null Beeld Trent Davis Bailey
Beeld Trent Davis Bailey

‘Herinneringen aan mijn onzichtbaarheid’de pijn van Rebecca Solnit

‘Ik was 6 jaar oud en ik schreef: ‘Als ik later groot ben, ga ik nooit trouwen’’

Ze zag thuis haar moeder lijden en dacht dat het elders beter zou zijn, dus liep Rebecca Solnit weg van huis, maar ze leerde al jong dat vrouwen in de hele samenleving werden vernederd en misbruikt. In haar memoires ‘Herinneringen aan mijn onzichtbaarheid’ blikt de essayiste terug op vijftig jaar feminisme: ‘Geweld tegen vrouwen is lang genormaliseerd, op televisie, in films en in boeken.’

Laura De Jong

Als kind ­durfde schrijfster, ­feministe, ­klimaat­activiste en essayiste ­Rebecca Solnit (61) haar mond niet open te doen. In ‘Herinneringen aan mijn onzichtbaarheid’ schrijft ze dat ze een meester werd in de kunst om zich onzichtbaar te maken. Vandaag is ze allesbehalve onzichtbaar. Ze wordt gezien als één van de toonaangevende Amerikaanse denkers in het feminisme. Ze heeft twintig boeken geschreven over onder meer emancipatie, kunst, milieu, klimaat en politiek. Haar stukken worden gepubliceerd in The New York Times en The Guardian. En in 2008 kreeg ze een miljoenenpubliek met haar essay ‘Mannen leggen me altijd alles uit’, waaruit de term man­splaining (een samentrekking van man en explain) is voortgevloeid. Het gaat over mannen die iets uitleggen wat een vrouw al lang weet, waarbij ze zich niet laten onderbreken en de vrouw behandelen als een toehoorder in plaats van als een gesprekspartner. In het geval van Solnit ging het om een man die haar minutenlang op een neerbuigende toon haar eigen boek stond uit te leggen. Toen het tot hem doordrong dat zij de auteur was, stond hij met zijn mond vol tanden.

Rebecca Solnit is in L.A. opgegroeid in een gezin met drie broers. Haar vader heeft een Joods-Poolse achtergrond, haar moeder heeft katholiek-Ierse wortels. In haar memoires is Solnit open over haar gewelddadige jeugd en het misbruik dat toen heeft plaatsgevonden, en over hoe ze later op straat werd lastiggevallen en bedreigd. Maar ‘Herinneringen aan mijn onzichtbaarheid’ gaat vooral over hoe ze een stem vond en leerde die te gebruiken, en hoe belangrijk dat is. Want, zegt Solnit, die op een mooie, haast zangerige toon spreekt: ‘Als je geen stem hebt, niet gezien wordt als iemand die de moeite waard is om gehoord te worden, ben je geen volwaardig lid van het gezin, de gemeenschap en de samenleving. Vrouwenstemmen zijn lang onderdrukt en in diskrediet gebracht, en nog steeds zijn er situaties waarin vrouwen zich niet durven uit te spreken. Toen ik jong was, was ik onzichtbaar, werd ik niet gezien als iemand die iets te zeggen had. En dat geldt voor jonge vrouwen in het algemeen.’

– Is dat vandaag nog zo?

REBECCA SOLNIT «Het feminisme heeft de afgelopen vijftig jaar veel bereikt. Maar we proberen duizenden jaren vrouwenhaat en patriarchaat ongedaan te maken. Dus het is zoveel beter dan het is geweest, maar nog lang niet zoals het zou moeten zijn.»

– ‘Herinneringen aan mijn onzichtbaarheid’ is een memoir. Waarom is dat een fijn genre?

SOLNIT «Ik schrijf sinds de jaren 80 over geweld tegen vrouwen: over nieuwsgebeurtenissen, statistieken en de impact van dat geweld. Maar ik had het gevoel dat ik nog niet goed had overgebracht wat het met een jonge vrouw doet om te leven in een wereld waarin sommige mensen haar het zwijgen willen opleggen, haar willen vernederen en soms vernietigen, en dat de samenleving daar niet over wil praten, zelfs niets van wil horen.

