Waes, Struyf, Heylen en Claassenwijsheden van bekende reizigers
‘Ik vind Amerika een prachtig land, alleen jammer van al die vreselijke rednecks’
Deze zomer gaat het toerisme weer knallen als vanouds. Na twee sputterende coronazomers kunnen zelfs de prijsstijgingen ons niet ontmoedigen: we moeten en zullen onze gemiste vakantie- en reisplannen inhalen, en – zo luiden alle prognoses – het mag wat kosten. Humo laat zich gidsen door vier programmamakers die samen al honderdduizenden kilometers op de teller hebben staan. ‘Zodra ik vertrek, is het alsof iemand me aan een baxter vol genot hangt.’
Annemie Struyf (61) gaat fietsen in Zuid-Frankrijk, Tom Waes (53) rijdt zijn neus achterna richting Portugal met tussenstops in Parijs en Biarritz, Martin Heylen (66) trekt naar het Italiaanse Piemonte, en Karine Claassen (32) neemt met haar man en éénjarige zoon de auto naar een nader te bepalen bestemming – zolang het maar ver van de zomermassa is. Opvallend: de door de toeristische sector voorspelde uitspattingen zijn aan hen niet besteed.
TOM WAES «Het wordt de goedkoopste reis die ik ooit heb gemaakt. Voor mij gaat het deze zomer niet zozeer om knallen, ik wil net op de rem staan: ik werk hard en veel, nu wil ik mijn hoofd eens écht leegmaken. Daarom ga ik een hele maand weg: het duurt altijd een paar dagen voor je uit de sleur bent, en de laatste dagen zit je alweer met je hoofd bij de terugreis. Ik heb op het werk gezegd dat ik heel augustus geen enkele mail lees.»
ANNEMIE STRUYF «Ik fiets straks van Bordeaux naar Perpignan. Een heel mooie fietsroute van zo’n 650 kilometer, een groot stuk langs het Canal du Midi.»
HUMO Geen zon, zee en strand voor jou?
STRUYF «Oh nee! Mensen mogen dat doen, maar het is nooit mijn ding geweest. Mijn moeder nam ons vroeger mee naar de Costa Brava terwijl mijn vader de Spaanse cultuur ging opsnuiven. Wij, de kinderen, zaten dan een hele dag in het zwembad. Ik heb al geen huidtype dat tegen de zon kan, en in die tijd kwam er van smeren nog niet veel in huis. ‘Stond ik nu maar met papa in een koele, donkere kerk,’ dacht ik dan.»
HUMO Karine, jij gaat met kind op reis. Vergt dat een grote aanpassing?
KARINE CLAASSEN «Wij hebben nog niks concreets vastgelegd. Alleen de periode waarin we weg willen, die staat geblokkeerd in onze agenda’s. Eerst dachten we aan Italië, omdat we graag met onze zoon de natuur in trekken. Maar ik heb geen zin in de grote zomermassa. Nu overwegen we het Kanaal over te steken en door Engeland en Wales te rijden. Het wordt sowieso de auto, met al die stakingen en geannuleerde vluchten. Waarschijnlijk stippel ik een week op voorhand een traject uit en vertrekken we dan gewoon. Voor hetzelfde geld belanden we ergens aan een Zweeds meer.»
HUMO Jij bent geen minutieuze planner?
CLAASSEN «De tofste reizen die ik al heb gemaakt, zoals die voor ‘Dwars door Amerika’, pakte ik à l’improviste aan. Thuis hebben we al zo’n gestructureerd leven: die routine ook nog eens in stand houden op vakantie, dat bezorgt me stress. Ik hoef echt niet alles in detail gepland te hebben, óók niet nu er een kind meereist.
»Toen onze zoon twee maanden oud was, zijn we naar Portugal gereisd, naar de surfspot Ericeira. Ons tempo ligt nu lager, maar voorts is er niks veranderd. We moeten er alleen voor zorgen dat hij op tijd een dutje kan doen, anders wordt hij onhandelbaar. Maar we hebben zo’n buggy waarmee je op ieder terrein kunt rijden, en een draagzak: hij kan overal slapen.»
MARTIN HEYLEN «Mijn vrouw en ik hebben voor een week een huis gehuurd in Piemonte, in Noord-Italië, waar onze twee dochters ook zullen langskomen. Ver van de kust: dat is voor ons eens iets anders.»
