misbruiktopsportschool
‘In de Gentse turnhal zijn dingen gebeurd die niet kunnen.’ Het ijzeren regime van coaches Yves Kieffer en Marjorie Heuls
Vandaag krijgt Vlaams minister van Sport Ben Weyts het rapport overhandigd dat een onderzoekscommissie scheef na getuigenissen van (ex-)gymnasten over wantoestanden in de Gentse topsportschool. De turnsters hopen minstens op publieke excuses en een duidelijk verbeterplan van federatie gymfed en de coaches, en sommigen op een schorsing van de Franse succescoaches Marjorie Heuls en Yves Kieffer. Over het ijzeren regime van dat duo getuigden enkele atletes begin deze maand in Humo.
(Verschenen in Humo op 2 maart 2021)
Dorien Motten (29) is dierenarts en topturnster. In de zomer van 2015 beleefde ze in het Franse Arques haar ‘ergste trainingsstage’. ‘En,’ zegt ze, ‘ik heb veel erge stages meegemaakt.’
DORIEN MOTTEN «Tijdens de grondoefeningen in de zaal was ik na een dubbele salto op mijn nek gevallen: met mijn hoofd op de grond en mijn lichaam daar nog eens bovenop. Ik was op. Doodmoe van de stage, en hongerig: we kregen alleen ’s ochtends koolhydraten te eten. Onze coach, Yves Kieffer, barstte in lachen uit: ‘Dorien doet weer domme dingen.’ Ik huilde. Marjorie Heuls, onze andere coach, riep: ‘Dorien, sta op en stel je niet aan.’
»Ik probeerde weer bij de oefeningen van de groep aan te sluiten, maar ik viel elke keer opnieuw. Uiteindelijk stuurde Marjorie me naar de brug met de ongelijke leggers om er samen met Gaelle Mys te oefenen. Ook Gaelle was uitgeput en had tranen in de ogen. Marjorie schold ons uit. Ze gaf haar iPad aan een jonge gymnaste. ‘Hier,’ zei ze, ‘film die prutsers maar.’ Dat meisje heeft ons in die toestand gefilmd tot het voor Marjorie genoeg was.»
Gaelle Mys bevestigt de feiten.
Marjorie Heuls gaat, zegt ze, niet in op individuele dossiers.
MOTTEN «Na de middag ging ik bij Marjorie en Yves op de kamerdeur aankloppen: ‘Ik stop ermee.’ Ik kon niet meer: ik huilde waar ik stond. ‘Salut,’ zei Marjorie.»
Het was geen definitief afscheid. De Vlaamse Gymfederatie (Gymfed) haalde Motten terug naar de turnhal in Gent toen het nationale team krap in de reserves zat.
HOE HARDER HOE BETER
Vorige week kon u in Humo lezen hoe de Nederlander Gerrit Beltman in 2008 als hoofdcoach van Gymfed werd afgelost door de Fransman Yves Kieffer en drie assistent-coaches onder wie Marjorie Heuls, zijn partner in het dagelijkse leven. Kieffer moest niet alleen het rendement van de Vlaamse gymnastes optrekken, ook de coaching moest anders. Er zongen te veel verhalen rond over de brutale omgang van Beltman met de leerlingen van de Gentse topsportschool. Alleen, Kieffer was in Frankrijk om precies dezelfde reden in opspraak gekomen. Maar dat was voor Gymfed geen bezwaar.
Kristof Verfaillie, het bestuurslid van Gymfed dat de overgang van Kieffer regelde, heeft het over ‘een totale stijlbreuk’.
KRISTOF VERFAILLIE «Kieffer maakte een einde aan de voortdurende overbelasting van de atletes. Hij besloot in 2009 níét naar het Europees kampioenschap te gaan: hij wilde rust creëren, een andere sfeer in de turnhal brengen. Aan het einde van het jaar kreeg ik een foto binnen van de teambuildingstage, met stralende gymnastes, coaches en een psycholoog op het Île de la Réunion. Kieffer wil geen medailles tot elke prijs.»
Waar vriend en vijand het over eens zijn: Kieffer verfijnde het detectiesysteem van de federatie. Sinds zijn aantreden als hoofdcoach glipt nog maar weinig talent door de mazen van het net. Uiterlijk op hun 9de verhuizen talentvolle gymnastes naar een regioclub, een club van A-niveau in hun provincie, en op hun 12de stromen ze door naar de topsportschool in Gent. Daar worden ze in hun eerste jaren aan jeugdcoaches toevertrouwd, pas daarna nemen Yves Kieffer en Marjorie Heuls hen zelf onder handen: het Franse koppel slijpt samen de ruwe diamanten.
