'Ik heb de aanslagen in Brussel al in 2001 voorspeld.' Het late gelijk van sociologe Marion van San
Toen justitieminister Marc Verwilghen in 1999 een studie bestelde over allochtone jeugdcriminaliteit, kwam hij haast vanzelf bij Marion van San terecht. De Vlaamse sociologe had in Nederland onderzoek gedaan naar crimineel gedrag bij Antilliaanse jongens, en stof doen opwaaien door te wijzen op de verantwoordelijkheid van de jongens en hun moeders. Ook haar rapport voor Verwilghen schopte stennis, wegens stigmatiserend voor Marokkanen en Oost-Europeanen. Politici verketterden haar, collega-wetenschappers zetten haar weg als een beginneling. Rudi Vranckx rehabiliteerde Van San, tegenwoordig verbonden aan de Erasmus-universiteit in Rotterdam, onlangs in Humo: ‘Ze is indertijd volledig afgebrand, maar ik vond dat ze gelijk had.’
'Als de resultaten van een onderzoek mensen niet behagen, dan proberen ze de methodologie onderuit te halen. Vooral op de sociale media'
Marion Van San «Veel mensen zeggen dat. Alleen doen ze het niet openlijk, op Mark Elchardus na misschien. In het geval van Rudi Vranckx doet het me plezier, omdat hij weet waarover hij spreekt. Vranckx is geen (tekent met twee vingers denkbeeldige aanhalingstekens) ‘expert’ zoals die nu worden opgevoerd in de terreurcommissie in Brussel. Vaak denk ik: ‘Waar halen die mensen hun zogenaamde expertise?’ Net als Rudi Vranckx sta ik met de voeten in de modder, ook al begeef ik me niet in oorlogsgebied, want daar ben ik niet heldhaftig genoeg voor: sinds 2009 spreek ik wekelijks met ouders, broers en zussen van geradicaliseerde jongeren. Sinds 2012 ook met de familie van Syriëstrijders. Ik weet ondertussen wel waarover ik praat.»
HUMO Ik vond het verfrissend dat Rudi Vranckx toegaf dat hij twijfelt, op een moment dat meer en meer mensen aan linker- én rechterzijde luid hun stellige waarheid toeteren.
Van San «Dat doe ik voortdurend: hoe meer ik over het onderwerp weet, hoe meer ik begin te twijfelen. Ik heb als onderzoeker soms ook bepaalde beelden in mijn hoofd, die achteraf niet met de werkelijkheid blijken te stroken. Toen ik in 2009 voor het eerst ging praten met enkele leden van de Hofstadgroep (de islamitische groepering waar de moordenaar van Theo Van Gogh deel van uitmaakte, red.), dacht ik dat ik Koranverzen citerende gekken zou ontmoeten. Het tegendeel bleek waar: er werd bitter weinig over religie gesproken.»
HUMO We zijn bijna twintig jaar na uw onderzoeken over criminaliteit bij Antilliaanse en Marokkaanse jongeren. Hoe kijkt u terug op die periode?
Van San «Ik had destijds een missie: ik wilde het debat op gang brengen. Helaas moet ik vaststellen dat we vijftien jaar later nog maar weinig opgeschoten zijn. Het is in België nog altijd niet mogelijk een zakelijk debat te voeren over migratie, integratie en radicalisering. Wanneer de ideologie overheerst, vertroebelt de waarneming en het gevolg daarvan is dat het debat nog steeds puur op emotionele gronden wordt gevoerd. Als iemand iets oppert wat anderen niet zint, regeert de woede. Als een politicus iets zegt over de dubbele nationaliteit, staan de kranten de dag nadien vol mensen met de dubbele nationaliteit: ‘Kijk mij eens probleemloos zijn.’ Het inhoudelijke debat wordt niet gevoerd. Kijk naar de reacties op de uitlatingen van Hilde Crevits. Ze had enkel haar bezorgdheid geuit dat allochtone ouders minder betrokken zijn bij de scholing van hun kinderen dan andere ouders. Geen wonder dat op den duur iedereen verkrampt. Men is als de dood om nog iets te zeggen.