»Er waren in de jaren 80 wel feministen die over verkrachting spraken, maar de cultuur behandelde elke verkrachting als iets uitzonder­lijks, iets extreems. Je moest het accepteren en zien te voorkomen, door je gedrag te veranderen en je vrijheden in te perken. Het werd niet gezien als iets wat de samenleving zou moeten veranderen, de instituties, de politie of de rechterlijke macht. Verkrachting binnen een huwelijk werd niet als een misdaad erkend. We spraken bij geweld tegen vrouwen alleen over de vreemdeling die uit de struiken sprong, niet over intimidatie op het werk en verkrachting door kennissen. Geweld tegen vrouwen is lang genormaliseerd, op televisie, in films en in boeken.»

– Hebt u een voorbeeld?

SOLNIT «Er speelt nu een discussie in de VS, omdat een grote uitgeverij (Random House, red.) heeft besloten geen biografie over Norman ­Mailer te publiceren. Veel ouderwetse mensen raken daar overstuur van.»

– Die vinden dat hij wordt gecanceld.

SOLNIT «Anderen argumenteren dat Mailer zijn vrouw met een mes heeft neergestoken op een ­feestje, omdat ze hem had tegengesproken. En ook in zijn werk is er veel geweld tegen en minachting voor vrouwen. Desondanks werd Mailer in het openbaar behandeld als één van de grote ­Amerikaanse schrijvers, en sommigen beweren dat hij dat nog steeds is. Dat je in de taal, de kunst en het leven zulke ­gruwelijke dingen kunt doen, terwijl dat zelfs je reputatie bij de mainstream niet in gevaar brengt, dat is voor mij een voorbeeld van hoe corrupt die mainstream was. Het is dezelfde cultuur waarin wordt gevraagd: wat heeft ze gedaan dat ze in elkaar is geslagen?»

– U was 6 jaar oud toen u uw eerste essay schreef. Het luidt in zijn geheel: ‘Als ik later groot ben, ga ik nooit trouwen.’

SOLNIT «Het is grappig, maar ook triest. Het gaat over het feit dat het huwelijk van mijn ouders verschrikkelijk en gewelddadig was. Mijn moeder voelde zich machteloos, gevangen en ongelukkig. Dat wilde ik niet. Vroeger betekende het huwelijk voor een vrouw een verlies van persoonlijke macht. Het huwelijk van mijn ouders was diep ongelijk. Ik weet dat er huwelijken waren waarin de man vriendelijker was, maar hij had wettelijk nog steeds een enorme controle over haar, een vrouw kon destijds geen bankrekening openen zonder zijn toestemming. Ze was als een kind.»

– Kon u met uw moeder over die ongelijkheid praten?

SOLNIT «Natuurlijk deed ik dat, en ze is ook van mijn vader gescheiden, maar ze was een ingewikkelde persoonlijkheid. Ik heb over haar geschreven in een ander boek, ‘The Faraway Nearby’. Ze omarmde het feminisme, maar ze was tegelijk ook antifeministisch. Ze zag niet in dat ze andere ­verwachtingen van mij had dan van mijn drie broers. En ze was vaak boos op mij, deels omdat het voor haar veiliger voelde om boos te zijn op mij dan op de mannen in haar leven. In zekere zin had ze zich het idee eigen gemaakt dat een vrouw voor andere mensen moet leven. Dus wilde zij voor mijn broers zorgen, maar ook dat ik, haar dochter, voor haar zou zorgen.

»Er speelden zoveel ingewikkelde dingen mee, die eigenlijk gingen over vrouw zijn in een cultuur van vrouwenhaat. Ze was ook competitief als het om schoonheid ging, terwijl je nooit competitief mag zijn met iemand die 33 jaar jonger is. Het was een ­verschrikkelijke relatie. In sommige opzichten droeg ze een persoonlijke verantwoordelijkheid, maar in andere opzichten ging het ook over hoe vrouwen misvormd worden door het patriarchaat.»

