null Beeld

'Ingegooid raam, dreigtelefoons, inbraken: ik weet hoe onveilig slachtoffers van vrouwenhandel zich voelen.' 30 jaar Payoke: de eenzame strijd van Patsy Sörensen

De vzw Payoke, die begon als de eerste hoerenvakbond van België, levert intussen al dertig jaar baanbrekend werk in de strijd tegen uitbuiting en vrouwenhandel. Maar ook de netwerken van vrouwenhandelaars evolueerden.

Annemie Bulté

'Laatst vingen we een 14-jarig Nigeriaans meisje op dat aan het Sint-Jansplein tippelde. Mannen konden haar hebben voor 5 euro'

Er was een tijd dat Patsy Sörensen (64) niet uit het nieuws weg te branden was. De tengere Antwerpse trotseerde vrouwenhandelaars, portierkoningen en maffiabazen. Schopte tegen de schenen van het gerecht en de politiek. Trok zich het lot aan van honderden prostituees die in de ijzeren greep van criminele bendes zaten. Ze kreeg de koning bij haar thuis op de thee: de diepgelovige Boudewijn kon niet verdragen dat vrouwen in zijn land als speelgoed werden verhandeld. Ze opende het eerste opvangtehuis voor slachtoffers van mensenhandel. Sleepte magistraten mee het Antwerpse nachtleven in om hen het zweet van Braziliaanse karakterdanseressen in cabarets te laten ruiken, om hun de Afrikaanse vrouwen onder de rode neonlampen te laten zien, en de Oost-Europese animeermeisjes in broeierige bars, champagne drinkend met hun klanten.

Gangsters stonden haar naar het leven. Ze ging met een kogelvrij vest de politiek in, werd schepen in Antwerpen en schopte het, ondanks alle weerzin die ze bij het establishment bleef oproepen, tot in het Europees Parlement. Daar schreef ze de blauwdruk voor een Europees beschermingsstatuut voor slachtoffers van mensenhandel, dat ze er nog net kon doorduwen vóór haar mandaat afliep. En toen werd het stil.

HUMO Het lijkt alsof je je de jongste jaren uit het openbare leven hebt teruggetrokken. Of is dat maar een indruk?

Patsy Sörensen «Dat je minder van mij hoorde, kwam omdat ik heel vaak in het buitenland heb gewerkt. Toen mijn mandaat als Europarlementslid afliep, ben ik door verschillende buitenlandse overheden en organisaties gevraagd om in andere landen opvangtehuizen op te starten. Omdat Payoke goed functioneerde en de wetgeving in België voor de bestrijding van mensenhandel op punt stond, had ik de handen vrij. Ik heb gewerkt in Irak, China, Afghanistan, Albanië, Nigeria, Cuba… In Syrië heb ik twee opvangtehuizen opgericht voor buitenlandse vrouwen, vooral uit Ethiopië en de Filipijnen, die het slachtoffer waren van vrouwenhandel. Eén in Damascus en één in Aleppo – dat intussen helaas is platgebombardeerd, want het lag in rebellengebied.»

null Beeld

HUMO Wie vroeg je om in Syrië te gaan werken? Was de oorlog al begonnen?

Sörensen «In 2007 sprak ik over mensenhandel en migratie op een vergadering van Frontex (het Europese agentschap dat de buitengrenzen van de EU bewaakt, red.). In de zaal stond plots een man op die naar mij wees: ‘U hebben we nodig in Syrië. U durft.’ Dat was de Syrische ambassadeur van Europese zaken. Syrië kreeg op dat ogenblik geld van Europa voor de bouw van opvangtehuizen, maar miste de ervaring om zoiets op te starten.

undefined

'Dertig jaar geleden geloofde niemand in het bestaan van mensenhandel: het waren 'maar' hoeren die dat soort verhaaltjes vertelden'

»Toen ik twee jaar later in Syrië was om het personeel voor de tehuizen op te leiden, voelde je van alles broeien. De veiligheidsdiensten waren bijvoorbeeld op alle vormingssessies aanwezig en luisterden mee. Maar we hoopten toen nog dat het allemaal goed zou komen, omdat er openheid leek te zijn. Ik werkte mee aan de wetgeving over mensenhandel en een beschermingsstatuut voor slachtoffers, dat de volledige steun van president Assad had, en vooral van zijn vrouw.