MARJORIE HEULS «Ook in Frankrijk hadden Yves en ik samengewerkt. Na de Olympische Spelen in Athene (in 2004, waar Frankrijk goud won met Émilie Le Pennec, red.) heb ik me wel een poos teruggetrokken. Toen hebben we twee kinderen gekregen.»
Een medaille in de gymnastiek krijg je niet cadeau. Een atlete moet, hoe jong ze ook is, haar comfortzone verlaten.
HEULS «Je ambitie moet stroken met je attitude. Wij kunnen een eind meegaan met de atletes, begrip opbrengen voor de moeilijke weg die ze afleggen, maar uiteindelijk is het de jury die beslist of je de top haalt of niet.»
Een clubcoach, die anoniem spreekt, twijfelt aan het nut van het centralistische Vlaamse topsportmodel. ‘Er is nog maar één weg die naar een topcarrière leidt, en die gaat over de topsportschool in Gent. Als je in je regioclub blijft, kun je het wel schudden. Het betekent dat de macht van de coaches in Gent groot is. Én dat er veel druk op jonge atletes staat: er zijn maar vier of vijf plaatsjes in een team. Daar moet je hard voor knokken. Je mag niet te veel zeuren over overbelasting of medische problemen.’
MARLEEN VAN DOOREN (internationaal jurylid) «Topsport is weleens té, dat geldt ongetwijfeld ook voor gymnastiek: kinderen trainen ontzettend hard. Als je ze ook nog eens naar het internaat laat gaan, onttrokken aan het ouderlijk toezicht, zijn ze overgeleverd aan de goodwill van coaches. In het verleden hadden coaches veel vrijheid. Te veel vrijheid, misschien. Ze hadden gymnastes volledig in hun macht.»
RUDY HEYLEN (die vijf jaar lang in de turnhal van Gent actief was) «Om de top te bereiken, moet je talent vroeg tegen elkaar uitspelen. Wout van Aert en Mathieu van der Poel zijn nu zo goed omdat ze in de jeugdreeksen dikwijls tegen elkaar hebben gekoerst. Maar gymnastes worden wel opgevoed in een internaat, waar heimwee dreigt en weinig sociale controle is: coaches werken in quasi-isolement. Ze zijn ook erg resultaatgericht en huldigen de opvatting: hoe harder, hoe beter. Ja, dan is het gevaar voor excessen niet denkbeeldig.»
Ann Simons, voormalig topjudoka, noemt zichzelf ‘ontwikkelingscoach’ – een ander woord voor ‘sportpsycholoog’. Ze werkte in 2015 en 2016 in de turnhal van Gent.
ANN SIMONS «Er vielen weleens harde woorden, er waren weleens moeilijke momenten. Ik heb geprobeerd de meisjes die momenten te laten doorstaan, door hen een ander perspectief te bieden. Je mag niet vergeten: het zijn puberende meisjes. Ze geven hun hele jeugd op, ze komen in een omgeving zonder familie en vriendinnetjes, met slechts één doel voor ogen: deelnemen aan de Olympische Spelen. Ik liet hen nadenken over de vraag: ‘Wil ik die droom voor mezelf waarmaken of ben ik een asset voor anderen – voor mijn ouders of de federatie?’ We kwamen geregeld tot de vaststelling dat ze dat laatste waren.»
Bérengère Fransolet (22), studente handelsingenieur, gold als één van de grootste talenten van de Belgische gymnastiek. Op haar 11de verkaste de Waalse naar een Vlaamse regioclub, op haar 12de naar de topsportschool in Gent. Op haar 16de stapte ze op, moegetergd.
BÉRENGÈRE FRANSOLET «Als ik mijn oefening niet goed uitvoerde, kreeg ik de volle laag van Marjorie Heuls. Als ze zag dat ik dreigde te breken, haalde ze haar smartphone boven en begon ze me te filmen. Intussen bleef ze maar met me spotten: ‘Dit is het bewijs van je trainingsijver. Als je zo doorgaat, zal ik dit laten zien aan Lode Grossen (toenmalig algemeen manager van Gymfed, red.) en je ouders.’ Dat heeft ze wel nooit gedaan.»