– U schrijft dat u al heel jong die patriarchale structuren zag. U leek ook eenzaam.

SOLNIT «Ja. Mijn familie haatte meisjes en vrouwen. Ik werd gepest als ik meisjesdingen deed, en later kwam daar bodyshaming bij. Ik dacht dat er alleen in mijn gezin geweld tegen vrouwen was en dat ik maar beter wegliep. Toen ik dat op mijn 17de deed, kwam ik in een wereld terecht waarin overál geweld was. Dat was een enorme schok voor me. De andere schok was dat niemand vond dat dat schokkend was. Ik heb het gevoel dat de samenleving pas tien jaar geleden is begonnen erover te praten, in een nieuwe feministische golf. Niet alleen in de VS, maar ook in India, ­Latijns-Amerika en Europa.»

– Uw beroemdste essay, ‘Mannen leggen me altijd alles uit’, hebt u in één ochtend geschreven. Het ging viraal en werd door miljoenen mensen gelezen.

SOLNIT «Toen ik het schreef, dacht ik dat het een scherp maar grappig essay zou worden. Alles waar ik al jaren mee bezig was, kwam erin samen. De anekdote over een man die me mijn eigen boek wilde uitleggen, had zich vijf jaar eerder afgespeeld. Maar het begon met een verhaal dat ik in de jaren 80 had gehoord. Ik had een vriendje met een oom die kernfysicus was. Aan tafel vertelde die oom een verhaal dat hij zelf grappig vond, over een buurvrouw die ooit ’s nachts naakt uit haar huis was gerend, en gilde dat haar man haar probeerde te vermoorden. Hij vond het grappig omdat hij aannam dat een vrouw die dat deed, gek moest zijn. Zijn enige argument daarvoor was de veronderstelling dat het in de keurige witte middenklasse normaal is dat vrouwen gek zijn en dat het niet normaal is dat mannen hun vrouw vermoorden.

»Natuurlijk bewijzen de statistieken dat hij ongelijk had. Echtgenoten vermoorden hun vrouwen ook als ze wit zijn en uit de middenklasse komen. Zijn weigering om die realiteit te erkennen, was de weigering om een vrouw te geloven die wellicht in een staat van extreem gevaar en extreme nood verkeerde. En hij moest erom lachen. Dat laat zien hoe moeilijk het voor een vrouw is om geloofd te worden.»

'Vrouwen begeven zich dagelijks in een wereld waarin ze moeten denken: is het veilig om daarheen te gaan? Biedt deze man me dit aan omdat hij later een seksuele gunst verwacht?’ Beeld Trent Davis Bailey
'Vrouwen begeven zich dagelijks in een wereld waarin ze moeten denken: is het veilig om daarheen te gaan? Biedt deze man me dit aan omdat hij later een seksuele gunst verwacht?’Beeld Trent Davis Bailey

De liegende vrouw

– U schrijft dat een stem heb­ben om geloofwaar­dig­heid, hoorbaar­heid en gewicht draait. En dat vrouwen op alle drie de punten benadeeld zijn.

SOLNIT «Je zag het ook in de zaak-Harvey Weinstein. Hij kon veertig jaar lang zijn gang gaan, omdat hij wist dat hij in een samenleving leefde waarin hij ermee weg kon komen. Dat haar woord minder serieus zou worden genomen dan het zijne. En dat is niet alleen zo bij extreme geweldszaken, het gebeurt ook bij kleine dingen. Op het werk, aan de eettafel. Het is precies dezelfde structuur. Dat probeer ik in ‘Herinneringen aan mijn onzichtbaarheid’ te laten zien, dat het de hele cultuur is. Ik heb zo vaak meegemaakt dat een man iets vreselijks zegt of doet en dan volhoudt dat het niet echt is gebeurd. Dat ik de onbetrouwbare ­getuige ben. Ik beschrijf ook hoe ik als beginnende auteur door de mannen in de uitgevers­wereld werd behandeld.