»Pas later merkte ik dat die openheid maar schijn was. Syrië is een prachtig land, maar onder die bovenlaag begon ik de lelijke kanten van het regime te ontdekken: een diep wantrouwen dat bij iedereen leeft, en alomtegenwoordige corruptie. En toen kreeg ik natuurlijk problemen.»

HUMO Hoezo?

Sörensen «Zoals altijd kon ik mijn mond niet houden als ik mistoestanden zie. Mensen kwamen me vertellen over wrede folteringen die onder het regime van Assad gebeurden. Een vrouwelijke dokter die jonge meisjes moest bijstaan tijdens de folteringen – om te voorkomen dat ze flauwvielen – is bij mij haar verhaal komen doen omdat ze het niet meer kon aanzien. ‘Het is goed mogelijk dat je me niet meer terugziet,’ zei ze. Kort daarop is ze verdwenen. Ik ben bij ieder bezoek aan Syrië naar haar op zoek gegaan en ik kreeg telkens een andere uitleg, maar ik heb haar nooit teruggevonden.

»De veiligheidsdiensten deden steeds lastiger als ik tijdens de trainingen van het personeel wees op dingen die fout liepen. De meisjes die in het opvangtehuis verbleven, vertelden dat ze op de weg tussen het politiebureau en het opvangtehuis in de combi verkracht werden. Het geld van Europa voor de opvangtehuizen bleef plakken bij de ministeries. Mensenrechtenadvocaten werden zonder proces in de gevangenis gegooid. Daar zweeg ik natuurlijk niet over.

»Na een tijdje merkten we dat de geheime diensten ons overal volgden. Ik ben overvallen en mijn handtas met mijn notities en foto’s werd gestolen. Dat vond ik héél bedreigend. In 2011 was het plots afgelopen en mocht ik het land niet meer binnen: ik kreeg geen visum meer. Tegen de mensen van de opvangtehuizen werd gelogen dat ik niet meer geïnteresseerd was.

»Veel dingen die ik in Syrië heb gezien, heb ik nooit aan iemand verteld omdat de mensen je toch niet geloven. Maar toen Amnesty International onlangs dat rapport publiceerde over folteringen en willekeurige executies door het regime van Assad, keek ik helemaal niet raar op.»

undefined

null Beeld

'Tegenwoordig let ik op wat ik zeg: ik heb kleinkinderen en die wil ik graag zien opgroeien'

HUMO The story of your life: je klaagt mistoestanden aan en dan krijg je er zelf last mee. Word je dat nooit moe?

Sörensen «Ik moet toegeven dat ik iets meer nadenk over wat ik hardop zeg en wat ik voor mezelf hou. Ik heb kleinkinderen en die wil ik graag zien opgroeien.

»Ik heb jarenlang geleefd met bedreigingen uit het gangstermilieu: ingegooide ramen, dreigtelefoons, inbraken – in totaal zeventien. Er werd nooit iets gestolen, alleen gerommeld. Soms kwam ik ’s nachts mensen tegen op de trap. Op den duur sliepen we met een baseballbat naast ons bed, in de kelder: daar voelden we ons het veiligst. Eind jaren 90 moest ik beschermd worden door de Staatsveiligheid en werd ik overal in een gepantserde wagen naartoe gereden. Het beangstigende was dat ik nooit heb geweten waar de dreiging precies vandaan kwam, mij is alleen gezegd dat ‘iemand’ me wilde liquideren. Ik heb nadien nog lang een kogelvrij vest onder mijn kledij gedragen.

»Dat soort dingen is nooit gestopt. Een jaar of vijf geleden, toen ik onderzoek deed naar een Chinees netwerk, zat ik met mijn man in een restaurant te eten toen er plots een Chinees aan ons tafeltje stond: of ik even wilde meekomen. Zijn boodschap was duidelijk: ik moest stoppen en vertrekken uit België.»