Fransolet heeft haar ouders lange tijd niet verteld wat ze in de turnhal meemaakte.
FRANSOLET «Ik turnde dertig à vijfendertig uren per week. Als ik voor het weekend naar huis kwam, wilde ik het even níét over turnen hebben.
»Ik wist ook: als ik alles vertel, bellen ze misschien naar de coaches. En dan word ik daar, als ik terug in Gent ben, voor gestraft. Zo ging dat nu eenmaal: wie iets verkeerds deed, werd voor de hele groep aangepakt.
»Ik voelde, als jong meisje, dat er iets niet in orde was. Maar het was me niet duidelijk wie daarvoor de schuld droeg. Ik dacht dat ik het was. Ik heb slecht geturnd, dacht ik. Dat zeg je niet graag aan je ouders, je schaamt je daarvoor.»
Ook Jelle Beullens (21), kinderverzorgster, sprak thuis zelden over de problemen in Gent. De opvoeders van het internaat waren haar redding.
JELLE BEULLENS «Als je op een zwak moment je hart uitstortte bij een diëtiste of een fysiotherapeut, kwam de informatie snel bij de coaches. Dat wisten we. Veel gymnastes vertrouwden niemand meer.
»Ik heb geleerd mensen buiten de sport te zoeken die echt naar me luisterden. Met de opvoeders had ik een goed contact: zij konden zwijgen.»
DOODSBANG
‘Toen wij vanuit Frankrijk in Gent aankwamen, was het chaos,’ zegt Marjorie Heuls. ‘We hebben gelukkig in de loop der jaren van Gymfed de middelen gekregen om een sterk en professioneel team op te bouwen.’ Dat klopt helemaal. De ambitie van Gymfed was aanvankelijk groter dan haar daadkracht: de federatie wilde, in alle opzichten, een voorbeeld zijn voor het topsportbeleid in Vlaanderen. Enig werkpuntje: resultaten boeken die aanspreken.
In 2011 slaagde het Belgische team er niet in zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen in Londen (2012). De ontgoocheling was groot, zegt internationaal jurylid Marleen Van Dooren, ook bij de coaches die als kampioenenmakers waren ingehaald.
VAN DOOREN «We presteerden meer dan behoorlijk op het test event: het team ging erop vooruit, dat zag je. Maar de niet-kwalificatie viel Yves en Marjorie zwaar. Ze zijn hard uitgevallen naar de oudere leden van het team, Aagje Vanwalleghem en Gaelle Mys: een vuilnisbak van verwijten kregen ze over zich uitgekieperd. De agressie nam toe met de spanning.»
YVES KIEFFER «Of wij te hard zijn geweest, moet iedereen voor zichzelf uitmaken. Ons doel was: België plaatsen voor de Spelen in Rio (in 2016, red.). Daar hebben we alles op ingezet: onze expertise en onze opleidingsmethode.»
België kwalificeerde zich, tot verbijstering van vele volgers, voor de Spelen in Rio. Al viel het resultaat in Brazilië tegen: twaalfde. ‘Dat moet volgende keer beter,’ zegt Marjorie Heuls. ‘We waren te gelukkig dat we erbij waren: de kwalificatie had te veel krachten gevergd.’
De kans is groot dat het dit jaar in Tokio beter wordt. Nina Derwael is intussen tweevoudig wereldkampioene op de brug met ongelijke leggers. De Belgische vrouwengymnastiek beleeft, dankzij de Franse coaches, een hoogconjunctuur. Maar de vraag of de hausse gepaard gaat met veel persoonlijk geluk, wordt zelden gesteld.
Laura Waem (23), studente farmacie, krijgt de tranen in haar ogen als ze terugdenkt aan wat haar moment de gloire had moeten zijn: de Spelen in Rio.
LAURA WAEM «Nu nog spreken mensen me daarover aan: ‘Was het niet geweldig in Rio?’ Als ik eerlijk ben, zeg ik: nee, het was niet zo geweldig als ik me had voorgesteld.
