In memoriam: Maarten Inghels herdenkt dichter Gerrit Komrij, die er vandaag 72 zou zijn geworden
Vandaag zou de Nederlandse dichter Gerrit Komrij - die in één mensenleven meer gedichten, kritieken, essays en romans bijeenschreef dan sommige volledige schrijverscollectieven - zijn 72ste verjaardag gevierd hebben. De voormalige Dichter des Vaderlands overleed echter al in 2012, en liet daarmee een triest gapend gat achter in het landschap van de Nederlandse Letteren. Maarten Inghels, stadsdichter van Antwerpen en poulain van Komrij, koestert tot op vandaag goede herinneringen aan zijn literaire leermeester.
'In zijn commentaren en kritieken kon Gerrit enorm vilijn uit de hoek komen, maar in de omgang was hij allerhartelijkst'
Maarten Inghels «Een paar weken geleden was ik mijn archief aan het opruimen en kwam ik toevallig enkele oude mails van Gerrit tegen. Het was wel fijn om zijn woorden nog eens te herlezen.»
HUMO Je was nog piepjong toen je de grote Gerrit Komrij leerde kennen. Hoe gebeurde dat?
Inghels «Ik publiceerde al een tijdje gedichten in literaire tijdschriften, toen ik kort na mijn 20ste verjaardag plots een mail kreeg van Gerrit: of ik niet wou debuteren in zijn Sandwich-reeks, die hij als Dichter des Vaderlands had opgestart. Aanvankelijk dacht ik dat het om een flauwe grap van een vriend ging, want ik kon niet geloven dat de échte Gerrit Komrij mij zou contacteren (lacht). Maar hij was 't dus echt.
«Nadat we eerst lang over en weer hadden gemaild, heb ik 'm nadien ook in het echt leren kennen. Als hij in Antwerpen moest zijn, gingen we geregeld samen op café. Ik herinner me één van die heerlijke doorwaakte nachten in café De Duifkes. Gerrit kon enorm veel drinken - het aantal witbiertjes dat hij op zo'n avond verzette was niet bij te houden.»
HUMO Was hij een aangename drinkebroer?
Inghels «O ja, Gerrit was zeer aimabel. In zijn commentaren en kritieken kon hij enorm vilein uit de hoek komen, maar in de omgang was hij allerhartelijkst. Naar verluidt vergat hij zelfs weleens dat hij een bepaalde dichter in één van zijn kritieken met de grond gelijk had gemaakt, waardoor hij niet snapte waarom die hem op een receptie straal negeerde (lacht). Hij was ook perfect op de hoogte van de roddels in het literaire wereldje en wist over elke schrijver wel een sappig weetje op te diepen. Je kon 'm ook niet blijer maken dan wanneer je zélf met zo'n interessant verhaal op de proppen kwam.»
undefined
'Gerrit had een groot hart voor de Nederlandstalige Letteren: zijn rol als voorvechter van de betere poëzie valt nauwelijks te overschatten'
HUMO Herinner je je de laatste ontmoeting met Komrij nog?
Inghels «Ja, dat moet bij de presentatie van zijn laatste boek, 'De loopjongen', zijn geweest, in 2012. Nadien doken we naar goede gewoonte samen een café in. Maar we hebben onze avond toen vrij vroeg afgerond omdat Gerrit zich niet zo lekker voelde.»
HUMO Hoe kijk je, vier jaar na zijn dood, terug op jullie contact?
Inghels «Ik heb Gerrit al bij al maar vier jaar gekend, maar in die tijd heeft hij wel enorm veel voor mij betekend, zowel op persoonlijk als op professioneel vlak.
»Gerrit had ook een groot hart voor de Nederlandstalige poëzie in het algemeen: zijn rol als voorvechter van de betere poëzie valt nauwelijks te overschatten. Hij was ook het soort schrijver dat met beide voeten in de maatschappij stond. Ik heb onlangs nog eens één van zijn vele polemische bundels, 'Morgen heten we allemaal Ali', vastgenomen. Zijn messcherpe pen, de vileine speldenprikken die hij kon uitdelen... Dat bewonder ik nog steeds erg in hem.»
HUMO Kun je uit zijn gigantische oeuvre één gedicht kiezen dat je na aan het hart ligt?
Inghels «Dan ga ik voor 'Gesloten circuit', een gedicht waaruit ik ook het motto van mijn recentste bundel, 'Nieuwe rituelen', heb gelicht:
Er is geen vrijheid in de zandwoestijn,
Al staan er nergens hekken, nergens palen.
Het is maar beter - als je vrij wilt zijn -
Om sierlijk door een labyrint te dwalen.
(uit 'Gesloten circuit', 1982)