HUMO Het is een wonder dat je hier nog zit!

Sörensen (lacht) «Ja, ik ben klein, ze schieten over mijn hoofd heen.

»Ik ben niet zo snel bang te maken, maar je voelt je wel erg alleen. Je ziet dat mensen het niet begrijpen, of denken dat je overdrijft. Ik heb aan den lijve ervaren hoe onveilig slachtoffers van vrouwenhandel zich kunnen voelen. Ik was vooral bang voor mijn omgeving. Mijn oudste kleindochter is nu 13 en heel geïnteresseerd in wat ik doe. Ze kan niet genoeg krijgen van mijn verhalen, op school geeft ze er spreekbeurten over. Op een bepaald moment bedacht ik dat ik toch voorzichtig moest zijn om haar of mijn kinderen niet in de problemen te brengen. Toen heb ik een soort deal gesloten met het milieu, en heb ik een tijdlang afstand genomen van de pers.»

HUMO Dus toch een bewuste keuze om in de luwte te schuilen.

Sörensen «Het was een samenloop van omstandigheden. Mijn man is erg ziek geworden, hij zit nu in een rolstoel. Hij lijdt aan MSA (multisysteematrofie, red.), een zeldzame neurologische aandoening waardoor de zenuwcellen in de hersenen afsterven en je de controle over je lichaam verliest. Er is geen genezing mogelijk. Ik ben samen met de Universiteit Antwerpen met een onderzoeksproject gestart naar een betere behandeling van de ziekte. Maar goed, intussen heb ik ook al veel traantjes gelaten.»


Bronzen vagina

HUMO Je begon dertig jaar geleden met Payoke, op een moment dat vrouwenhandel in België niet eens officieel bestond.

Sörensen «Er waren een paar getuigenissen, maar niemand hechtte daar geloof aan. Tenslotte waren het ‘maar’ hoeren die dat soort verhaaltjes vertelden.

»Ik was in 1983 met mijn man in het Schipperskwartier komen wonen omdat ik zo gefascineerd was door de buurt: een microkosmos van kunstenaars en prostituees, arme mensen en studenten. Ik gaf les in tekenen en schilderen, maar ik deed daarnaast ook aan buurtwerk en armoedebestrijding: ik stond in gaarkeukens en werkte mee aan de voedselbedeling. Ik had een tekengroep voor de kinderen van het Schipperskwartier, met wie ik de wijk introk om hen dingen uit hun omgeving te laten tekenen. Afval op straat, bijvoorbeeld: dit was de vergeten buurt.

»Beneden in ons huis maakte ik mijn atelier, en dat heb ik van in het begin opengezet voor de mensen uit de buurt. Iedereen mocht bij ons binnen voor een koffie en een babbel. Zo leerde ik veel prostituees kennen, zij waren tenslotte mijn buren.

»In 1986 besliste de stad Antwerpen plots dat alle prostituees weg moesten uit twee straten in deze buurt. In de andere straten mocht prostitutie nog wel. Ik vond dat zo oneerlijk – waar was het gelijkheidsbeginsel? – dat ik besloot om iets te ondernemen. Samen met een prostituee uit één van de geviseerde straten heb ik toen Payoke opgericht. Aanvankelijk was het een soort vakbond voor de prostituees in deze buurt. Níémand kwam op voor die vrouwen, die zich heel kwetsbaar voelden.

»Zo zijn we begonnen, met bijna niets. De eerste meubelen van Payoke heb ik uit een vuilniscontainer op de Meir gehaald. De buitenwereld bekeek ons meewarig. We waren de hoerenvakbond. Een paar jaar later, toen ik in de gemeenteraad zat en ’s avonds iets te laat kwam, zei burgemeester Bob Cools: ‘Ah, heb je de late shift gedaan vandaag?’ Ik was in de politiek gestapt om te werken rond armoede, ik wilde iets veranderen. Ik heb meteen een stedelijk overlegorgaan voor de emancipatie van prostituees opgericht.»