»Zelfs in de dagen na de olympische competitie hield Marjorie me, als 19-jarige, aan de leiband: haar wil was wet. Op een ochtend hadden we tickets voor de triatlon, maar daar moesten we wel vroeg voor vertrekken. Marjorie had daar duidelijk geen zin in: ze maakte zich langzaam klaar en ze weigerde door te stappen om op tijd aan de bushalte te staan. Het gevolg was dat Gaelle Mys en ik begonnen te lopen om de bus te halen. Maar dat hadden we niet mogen doen: Marjorie schold Gaelle uit waar iedereen bij stond. ‘Jij hebt nog niets bereikt in je leven, helemaal niets!’ Gaelle was voor de derde keer op de Spelen. Ik kreeg ook wel een opmerking, maar tot vandaag neem ik het mezelf kwalijk dat ik toen niet voor haar ben opgekomen.»
Gaelle Mys bevestigt de feiten.
MOTTEN «Het is lelijk om te zeggen, maar er waren dagen dat je blij was dat jíj even niet het mikpunt van kritiek was.
»Ik heb Marjorie tegen Cindy Vandenhole lelijke dingen horen zeggen over haar moeder, die zich – volgens Marjorie – te veel met de gymcarrière van haar dochter inliet. De moeder van Cindy en haar vader waren uiteen. Cindy had geen contact meer met haar vader, maar die eiste voor de rechtbank wel het hoederecht over zijn kinderen op. ‘Cindy,’ zei Marjorie, ‘ik snap waarom je pa niet meer bij je ma wil zijn. Je ma is een domme vrouw.’ Als 20-jarige had ik tóén moeten ingrijpen. Dat heb ik niet gedaan, en daar heb ik ontzettend veel spijt van.»
CINDY VANDENHOLE (21, studente sociologie) «Ik was 14 toen ik voor het eerst nare opmerkingen kreeg over mijn thuissituatie. Als een oefening mislukte, zei Marjorie: ‘Komt dat misschien omdat je moeder je niet kan opvoeden?’ Ik had niet door dat zo’n opmerking niet kon.»
Op 22 maart 2016 presteert ze ondermaats op de training. Ze krijgt een standje van Marjorie Heuls. ‘Ik ben bang,’ zegt Cindy. ‘Mijn mama werkt in Brussel, en ik krijg haar sinds het nieuws van de aanslagen niet meer aan de lijn.’
VANDENHOLE «Marjorie had daar geen boodschap aan. ‘Misschien is het goed dat je mama dood is,’ zei ze. ‘Dan kun je ook je papa eens een kans geven.’ Toen ben ik huilend naar de kleedkamer gelopen, waar ik ben blijven zitten: ik wilde niet meer naar het internaat. Dorien heeft me daar gevonden.»
Dorien Motten bevestigt dat. ‘Cindy huilde hysterisch, helemaal over haar toeren.’ Over het incident, waarover Het Nieuwsblad als eerste berichtte, zei Marjorie Heuls in een reportage op Sporza: ‘Zou ik zoiets zeggen? Ik heb zelf op jonge leeftijd mijn vader verloren.’
‘Is dat een ontkenning?’ vraagt Cindy Vandenhole. ‘Marjorie zou moeten snappen dat ik ook geen papa heb.’
VANDENHOLE «’s Avonds kreeg ik het bericht dat mama safe was. Dat was een opluchting, net als het gesprek met Dorien. Het was de eerste keer dat ik tegen iemand had verteld wat ik allemaal te horen kreeg. Marjorie zei dat meestal ook één op één.»
HEULS «Als ik het goed heb, wordt me geen seksueel of fysiek geweld verweten. Ook geen psychisch geweld.»
Dat laatste klopt niet. In een anonieme klacht voor de ethische commissie van Gymfed werd Heuls in 2019 door zeven personen ‘machtsmisbruik’ en ‘psychologisch grensoverschrijdend gedrag’ verweten. In interviews vielen de woorden ‘morele intimidatie’.
HEULS «Ik heb het begrip nog eens in het woordenboek opgezocht: de bewuste intentie om een ander pijn te doen. Dat heb ik nooit gedaan. Onze demarches waren slechts op één doel gericht: het beter doen met het team.»
Ze heeft geen verklaring waarom zoveel jonge vrouwen bang voor haar zijn – veel meer dan voor haar man.
HEULS «Ik kan alleen vertellen dat ik vaak met hen in gesprek ben gegaan. Ik ging af op hun lichaamstaal: als ik zag dat ze niet goed in hun vel zaten, sprak ik hen daarover aan. Ik wilde helpen.»
Nathalie Wuytack (21), studente chemie, betwijfelt dat. Marjorie stookte, zegt ze.