HUMO Ben jij het type dat chagrijnig wordt als hij te lang de zee niet heeft gezien?
HEYLEN «Niet alleen de zee, gewoon: water. Ik hou van de bergen, bossen vind ik ook charmant, maar om het met een boutade uit te drukken: jammer dat die decorstukken het zicht op de zee wegnemen.»
WAES «Ik heb dat ook: ik zit zo graag in, op of onder het water. Ik woon heel graag in België, maar we zitten hier op zo’n foute plek. Vancouver vind ik perfect gelegen. Ik heb er mijn hart verloren: het is Canada, niet Amerika – ik vind Amerika een prachtig land, alleen jammer van al die vreselijke rednecks (lacht). Je hebt er echt alles: voor je een oceaan vol walvissen, orka’s en zeeleeuwen, achter je de bergen om te skiën en te trekken, links de staat Washington en rechts grizzlyberen. Het ligt gewoon júíst.»
HUMO Zou je er ooit willen wonen?
WAES «Dat denk ik niet. Ik zou ook nooit een vast buitenverblijf willen – ik zou me te snel vervelen. Mijn ultieme droom is een zeilboot kopen en de wereld rondzeilen. Altijd water en altijd afwisseling.»
KLIMAATVLUCHTELING
HUMO Verrassend wel dat jullie, als doorgewinterde reizigers, niet voor een extra speciale bestemming kiezen, als zoete wraak op corona.
HEYLEN «Voor ons is Piemonte speciaal genoeg. Mijn vrouw en ik zijn wel van plan een lange aanloop te nemen langs een paar van onze lievelingsplekken in Zuid-Frankrijk die we de voorbije twee jaar hebben moeten missen. Het zal er verschrikkelijk druk zijn, maar omdat het zo lang geleden is, nemen we dat erbij.»
HUMO Hebben jullie het reizen erg gemist de voorbije twee jaar?
STRUYF «Nu klinkt het alsof er in die periode niks mocht, maar dat gevoel heb ik helemaal niet. Ik pas me dan ook makkelijk aan: ik heb veel gewandeld en gefietst in eigen buurt en ik vond dat óók geweldig. Ik mis het zelfs een beetje.»
HUMO Even dachten we dat corona de doodsteek zou betekenen voor het massatoerisme, maar daar lijkt nu toch niks van aan.
HEYLEN «Ik woon in Oostende en sinds twee weken zijn de dagjestoeristen terug. Op dat gebied ben ik een lokale klimaatvluchteling: zodra iedereen gaat lopen voor de hitte in de steden en het te druk wordt aan de kust, doe ik het omgekeerde en vlucht ik naar ons appartement in Gent. Intussen is de rust in Oostende weer neergedaald, maar dit weekend stond het hier vol met auto’s, heb ik me laten vertellen door de visboer en de bakker. Het was weer als vanouds, met toeteren en in de file staan: ‘Laat mij door, ik wil ontspannen!’»
HUMO Heeft corona ons dan niks geleerd?
HEYLEN «Ik zie veel compensatiegedrag. Als er ergens een feestje is, dan wordt er meteen goed doorgefeest. Met vakanties en reizen verwacht ik hetzelfde: mensen gaan erin vliegen.»
WAES «Ik was onlangs in Caïro. Rond de piramides wemelde het van de gidsen en de kamelendrijvers. Die mensen zijn zó blij dat de toeristen terug zijn, ze hebben twee jaar lang niemand gezien.
»Misschien is deze zomer wel hét moment om de toeristische parels te gaan bekijken: zolang de Chinezen door corona hun land niet uit mogen, blijft de drukte nog binnen de perken. Pas op, zij hebben evenveel recht als wij om UNESCO-werelderfgoed te zien, alleen heb ik vaak de indruk dat ze toch vooral een lijstje aan het afvinken zijn.
»Met wat ervaring kun je die mensenmassa’s wel vermijden. Als je Machu Picchu wilt zien, zet dan je wekker om vijf uur ’s ochtends. Dan ben je er alleen – de eerste bus met Chinezen komt pas tegen negen uur aan. Lago di Braies in Italië is ook zo’n plek: het is een fantastisch meer tussen de bergen, met kristalhelder water. Maar errond ligt een enorme parkeerplaats voor minstens tweehonderd bussen, en vanaf negen uur arriveren die. Al die toeristen kruipen in een roeibootje en wég is je mooie fotomoment.»