HUMO Waren er in Antwerpen al veel buitenlandse prostituees?

Sörensen «In 1987 waren er nog voornamelijk Belgische, Nederlandse en Franse meisjes. Criminele bendes kwamen meestal uit Frankrijk. De eerste grote golf Afrikaanse vrouwen was toen pas aangekomen: eerst vooral uit Ghana, later ook uit Nigeria. De Nigeriaanse vrouwen kwamen allemaal uit een straatarme streek waar de olieontginning in de jaren 80 de landbouwgronden had vernield. Veel vrouwen gingen werken in de tomatenpluk in Italië om iets bij te verdienen voor hun familie. Sommigen zetten zelf de stap naar de veel lucratievere prostitutie, en dat bracht meereizende criminelen op het idee om een handel in zwarte prostituees op te zetten in Europa.

»In de Antwerpse nachtclubs werkten al langer Aziatische en Zuid-Amerikaanse animeermeisjes. En toen de Muur in 1989 viel, waarschuwde een Duitse prostitutieorganisatie ons dat er een golf van Oost-Europese meisjes op komst was, en met hen ook de criminelen. De vrouwenhandel werd een businessmodel.

»De eerste verhalen kwamen in flarden bij ons binnengewaaid in de getuigenissen van getraumatiseerde vrouwen. Het eerste concrete onderzoek startte dankzij een Marokkaanse vrouw die ons meenam naar een club in Schilde, waar een heleboel meisjes zoals zij al jaar en dag clandestien voor een bende moesten werken. Zij is trouwens het allereerste slachtoffer dat in 1991 een klacht heeft ingediend tegen haar handelaars. We zijn toen bij Payoke met een aparte groep begonnen die zich bezighield met ‘vrouwenhandel’: dat was de eerste keer dat we het zo benoemden. Toen journalist Chris de Stoop bij ons kwam aankloppen, waren we heel blij dat we een medestander hadden gevonden. Zijn boek ‘Ze zijn zo lief, meneer’ heeft veel in beweging gebracht.»

HUMO In het najaar van 1992 kregen de bescheiden kantoren van Payoke onverwacht bezoek van koning Boudewijn.

Sörensen «Een week voordien werd ik van zijn komst op de hoogte gebracht. (Lachje) Ik weet nog hoe zenuwachtig ik was bij de gedachte dat hij onder het bronzen beeldje van een vagina boven onze poort door moest lopen. We zaten midden in uitbreidingswerken, alles lag vol stof en zaagsel. Maar de koning liep glimlachend over de planken en luisterde met stijgende verontwaardiging naar de ellende van vijf vrouwen in de gedwongen prostitutie.

»Na dat bezoek is er veel veranderd. Terwijl we vroeger altijd genegeerd werden door beleidsmensen en weggelachen werden door de politie, gingen plots alle deuren open. Ik kreeg geld voor allerlei projecten en we konden op een geheime locatie een opvangtehuis voor de slachtoffers openen. De politie begon systematisch dossiers te behandelen, en ik werd betrokken bij het overleg met de magistraten. Ook op beleidsvlak kwamen dingen in beweging. Het gerecht kreeg interesse in de getuigenissen van die vrouwen, maar vóór er goed en wel een onderzoek was gestart, waren ze allang het land uitgezet. ‘Pas als ze verblijfspapieren krijgen en zich vrij voelen, zullen ze praten,’ zei ik tegen het gerecht. Dat was het begin van het beschermingsstatuut voor slachtoffers van mensenhandel.»

undefined

null Beeld

'Ex-slachtoffers die in België willen blijven, begeleiden we bij hun zoektocht naar werk en een woonplaats'


Wet van de sterkste

Dertig jaar later heeft België één van de beste slachtofferstatuten ter wereld. Maar de vrouwenhandelaars zijn niet verdwenen. Payoke ving vorig jaar nog 158 nieuwe slachtoffers van mensenhandel op die seksueel en economisch werden uitgebuit. Dat aantal zakt niet. ‘De netwerken zijn onuitroeibaar. Soms deemsteren ze een tijdje weg, maar ze steken altijd weer de kop op,’ zegt Stef Janssens, expert mensenhandel bij het federaal migratiecentrum Myria, de onafhankelijke nationale rapporteur over de mensenhandel.

