In de wieg gelegd voor Humo-cartoons: Tom Borremans, geestelijke vader van Sociaal Incapabele Michiel
‘Wat als ik misschien wel gewoon één grote piemel ben?’ Het is – naast seks, Belle Perez en seks met Belle Perez – één van de besognes die door het maanronde hoofd van Sociaal Incapabele Michiel spoken.
'Kak is de bruine draad in mijn leven'
‘Michiel: Autobiografie van een volksheld’ is een heerlijk absurd stream-of-consciousness-boekje waarin u te weten komt wat het geheim is van Michiels looks, waar zijn Paul D’Hoore-obsessie vandaan komt en wat ’s mans dromen en ambities zijn (‘Vreemdgaan. Maar ja, ik moet natuurlijk eerst een goei vriendinneke vinden’).
Tom Borremans «Ik speelde al langer met het idee om een boek over Michiel te schrijven, iets waar Sam De Graeve (creatief directeur bij Woestijnvis, red.) van op de hoogte was. Hij heeft me in contact gebracht met uitgeverij DRIE (de uitgeverij die verbonden is aan Woestijnvis en de zenders VIER en VIJF, red.), en op een feestje van Woestijnvis was de zaak beklonken. Ik wist al snel dat ik geen verzameling cartoons wilde. Dat zou niet alleen te voorspelbaar zijn, Michiel werkt ook gewoon goed in geanimeerde versie. Waarom zou je er dan cartoons van maken? Het leek me vooral grappig dat megalomane Michiel een boek zou schrijven.»
HUMO Het is ook een beetje zielig: z’n hele leven zit vervat in amper 24 pagina’s.
Borremans (lacht) «En in twee weken tijd was het klaar: zodra ik begon te schrijven, rolden de woorden eruit. Het toffe is dat het ook vol spelfouten mocht zitten.»
HUMO Zorgen voor extra plezier: de luisterknoppen, waarmee de lezer door Michiel wordt aangesproken. Dat levert bijvoorbeeld de warme begroeting ‘Paljas!’ op in het voorwoord.
Borremans «Ik wilde die luisterknoppen er absoluut in: niemand doet dat nu nog, want op het internet zijn er geluidjes in overvloed te vinden. Daarnaast geven ze het boek iets tastbaars, en lijkt het dankzij de batterij ook dubbel zo dik: mooi meegenomen (lacht).»
HUMO Hoewel ik vaak heb zitten grinniken, had ik soms ook medelijden met Michiel. Met zijn geboortebierviltje, bijvoorbeeld, waarop deze verwelkomende tekst in balpen gekrabbeld staat: ‘Hier is het dan / een ongelukje, niet gepland / jammer genoeg is Boudewijn / tegen abortus gekant’.
Borremans «Het zou inderdaad evengoed een pedagogische gids kunnen zijn: ‘Hoe het vooral níét moet’. Michiels ouders zijn door en door slecht. Vooral z’n moeder: wanneer hij haar vraagt wat seks precies is, antwoordt ze botweg: ‘In jouw geval is dat enkel masturberen, want een meisje ga je toch nooit vinden.’ Die botheid is er mettertijd ingeslopen. Maar Michiel vindt het niet erg, en dat maakt hem net zo aandoenlijk. Hij bevindt zich vaak in regelrechte kutsituaties zonder het zelf te beseffen. Misschien schuilt daar z’n aantrekkingskracht in: ik heb al van meerdere mensen gehoord dat ze Michiel een knuffel zouden willen geven.
»Michiels moeder is gebaseerd op het type mensen dat erg ongezond leeft, in een karretje terechtgekomen is en zijn hele leven geen zak heeft gedaan. En: ik ben nu eenmaal van Hoboken. Toen ik er nog maar net woonde, zag ik op weg naar de bakker eens een vrouw in een karretje die plots in haar broek begon te plassen. Waarna ze tegen haar zoon begon te foeteren en van haar man te horen kreeg: ‘Verdomme, ik had nog zó gezegd dat we vroeger moesten doorgaan!’ Tragikomisch.»
undefined
undefined
'Er glippen verrassend veel grappen door de mazen van het net.'