NATHALIE WUYTACK «Op een keer was ik een halfuurtje te laat op de maandagtraining, na mijn maandelijkse bezoek aan de orthodontist. Marjorie haatte dat. Na tien minuten opwarming moest ik van haar alweer zware salto’s uitvoeren. Ik zakte door mijn knie en raakte niet meer overeind. ‘Scheer je weg,’ riep ze. Een coach van de jongens heeft me weggedragen. De diagnose van de dokter luidde: kruisbanden volledig uitgerekt, een maand rust.
»In die periode beweerde Marjorie dat ik naar andere gymnastes een berichtje had gestuurd: ‘Blij dat ik niet hoef te trainen.’ Dat had ik dus niet gedaan. En dat vertelde ik ook tegen mijn ouders. ‘Lever ons het bewijs,’ zeiden ze tegen Marjorie. Een week later gaf ze toe dat ze geen bewijs had.
»Waarom doet een coach zoiets? Ga je daarvan beter trainen?»
‘GEKRAAKT IN GENT’
FRANSOLET «Na een rugblessure was ik eindelijk weer op niveau. Maar onze stage in Barcelona was behoorlijk intensief, en mijn rug speelde weer op. Yves was begripvol: ‘Doe rustig aan.’ Maar toen ik ’s anderendaags na de opwarming weer pijn voelde, werd hij boos. Bon, ik ging door, en na een dubbele salto kwam ik slecht neer: ik kon niet meer. Yves stuurde me van de training weg.
»Aan de telefoon spraken mijn ouders me moed in: ‘Blijf zo lang bij de fysiotherapeut als je zelf nodig acht.’ Vier dagen lang heb ik, in het zicht van Yves en Marjorie, oefeningen gedaan met de fysiotherapeut: ze negeerden me totaal. Ze lachten me zelfs uit.
»Later ging het team hardlopen in de hitte van Barcelona. Toen ze terug naar de zaal gingen, werd Julie Croket onwel: ze viel op de grond en hyperventileerde. De fysiotherapeut en ik bleven als enigen bij haar. Ik belde een ambulance. De fysiotherapeut zei dat ik ook de coaches op de hoogte moest brengen. Ik was doodsbang: ze hadden me dagenlang geen blik gegund. Dus ging ik naar assistent-coach Mathieu Zimmerman, maar hij wimpelde me af: ‘Zeg het maar tegen Marjorie.’ Toen zij het nieuws vernam, liep ze meteen naar Julie, die in de ziekenwagen werd geladen.
»’s Avonds moest ik bij Marjorie op gesprek komen: ‘T’ as vraiment un problème, toi.’ Ik viel uit de lucht. ‘Je verliest tien minuten door je geneut bij Mathieu. Als Julie doodgaat, is het jouw schuld.’ Daar is ruzie van gekomen. Ik pikte die opmerking niet: ik was bij Julie gebleven, ik had de ambulance gebeld. Maar toen ik terug op mijn kamertje was, spookten de woorden van Marjorie door mijn hoofd: ik voelde me superschuldig over de dertig seconden oponthoud bij Mathieu.
»De dag daarop bleek dat er niets met Julie aan de hand was: ze had gewoon even een te lage suikerspiegel gehad. Dat moet Marjorie al hebben geweten toen ze met mij sprak. Waarom heeft ze dan zulke dingen gezegd?»
Een voormalige topbestuurder uit de Belgische gymnastiek: ‘Ik ben gepest via het internet, ik wil er níéts meer mee te maken hebben. Alleen al door erover te spreken, heb ik weer zin om te huilen.’
Ine Verhelst (24), in between jobs, heeft het twee jaar volgehouden in Gent.
INE VERHELST «Toen ik de beslissing had genomen om te stoppen, zei de psycholoog: ‘Je bent op slag een andere persoon.’ Dat klopte helemaal: ik voelde me bevrijd. Maar de jaren in Gent hebben me gekraakt. Ik ben heel onzeker geworden. Laatst ging ik naar het interimkantoor. Ik zei: ‘Ik wil een job waarop ik niet kan worden afgerekend.’ Ik heb bewust iets onder mijn niveau aangenomen.»
Bo Haentjens (25), industrieel ingenieur, is inmiddels tien jaar met turnen gestopt.
BO HAENTJENS «Op mijn 6de kreeg ik een brief in de bus van de gym- én de atletiekclub. Of ik niet bij hen wilde komen trainen? Ik heb spijt dat ik toen de verkeerde keuze heb gemaakt. Ik heb aan mijn periode in Gent twee gebroken ruggenwervels en drie gescheurde kruisbanden overgehouden. Ook in mijn hoofd blijft het nazinderen: ik ben als kind nooit gelukkig geweest.»
