MemoiresBarrack Obama
‘Ik was een politicus geworden – en niet zo’n beste ook’. Obama is in zijn memoires ook kritisch voor zichzelf
Barack Obama belicht in zijn memoires diepe onzekerheden en de weerstand die hij als eerste zwarte president van de VS opriep.
Gaat u er even goed voor zitten: Barack Obama schreef het boek waar de term ‘lijvig’ voor bedacht lijkt. In het Nederlands is het 928 pagina’s dik – en dat is slechts deel één van het tweeluik waar de voormalig president van de VS aan werkt. Alsof hij het contrast met zijn opvolger, die nooit leest, zo groot mogelijk heeft willen maken. Een beloofd land behandelt de finesses van internationale aangelegenheden en politieke discussies in Washington. Zware kost - maar tegelijk lichtvoetig. Obama is een begaafd schrijver, met een neus voor levendige, geestige details.
Het moment dat hij op de klimaattop in Kopenhagen met Hillary Clinton een clandestien onderonsje tussen leiders van China, Brazilië, India en Zuid-Afrika binnenvalt, wordt in zijn memoires een soort filmische gangsterscène. Droogjes beschrijft Obama dat je de koning van Saoedi-Arabië brutale vragen kunt stellen als je president van Amerika bent. Hoe hij het toch uithoudt met twaalf vrouwen, vraagt hij Abdullah op de man af. De koning, vermeldt de oplettende chroniqueur in Obama, schudde vermoeid zijn hoofd. Er was altijd wel iemand jaloers.
Obama eindigt het boek met wat misschien wel zijn meest gewaardeerde besluit is geweest: de verrassingsaanval in het Pakistaanse Abbottabad die terreurbrein Osama bin Laden doodde. In de eerste pagina’s beschrijft de ex-president zijn minder succesvolle jaren. Hij vroeg zich af waar hij eigenlijk thuishoorde, als jongen van gemengde afkomst zonder vader. Probeerde vergeefs meisjes te versieren met wat hij ‘pseudo-intellectualisme’ noemt, en is een tijdje chronisch platzak. Toen hij in 2000 de Democratische conventie wilde bijwonen kon hij geen auto huren omdat hij de bestedingslimiet van zijn creditcard had bereikt en slenterde hij ongelukkig langs de zijlijn omdat hij niet de juiste toegangspas had.
Blader hieronder door de foto’s van de eerste dagen van president Obama. De tekst gaat daaronder verder...
Vier jaar later gaf hij op zo’n zelfde conventie de toespraak van zijn leven en werd hij prompt een serieuze presidentskandidaat. Het eiste veel van zijn gezin, en dat knaagt aan hem. Obama ontleedt beheerst zijn diepste onzekerheden. Er waren nachten, schrijft hij, dat hij liggend in het donker naast Michelle dacht aan de tijd waarin alles tussen hen ‘lichter’ voelde. “Toen ze vaker lachte en onze liefde minder belast was, en ik ineens werd bevangen door de vrees dat die tijd nooit meer zou terugkeren.
De focus ligt op politiek, met een speciale bijrol voor Mitch McConnell, de leider van de Republikeinse partij. Schaamteloos en machtsbelust, noemt hij de man die besloot het verzet tegen alles waar een vleugje Obama aan zat tot zijn levenswerk te maken. Het is iets waar Joe Biden als aankomend president ook rekening mee zal houden, al suggereert Obama dat de weerstand nu wel eens milder kan zijn. “Een van de redenen dat ik Joe had gevraagd om als tussenpersoon te dienen – naast zijn ervaring in de Senaat en zijn juridisch inzicht – was dat ik mij ervan bewust was dat de Republikeinse achterban zich bij onderhandelingen met de vicepresident minder opwond dan wanneer er werd samengewerkt met (de zwarte islamitische socialist) Obama.”
Daar wordt het boek het meest interessant: als de eerste zwarte president van de VS schrijft over ras, het thema dat het land dit jaar in grote onrust stortte. Hij blijft koeltjes beschouwend en immer hoopvol over het vermogen van individuele burgers om over verschillen en stereotypes heen te stappen. Dat vrijwilligers in zijn presidentscampagne geregeld racistisch commentaar hoorden – ‘hij is niet echt een zwarte, want zo intelligent’ - ziet hij als ‘stompzinnigheid, geen kwaadaardigheid’.
Toverdrankje
Beschuldigende vingers wijst hij vooral naar Republikeinen, die er gebruik van maken. Conservatieven verzetten zich niet zozeer tegen zijn plannen, maar tegen zijn persoon; de zwarte man met de Arabisch klinkende naam die gewoon niet in het Witte Huis hóórde. Het is de opmaat naar de Trump-jaren, beschrijft Obama. Trump, die als projectontwikkelaar eens belde om aan te bieden een balzaal in de tuin van het Witte Huis te bouwen, buitte al dat ongemak uit met leugens over Obama die geen geboren Amerikaan zou zijn. “Voor de miljoenen Amerikanen die je de stuipen op het lijf kon jagen met een zwarte man in het Witte Huis, kwam hij met een toverdrankje voor hun raciale angsten.”
Obama is vaak verweten dat hij te veel optrad als professor in een collegezaal, in plaats van leider van een supermacht. Bedachtzaam en breedsprakig als altijd weidt hij ook uit als schrijver. Hij zet zichzelf neer als een opbouwwerker die haast per ongeluk president is geworden. Alsof hij min of meer boven de politieke wereld staat – terwijl hij er na acht jaar presidentschap natuurlijk als geen ander onderdeel van is.
Daar worstelt hij dan weer mee. “Ik was precies datgene geworden waar ik mezelf als jonge man voor had gewaarschuwd”, concludeert hij al nadat hij vroeg in zijn carrière verkiezingen om het Congres verliest en moet erkennen dat hij mee had gedaan om zijn ego te bevredigen. “Ik was een politicus geworden – en niet zo’n beste ook.”
Het is onmogelijk zulke bespiegelingen te lezen zonder aan zijn opvolger te denken. Er mag dan soms een vleugje valse bescheidenheid in doorklinken, dat een ex-president zichzelf kritisch onder de loep neemt is prettig, nu een aanstaand ex-president weigert toe te geven dat hij verkiezingen verloor. Obama prikt in zijn memoires zelf zijn heldenimago door. Hij heeft moeite met de kloof tussen het opgeblazen beeld van hem, de bijbehorende hoge verwachtingen, en de onzekere man die hij in wezen is. “U hebt de Nobelprijs voor de Vrede gewonnen”, meldt een medewerker die de president om zes uur in de ochtend wakker belt. Obama: “Hoezo dan?”
De Nederlandse schrijver Tommy Wieringa sprak onlangs uitgebreid met Obama. Dat gesprek is vanavond te zien in ‘Nieuwsuur’, vanaf 21:30 uur op NPO2.
(AD)