»Als Jonathan Holslag aankondigt dat hij zelfs maar overwéégt om het voorwoord te schrijven bij een boek van Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken, schrijft een groepje onderzoekers van dezelfde universiteit al een brief. Ik heb hetzelfde meegemaakt toen ik mijn onderzoek voor Verwilghen deed: nog voor ik begonnen was, verscheen er al een boek waarin expliciet stond dat mijn onderzoek niet deugde.»
undefined
HUMO Misschien vond men dat uw uitgangspunten en manier van werken niet correct waren?
Van San «Men kende mijn uitgangspunten en manier van werken niet. Ik was nog niet eens begonnen met het onderzoek.
»In 2001 ben ik na het rapport-Verwilghen door veel politieke partijen gevraagd om te spreken. Niet in de openbaarheid, het moest allemaal binnenskamers gebeuren. Ik ben bijvoorbeeld uitgenodigd door de socialisten in Antwerpen. En ik heb verschillende kopstukken van de CD&V ontmoet in een hotel in Brussel – ik herinner me dat Tony Van Parijs, Cathy Berx en Jo Vandeurzen erbij waren. Ik heb toen voorspeld: ‘Als we nú niets doen, zullen over vijftien jaar mensen die hier geboren en getogen zijn, zich opblazen in de metro.’ Hoe ze reageerden? Schokschouderend, eigenlijk. ‘Bwah, dat zal toch wel meevallen,’ schenen ze te denken. Dat zal ik nooit vergeten.»
HUMO In een Humo-interview uit ’99 pleitte u tégen zero tolerance en voor een politioneel beleid met als expliciet uitgangspunt dat niet elke allochtoon een crimineel is. ‘Preventie is belangrijker dan repressie’: vandaag zou u op Twitter afgebrand worden als naïeveling, toen was u de baarlijke duivel.
Van San «Maar eigenlijk is mijn boodschap altijd heel soft geweest: ‘Er is íéts aan de hand in die gezinnen, we moeten die mensen nu helpen of het loopt fout.’ Ik heb nooit gezegd dat we de deur moesten inbeuken en al die gastjes in de bak steken. Maar tegelijk vind ik dat je mensen die in een onveilige wijk wonen en bang zijn, serieus moet nemen. Dat is mijn probleem met mensen die vanuit een moreel superioriteitsgevoel praten. Alsof mensen spoken zien, bang zijn voor niets. Ik begrijp dat mensen die opgegroeid zijn in arbeiderswijken en alles hebben zien veranderen, koele minnaars zijn van de multiculturele samenleving: je moet naar die mensen luisteren. »
HUMO Ik ben opgegroeid in de lommerrijke Antwerpse noordrand: mensen waren daar ook bang en het Vlaams Blok was razend populair, maar ik heb er maar weinig allochtonen gezien. Behalve Nederlanders.
Van San «Mensen kunnen ook bang zijn voor wat hen in de toekomst zou kunnen overkomen. In de tijd van het Verwilghen-rapport waren ook veel buurtbewoners van Marokkaanse oorsprong bang voor de komst van Oost-Europeanen. Gisteren sprak ik met iemand die beweerde dat jongeren naar Syrië gaan omdat hun jobs hier worden ingepikt door vluchtelingen. Als mensen bang en ontevreden zijn, moet je ze helpen en niet wegzetten als beroepsklagers. Burgemeester Bob Cools ging indertijd raadplegingen houden in probleemwijken als de Seefhoek. Hij kwam alles bespreken, behalve – dat werd op voorhand gemeld – ‘de migranten’. Terwijl daar veel problemen vandaan kwamen. Niet altijd terecht; mensen blazen problemen op als er iemand bij betrokken is met een andere kleur. Norbert Elias heeft zulke mechanismen beschreven in ‘The Established and the Outsiders.’ Hij bestudeerde Engelse arbeiderswijken, waar een groep nieuwkomers naast de originele bewoners kwam wonen. Dat waren ook blanke, Engelse arbeiders, maar de originele bewoners waren er bang voor.»
HUMO Dat heet xenofobie.
Van San «Maar ze waren ook gewoon blank, hoor.»
HUMO Xenofobie heeft niet per se met huidskleur te maken: het is een onredelijke angst voor alles wat ongewoon is.
Van San «In die zin wel, ja. De vooroordelen die Elias beschreef – ‘ze zijn onbetrouwbaar, vies en hun eten stinkt’ – hoor je vandaag nog steeds. De vaststellingen van Elias zijn perfect toepasbaar op het racisme van vandaag.»