HUMO Na de aanslag op Charlie Hebdo werd je bij ‘De ideale wereld’ binnengehaald als ‘mislukte huiscartoonist’. Ondertussen is Sociaal Incapabele Michiel uitgegroeid tot een cultfiguur en werd je door Jan Eelen onlangs in Humo een ‘getalenteerde, bijzondere gast’ genoemd. Doet dat jou iets?
Borremans «Absoluut. Het is zot hoe Michiels populariteit is gegroeid: van een stom filmpje op mijn eigen YouTube-kanaal tot een figuur die heel veel mensen kennen. Van jong tot oud – soms iets te jong, misschien (lacht). En toen ik het interview met Jan Eelen in Humo las, dacht ik: ‘Wow, cool!’ Of dat de druk verhoogt? Ik heb altijd last van stress – vaak is een filmpje maar een kwartier vóór de uitzending klaar – maar ik heb die leren omarmen: anders ga je eraan ten onder. In het begin was dat echt niet normaal: toen kwam ik hier op de redactie aan als een opgefokt Duracell-konijn. In het weekend kon ik dat ook niet loslaten: ik was constant op zoek naar nieuwe ideeën. Ondertussen is dat een deel van m’n leven geworden.
»Mensen vergelijken zich met Michiel: op Facebook heb ik bijvoorbeeld al een Sociaal Incapabele Sam zien passeren, en vorige week nog kreeg ik een mailtje met een foto toegestuurd: ‘Kijk eens hoe hard onze collega op Michiel lijkt!’ De gelijkenissen waren inderdaad treffend, maar ja: zodra je kalend bent en een rond hoofd hebt, lijk je al snel op Michiel (lacht). Ik heb de indruk dat iederéén wel een Michiel in z’n vriendenkring heeft.
»Op Pukkelpop heb ik afgelopen zomer, tijdens de fandagen van ‘De ideale wereld’, ondervonden hoe ver de idolatrie van sommigen reikt. Er was de ‘So You Think You Can Michiel’-wedstrijd: een imitatiewedstrijd waarbij je onder meer op de intro van ‘Sociaal Incapabele Michiel’ moest dansen. Maar we hadden ook een tondeuse klaarliggen, en twee gasten hebben zich toen zonder al te veel twijfelen laten kaalscheren. De eerste was goed beschonken en wilde het doen in ruil voor drie Michiel-T-shirts. Hij werd zelfs gepusht door zijn vriendin, wat ik nog vreemder vond. De tweede was al tevreden met één T-shirt, en hij is later zelfs teruggekeerd: hij had die avond namelijk een date en vroeg of z’n nieuwe coupe niet wat egaler kon – die was zeer slecht geschoren (lacht). Een collega heeft hem nog een uur lang met een scheermesje zitten bijwerken. Absurd: ik zou me zelf nooit laten kaalscheren voor een cartoonfiguur.»
HUMO Juist, er zijn ook Sociaal Incapabele Michiel-shirts.
Borremans «Ik kreeg die vraag wel vaker, dus waarom niet? Zomaar een product op de markt brengen zou ik niet doen. Michiel-Crocs zijn misschien nog een optie.»
HUMO Of, in navolging van de ‘F.C. De Kampioenen’-chocolademelk, Michiel-Fristi?
Borremans «’t Is een idee. Wat we echt geprobeerd hebben, maar waar we helaas niet in geslaagd zijn: maandverbanden op de markt brengen met een print van Michiel in het midden, en daarboven de tekst: ‘Kleur mij in.’ (lacht) Maar Always was er jammer genoeg iets te preuts voor. Misschien moeten we maar eens bij Boni of Everyday aankloppen.»
HUMO Michiel draagt Crocs, luistert naar Belle Perez en verkoopt te pas en te onpas vuile praat: komen je ergernissen samen in hem?