Stef Janssens «Eén van de opvallendste veranderingen van de jongste jaren is het transport. Vroeger kwamen de meisjes meestal met het vliegtuig met behulp van valse documenten, nu mengen ze zich tussen de vluchtelingenstromen. Veel Nigeriaanse en Albanese meisjes die vandaag in Antwerpen aankomen, zijn met bootjes de Middellandse Zee overgestoken en door de Italiaanse kustwacht opgepikt voor de kust van Lampedusa. Ze ontsnappen uit het vluchtelingenkamp, nemen opnieuw contact op met hun mensenhandelaar en verdwijnen zo onder de radar. Veel van die meisjes zijn minderjarig. De baas van Europol, Rob Wainwright, zei vorig jaar dat al 10.000 vluchtelingenkinderen waren verdwenen na hun registratie in Europa: een deel van hen is in het prostitutiecircuit verdwenen.»

Sörensen «Door wat die meisjes onderweg meemaken, zijn sommigen al compleet getraumatiseerd nog voor ze beginnen te werken. Allemaal hebben ze mensen zien verdrinken. Je zit in zo’n bootje met niets dan water om je heen, dat ’s nachts pikzwart ziet. Omringd door het grote niets. Heel angstaanjagend is dat. Onderweg worden de meisjes mishandeld en verkracht – een soort initiatie voor wat hun te wachten staat. Er zijn meisjes die er maanden over doen, soms zelfs jaren, om tot hier te geraken. Voor ze de tocht over zee maken, moeten ze eerst door de woestijn, soms te voet. Ze drinken hun eigen urine om te overleven. Alleen de sterksten komen aan: wie niet meer kan, wordt achtergelaten. Die crepeert in de woestijn.»

Janssens «In Brussel is net een proces begonnen tegen een Nigeriaans netwerk dat honderden meisjes via die route naar België heeft gesmokkeld. In dat onderzoek gaat het over één tak van het netwerk en zijn er tien slachtoffers bekend, onder wie vier minderjarigen – de jongste was pas 14.

»Een 16-jarig meisje vertelde dat ze in Nigeria door een ver familielid was geronseld met de belofte dat ze als kinderoppas in Europa zou kunnen werken. Ze was eerst met de bus naar een huis aan de Libische kust gebracht, waar alle vrouwen verzameld werden. Daar moest ze vier weken wachten voor de oversteek, tot er genoeg mensen waren om de boot te vullen. Met honderd werden ze in een boot gezet, die drie dagen en nachten op zee rondzwalpte. Omdat ze te veel lawaai maakte, werd ze in de buik gestampt; een ander meisje kreeg kokende brandstof over zich heen. De boot barstte en zonk, maar voor de kust van Lampedusa werden ze gered door de Italiaanse kustwacht en naar een vluchtelingenkamp gebracht.

»Het meisje liep weg uit het kamp en trok naar haar mensenhandelaars, die haar naar een huis in Midden-Italië brachten. Daar werden alle meisjes aan de lopende band verkracht. Daarna werden de valse papieren geregeld. Nadien ging het eerst met de trein naar Parijs, dan met een taxi naar België.»

Sörensen «Verschillende meisjes uit dat dossier zijn achteraf bij ons terechtgekomen, onder wie het meisje van 14. Ze tippelde aan het Sint-Jansplein, de armste buurt in Antwerpen Noord, en moest werken voor 5 euro. Ze werd geregeld met de broeksriem afgeranseld door haar bazen. Als ze niet genoeg geld had verdiend, mocht ze niet binnen. Zo heeft één van onze andere slachtoffers haar op een nacht op straat gevonden en haar bij ons gebracht.