HUMO Er is nog een verschil tussen begrip opbrengen voor mensen en hun zorgen en erin meegaan: moet je niet blijven uitleggen dat niet elke nieuwkomer een bedreiging is?
Van San «Als je boven de zorgen van de mensen staat, vergeet je ze. Dan krijg je radicalisering. Zoals de havenarbeiders naar wie niemand luisterde en die en masse van de socialisten naar het Vlaams Blok zijn overgelopen. Je moet daarin blijven investeren.»
undefined
'Discriminatie bestaat, maar het gaat me te ver om te zeggen dat jongeren radicaliseren omdat ze worden uitgesloten door de samenleving'
Geen systeemfout
HUMO U maakte naam als criminaliteitsonderzoekster, maar nu doet u al enige jaren onderzoek naar radicalisering.
Van San «Sinds 2009 volg ik families van geradicaliseerde jongeren, in de breedste zin van het woord. Sinds 2012 doe ik etnografisch onderzoek naar de families van Syriëstrijders. Ik ben daar eerder toevallig terechtgekomen: een collega had me gevraagd om samen een onderzoek te doen. Toen ik daarmee bezig was, dacht ik: ‘Dit is verdorie veel interessanter.’ Het is nog veel ingrijpender. En ik had het ook een beetje gehad met de schietpartijen. »
HUMO Zijn die moslimfamilies bekend met uw reputatie?
Van San «Nee. Maar ze zouden zich er ook niets van aantrekken, want ze kunnen zelf wel uitmaken wie ik ben. Het voelt stom om dat zelf te zeggen, maar de meesten dragen mij op handen. Het zou je trouwens verbazen hoe die ouders zélf praten. Veel Marokkaanse vaders vinden dat ze ‘die gasten allemaal in de gevangenis zouden moeten draaien’. Kijk naar de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb: een bruggenbouwer die inzet op dialoog tussen de gemeenschap, maar tegelijk heel streng. Hij schrikt er niet voor terug om met de spierballen te rollen.»
undefined
undefined
'Laat radicaliserende jongeren islamitische les volgen in een moskee. Anders leren ze het bij figuren als Fouad Belkacem.'
HUMO Liggen de thema’s criminaliteit en radicalisering in elkaars verlengde?
Van San «We weten dat heel veel gastjes die vertrokken zijn een verleden hebben in de criminaliteit, ja. En bij bekeerde meisjes zie je vaak problemen zoals huiselijk geweld, incest en prostitutie. Ik heb foto’s van meisjes die zes maanden voor ze naar Syrië vertrokken op escortsites stonden. Dan is er natuurlijk veel meer aan de hand, want je gaat niet voor je plezier als escort werken. Als je de voorgeschiedenis van de daders van aanslagen reconstrueert, zul je heel diverse verhalen vinden, maar állemaal maken ze een kantelmoment mee. Wat die kanteling triggert, verschilt dan weer van persoon tot persoon. Vaak komen ze in contact met iemand die hen overtuigt dat ze hun levens op de rails kunnen krijgen. Ik merk dat veel jongens en meisjes die brokken hebben gemaakt naar Syrië vertrekken omdat ze denken dat op die manier hun zonden vergeven zullen worden. »
HUMO Hoort u veel religieuze argumenten?
Van San «Nee, en dat vond ik ook zo interessant aan het interview met Rudi Vranckx, want hij observeert precies hetzelfde. Er is een groot verschil tussen de huidige Syriëstrijders en de mannen die vochten in Afghanistan en de kapers van 9/11: die hadden in veel gevallen de islam bestudeerd, vaak aan de universiteit. De Syriëstrijders van vandaag zijn geen schriftgeleerden. Het geloof is nauwelijks aan de orde, maar wordt er achteraf vaak bijgehaald om hun daden te legitimeren. Op lezingen krijg ik geregeld de vraag: ‘Moeten we niet beginnen met alle schotelantennes te verbieden?’ Maar de meeste gezinnen waar ik kom, zijn alleen op papier moslim. Eigenlijk weten ze van de islam niets af, en dus weten ze niet hoe ze het radicale discours van hun kinderen moeten tegenspreken. Ik krijg veel mails van bezorgde ouders van bekeerlingen. Het eerste wat ik ze aanraad: ‘Laat ze islamitische les volgen in een moskee.’ Als ze het daar niet leren, leren ze het op het internet of bij figuren als Fouad Belkacem.