HUMO We noteren: kies het juiste ogenblik.
WAES «Soms moet je wat gokken. In Kenia heb je drie weken per jaar de trek van de wildebeesten, iedereen wil dat zien. Mijn tip: ga twee weken láter naar Kenia. Dan lopen er nog altijd duizenden wildebeesten rond en zijn de lodges leeg. Je moet wat flexibel zijn. Ik zou heel graag de bloeiende kerselaars in Japan zien, maar ik weet nu al dat ik dat nooit ga doen. Jammer, maar ik heb het er niet voor over om in die verschrikkelijke drukte te gaan staan.»
HEYLEN «Veel schoonheid betaalt de tol voor haar schoonheid. Ik wil al mijn hele leven naar Vuurland. Mijn dochter was er een paar jaar geleden: ze stuurde me foto’s van hordes toeristen in schreeuwlelijke outfits. Ik denk niet dat ik er nog naartoe ga.»
LIJK OP DE STOEP
HUMO Jullie hebben samen al een indrukwekkende lijst bestemmingen bereisd.
STRUYF «Als ik een lijstje met wereldsteden zie, valt me altijd op hoeveel van die plekken ik al heb bezocht, maar ik heb absoluut geen checklist. In Australië ben ik nog nooit geweest: moet ik daar dan per se naartoe? Ik vind van niet.
»Ik kan er niet goed tegen als mensen zeggen: ‘Ik heb Mexico gedaan,’ alsof ze ermee klaar zijn. Stel nu nog dat je daar twee maanden hebt rondgelopen, heb je dat dan gedáán? Reizen leert je net nederigheid.»
HUMO Maakt reizen dan een beter mens van ons?
HEYLEN «Het is een breekijzer voor je gedachten. Je ziet andere culturen en een andere omgeving, en vooral: je moet met andere mensen spreken.»
STRUYF «Reizen doet je beseffen hoe relatief alles is en hoe hard we hier onze zegeningen mogen tellen. Wij zijn niet de maat der dingen. Aan de andere kant van de wereld ligt die maat ergens helemaal anders.»
HUMO Je bent pas laat beginnen te reizen.
STRUYF «Ik heb eerst vier kinderen op de wereld gezet. Pas op mijn 38ste maakte ik mijn eerste grote reis: ik ging goeroeshoppen in India voor een Humo-reportagereeks. De vriendin met wie ik meereisde, wilde me het echte India laten zien: we zouden niet op hotel gaan en onszelf heel weinig luxe permitteren. Eigenlijk was het een verschrikkelijke reis. Het begon al goed: bij aankomst in Mumbai lag er een lijk op de stoep. Iedereen stapte erover, alsof het niks was. Ik nam ook Lariam, dezelfde malariapillen waardoor Stromae lang met angstaanvallen en hallucinaties heeft gekampt. Ik was door de psychische bijwerkingen totaal in shock: ik was mijn Engels kwijt, had achtervolgingswanen. Ik kon me niet voorstellen dat ik ooit nog thuis zou raken. Alsof ik op de maan was beland en er niet meer af kon.
»Toen ik na vijf weken toch thuiskwam, wist ik: ofwel ga ik nu nooit meer op reis, ofwel pak ik onmíddellijk weer mijn koffers. Een paar weken later ben ik naar de Filipijnen vertrokken voor een reportage over kinderprostitutie. Ik had het nodig om weer weg te zijn. Sindsdien is reizen een stuk van mijn leven geworden. Ik kom heel graag thuis, maar na een paar weken moet ik weer weg. Ik heb nood aan variatie, input en prikkels. Het maakt me rijker als mens.»
CLAASSEN «Dat herken ik. Ik heb het nodig me te laten inspireren door wat er allemaal buiten mijn veilige cocon leeft. Vroeger was ik daar wel krampachtiger in: er zat een groot ongeduld in mij om te zien wat de wereld nog allemaal te bieden had. Nu ik dertig ben, heb ik die kramp niet meer. Nu vertrekt mijn nieuwsgierigheid vanuit een positief gevoel.»
HUMO Ap Dijksterhuis, sociaal psycholoog en auteur van ‘Wie (niet) reist is gek’, zou zeggen dat jullie aan wegwee lijden, het omgekeerde van heimwee.
