'Inside Llewyn Davis': John Goodman
Nét als je denkt dat je de Beste Van Het Jaar hebt gezien – ‘Gravity’ – verschijnt er in de donkere zaal een andere, even magistrale film. ‘Inside Llewyn Davis’, de nieuwe, zielsaangrijpende prent van de gebroeders Coen, volgt een week uit het beklagenswaardige leven van een berooide zanger (Oscar Isaac) die anno 1961 ronddwaalt in de folkscene van Greenwich Village – op zoek naar een theelepeltje succes, een eierdopje erkenning, een beetje roem.
In de loop van de film kruist Llewyn Davis het pad van een legertje kleurrijke figuren, onder wie zijn ex Jean (Carey Mulligan), die om redenen die we hier niet gaan onthullen pissig op hem is, en een zich op krukken voortbewegende oude junk die wordt vertolkt door John Goodman. Die prachtige, geroutineerde acteur zou u moeten kennen van een ferm handvol Coen-films (‘Barton Fink’, ‘Raising Arizona’, ‘The Big Lebowski’, ‘The Hudsucker Proxy’ en ‘O Brother, Where Art Thou’), maar ook van mooie klassiekertjes als ‘True Stories’, ‘The Big Easy’, ‘Arachnophobia’, ‘Matinee’ en de legendarische sitcom ‘Roseanne’.
Desalniettemin zagen we het interview met enige bevreesdheid tegemoet: Goodman staat immers bekend als een uiterst lastige interviewee. Luttele minuten voor een PR-assistente ons zijn hotelsuite binnenduwt, krijgen we nog het horrorverhaal te horen van een Britse journalist die niets meer uit Goodman kreeg dan ‘Yes, sir’ en ‘No, sir’ en na een halfuur dan maar eigenhandig, en met tranen van wanhoop in de ogen, het interview beëindigde. En avant!
HUMO Meneer Goodman, klopt het dat de broers de rol van Roland Turner speciaal voor jou hebben geschreven?
John Goodman (stuurs) «Dat is toch wat ze mij hebben verteld. En waarom zouden ze liegen?»
HUMO De Coens bedenken als personage een zielige junk, en ze denken meteen aan jou? Flatterend.
Goodman «Wel, ze hadden me ook de hoofdrol kunnen geven – die van een rondzwervende artiest die niet aan de bak komt. Maar ik was helaas te oud. (Lacht!)»
HUMO De lange, magische autorit van New York naar Chicago tijdens dewelke jouw personage Llewyn ontmoet, vormt als het ware een meesterlijke kortfilm in de film. Hoelang duurde de opname?
Goodman «Hm, ik denk dat ik anderhalve week op de set heb gestaan. Het heeft me wel wat tijd gekost om de dialogen uit het hoofd te leren. Oorspronkelijk werd er tijdens die autorit veel meer gezegd, maar de broers hebben nogal wat dialogen weggeknipt. Dat typeert hen – ze mikken altijd op soberheid, spaarzaamheid.»
HUMO Je hebt in je carrière een heleboel memorabele figuren neergezet, maar het is onder de vleugels van de Coens dat je personages echt een iconische status bereikten: denk aan Charlie Meadows in ‘Barton Fink’ of Walter Sobchak uit ‘The Big Lebowski’. Heb je zelf ook het gevoel dat het op hun sets is dat je het mooist kunt pieken?
Goodman «Ja, maar dat ligt niet aan mij, maar aan de prachtige scènes die ze voor mij schrijven. Ik hoef eigenlijk nauwelijks iets te doen: het staat allemaal op papier. Ik vertrouw Joel en Ethan blindelings, en ik vertrouw blindelings het materiaal dat ze me aanreiken. En ik vertrouw hun oordeel – dat is misschien nog het belangrijkste. Als een regisseur je bijstuurt en je er rustig van kunt uitgaan dat die bijsturing ook echt nut heeft, maakt dat het werk een stuk comfortabeler.
»Plus: die jongens brengen me aan het lachen. Voor zulke cineasten span je je vanzelf tot het uiterste in; ik werk in ieder geval keihard om hen tevreden te stellen. (Denkt na) Nee, dat laatste is niet helemaal waar – ik sloof me helemaal niet uit op hun sets. Het gaat er net heel ontspannen aan toe. De Coens weten precies wat ze willen, en ze zijn erg goed in het verkrijgen ervan.»
HUMO De Coens laten traditioneel heel weinig los over de inhoud van hun films. Zijn ze meer openhartig met hun acteurs?
Goodman «Nee, ze hebben me gewoon het script opgestuurd. Meer heb ik ook niet nodig. Geef me een goeie pagina dialoog, en ik ga aan de slag.»
HUMO Je hoort regisseurs vaak zeggen dat ze drie dingen heel lastig vinden: werken met kinderen en dieren, én scènes opnemen in een rijdende auto.
Goodman «O, bij ons liep die opname van een leien dakje. Ze hadden gewoon een auto in een garage gezet, we klommen aan boord, en vervolgens begonnen enkele ploegleden aan de carrosserie te schudden, net zoals in de goeie ouwe tijd (lacht). Enkele andere medewerkers streken dan weer de hele tijd met lichten langs onze gezichten, zodat het leek alsof we ’s nachts over een verlichte highway reden.
»In de films van de jaren 40 en 50 zie je altijd heel duidelijk dat er met valse achtergronden werd gewerkt, maar toen ik het eindresultaat van deze opname onder ogen kreeg, stond ik perplex: het lijkt écht alsof we on the road zijn. Het zoveelste bewijs dat de Coens echte meesters zijn.»
HUMO De films van de Coens zijn altijd erg entertainend, maar tegelijk vind ik dat ze met de jaren ook wat droever worden, melancholischer. Denk aan ‘No Country for Old Men’, ‘A Serious Man’ en nu deze film. Wat denk jij?
Goodman «Daar heb ik nog niet over nagedacht. (Denkt na) Ik vond ‘A Serious Man’ erg grappig, maar ik ben het met je eens dat er ondertonen van droefheid inzaten.»
HUMO Zelf ontkennen de Coens ten stelligste dat ze melancholisch zijn geworden.
Goodman «En als dat zo zou zijn, zullen ze het zeker niet aan onze neuzen hangen. Maar is het niet mooi zo? Dat de broers zelf niets zeggen, maar hun films voor zich laten spreken?»
Bekijk de trailer: