omdat de verdediging – zeker van de politie – er zo op hamerde dat zij geen eerlijk proces meer konden krijgen door alle media-aandacht die er was geweest. Ik dacht: nu sturen ze daarop aan. Terwijl het parket-generaal het nu eindelijk toch al beter aanpakte door te vragen de andere agenten en de lokale politiecommissaris ook door te verwijzen naar de correctionele rechtbank. Op de rol van de substituut gingen ze niet in, maar hun pleidooi was wel heel sterk. Toen ik een dag later die brief kreeg, was dat behoorlijk schrikken. Wat nu? Daarna dacht ik: dit is de volgende zet. Waarschijnlijk willen ze mij laten veroordelen.»
Niet zwaar verslaafd
HUMO U klinkt nu rustig, maar was u niet in paniek?
JACOB «Het ergste is ons al overkomen op 6 januari 2010. Erger dan dat kan het niet worden. Ik ben wel meteen beginnen rond te bellen, maar ik kon niemand bereiken. Mijn advocaat, meester Callebaut, zat op het proces-Aquino in Hasselt, en meester Vermassen ook. Daarom heb ik het aan Jan Nolf laten weten. Nadat hij het nieuws de wereld had ingestuurd, ging het plots snel. ’s Avonds heeft meester Vermassen mij nog bij hem thuis ontvangen. Maar paniek? Nee. Het verbaast me ook niet helemaal. Het parket is van meet af aan niet correct geweest.»
HUMO Hoezo?
JACOB «Wacht, ik laat u iets lezen.»
Hij verdwijnt even om een oud krantenartikel te halen, van de dag ná Jonathans overlijden. Er staat dat een ‘bijzonder agressieve twintiger’ met een ‘zwaar drugsverleden’ is omgekomen in een politiecel. Dat hij ‘volgens een getuige volkomen over zijn toeren was’ en dat ‘ook een speciaal team van de politie dat ervaring heeft met zulke explosieve situaties’ niet op hem kon inpraten. ‘Toen de betrokkenen zich zorgen maakten over de gezondheid van de man werd een dokter gevorderd. Die diende de jongeman een kalmerende injectie toe, terwijl een aantal politieagenten hem onder controle hielden. Niet veel later, omstreeks halfvier, trof de politie de man dood aan in zijn cel.’
JACOB «Ik heb aan die journalist gevraagd van wie die informatie kwam. Van het parket. Hoe kan het parket zulke dingen zeggen als het onderzoek nog moet beginnen? Ze hebben niet eens meteen een onderzoeksrechter of een wetsdokter ter plaatse gestuurd. Dat is waarschijnlijk pas de dag erna gebeurd. Bovendien hebben zij beslist dat alle communicatie via hen moest verlopen.»
HUMO Dat het parket in zulke gevallen de officiële communicatie verzorgt, is gebruikelijk.
JACOB «Dat zij het woord voeren, oké, maar dan moet het wél correct gebeuren. We weten intussen dat het niet zo is gelopen. Mijn zoon heeft fouten gemaakt, hij had drugs genomen. Maar hij was géén zware drugsverslaafde, volgens zijn therapeut was hij een occasionele gebruiker van amfetamines. En hij was bereid zich te laten opnemen – hij heeft mij nog opgebeld. Hij wou alleen níét in de isoleercel. Hij hield er als kind al niet van dat zijn slaapkamerdeur dicht was. Door Jonathan nog vóór enig onderzoek als een zwaar verslaafde agressieveling voor te stellen, schuif je het al meteen voor een stuk in zijn schoenen.
»De hoofdinspecteur heeft ons aanvankelijk trouwens verzekerd dat zij geen geweld hadden gebruikt. Toen hadden we Jonathan nog niet gezien. Ik weet niet of u zich die foto’s van zijn gelaat in de reportage herinnert? Ik heb die hoofdinspecteur meteen gebeld: hij had gelogen, waarom was onze zoon anders zo toegetakeld? Daarna heeft hij toegegeven dat er een bijzonder team was gekomen dat wél geweld had gebruikt. Goed, de lokale politie was correct met hem omgegaan, die valt niets te verwijten, maar hij had toch meteen de waarheid kunnen zeggen?