»Ik onderhoud nauwe contacten met de familie van een jongen die in de klas had gezegd dat Amerika en Israël met de grond gelijkgemaakt moesten worden. Zijn lerares vertelde me achteraf trots dat ze hem had afgeblokt: ‘Gij moet zwijgen.’ Die jongen staat nu op de foto met een hoofd in zijn handen. Ik vind: je moet hen niet verbieden om zulke dingen te zeggen, maar je moet nadien wel sterk genoeg in de schoenen staan om ze van antwoord te dienen.»
HUMO Als jongeren niet radicaliseren door het geloof, door wat dan wel?
Van San «Het hangt ervan af. Ik kom in gezinnen waar de ene broer is vertrokken en de andere niet. In de criminaliteit zag je dat evengoed: twee mensen worden in dezelfde omstandigheden opgevoed door dezelfde ouders. De ene wordt politieman, de andere drugsdealer. Hoe meer ik met die mensen praat, hoe meer verschillen aan het licht komen. Eén van de grote misvattingen is dat radicalisering het gevolg is van armoede. Als armoede radicalisering veroorzaakt, dan zouden de armste landen de meeste terroristen leveren en we weten dat dit niet het geval is. Maar natuurlijk is het zo dat je meer op straat rondhangt als je werkloos bent, en dan is de kans groter dat je wordt aangesproken door een verhaal als dat van Belkacem. »
undefined
undefined
'Ik heb foto's van meisjes die zes maanden vóór ze naar Syrië vertrokken op escortsites stonden.'
HUMO Ik kan me moeilijk voorstellen dat armoede en discriminatie niet frustreren, en in extreme gevallen niet tot radicale ideeën kunnen leiden.
Van San «Dat is waar, maar op het individuele niveau kom ik weinig voorbeelden tegen waar discriminatie een rol van betekenis heeft gespeeld. Ik heb contact met een moeder van wie de zoon zich heeft opgeblazen in Syrië. Volgens zijn moeder was hij vertrokken omdat hij gediscrimineerd werd op school. Ik heb later acht leraars bereid gevonden om over die jongen te praten. Je moet weten: leraars zijn de meest geëngageerde mensen die je kunt vinden. Ik heb heel snel geleerd dat die jongen een zwakke student was, die niet op zijn plaats zat in die opleiding. Toen ze zagen dat hij het niet zou halen, hebben ze hem een andere aanbevolen. Toen dat ook niet lukte, wilde hij het toegangsexamen voor de brandweer doen. De sportleraar heeft zelfs nog een trainingsprogramma opgesteld voor de fysieke proeven. Hij heeft het niet gehaald, en toen zijn alle stoppen doorgeslagen. Hij is op de dool geraakt en in een radicaal circuit terechtgekomen. Hij is in drie maanden tijd geradicaliseerd, maar dus wel pas na de school. »
HUMO Alle onderzoek toont dat discriminatie bestaat. Op de arbeidsmarkt, maar bijvoorbeeld ook op de huurmarkt.
Van San «Ja, dat is aantoonbaar. Maar het gaat me te ver om te zeggen dat jongeren radicaliseren omdat ze worden uitgesloten door een samenleving die hen niet wil. Als je de samenleving, het systeem, altijd de schuld geeft voor het gedrag van mensen, dan ontsla je die mensen ook van alle actieve betrokkenheid. Veel jongeren hebben onder invloed gestaan van de propaganda van IS, maar het valt op dat de ene zich een stuk gemakkelijker heeft laten ronselen dan de andere. Het dominante discours is nog altijd: het systeem maakt mensen slecht. We hebben het intussen over de derde generatie: mensen van wie de grootouders in Marokko geboren zijn. Als je dan zegt dat het ‘logisch’ is dat ze in de criminaliteit terechtkomen omdat ze arm zijn, vergeet je dat er veel meer aan de hand is dan alleen armoede. Het is moeilijk om vijf, zes kinderen op te voeden. En het is verleidelijker om snel veel geld te verdienen met een partij drugs dan om zes uur op te staan om te gaan werken.»