STRUYF «Heimwee had ik als kind wel enorm. Op kamp was ik ziek van verlangen naar huis. In India had ik dat ook: ik miste mijn kinderen zo hard. Maar op reis zag ik ook hoe anderen naar hun kinderen belden: eindeloze gesprekken, tot huilens toe, en dan de rest van de dag helemaal van de kaart zijn. Toen heb ik beslist: ofwel ga ik op reis, ofwel blijf ik thuis, maar ik kan niet op twee plekken tegelijk zijn. Mijn lief vraag me weleens: ‘Mis je mij niet?’ Dan zou ik hem graag een plezier doen en zeggen: ‘Ja, ik mis je keihard.’ Maar dat is niet zo, anders ging ik niet op reis. Dus zeg ik: ‘Aan missen doe ik niet.’ Missen is voor mij geen blijk van liefde.»
WAES «Als ik weg ben, dan denk ik wel aan mijn kinderen en aan mijn ouders. Maar ik bel ze nooit. Behalve toen ik onlangs in Mongolië zat: bij de verplichte PCR-test in de luchthaven bleek dat ik corona had, net als de klankman. We zijn tien dagen extra moeten blijven en mochten al die tijd onze hotelkamer niet uit.»
HUMO Kriebelt het bij jou als je te lang in België blijft?
WAES «Nee. Ik leef heel erg in het hier en nu. Ik ben aan het filmen voor ‘Het verhaal van Vlaanderen’. Na de laatste draaidag vertrek ik meteen naar Mumbai voor ‘Reizen Waes’. Als ik terugkom, rij ik naar Frankrijk voor een trouwfeest. De dag na mijn thuiskomst reis ik door naar Nairobi. Ik heb geen tijd om het te laten kriebelen: ik ben constant weg.»
HEYLEN «Ik heb het allebei, heimwee én wegwee. In november ging ik voor het eerst weer voor lange tijd weg. (Geheimzinnig) Ik werk aan een nieuw reisprogramma – het heeft te maken met een Amerikaanse tak van mijn familie waarvan ik het bestaan niet vermoedde, verder kan ik er nog niks over kwijt. De laatste twee dagen vóór mijn vertrek waren verschrikkelijk. Misschien kwam het door corona, omdat ik na twee jaar voor het eerst weer afscheid moest nemen van mijn vrouw. Zelfs na een paar dagen in Amerika had ik er nog last van.
»De aanloop naar mijn vertrek vind ik altijd verschrikkelijk. Inpakken is voor mij één en al stress. Daarom pakt mijn vrouw mijn koffer: zij is daar veel kalmer in en zal me alles meegeven wat ik nodig heb. Maar zodra ik vertrek, is het alsof iemand me aan een baxter vol genot hangt. Voor mij is reizen vooral onderweg zijn. Het mooiste vind ik: niet weten waar je die avond zult slapen. Zo reizen mijn vrouw en ik het liefst. Dan kopen we een krant en kijken we naar de weerkaart: rechts schijnt de zon, links niet? Hup, we gaan naar rechts. Op zulke momenten voel ik me het dichtst bij mijn natuur. Reizen zit in mijn genen.»
HUMO Je komt uit een familie van binnenschippers.
HEYLEN «Mijn vader was truckchauffeur, hij deed uitzonderlijk vervoer en kwam thuis met machtige verhalen. Van hem heb ik dat rusteloze. Maar zijn vader en grootvader waren binnenschippers, ja. Ik voel dat ik dat onderweg zijn in mijn genen draag. Ik woon niet voor niets aan de zee: de lokroep werd te groot.»
HUMO Karine, je moeder heeft Congolese roots. Kreeg je van haar het reizen mee?
CLAASSEN «Dat denk ik wel. Mijn vader reisde vroeger ook vaak voor zijn werk: naar Congo, Burundi, India… Dan hoorde ik hem daarover praten. Na de middelbare school ben ik met een groep studenten voor twee maanden naar Congo getrokken: naar Lubumbashi, waar mijn familie woont, en daarna verder naar Katanga en de brousse. In Lubumbashi zijn we heel warm ontvangen door mijn familie. Die reis heeft voor een klik gezorgd: ik voelde hoe verrijkend het is een andere cultuur te leren kennen en wilde in mijn eentje de wereld ontdekken. Ik heb ook een hele periode gecouchsurft. Soms vertrok ik gewoon uit verveling: naar Berlijn, Italië, Polen…
»Na mijn studies stond ik vertrekkensklaar voor een jaar Zuid-India toen plots ‘Terzake’ belde: ‘Wil je voor ons komen werken?’ Mijn buikgevoel zei ja, dus ik ben thuisgebleven. Maar ik heb me lang afgevraagd: wat zou er van mijn leven zijn geworden als ik toch naar India was gegaan?»