»(Toont een persbericht van het parket van april 2010) Dat was een reactie op een artikel in de krant over de doodsoorzaak. Het parket reageerde dat ‘het gebruikte geweld niet automatisch een misdrijf uitmaakt’ en dat ‘het onderzoek zich toespitst op de vraag of het gebruikte geweld in evenredigheid was met de weerspannigheid en de dreiging die uitging van het latere slachtoffer’. Dat was vier maanden na zijn dood. Dan vraag ik mij af: hadden ze die beelden nog niet bekeken? Dan wisten ze toch hoe de vork in de steel zat?
»Er is me destijds afgeraden om de beelden te bekijken. Omdat ik zou zien hoe agressief mijn zoon was. Maar voor mij was dat net een reden om wél te kijken. Als hij naar agenten zou hebben gestampt en geslagen, en er daarna een verkeerde klap was gevallen, dan had ik kunnen aanvaarden wat er was gebeurd. Maar het bleek helemaal anders te zijn geweest. Hij was niet agressief, hij was psychotisch: dat is een enorm verschil.
»Weet u: een halfjaar na zijn dood heeft de procureur een eindvordering gemaakt waarin hij de buitenvervolgingstelling van het politieteam vroeg. Blijkbaar heeft hij daarvoor zelfs niet eens de beelden bekeken. Hij heeft zich op fotoafdrukken van die beelden gebaseerd. Wel, die foto’s zijn ver-schrik-ke-lijk slecht. Ze zijn bijna volledig zwart, je ziet er niet eens iemand op staan. Hoe kun je nu in zo’n zaak een eindvordering opstellen zónder naar het bewijsmateriaal te kijken? Als je alles op een rijtje zet, kun je toch alleen maar besluiten: ze proberen mensen te beschermen? Dan denk ík: iedereen mag die beelden zien. Dan draag ik wel de consequenties.»
HUMO Als u veroordeeld wordt, riskeert u een jaar cel.
JACOB «Er zijn geen argumenten om mij te veroordelen. Die beelden hebben het onderzoek uit het slop gehaald. Mijn advocaten gaan de buitenvervolgingstelling vragen. Maar als ze mij willen pakken, zullen ze dat wel doen. Mocht het toch zover komen, dan hoop ik dat mijn proces met open deuren gevoerd zal worden. Tot nu verliep alles in Jonathans zaak achter gesloten deuren, waardoor er veel geheim blijft.»
Geen monsters
HUMO De kern van de zaak is bijna vijf jaar na Jonathans dood nog steeds niet onderzocht volgens Jan Nolf: wie gaf de opdracht om hem plat te spuiten?
JACOB «Het parket heeft van het begin af de kant van de politie gekozen in plaats van de zaak grondig te onderzoeken. Het wil ook zijn eigen fout niet toegeven, ze onderzoeken het gewoon niet. Ja, Jonathan heeft ook fouten gemaakt – hij had geen drugs mogen gebruiken – maar veel mensen hebben fouten begaan in deze zaak en blijven daar leugens over verspreiden. Wat kon ik anders doen dan die beelden vrijgeven?»
HUMO Denkt u dat er nog een onderzoek naar de rol van het parket komt?
JACOB «Ik weet het niet. Veel betrokkenen hebben erop gewezen dat de substituut de opdracht gaf om Jonathan plat te spuiten. Maar zij komt nu niet in de zaak voor. Wie zeker nog een onderzoek naar de rol van het parket kan vragen, is de procureur-generaal van Cassatie. Ik heb begrepen dat die net bij de opening van het gerechtelijke jaar in een opmerkelijke speech heeft gewezen op het belang voor justitie om haar fouten toe te geven. Dat het moedig zou zijn om zich te excuseren bij de slachtoffers. Dus: misschien wel. Ik weet het niet.»
HUMO In een reactie op uw inverdenkingstelling suggereerde de parketwoordvoerder dat uw zaak misschien samen met die van de ‘bottinekes’ kon voorkomen. Jan Nolf ziet daar een wil in om de twee dossiers te mengen. ‘Het biedt het gerecht een uitweg,’ zei hij ons. ‘Eerst wijzen ze Jan Jacob erop dat hij een fout heeft gemaakt. Als hij er mild van afkomt, kunnen ze de ‘bottinekes’ ook een milde straf geven.’