»Het valt ons op dat de Nigeriaanse meisjes in Antwerpen sinds een paar jaar erg jong zijn. Vroeger waren de meesten tussen de 20 en de 25, nu krijgen we geregeld meisjes van 18, 16 en zelfs 14 jaar binnen. Dat zag je vroeger nooit: minderjarigen in de prostitutie zetten was not done, maar die grens is blijkbaar ook geslecht.»

undefined

null Beeld

'De psychologische druk om in de prostitutie te blijven is enorm' Expert mensenhandel Stef Janssens


Voodoovloek

HUMO Waarom lopen die meisjes niet gewoon weg van hun mensenhandelaars?

Sörensen «Wegens de voodoovloek. Voor ze naar Europa vertrekken, worden de meisjes meegenomen naar een voodoopriester om allerlei rituelen te ondergaan. De priester neemt menstruatiebloed en stukjes van hun haar en vingernagels en stopt dat samen in een pakketje waarover hij een bezwering uitspreekt, zogezegd om hen tegen de politie te beschermen. De meisjes moeten beloven dat ze niet van hun pooier zullen weglopen tot al hun schulden zijn afbetaald – meestal tussen de 35.000 en de 75.000 euro – en dat ze geen klacht zullen indienen bij de politie. Die eed mogen ze nooit verbreken, anders zullen zij en hun familie sterven.

»Veel mensen, zeker bij de politie, lachen om die voodooverhalen, maar dat mag je juist niet doen, want de impact op die meisjes is enorm. Er zijn er die er ziek van worden, puur uit angst, en die zelfs in de psychiatrie terechtkomen. Ik ben zelf in zo’n voodootempel in Nigeria geweest, en ik kan me voorstellen hoe impressionant die rituelen zijn. Een meisje vertelde ons dat ze in een doodskist moest gaan liggen. Een slachtoffer dat een miskraam had gehad, beschouwde dat als een straf, omdat ze met de politie had gepraat. Een ander meisje dat een klacht had ingediend tegen haar uitbuiter, was doodsbang omdat haar voodoopakketje – met stukjes haar en nagels – nog in de rechtbank lag, als bewijsstuk. Zolang ze het niet terug had, was de vloek niet verbroken, en dus hebben we hemel en aarde bewogen om het terug te krijgen.

»Je moet hun tonen dat je de vloek kunt verbreken. Ik ben daar ooit een voodoopriester uit Engeland voor gaan halen. Je kunt ook met het voodoopakketje naar het water gaan, de Schelde bijvoorbeeld, daar in een cirkel tegen de wijzers van de klok in lopen, en het pakje over je schouder weggooien. Dan ben je verlost.

»Er is trouwens ook over mij een voodoovloek uitgesproken. Toen zijn ze bij Payoke een stinkende zak komen afgeven met een dood beest met schubben, een popje, kettingen… Dat pakketje moet thuis nog altijd ergens liggen.»


Te koop op Twitter

Janssens «Voodoo is de meest efficiënte manier om Afrikaanse meisjes te controleren. In het Nigeriaanse dossier dat nu voor de rechtbank loopt, heeft geen enkel slachtoffer zich burgerlijke partij durven te stellen. Ook hun families in Nigeria worden door het netwerk bedreigd, soms met geweld, soms met de bezweringen van een voodoopriester.

»De psychologische druk op die vrouwen is enorm. Er zijn de bendes, er is de voodoo, er is hun familie in hun thuisland, die geld uit Europa verwacht. Ook dat is een groot verschil met de gewelddadige vrouwenhandel van dertig jaar geleden: meisjes worden vandaag op subtielere manieren geronseld en gecontroleerd. Niet alleen met voodoo, maar ook via de loverboymethode, door schuldbinding of simpelweg met drugs. Dat is stuk voor stuk doeltreffender dan geweld.»

HUMO Zijn de toestanden zoals we die uit de tv-serie ‘Matroesjka’s kennen, dan helemaal verdwenen uit de vrouwenhandel?