WAES «In India heb ik leren reizen. De vakanties met mijn ouders waren vroeger altijd hetzelfde: naar een camping in Spanje – iedereen in zijn eigen vakje – of bergwandelingen in de Dolomieten. Op mijn 18de wilde ik iets helemaal anders en ging ik met een vriend rondtrekken in India. Er was nog geen gsm, geen Booking.com, geen Airbnb. We hadden alleen een Lonely Planet uit de bibliotheek. Maar dan volg je nog altijd hetzelfde traject als alle andere backpackers. In een treinrit tussen Delhi en Mumbai –toen nog Bombay – kwamen we twee ervaren Duitsers tegen. ‘Je moet ergens onderweg uitstappen,’ zeiden ze. Dat hebben we gedaan: opeens stonden we in het echte India. Het was heel beangstigend, maar dan pas ben je aan het reizen.
»Straks vertrek ik opnieuw naar Mumbai. Ik heb geen idee wat te verwachten. De cultuurshock was destijds zo enorm, ik viel er van de ene verbazing in de andere: de geuren op de markt, de tempels…»
HUMO Misschien is het er intussen allemaal dezelfde eenheidsworst.
WAES «Dat is de grote pest: elke grootstad ziet er tegenwoordig hetzelfde uit. Voor ‘Reizen Waes’ was ik in Bhutan. Daar is reclame verboden: op elke winkel hangt eenzelfde bord met de naam van de winkel, op een paarse achtergrond. Ik vond dat verfrissend.»
STRUYF «De laatste keer in Amsterdam dacht ik: ‘Ik kom hier nooit meer.’ Die stad is overspoeld door toerisme en commercie. In Venetië kun je ook over de koppen lopen, maar sla er twee straten in en je ziet de was buitenhangen. We zijn als toerist geneigd naar de plekken te gaan waar iedereen is, maar je hoeft daar niet eens zo ver van af te wijken om in een authentieke omgeving te komen.»
WAES «In de winter ga ik vaak naar Tenerife. Al het toerisme concentreert zich daar aan de kustlijn. Dan vraag ik aan de taxichauffeur: ‘Waar ga jij eten?’ Ze hebben vlug genoeg door dat je niet op zoek bent naar de doorsnee toeristische plekken. Dan zegt zo’n man: ‘Rij acht kilometer de bergen in, dan kom je in een dorp met één restaurant. Dáár moet je gaan eten.’ Je zit er tussen de Spanjaarden, niet tussen de toeristen. Taxichauffeurs zijn mijn beste bronnen.»
ZWETERIGE DAGEN
HUMO Vliegen is een noodzakelijk kwaad in jullie vak. Hebben jullie manieren om het aangenamer te maken?
HEYLEN «Ik vind vliegen zalig. Alleen het opstijgen en landen vind ik maar niks, maar zodra we in de lucht hangen, overvalt me een zalige rust. Ik heb altijd mijn tasje bij me, waarin ik alles blindelings kan vinden. Als het vliegtuig wordt verduisterd, hoef ik niet te zitten scharrelen naar mijn masker of een stylo.»STRUYF «Eén advies: op maat gemaakte oordoppen. Mijn klankman heeft me eens uitgelegd hoe nefast en stresserend het voortdurende gebrom van die motoren is voor je systeem, ook al ben je je er niet van bewust. Sindsdien doe ik mijn oordoppen in zodra ik op het vliegtuig stap: nu kom ik ontspannen aan.»
WAES «Ik ben een fenomenale slaper. Ik ben ooit naar Sydney gevlogen over Abu Dhabi: ik heb twee keer bijna de volledige vlucht geslapen. Ik zet mijn koptelefoon op, speel wat klassieke muziek en de wereld is weg. Of ik kijk een film op de iPad. Dat is mijn voornaamste bezigheid twee dagen voor vertrek: reeksen en films downloaden die ik op het vliegtuig wil zien. Heerlijk.»
HUMO Nog praktische tips?