HUMO Is dat een typisch Marokkaanse neiging?
Van San «Dat is het niet, maar we zien al jaren dat er binnen die gemeenschap grote problemen zijn, ook al doen veel jongeren het bijzonder goed. Criminaliteit heeft echter veel te maken met de manier waarop die gemeenschappen georganiseerd zijn. Bepaalde groepen zijn arm maar hebben geen criminaliteitsprobleem. Onder Ghanezen, bijvoorbeeld, heeft zich nooit een criminaliteitsprobleem voorgedaan. In onderzoek naar illegalen – wij noemen ze irreguliere immigranten – zien we dat Turkse illegalen veel minder vaak in de criminaliteit terechtkomen dan Marokkaanse illegalen. Omdat de Turkse gemeenschap veel beter georganiseerd is. De komst van de nieuwelingen wordt geregisseerd: ze worden opgevangen en aan het werk gezet. Bij de Marokkaanse gemeenschap – die diverser is – heb je die structuur niet. Het heeft er dus niet mee te maken dat Marokkaanse illegalen sléchtere mensen zijn. Want zo wordt je onderzoek dan altijd gekaderd: ‘Ze zegt dat Marokkanen slechte mensen zijn.’ Terwijl het geen debat is over goeie en slechte mensen. Het gaat er over dat sommige mensen in de problemen komen, en die moeten extra geholpen worden.»
Schutskring
HUMO U waagt zich met uw radicaliseringsonderzoek weer op glad ijs. In het online debat ben je óf een moslimpijper óf een islamofoob.
Van San «Van Twitter blijf ik weg, want daar is de hel helemaal losgebarsten, en ik zet zo weinig mogelijk op Facebook.»
HUMO Uw studies werden ook bevochten met methodologische bezwaren. In 2001 klonk het bijvoorbeeld dat u maar 60 mensen had geïnterviewd, en dat die niet representatief zijn.
Van San «Zo gaat het altijd, en dat stoort me. Als de resultaten van een onderzoek mensen behagen, dan hoor je ze niet. Als de resultaten hen niet behagen, dan proberen ze om de methode onderuit te halen. Dat zie je in verhevigde vorm op de sociale media. Het staat een zakelijk debat in de weg.»
HUMO Dat is toch hoe wetenschap werkt? Uw collega’s beoordelen uw werk.
Van San «Aan iedere methode zitten haken en ogen. De methode aanvechten is dé manier om een onderzoeker in diskrediet te brengen. Meer moet je er niet achter zoeken.»
HUMO Is iedereen die het niet met u eens is van slechte wil?
Van San «Ik zeg dat de ideologie zo sterk doorgedrongen is, dat onderzoekers nog steeds tegenzin voelen om bepaalde problemen te onderzoeken. Hoeveel onderzoeken zijn er nog gevoerd over criminaliteit bij minderheidsgroepen? Na mij? Nul. Naar radicalisering? Ook nul.»
HUMO De in opspraak gekomen Marc Hooghe heeft onderzoek gedaan naar criminaliteit bij minderheidsgroepen, hij houdt vol dat sociaal-economische factoren wel belangrijk zijn.
Van San «Tien jaar na mijn onderzoek; hij noemde het expliciet ‘een antwoord op mijn rapport.’ Zo heeft hij me uit mijn tent gelokt, natuurlijk, en moest ik wel reageren omdat er in zijn onderzoek fouten zaten. Maar bon: ik wil dat soort dingen liever niet oprakelen.»
HUMO Nu doet u het zélf, de methodologie onderuit halen.
Van San «Het mag eens gezegd worden dat de enquêtes waar sommigen zo in geloven ook haken en ogen hebben. In België bestaat nog altijd een schutskring rond bepaalde onderwerpen. Als je je daarin verdiept, ben je in bepaalde kringen bij voorbaat verdacht. Maar eigenlijk sluiten ze zo de groepen waarvoor ze pretenderen op te komen, uit van de onderzoekspraktijk. Veel onderzoek dat broodnodig is, wordt niet gedaan. Waardoor we belangrijke kennis ontberen. »
HUMO Nu lijkt het alsof iedere onderzoeker die discriminatie vaststelt, een fraudeur is. Er zijn toch vast veel onderzoekers van linkse signatuur die het spel correct en eerlijk spelen.