Het contract van ontwikkelingscoach Ann Simons met Gymfed liep af net voor de Olympische Spelen in Rio (2016). Het werd niet verlengd, maar dat hoefde ook niet. ‘Ik moet het voor minstens 80 procent eens zijn met de normen en waarden van een opdrachtgever. Dat was niet het geval.’
SIMONS «Wie de beste wil worden, moet de grens over. Dat is topsport. Maar je mag niet over de grens worden gedúwd. Het moet gebeuren met respect voor het lichaam én de geest van een atlete, zeker als ze jong is.
»In de Gentse turnhal zijn dingen gebeurd die volgens mijn normen niet kunnen. Die niet kunnen voor 98 procent van de mensen. Maar misschien zal Nina Derwael daar anders over denken. Dat is dan haar perspectief: zij droomt van goud op de Spelen. En zij staat daar dichtbij.»
Simons is indertijd, als judoka, zelf over de grens geduwd, ‘met blijvende gevolgen’. Aan het voortdurende vermageren, om in de juiste gewichtscategorie te kampen, heeft ze een eetstoornis overgehouden. Ze heeft die overwonnen, maar: ‘Van anorexia genees je nooit helemaal.’ Ze bevestigt het verhaal van diëtiste Inge De Ridder, die zegt dat gymnastes met het oog op de Spelen in Rio niet te veel eten kregen, om hun menstruatie tegen te houden.
INGE DE RIDDER «De meesten waren een jaar of 16. Als je de voeding dan zorgvuldig uitbalanceert – voldoende om de energievoorraad aan te vullen, onvoldoende voor de productie van oestrogeen – kun je met wat geluk de puberteit tegenhouden.»
SIMONS «Men staat oogluikend toe dat gymnastes kind worden gehouden: een kinderlichaam is leniger. Dat is riskant. Als een dokter niet bij mij had ingegrepen door me de pil te geven, zou ik later nooit mijn fantastische zoon hebben gekregen.»
VANDENHOLE «De obsessie met gewicht is belachelijk: een tactiek om je menstruatie tegen te houden. Ik wilde niet, zoals andere gymnastes, mijn regels pas krijgen op mijn 22ste, of nog later, of niet. Toen ik na een blessure voor het eerst menstrueerde, heeft mijn moeder dat aan Marjorie gemeld. Ze was er niet blij mee.»
MOTTEN «Marjorie zei altijd: ‘Als je honger hebt, drink thee.’ Daarom had ik altijd een waterkoker in mijn tas zitten. Dat vertrouwde ze. Maar er zaten wel bulgur en pasta in verstopt (lacht).»
VAN DOOREN «Op het wereldkampioenschap in Montreal (in 2017, red.) hebben de ouders van de gymnastes bij Lode Grossen, algemeen manager van Gymfed, hun bezorgdheid geuit over de problematische omgang met voedsel. ‘Waarom,’ vroegen ze, ‘verwijzen coaches voortdurend naar voedsel als een oefening mislukt of er zich een blessure voordoet?’»
Er is geen antwoord op hun vragen gekomen, zegt Van Dooren. Maar ze zal zich het moment blijven herinneren omdat één jaar later, op het wereldkampioenschap in Doha, het resultaat van de magerzucht zichtbaar werd: een Belgische gymnaste trad aan met symptomen van anorexia.
VAN DOOREN «Mijn buitenlandse collega’s keken me bestraffend aan: ‘Dit kan toch niet?’ Ze hadden gelijk: dat meisje mocht niet turnen. Ze moest worden geholpen.»
De gymnaste zelf wil er niet op terugkomen. Van Dooren dringt erop aan haar naam niet vrij te geven. Maar in het wereldje is de verontwaardiging nog altijd groot: eerst heette het dat de gymnaste te zeer verzwakt was om deel te nemen aan het Europees kampioenschap, enkele maanden later was ze wél klaar voor een zwaarder toernooi, het wereldkampioenschap.
HEULS «Een beslissing van de medische staf. Het Universitair Ziekenhuis Gent, waar het meisje in behandeling was, had groen licht gegeven. Het had deelname zelfs aangemoedigd.»