HEYLEN «Jazeker. Als je met het vliegtuig reist, hou er dan rekening mee dat je bagage misschien nooit zal aankomen. Toen ik in Moshi landde om de Kilimanjaro te beklimmen, bleek mijn koffer met al mijn kleren verdwenen. Ik ben uiteindelijk in één en dezelfde onderbroek die berg opgeklommen, zeven zweterige dagen lang. Sindsdien stop ik de meest essentiële dingen in mijn handbagage. En doe zeker geen teenslippers aan om te vliegen: draag je beste schoenen, ook al zijn ze te warm voor op het vliegtuig. Als je koffer niet aankomt, dan heb je dat tenminste. Denk verder na: wat wil ik absoluut niet missen? In mijn geval is dat een hele set pillen, die ik nodig heb voor allerlei kwalen. Die zitten in mijn koffer, maar ik heb ook een reserveset in mijn handbagage.»
HUMO Wat mag er nooit ontbreken in jullie bagage?
STRUYF «Mijn flinterdunne zijden slaapzak. Soms kom ik op vieze plekken, maar met die slaapzak kan ik overal slapen. Het allerviest was China. Daar ben ik een keer in een vuil hok terechtgekomen met een bed vol gebruikte condooms: dan ben ik zo blij met mijn slaapzakje.
»In India is hygiëne ook vaak onbestaand, al ben ik ook dat gaan relativeren: wij zijn hier echt geobsedeerd door hygiëne. Vroeger nam het hele gezin een bad in hetzelfde badwater, nu is dat bij ons ondenkbaar.»
HUMO Wat stoort je het meest: een bed vol gebruikte condooms of eentje vol ongedierte?
STRUYF «In de woestijn in Mali hebben we een keer in de openlucht op een zeil geslapen. Toen we dat zeil ’s ochtends oprolden, zaten onder de randen allemaal schorpioenen. Eén steek en je bent dood, daar mag je toch niet te lang bij stilstaan.»
HEYLEN «Alles in mijn koffer heeft een vaste plek: toiletzak hier, T-shirts daar… Mijn vrouw stopt mijn kousen in een herbruikbaar plastic zakje, zodat ik er elke dag makkelijk een nieuw paar kan uithalen. In Rwanda, het properste land waar ik ooit ben geweest, is plastic trouwens verboden: daar moesten het linnen zakjes zijn, want ze controleren streng.
»In mijn handbagage zit voorts altijd een mini-atlas, en als we rijden, heb ik steevast een stafkaart bij me. Jonge mensen kunnen geen kaart meer lezen: die stellen de gps in en rijden blind. Vraag je: ‘Waar zijn we?’ dan beginnen ze verwoed op die gps te tikken. Met een kaart ben je je veel meer bewust van de afstanden die je aflegt en het land dat je doorkruist.»
HUMO Tom, ben jij doorgaans zwaar bepakt en bezakt?
WAES «I travel as light as possible. Maar ik ben niet zoals Pascal Braeckman, die onderweg altijd van alles koopt omdat hij veel te weinig mee heeft: ik tel mijn onderbroeken en sokken.
»Ik stop ook altijd een boek in mijn koffer. Soms sleur ik hetzelfde boek drie reizen mee, maar in Japan had ik laatst niet genoeg aan ‘Napoleons nachtmerrie’ van Johan Op de Beeck: vijfhonderd bladzijden, op vier dagen uit.»
CLAASSEN «Na elke reis kom ik tot de constatatie dat ik veel te veel meeneem. Ik hou van leuke outfits en afwisseling, maar de helft van de kleren die ik meezeul, heb ik op het eind van de reis niet eens aangehad. Ik probeer nu te versimpelen.
»Wat ik altijd mee heb, is amandelolie. Je kunt het voor alles gebruiken: als aftersun, voor droge huid, wondjes, gebarsten lippen, blaren op je voeten… Een muggennet is ook altijd handig. Ik hou van de natuur, maar van muggen word ik gek.»
HUMO Al ooit malaria gehad?
CLAASSEN «Nog nooit. Met dat soort dingen sol ik niet. Ik heb gezien wat malaria met mijn vader deed: hij liep ijlend door het huis door de zware medicatie. Niet dat ik in Afrika met een mondmasker en een imkerpak rondloop, maar ik let overal op met wat ik eet. Ik poets mijn tanden met fleswater, zelfs op plekken die best oké lijken. Als er iets is wat ik niet wil, dan is het reistijd verspillen door ziekte.»