Janssens «Dat niet. Vrouwen worden nog altijd bedreigd, bont en blauw geslagen, bewerkt met messen en brandende sigaretten. Maar geweld is niet meer het belangrijkste controlemiddel. Kijk naar de Albanezen: in de jaren 90 stonden zij bekend als de wreedste pooierclans, die meisjes ontvoerden en met geweld de prostitutie in dwongen. Maar zij waren ook de eersten die de techniek van de loverboys als businessmodel introduceerden: jongens maken meisjes het hof en gebruiken die emotionele band om hen zachtjes in de prostitutie te duwen. De meeste Oost-Europese vrouwen worden zo gerekruteerd; intussen is het een wijdverbreide modus operandi in de mensenhandel.

»Het waren ook de Albanese loverboys die zich als eersten op jonge Belgische meisjes begonnen te richten, van wie sommigen niet ouder dan 12 jaar waren. Ze zoeken die onzekere, hunkerende meisjes doelbewust op in cafés of in de buurt van jeugdinstellingen en zorgen ervoor dat ze de banden met hun familie verbreken en zich voor hen gaan prostitueren. Omdat ze de meisjes zoveel aandacht schenken, voelen die zich niet uitgebuit. Het is het perfecte controlemiddel.

»Schuldbinding is een andere manier om slachtoffers in hun greep te houden, en wordt vaak gebruikt in Thailand. Om hun smokkelreis te betalen laten ze de meisjes torenhoge leningen afsluiten met als onderpand het huis van de ouders. Zodra ze hier zijn, moeten ze astronomische bedragen afbetalen. Doen ze dat niet, dan is hun familie alles kwijt.»

HUMO In dertig jaar tijd zijn de netwerken heel professioneel geworden.

Janssens «O ja, de amateurs zijn er allang tussenuit. Ze runnen de zaken als echte managers. We hebben een dossier gehad van een Thais reisagentschap dat slachtoffers ronselde in karaokebars in Bangkok en Pattaya en ze op bestelling aan massagesalons in België leverde. Ze hebben eigen vervoersmaatschappijen: privénetwerken van chauffeurs, auto’s en bootjes die de slachtoffers van het ene land naar het andere kunnen vervoeren. Ze hebben huizen in Italië waar slachtoffers worden verzameld en doorgestuurd naar België, Nederland of Frankrijk. Er zijn zelfs bendes die prostituees uitwisselen tussen verschillende landen. Het internet is ook een belangrijk werkinstrument geworden: daders rekruteren via Facebook, ze selecteren slachtoffers op basis van hun foto’s en zoeken contact met chatberichten. De meisjes worden dan via erotische datingsites en zelfs op Twitter aangeboden.

»Intussen blijven ze overheidspersoneel op ambassades en bij de douane omkopen, en werken ze samen met malafide advocaten, notarissen en visazwendelaars. Ze worden ook steeds spitsvondiger met zakelijke schijnconstructies om hun geldtransfers uit het vizier van de politie te houden. Sinds een jaar of zes hebben Afrikanen en Afghanen een systeem voor geldtransacties dat ze Black Western Union noemen: ze maken het geld via kapsalons en nachtwinkels in België over naar het thuisfront – zoals Western Union, maar dan via een ondergronds circuit.»

undefined

null Beeld

undefined

'Na het bezoek van koning Boudewijn is er veel veranderd'


Koffiekoek of cola

HUMO Hoe zijn de prijzen geëvolueerd? Is de 5 euro waar je het over had een uitzondering, Patsy?

Sörensen «Dat hangt echt af van de situatie. 5 euro is heel weinig, maar ik heb vrouwen gekend die het deden voor een koffiekoek of een cola. Die toestanden vind je vooral in de straatprostitutie, bij meisjes die niet in bars kunnen werken – dat is alleen weggelegd voor de allermooisten. Zij verdienen meer: tussen de 80 en de 150 euro, schat ik, afhankelijk van hoeveel de klant drinkt. Voor een fles champagne betaalt die 200 à 300 euro. Met wat geluk kunnen barmeisjes 1.000 à 2.000 euro per nacht verdienen. Maar het grootste deel van dat geld gaat naar hun pooier.