Borremans «Ik heb niets tegen Crocs: ik heb er zelf geen, maar mocht er thuis plots een paar staan, dan zou ik die wel dragen. Maar niet om naar de winkel te gaan (lacht). Ik heb ermee rondgelopen op Pukkelpop, en ik kan je zeggen: ze zaten erg comfortabel. Verder kan ik in een zatte bui weleens dansen op Belle Perez, maar zelf luister ik vooral naar alternatieve muziek: Ty Segall, Pavement, van die dingen. Toen Belle Perez te gast was in ‘De ideale wereld’, zei ze me trouwens dat veel van haar fans nu ook fan zijn van Michiel, omdat Michiel haar adoreert. Vreemde wisselwerking.
»Enfin, er is dus geen wetenschappelijk onderzoek aan voorafgegaan: het is gewoon zo gegroeid. Toen ik hem voor het allereerste filmpje naast zijn buurman had getekend die zelfmoord wilde plegen, vroeg ik me af: ‘Naar welke muziek zou hij luisteren?’ Zijn fascinatie voor Paul D’Hoore vind ik dan weer grappig, omdat die mijlenver van Michiel afstaat. En wat de gore praat à la ‘gele foefkorst’ betreft: dat is alleszins niet het eerste opzet – het moet vooral grappig zijn. De afleveringen waarin er geen vettigheden voorkomen, vind ik daarom niet minder goed. Michiel is gewoon raar, en dat is het belangrijkste.»
undefined
undefined
'Iedereen kan tekenen en grappig zijn, maar het talent schuilt erin om er ook gedisciplineerd mee bezig te willen zijn.'
HUMO Worden je scenario’s soms afgekeurd?
Borremans «Ik vind dat er verrassend veel door de mazen van het net glipt (lacht). Sinds de overstap naar Canvas vragen mensen weleens of ik meer beperkingen opgelegd heb gekregen. Nee, integendeel. Daardoor besef ik ook dat ik hier echt goed zit: het is één grote speeltuin, waarin ik alle wacko dingen kan doen die ik wil.
»Toen ik pas bij ‘De ideale wereld’ begon, moesten de kijkers Michiel nog leren kennen, en toen werd er onder een filmpje op Facebook weleens iets gepost à la: ‘Wa is dees?’ Mijn ouders namen het toen voor mij op: ‘Het heeft wel driehonderd likes, hè!’ Ik heb hen er toen op aangesproken: ‘Mama, papa, ’t is heel lief, maar misschien moet je dat toch maar niet doen.’ (lacht)»
HUMO Je ouders delen je gevoel voor humor?
Borremans (knikt) «Dankzij mijn vader heb ik Monty Python leren kennen, en mijn ouders zijn al hun hele leven op Humo geabonneerd: Kamagurka en Jeroom hebben onvermijdelijk een grote invloed op mij uitgeoefend. En Gummbah, natuurlijk: hij kan erg goed momentopnames vastleggen van fucked up-gesprekken waarvan je denkt: wat is hiervoor gezegd of gebeurd, en wat zal hierna volgen? Verder is Olivier Schrauwen, een Belg die graphic novels maakt, wereldwijd één van m’n favoriete tekenaars.»
HUMO Over dit prachtblad gesproken: vanaf volgende week verschijnt er wekelijks een cartoon van jouw hand in Humo: Principiële Peter. Een man van bedenkelijke principes.
Borremans «Voor alle duidelijkheid: het is niet uit het leven gegrepen (lacht).»
undefined
'Mijn ouders lezen al hun hele leven Humo: Kama en Jeroom hebben een grote invloed op mij uitgeoefend'
HUMO Is er een reden waarom je creaties altijd een adjectief voor hun naam hebben staan?
Borremans (verrast) «Ik had daar zelf nog niet bij stilgestaan, maar je hebt gelijk. Nog zo’n figuur waar ik mee speel, is Saaie Sam: iemand die niets meemaakt, of net op het punt staat iets mee te maken, waarna alle vakjes plots op zijn (lacht).»
HUMO Eigenlijk is het een half mirakel dat je nu als cartoonist aan het werk bent: na je studie verdiende je geld met poetsen.