»Als je naar de geschiedenis van ­verkrachtingen in de VS kijkt, wordt er vaak van uitgegaan dat een vrouw routinematig liegt en dat ­mannen dat niet doen. Bij veel ­andere misdaden is dat niet het uitgangspunt, dat slachtoffers liegen en daders de waarheid spreken. ­Natuurlijk zijn er overal leugenaars, maar er zijn niet veel ­redenen waarom vrouwen zouden zeggen dat iets is gebeurd, terwijl dat niet zo is. Er is wel alle reden om te ontkennen dat je zojuist een misdrijf hebt begaan, als je een gevangenisstraf riskeert.»

– Door dat essay bent u be­roemd geworden. In hoeverre is uw leven ver­anderd?

SOLNIT «‘Beroemd’ is zo’n grappig woord, ik denk dan aan mensen als Beyoncé, niet aan mezelf. Ik word herkend door een minderheid, ja, maar het maakt het makkelijker voor me. Ik geloof in wat ik zeg en doe. Dus is het geweldig om meer invloed te hebben als ik opkom tegen vrouwenhaat, pleitbezorger ben voor acties om het klimaat te beschermen, en mensen help in hun verzet tegen Donald Trump en de fascistische rechtervleugel in de VS.

»En ik kan ervan leven. Dat had ik nooit verwacht, dat ik de kost zou verdienen als essayist. Ik dacht dat ik de rest van mijn leven bijbaantjes zou moeten hebben. De eerste tien jaar als free­lanceschrijver was ik behoorlijk arm. Het beste aan beroemd worden is dat je in een schijnwerper kunt veranderen en andere zaken, mensen en doelen kunt belichten. Ik help ook ­enkele jonge schrijvers van kleur om gepubliceerd te raken.»

Geweldige brieven

– Uw stijl is meanderend, maar ook gedetailleerd. Hoe hebt u alles zo precies onthouden?

SOLNIT «Niet alles! Maar ik onderhield ­vriendschappen waarin brieven en daarna e-mails belangrijk waren. Met één vriendin mailde ik dage­lijks. Het was alsof we een dagboek voor twee personen bijhielden. We schreven over wat we hadden gekookt, over kleine details die in ons leven speelden. Daar kon ik op terugvallen. Eén van de kleine tragedies van onze tijd is dat e-mails in de beginjaren werden gemodelleerd naar brieven, maar dat ze tegenwoordig op sms’jes lijken: kort, saai en technisch. Niet vergelijkbaar met de geweldige brieven van William Wordsworth of Virginia Woolf die bewaard zijn gebleven, brieven die helpen de textuur van een leven te reconstrueren.»

– Is dat misschien ook de functie van een memoir? Een soort vervanging van brieven?

SOLNIT «Ja, maar brieven zijn het ruwe materiaal. Deze memoires gaan over hoe ik vandaag denk, dat is anders dan hoe ik gisteren dacht. Ik ben waarheidsgetrouw, maar ik selecteer zorgvuldig mijn ­materiaal om mijn punt te maken.

»Het belangrijkste wat ik wil overbrengen: zelfs als jou persoonlijk niet het ergste is overkomen – ik ben niet verkracht, hoewel ik te maken heb gehad met meerdere pogingen en veel ­intimidatie – worden we allemaal wel degelijk beïnvloed. Je wordt niet alleen beïnvloed door wat er in het verleden is gebeurd, maar ook door wat in de toekomst zou kunnen gebeuren.

»Vrouwen begeven zich dagelijks in een wereld waarin ze moeten denken: is het veilig om daarheen te gaan? Biedt deze man me dit aan omdat hij later een ­seksuele gunst verwacht? Ik wilde laten zien dat als een vrouw wordt verkracht, geslagen of vermoord, alle vrouwen worden getroffen. En je kunt het niet als individu oplossen. De oplossing is niet persoonlijk, de oplossing is collectief.»

© De Volkskrant

null Beeld rv
Beeld rv

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234