GUY BRIFFOZ (dokter van Gymfed) «Haar toestand was verbeterd, daarom mocht ze van het UZ en mezelf naar het wereldkampioenschap. Ze wilde ook ontzettend graag, om op mooie wijze afscheid te nemen van de gymnastiek.»
Het wereldkampioenschap in Doha was ook om een andere reden gedenkwaardig: Nina Derwael haalde er voor het eerst goud op de brug met ongelijke leggers, terwijl ze in de aanloop naar het toernooi geregeld met Marjorie Heuls had gebotst.
VAN DOOREN «Nina overwoog ermee op te houden: haar moeder heeft me daar urenlang over gesproken. Nina had pijn aan haar voeten, maar Marjorie geloofde haar niet. Ze verweet Nina te weinig focus. Het ging zo ver dat Nina zich in de duik bij fysiotherapeut Lieven Maesschalck liet behandelen.»
Aagje Vanwalleghem heeft hetzelfde lange gesprek gevoerd, zegt ze.
AAGJE VANWALLEGHEM «De moeder van Nina wist zich geen raad: ‘Marjorie wil Nina niet meer trainen. Wat moeten we doen?’ Nina dreigde eronderdoor te gaan. Ik heb haar voorgesteld een mental coach te nemen.»
De moeder van Nina Derwael, Marijke Lammens, wenst er niet over te communiceren.
VAN DOOREN «Maar Nina won goud in Doha, en sindsdien zijn Marjorie en zij onafscheidelijk.»
Het heeft veel (ex-)gymnastes ontgoocheld dat Nina Derwael, de numero uno van de Belgische gymnastiek, afgelopen zomer afstand heeft genomen van het oproer dat, in de nasleep van de Netflix-documentaire ‘Athlete A’, ook in ons land was ontstaan. Derwael verklaarde op een persconferentie met Yves Kieffer en Marjorie Heuls dat zij nooit grensoverschrijdend gedrag had opgemerkt. In een olympisch jaar zat ze niet te wachten op de onderzoekscommissie die minister van Sport Ben Weyts (N-VA) naar aanleiding van alle commotie oprichtte, en die eind maart een advies aflevert. Tegen Sporza zei Derwael: ‘Als mijn coaches moeten opstappen, ga ik mee.’
De inzet van de onderzoekscommissie is groot, enkele maanden voor de Olympische Spelen. Lode Grossen, intussen consultant van Team Belgium, hoopt op meer dan één medaille in Tokio: ‘Nina Derwael op de brug en allround, en misschien verrast Lisa Vaelen of iemand anders wel.’
Humo vernam uit meerdere bronnen dat Marijke Lammens, de moeder van Nina Derwael, gymnastes en hun ouders heeft benaderd om geen belastende verklaringen af te leggen voor de onderzoekscommissie. Lammens ontkent dat. Ze heeft zelf voor de commissie getuigd.
De onderzoekscommissie, die stilaan haar advies voorbereidt, heeft een vijftigtal getuigen gehoord: à charge, maar ook heel wat à décharge. Commissievoorzitter Bart Meganck, in het dagelijkse leven rechter van het hof van beroep in Gent, vindt dat niet meer dan logisch.
BART MEGANCK «Deze commissie plaatst het welbevinden van heel jonge atletes centraal. In de toekomst moeten we voor hen een veilig topsportklimaat scheppen. Daar gaat het om, meer dan om het gedrag van coaches.»
Sommige getuigen melden zich op eigen initiatief bij de commissie aan, anderen worden uitgenodigd. Nog anderen krijgen, na een aanvraag voor een getuigenis, het verzoek om eerst alles eens op papier te zetten. Daarna is overleg mogelijk.
Tom De Laet, vader van ex-gymnaste Kato (15), is daar niet gelukkig mee. Hij heeft zes dichtbedrukte bladzijden aangeleverd over de twee jaren die zijn dochter in Gent heeft doorgebracht, inclusief die week dat ze er niet meer wilde zijn. Uit de brief van De Laet: ‘We hebben haar zien veranderen van een meisje dat blaakte van het zelfvertrouwen, enthousiast en blij, naar iemand die we nog amper kenden. Ze had geen zelfvertrouwen meer en kampte met zeer veel faalangst.’
TOM DE LAET «Wij hadden ook wel iets te vertellen aan de onderzoekscommissie: in Gent heerst een cultuur van kinderen onderuithalen in plaats van ze te steunen. Ook onder jeugdcoaches overigens, van wie sommigen familie zijn van Marjorie en Yves (Virginie Heuls, de zus van Marjorie, en haar man zijn jeugdcoaches, red.).»