JACOB «Voor mij gaat het niet om bestraffing. Ik eis niet dat iemand naar de gevangenis gaat. Daar wordt niemand beter van. En Jonathan komt er niet mee terug. Ik heb zelfs al voorgesteld om allemaal samen via slachtofferbemiddeling rond de tafel te gaan zitten. Als ze kunnen toegeven dat ze fouten hebben gemaakt, kan ik het aanvaarden. Waarom kunnen ze dat niet erkennen?»
HUMO Omdat hen dan een veroordeling boven het hoofd hangt.
JACOB «Uiteraard, dat begrijp ik ook. Ik besef wel dat het voor hen niet over Jonathan gaat, maar over hun job, over een gevangenisstraf. Maar ik heb er geen moeite mee te geloven dat die psychiater een geweldige dokter is, en de substituut een goede magistrate. Alleen zijn er die dag wel fouten gemaakt. De verdediging van de agenten benadrukt nu hoeveel interventies ze wél al goed hebben aangepakt. Dat bestrijd ik ook niet. Ik aanvaard dat zij goed werk kunnen leveren, dat zo’n speciaal team er zelfs móét zijn. Voor mij zijn dat geen monsters. Fouten zijn des mensen. Maar wees zelf ook menselijk tegenover de slachtoffers.»
HUMO U bent duidelijk niet wraakzuchtig. Dat siert u.
JACOB «Waarom zou ik? In plaats van die agenten te bestraffen, zouden ze hen beter drie weken met Artsen Zonder Grenzen meesturen. Zodat ze meer respect voor mensen krijgen. Zodat ze weer de waarde van een mensenleven leren kennen. Misschien is het naïef van mij dat ik daarmee tevreden zou zijn, terwijl de tegenpartij maar op de agressie van mijn zoon blijft hameren. Herinnert u zich de balken die ze tegen de celdeur hadden gezet? Er is verklaard dat die nodig waren omdat hij zo agressief was dat die deur er bijna uitvloog. Maar die balken lagen daar al zeven minuten vóór mijn zoon de cel inging. Op maat gemaakt nog wel. De inspectie heeft geconstateerd dat die celdeur in slechte staat was. Daarom lagen die balken wellicht klaar. Maar als we dat gegeven willen gebruiken, moet mijn advocaat dat eerst aanvragen. Waarom is het allemaal zo ingewikkeld?»
Jonathan Jambers
HUMO Als dit proces met een sisser zou aflopen, zou u het dan kunnen loslaten?
JACOB «Dat weet ik niet. Maar als de maatschappij hier geen conclusies uit zou trekken, zou mijn strijd voor niets zijn geweest. Sommige vrienden hebben mij al gezegd dat ik nog een serieuze klop ga krijgen. Dat ik niet rouw. Jawel, dit is mijn rouw. Ik ben er voortdurend mee bezig. Ik kan sowieso niet gelukkig zijn met een veroordeling. Ik heb niets te winnen. Ik heb mijn zoon verloren. Ik wil enkel een gemeende sorry. En wat ik nog het ergst zou vinden, is een proces waarbij mijn zoon weer wordt zwartgemaakt. Dat kan ik niet verdragen. Het was een goede jongen.»
HUMO U krijgt nu veel steun. Is dat ook al anders geweest?
JACOB «Absoluut. Ooit kreeg ik telefoon van iemand die me botweg vertelde dat ik mijn zoon slecht had opgevoed. Hoe die tekeer was gegaan, dat kon toch niet? Ik heb hem rustig geantwoord dat hij niet wist hoe de vork in de steel zat, dat ik mijn vier kinderen dezelfde opvoeding heb gegeven en dat mijn overige drie kinderen het zeer goed doen. Waarom is het bij hem fout gegaan? Waarom heeft hij drugs genomen? Dat kan elke ouder overkomen. Tja, dat was Jonathan. Ik herken veel van mezelf in hem. Hij liep niet altijd in de pas. Ik ook niet, anders zou ik dit niet doen. Hij had ook wel talent voor kunst, maar hij is in de paardenwereld terechtgekomen.»