Van San «Natuurlijk wel. Ik heb veel collega’s die erg linkse overtuigingen hebben en bepaalde onderwerpen niet aanpakken. Ze schrijven liever over de successen van migranten dan over hun problemen. Maar ze zijn niet gek. Ze weten ook dat wat ik beschrijf bestaat, en dat het niet vloekt met wat zij beschrijven. We ontkennen elkaars realiteit niet. Dat vind ik pijnlijk aan veel onderzoekers hier: ze ontkennen de realiteit. We hebben het de hele tijd over bruggen bouwen, maar we kunnen het zelf niet. Zelfs niet als het gaat over ideeën en kennis uitwisselen. Terwijl we uiteindelijk wellicht hetzelfde willen. Qua ideeën zijn geen twee mensen meer verschillend dan Jan Blommaert en ik, wellicht, maar uiteindelijk denk ik dat wij allebei willen dat de mensen waarover we schrijven het beter hebben.»
HUMO Jan Blommaert is één van uw meest vocale tegenstanders. Met betrekking tot uw werk voor Marc Verwilghen noemde hij u een gewillige beginnelinge.
Van San «Beledigend. Niveau Twitter. »
HUMO Hij kraakte ook een stuk dat u in 2015 over radicalisering schreef voor De Standaard tot de grond af. Hij schreef dat uw logica dicteert dat kansarmoedebeleid niet zaligmakend is. Terwijl in dat stuk expliciet staat dat het geen pleidooi is tegen kansarmoedebeleid.
Van San «Ik denk niet dat Jan Blommaert mij al één keer juist geciteerd heeft. Hij goochelt met feiten om gelijk te halen. Ik ken hem niet persoonlijk, maar hij is ideologisch heel euhm... anders dan ik. »
HUMO Bent u dan immuun voor ideologische vooringenomenheid?
Van San «Dat is les één bij de Amsterdamse school waar ik gepromoveerd ben, en het ligt in de lijn van wat Norbert Elias vertelde over betrokkenheid en distantie. Als onderzoeker is het geen probleem als je betrokkenheid toont met de groep waar je onderzoek naar doet. Maar tijdens het schrijfproces moet je wel de nodige distantie hebben. Anders kun je nooit objectief rapporteren over wat je hebt waargenomen. En ideologische kwesties mogen er op geen enkel moment doorheen lopen. Het zou wat zijn als je als onderzoeker bepaalde observaties niet noteert, omdat het ideologisch niet in je straatje past. En dat je weerzin hebt om bepaald onderzoek te doen omdat je bang bent dat het niet strookt met je ideologische overtuiging. Als je zo in elkaar zit, kun je beter een ander vak kiezen. Weet u: mensen zeggen mij vaak dat ik als onderzoekster nog ongelofelijk mild ben. De werkelijkheid is vaak nog veel rauwer dan hoe ik ze beschrijf in mijn stukken. Ik heb ook een soort engagement. Ik wil graag mensen hélpen. Maar om dat te bereiken, moet je alles bovenhalen, ook de pijnlijkste details. Anders kun je geen diagnose stellen en een remedie voorschrijven.»
Vamp van San
HUMO Politiek commentator Martin Sommer schreef laatst een stuk in de Volkskrant, waarin hij uitlegde dat er in de academische wereld een soort onzichtbare hand bestaat die linksere denkbeelden bevoordeelt. Hij beschrijft hoe de Nederlandse onderzoeker Ruud Koopmans zelfs de titels van zijn onderzoeken opsmukt om de kansen op publicatie te vergroten.
Van San «Dat is zo. Een artikel maakt meer kans op publicatie wanneer je het juist inpakt. Ik heb een collega die onderzoek deed naar illegalen en hun overlevingsstrategieën. Toen ze ook begon te schrijven over de rol van de staat daarin, kreeg ze plots ieder stuk geplaatst. Dat is een internationaal fenomeen.»
HUMO 85 procent van de Amerikaanse sociaal-psychologen beschouwt zichzelf als links, en 3 procent als rechts.