Voor alle duidelijkheid: het advies van de commissie is niet bindend, Gymfed wordt geacht er zelf de juiste conclusies aan te verbinden. Dus: de commissie onderzoekt de werking van Gymfed, en Gymfed bepaalt de mogelijke strafmaat? ‘Dat is de procedure,’ zegt Bart Meganck.
BEN WEYTS «Als Gymfed niets met het advies doet, komt de zaak voor het Vlaams Sporttribunaal (dat bestaat sinds januari 2021, red.).»
De kans lijkt klein dat het advies op een snel ontslag van de Franse coaches zal uitdraaien. De vijfkoppige commissie heeft een hoog olympisch gehalte, met Eddy De Smedt, jarenlang de verantwoordelijke Topsport bij het Belgisch Olympisch Comité (BOIC), chirurg Kristof Smeets, begeleidend arts van het BOIC, en voorzitter Bart Meganck, voormalig 1.500-meterloper: ze weten allemaal wat succesvolle Spelen waard zijn.
Bij Gymfed staan ze nog altijd achter hun coaches.
TIM MORIAU (topsportmanager) «Als je ziet waar we nu staan, met één van de sterkste Vlaamse topsportwerkingen, hebben we dat mede aan Yves en Marjorie te danken.»
De coaches, die inmiddels de Belgische nationaliteit hebben aangenomen, worden in principe om de vier jaar geevalueerd – na elke olympiade. Moriau wil niet kwijt of Gymfed het contract van de coaches vorig jaar, na het uitstel van de Olympische Spelen vanwege corona, met één jaar heeft verlengd. Hebben ze in volle mediaheisa bijgetekend? Later meldt zowel algemeen manager Ilse Arys als Yves Kieffer dat er geen sprake is van bijtekenen of verlengen. ‘Het gaat om een contract van onbepaalde duur.’
Nog één ding over de commissie: ze onderzoekt geen gevallen van seksueel misbruik. Misschien moet dat volgende keer wél. In de weken waarin Humo op zoek ging naar getuigenissen over geestelijk misbruik, stootten we op zes gevallen van seksueel misbruik. Eén betrof de veroordeling van een opvoeder uit het internaat van de topsportschool, een ander een klacht tegen een coach van Gymfed die lesgeeft aan de Vlaamse Trainersschool en al vijftien jaar een brokkenparcours rijdt, van de ene club naar de andere.
Voor algemeen manager Ilse Arys is de onderzoekscommissie het signaal voor een grote cultuuromslag.
ILSE ARYS «We proberen al langer dan vandaag een sportcultuur te creëren die ambitie en resultaat koppelt aan het welzijn van de atleet. Daar hebben we heel wat initiatieven voor genomen. Maar de problematiek is ook internationaal. We hebben overleg opgestart met andere landen over het optrekken van de minimumleeftijd tot 18 jaar (nu is het 16, red.) voor het toestelturnen voor meisjes. En we willen ook de stakeholders van de gymnastes, hun coaches en ouders, beter begeleiden.»
Ann Simons vreest dat een verhoging van de minimumleeftijd niet zal volstaan voor verandering. Misschien moeten we maar eens komaf maken met het idee dat het altijd pijn moet doen, oppert ze.
SIMONS «Ik duw mezelf, als voormalig topsporter, nog altijd automatisch over de grens: als ik jog, ga ik in het rood. Soms mag topsport ook gewoon fun zijn. Met een betere techniek en een slim gebruik van data kun je ook vooruitgang boeken. We moeten topsport bedrijven met respect voor het lichaam én de geest van atleten, zonder een hypotheek te leggen op hun toekomst. Kijk naar Nafi Thiam. Ik heb echt niet de indruk dat zij wordt gepusht.»
Het is donker in Genk. Dierenarts Dorien Motten sluit haar praktijk af. Als het enigszins kan, gaat ze straks trainen – ze geeft niet op, ook al nadert ze stilaan de 30. Vorig jaar is ze met haar moeder, een gymcoach, op een sprong met hoge moeilijkheidsgraad gaan oefenen. Ze heeft ’m bijna onder de knie. Maar intussen is haar moeder overleden. Het plan is dat ze die sprong zeker nog eens uitvoert in competitie. ‘Ik wil mama niet teleurstellen.’