HUMO Hoe is hij met die drugs begonnen?
JACOB «Hij was beginnen te bodybuilden. Door die amfetamines kon hij zeer goed trainen. Het hielp ook tegen zijn astma. Blijkbaar wordt dat in veel fitnesscentra aangeraden. Dan verbrand je sneller vet. Hij zag dat eerder als een supplement dan als een drug. Hij is ooit heel kwaad geworden op een vriendin die eens een jointje had gerookt. Of ze wel besefte hoe gevaarlijk dat spul was.»
HUMO Wist u al lang dat hij drugs gebruikte?
JACOB «Hij heeft het lange tijd verdoezeld. Hij gebruikte met pieken en dalen. Soms maandenlang niets, maar blijkbaar weer wel als hij intensiever trainde. Ik heb hem vaak gezegd dat ik het niet begreep. Dan antwoordde hij dat hij van ons ook zoveel niet begreep. Wij dronken toch alcohol, was dat dan geen drug? Hij wou ervan af, hij volgde therapie. Hij was op de goede weg. Hij had zelfs gesolliciteerd voor een job als hoefsmid in Oostenrijk. Maar hij wou meedoen aan het Belgisch kampioenschap bodybuilden en liet zich ompraten.»
HUMO Was u er gerust op toen u hem die vijfde januari liet vertrekken? Het was -7°C en hij leek psychotisch te worden.
JACOB «Het was niet de eerste keer, hij had voordien al twee psychoses gehad. Die dag heb ik eerst zijn therapeut gebeld om te melden dat hij psychotisch begon te worden en daarna heb ik de politie ingeschakeld. De politie hier kent hem en weet doorgaans goed op hem in te praten. Maar dit keer waren het agenten van zijn leeftijd. Jonathan wou naar Brussel om iets te eten. Ze zagen er geen graten in. We kregen zelfs het gevoel dat ze wat met ons stonden te lachen. Hij was toch 26 jaar? Hij mocht toch doen wat hij wou? Zolang hij niet met de wagen reed, was er geen probleem. We konden niet anders dan hem laten vertrekken.
»Ik heb er die nacht wel wakker van gelegen. De volgende dag heeft hij in Mortsel zelf agenten aangesproken. Hij voelde zich in een vertrouwde omgeving, denk ik, hij kende daar veel agenten van in het fitnesscentrum. Toen kreeg ik telefoon: ze zeiden dat hij verward was. Ik heb aangeraden om de dokter erbij te roepen om te kijken of hij moest worden opgenomen. Anders kwam ik hem wel halen. Wat later belde Jonathan mij zelf: ‘Papa, ik word opgenomen. Zijt ge nu content?’ Dat waren zijn laatste woorden.
»Jonathan is aangepakt alsof hij een zware crimineel was die in bedwang moest worden gehouden, terwijl ze hem hadden moeten benaderen als een psychiatrische patiënt in een delirium.»
HUMO Welk beeld van hem klopt wel? Wat voor iemand was hij?
JACOB «Ik ga geen heilige van hem maken. Hij had zijn fouten, maar hij zag die ook wel in. Hij zag mensen en dieren graag. Hij was iemand die de grenzen opzocht en keek hoever hij erover kon gaan. Maar een schat van een gast. Hij kon zo guitig zijn. Hij deed niets liever dan mensen op het verkeerde been zetten. Hij kon Paul Jambers perfect nadoen. Ooit heeft hij zo mijn schoonbroer, een vrijgezel, behoorlijk voor de gek gehouden. Hij had zich aan de telefoon voorgedaan als Paul Jambers die een programma over eeuwige vrijgezellen maakte. Hij wou mijn schoonbroer zogezegd in zijn stamcafé filmen en vroeg hem om alvast flink te trakteren zodat iedereen in de mood zou zijn. VTM zou het wel terugbetalen. Wel, mijn schoonbroer heeft die hele avond rondjes gegeven, maar VTM is nooit gekomen. (Lacht en valt plots stil) Weet u, ik mis hem verschrikkelijk.»