HUMO Heb je dat dan nog nooit meegemaakt?
CLAASSEN «Jawel, op yogareis met Danira Boukhriss in Senegal. Voor het eerst had ik me eens niks aangetrokken van wat ik at en dronk – misschien lag het aan de yogavibes (lacht). Man, ik heb naar het toilet moeten spúrten. Ik zal je de details besparen, maar het kwam er langs alle kanten uit.»
STRUYF «Mijn ploeg weet dat ik één obsessie heb: zuiver water. Naar het Evenaarswoud in Congo hebben we een ongelooflijke hoeveelheid drinkwater meegezeuld, dat is essentieel om niet ziek te worden. Ik let ook altijd op met wat ik eet. Bananen zijn fantastisch: ze zitten in hun eigen natuurlijke verpakking. Als het moet, kan ik perfect twee weken op bananen overleven.
»In Nepal heb ik een keer een tocht gedaan met een oogarts die mensen met cataract ging opereren. We hebben er twee weken drie keer per dag rijst gegeten. Op veertien dagen tijd ben ik geen énkele keer naar het toilet kunnen gaan. Dat wil ik nooit meer meemaken. Ik voelde me zo lamlendig, alsof ik van binnenuit aan het rotten was. Dat vind ik eigenlijk nog erger dan diarree: dat zou je nog kunnen zien als een zuiveringskuur van je lichaam. Je mag me alles geven, maar rijst krijg ik sindsdien niet meer binnen.»
WAES «In Afrika probeer ik zoveel mogelijk plant-based te eten. Laat je me kiezen tussen een gerecht met linzen en ééntje met vlees, dan ga ik voor de linzen. Maar de beste keuken blijft voor mij de Aziatische.»
HUMO Moet je daar niet oppassen voor gefrituurde kat?
WAES (schouderophalend) «Dat soort dingen eet ik zonder problemen. Hoewel: in Noord-Korea kreeg ik een keer hond voorgeschoteld en dat kreeg ik toch niet binnen. Toen ik het restaurant binnenkwam, rook het er naar – ik kan het niet anders omschrijven – natte hond. Mijn goesting was over. Zeehond heb ik ook al gegeten, in Groenland: surf and turf, maar dan superslecht (lacht).»
HEYLEN «Ik ben altijd zo dwaas geweest – of zo nieuwsgierig – dat ik overal iets wilde proeven wat ik nog nooit had gegeten, vaak met een paar dagen diarree als gevolg. Ik herinner me dat ik door Congo trok met Leki voor ‘Heylen en de herkomst’ en dat ik constant riep: ‘Stoppen, jongens!’ Dan sprong ik uit de jeep en racete ik naar de bosjes. Toen heb ik gezegd: ik doe het niet meer. Toen ik met Elodie Ouédraogo in Burkina Faso zat, waaiden er geweldige geuren uit de keuken, maar ik zei: ‘Doe mij maar de frieten.’»
HUMO Ooit schrik gehad om met een virus of een parasiet thuis te komen?
STRUYF «Nee. Als je daar bang voor bent, blijf je beter thuis. In verre landen besef je in wat voor veilige maatschappij wij thuis leven: als ik hier iets mankeer, dan heb ik over vijf minuten een afspraak met een dokter. Daarom neem ik naar afgelegen oorden altijd een tasje met medicatie mee. En wordt het echt link, dan is er nog altijd de satelliettelefoon – die hebben we in het Evenaarswoud trouwens moeten gebruiken, omdat ik malaria kreeg. Maar dat is het leven: je kunt pech hebben.
»We moeten onze angst minder voeden. Het eerste wat mensen doen als ze een reis plannen, is de ene na de andere verzekering afsluiten. Ik ben daar niet mee bezig. Toen we naar Afghanistan gingen, kón het werk ons niet eens verzekeren: de risico’s waren te groot. We zijn hier te bang geworden, we vergroten elk gevaar uit. Corona heeft daar geen goed aan gedaan. Misschien is het daarom geen slechte reflex om deze zomer nog eens stevig op reis te gaan: dan breken we die angst weer wat open. Wijk af van je vertrouwde paden, ga niet tussen de hordes toeristen lopen, en laat je vooral niet bang maken.»