»Vrouwen in de vitrine zitten ertussenin: zij vragen rond de 50 euro per klant, maar als er weinig klanten zijn, laten ze hun prijzen zakken naar 20 à 30 euro.»

HUMO Er zijn meer meisjes dan vroeger. Is het Belgische hoerenlopersbestand ook aangegroeid?

Sörensen «Dat geloof ik niet, er is gewoon een ruimer aanbod. De klanten komen trouwens soms óók bij ons klagen, hoor. De mannen die verliefd worden op een prostituee en haar willen ‘redden’, zijn niet te tellen. Ik heb bedrijfsleiders gezien die hun zaak zijn kwijtgespeeld, die hun restaurant of hun fabriek moesten sluiten omdat al hun geld naar die ene vrouw is gegaan. Er zijn ook vrouwen die het spel een tijdje meespelen en plots met het geld verdwijnen.»

HUMO Vroeger werden de vrouwen nog met valse voorwendselen naar Europa gelokt, maar tegenwoordig weten de meisjes dat ze in de prostitutie gaan werken.

Sörensen «Dat klopt, en in theorie weten ze wat prostitutie is, maar eigenlijk hebben ze geen idee wat dat werk precies inhoudt en wat voor impact het op hun persoonlijke leven heeft. Dat besef dringt pas door als hun ‘madam’ met hen naar de winkel gaat om werkkledij te kopen: korte rokjes, sexy bloesjes… Achteraf zijn sommigen heel boos op zichzelf en beginnen ze zichzelf te haten. We zien meer en meer mensenhandelslachtoffers met psychologische problemen: depressie, schizofrenie, posttraumatische stress met psychotische stoornissen. Het Nigeriaanse meisje dat hier als 14-jarige is binnengekomen en nu 16 is, heeft een zwaar agressieprobleem door de opgekropte frustraties. Ze heeft al zeven begeleiders werkonbekwaam geslagen. Dankzij begeleid zelfstandig wonen gaat het nu beter met haar – tot je over de prostititutie begint, of over haar ouders.»

HUMO Hoe groot is de kans dat ze er ‘normaal’ uit komen?

Sörensen «Het lukt, na lange tijd. Dat is juist de kern van onze opdracht: we vangen die vrouwen een tijdje op in het tehuis, waar ze tot rust komen. Daarna spreken we heel voorzichtig over hun toekomst. Sommige vrouwen willen graag terug naar hun thuisland, anderen willen hier blijven en willen studeren of werken. We begeleiden hen daarin en zoeken een plek waar ze kunnen wonen. Daarvoor werken we samen met huiseigenaars die bereid zijn om appartementen te verhuren aan slachtoffers uit ons opvangprogramma.

»Er zijn wel succesverhalen: vrouwen die nu bij de politie werken of een eigen zaak opstarten, zoals een kapsalon of een nagelstudio. Eén van hen werkt nu zelfs bij de Europese Commissie. Veel Afrikaanse vrouwen willen in de eerste plaats een gezin, en de meesten slagen daar ook in en zijn gelukkig.»

HUMO Is de pakkans groter geworden voor vrouwenhandelaars?

Sörensen «De bestrijding is veel beter geworden, maar ook de netwerken worden slimmer. Die arrestaties en straffen helpen een tijdje, maar de vacante plaatsen worden opgevuld door nieuwe ronselaars, ‘madammen’ en meisjes.

»Als ik terugkijk op de voorbije dertig jaar, zie ik dat we wel wat hebben bereikt. Het meest trots ben ik op het Europese statuut voor slachtoffers van mensenhandel. De richtlijnen daarvoor zijn aan mijn keukentafel geschreven. Mensen zeggen me soms: ‘Patsy, je hebt iets verwezenlijkt, je kunt nu met een gerust hart doodgaan.’ Maar daarvoor is het nog veel te vroeg, ik heb nog massa’s dingen te doen.»

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234