Il dolce e l'amaro
U zult de komende tijd heel hard moeten opletten dat u in de donkere zaal niet over afgehakte paardenkoppen struikelt. Er komen namelijk enkele spraakmakende Italiaanse films op u af die u onbarmhartig meesleuren naar het duistere hart van de Italiaanse samenleving.
In het op het jongste filmfestival van Cannes met prijzen overladen 'Il divo' (uit in november) fileert regisseur Paolo Sorrentino de onverkwikkelijke carrière van de voormalige Italiaanse premier Andreotti, en in het eveneens fel gelauwerde 'Gomorra' (september), de verfilming van de gelijknamige schokkende bestseller van undercoverjournalist Roberto Saviano, viseert Matteo Garrone de macabere handelspraktijken van de Napolitaanse camorra. Maar de eerste kogel wordt gelost door 'Il dolce e l'amaro', een nogal klassiek verhaaltje over de opkomst en de neergang van een jonge Siciliaan (Luigi Lo Cascio, beter bekend als Nicola uit 'La meglio gioventù') die zich gewillig laat rekruteren door een lokale don. De eerste stappen in de criminaliteit, de eerste moord, de eerste celstraf, de groeiende morele twijfels, het verraad: regisseur Andrea Porporati laat het allemaal netjes aan bod komen, waarbij vooral opvalt hoe gemakkelijk, aantrekkelijk en onvermijdelijk het is voor doodgewone Italiaanse jongeren om zich te laten opslokken door het monster van de cosa nostra. Op het acteerwerk, de regie, het ritme en het scenario valt eigenlijk weinig aan te merken, behalve dan dat dit verhaal al wel vaker en vooral béter is verteld, met name door Martin Scorsese. Maar echt slécht durven we deze Siciliaanse 'Goodfellas' zeker niet te noemen: we willen vanavond echt geen paardenkop onder onze dekens aantreffen!
(es)