Van San «Ik vind mezelf ook niet rechts. Wat is er rechts aan onderzoek dat toont dat er problemen bestaan bij een bepaalde groep mensen? Ik ben zelf niet in armoede opgegroeid. Mijn vader verdiende als bankdirecteur goed zijn boterham. Maar hij heeft altijd een grote solidariteit gevoeld met mensen die minder hadden. Als hij documentaires zag over kansarmoede en achterstelling, zat hij met de tranen in de ogen. Ik heb die meevoelendheid geërfd. Het is dan heel bitter als ik word weggezet als iemand die – zoals Jan Blommaert schreef – alle migranten wil opnemen voor een criminaliteitsdatabank.»
undefined
undefined
'Veel collega's met linkse overtuigingen schrijver liever over de successen van migranten dan over hun problemen.'
HUMO De toon van het debat is witheet. De linkerzijde mag zich dan wel bezondigen aan gelijkhebberij, de rechterzijde is ronduit onbeschoft.
Van San «De linkerzijde evenzeer, hoor. Mao Magazine noemde mij jaren geleden Vamp van San: mooi en dus onmogelijk intelligent. Minder lang geleden heeft Stampmedia een onflatteuze foto van mij gepubliceerd. Je zal wel gemerkt hebben dat ik... veranderd ben. Door een medisch probleem ben ik veel zwaarder geworden. Ik heb het daar moeilijk mee, en die website heeft een foto online gezet waarop dat nogal in de verf wordt gezet. Bovendien hangt mijn tong ook uit mijn mond. Ik heb nooit toestemming gegeven om die foto te nemen of te gebruiken. Ik heb de hoofdredacteur van Stampmedia gevraagd om de foto te verwijderen. Hij heeft dat geweigerd. Dan heb ik hem mijn medische toestand uitgelegd, waarna hij zelfs niet meer gereageerd heeft. Ik heb begrepen dat Stampmedia vertrekt vanuit het ideaal dat iedereen erbij hoort. Behalve mensen die een ander geluid laten horen dan zij, blijkbaar.»
HUMO En u kadert dat allemaal in die ideeënstrijd?
Van San «Het is een bewuste beschadigingsstrategie, ze willen mij kwetsen omdat ze mij kwaadaardig vinden. Een lage strategie van wat ik dan klein-links noem, om af te rekenen met mensen die feiten presenteren die hen niet aanstaan.»
HUMO Wie uw werk leest, krijgt niet zo’n fraai beeld van de multiculturele samenleving. Ziet u het nog goed komen?
Van San «Ik denk dat wij allang geen multiculturele samenleving meer hebben. Het is zodanig...»
HUMO Superdivers.
Van San «Ja. Of het goed komt, weet ik niet. Als je terrorisme op historische schaal bekijkt, dan zie je dat het cyclisch is. De huidige vloedgolf zal wel weer gaan liggen. Maar er zullen altijd nieuwe problemen opduiken.»
HUMO Mijn kinderen zitten op een school waar driekwart van de leerlingen een andere thuistaal heeft dan het Nederlands. Dat was een bewuste keuze, omdat ze in een erg gekleurde stad opgroeien. Daar zie ik elke dag dat je wel probleemloos kunt samenleven.
Van San «Voor kinderen die samen opgroeien met kinderen van wie de ouders en de grootouders in een ander land zijn geboren, heeft dat geen betekenis meer, dat klopt. Op de school van mijn kinderen zitten ook veel gekleurde kindjes. Op die leeftijd hoort iedereen erbij.»
HUMO Mijn kinderen zijn hoe dan ook blank en bevoorrecht: ze zullen minder vaak gefouilleerd worden dan hun klasgenootjes met een migratieachtergrond.
Van San «Ethnic profiling is een probleem, maar tegelijk ken ik veel mensen met een migratieachtergrond die zeggen dat ze nooit worden tegengehouden. Het mag zeker geen excuus zijn om feiten te plegen. Maar tegelijk kun je niet blind zijn voor de polarisering. Niet iedereen bekijkt het zoals wij het bekijken en beleven.»
HUMO Hoe belangrijk is het voor u, tot slot, om erkenning te krijgen?
Van San (denkt na) «Niet. Ik wil kennis vergaren. En ik doe dat volgens de regels van het spel, en ik werk als een monnik. En uiteindelijk hoop ik dat de mensen over wie ik schrijf, ooit uit de ellende geraken.»