Borremans «En ik heb een lange weg afgelegd voor ik op het Sint-Lucas terechtkwam. Ik was eerst begonnen aan de studie chemie, optie milieuzorg: ik was van plan om de wereld te redden. Maar eigenlijk was dat gewoon een saaie opleiding tot laborant – we moesten waterstalen checken en zo. In het derde jaar hield ik het voor bekeken. Ik heb nog getwijfeld of ik de opleiding tot muziekproducer zou volgen – ik heb altijd veel gitaar gespeeld, en ik zat vroeger in verschillende bandjes – maar op muziekvlak ben ik altijd extreem onzeker geweest, en een creatieve richting leek mij geen optie: de kans dat je er effectief iets mee bereikt, is immers klein. Ik heb me toen laten testen bij het CLB, en er kwam maar één optie uit: muzikant (lacht). Dus ben ik maar archeologie gaan studeren, omdat ik dacht dat ik daar een passie voor had. Die gedachte was gebaseerd op het feit dat ik vroeger fossielen spaarde. Maar om aan te tonen hoe suf ik ook dáárin was: ik weet nog dat ik als jongetje, toen we op vakantie waren in Hongarije, eens dacht dat ik een coproliet – een versteende drol – had gevonden. Trots ging ik die aan m’n moeder tonen: bleek dat ik gewoon een gedroogde drol vasthad (lacht).
»Tijdens de eindexamens van dat eerste jaar archeologie ben ik in een schetsboekje beginnen te tekenen, en toen een vriend van me, die aan het Sint-Lucas in Antwerpen studeerde, dat boekje in handen kreeg, raadde hij me aan het eens bij Sint-Lucas te proberen. Als ik dat schetsboekje nu bekijk, denk ik: ‘Fuuuuck!’ Slechte portretten met mislukte scheve handjes (lacht). Maar het tekenproces op zich – in je eentje aan tafel zitten en creatief bezig zijn – vond ik wél heerlijk. En kijk, ik zit hier nu toch maar. Iedereen kan tekenen en grappig zijn, maar volgens mij schuilt het talent erin om er ook gedisciplineerd mee bezig te willen zijn.»
HUMO Op je site staan schetsen en illustraties, die bijzonder gedetailleerd én goed zijn. Voel je niet de behoefte om te laten zien aan mensen dat je dat óók kan?
Borremans «Nee. Er zijn miljoenen mensen die zoveel beter kunnen tekenen dan ik. Als je ergens mee naar buiten wil komen, moet het er, binnen de grenzen van wat je doet, ook stáán.
»Nu, ook m’n periode aan Sint-Lucas liep niet van een leien dakje: ik heb m’n tweede jaar nog eens moeten doen. Tijdens die studie ben ik als bijverdienste beginnen te poetsen. ’s Zondags ging ik in de Antwerpse haven de kantoren kuisen: in anderhalf uur was dat gefikst, waardoor ik de rest van de tijd kon tekenen – er zijn héél veel cartoons ontstaan in die barakken. Zo verdiende ik stiekem ook geld met wat ik echt wilde doen. Na m’n studie heb ik nog anderhalf jaar lang deeltijds trappenhallen gekuist, omdat ik geen zin had om te leuren met mijn werk. Ik had al een eigen YouTube-kanaal en dacht: ‘Als het goed genoeg is, zal het wel opvallen.’ Dat poetsen verdiende niet slecht en ’s namiddags kon ik me op het tekenen toeleggen: ik had me al bij de situatie neergelegd. Tot een ex-klasgenoot me een vacature doorstuurde: ze zochten iemand bij ‘De ideale wereld’ die kon fotoshoppen. Enfin, ik mocht langsgaan, en kreeg wat later telefoon van Koen De Poorter. Niet in verband met het fotoshoppen, zo bleek: hij vond m’n filmpjes van Michiel geweldig, en zo is de bal aan het rollen gegaan. Dat telefoontje kreeg ik trouwens toevallig op een dieptepunt: toen ik de bruine vegen van hondenstront, die in de vloer was ingetrokken, aan het wegschrobben was. Je zou dus kunnen zeggen dat kak de bruine draad in mijn leven is (lacht).»