Interview: Alleen Elvis blijft bestaan
De Amerikaanse media noemen haar één van de meest prominente wiskundigen van het land; nochtans is Ingrid Daubechies gewoon in Houthalen-Helchteren geboren en niet in Wilmington, Delaware. En ook al heeft ze de wereld een dienst bewezen met haar noeste geestesarbeid: Daubechies is niet wereldberoemd in haar geboorteland. Hopelijk brengt ‘Alleen Elvis’ daar verandering in.
U beseft het niet, maar ook u komt wellicht dagelijks in aanraking met Daubechies’ werk: ze maakte naam met de zogeheten Daubechies wavelet, de wiskundige beschrijving van een golfbeweging die nu wordt toegepast voor beeldcompressie – misschien doet JPEG 2000 een belletje rinkelen. Dankzij Daubechies bulkt het internet van de foto’s, zonder dat het ineenstuikt onder het gewicht van miljarden terrabytes. Daubechies was de eerste vrouwelijke voorzitster van the International Mathematical Union en is verbonden aan Duke University in North Carolina, maar het begon allemaal langs de Limburgse terrils, waar haar vader burgerlijk mijningenieur was.
Ingrid Daubechies «Ik heb lang gedacht dat ik ook die richting zou uitgaan, maar het is natuurkunde geworden: weten hoe de dingen werken, heeft me altijd veel meer gefascineerd dan weten hoe je nieuwe dingen moet bouwen.»
HUMO Het is u met de paplepel ingegeven.
Daubechies «Nee, het initiatief kwam van mij: ik stelde allerlei lastige vragen – waarom is de lucht blauw? – en mijn vader gaf antwoord. Ik herinner me bijvoorbeeld dat in onze auto aan de achteruitkijkspiegel zo’n plastic oranje tijgertje hing, de mascotte van Esso. Toen we op een avond door een neonverlichte straat reden, leek dat tijgertje ineens bleek-wit, waar ik enorm van schrok. Mijn vader heeft toen geduldig uitgelegd dat het tijgertje wit léék doordat het licht – dat ik doorgaans als wit kende – oranje was. Ik herinner me nog dat ik hem graag wilde geloven, maar ik was argwanend: ik ben de dag nadien toch maar ’ns gaan kijken of het tijgertje terug oranje was geworden. (lacht)»
HUMO Hoe bent u van de natuurkunde naar de wiskunde opgeschoven?
Daubechies «Ik was het meest van al geboeid door theoretische natuurkunde en wiskundige argumenten. Wat je dan eigenlijk doet, is wiskunde gebruiken om natuurkunde te begrijpen. Dat ís wiskunde: een manier om patronen te herkennen in to-taal verschillende domeinen. Zodra een natuurkundige niet meer met andere natuurkundigen praat, is hij of zij een toegepaste wiskundige: ik ben dus niet opgeschoven, ik heb gesprekspartners gevonden (lacht).»
HUMO Uw collega-wiskundige Stefaan Vaes legde in De Standaard zijn job als volgt uit: ik ga achter mijn bureau zitten met een blad papier en een potlood, praat met collega’s en probeer oplossingen te vinden voor problemen.
Daubechies «Dat is waar: ik praat ook heel veel met mijn collega’s. Het begint met een prikkel: je voelt dat er ergens iets zít, je vermoedt iets wat je zou moeten kunnen lospeuteren. Dat doe je met wiskundige argumenten, en het is handig als je die kan uitwisselen met collega’s. Het gaat er veel levendiger aan toe dan mensen zich voorstellen: wij gebruiken veel handgebaren en tekenen heelder borden vol.»
undefined
'Wiskunde zit ingebakken in de menselijke natuur'
HUMO Verveelt het stereotype van de wereldvreemde wiskundige u?
Daubechies «Het is een cliché natuurlijk, maar anderzijds is het wel zo dat iemand die sociaal onhandig is, in de wiskunde meer kans maakt op een grote carrière dan in andere domeinen. Gewoon omdat het kán. Voor een kruidenier of een arts ligt dat bijvoorbeeld veel moeilijker. Maar een voordeel is het niet: ook in de wiskunde tellen goede contacten en is samenwerking heel belangrijk.»
HUMO Veel wiskunde draait rond pure nieuwsgierigheid: het willen weten, zonder al te veel stil te staan bij eventueel economisch nut.
Daubechies «Evident, maar dat is toch iets wat iedereen herkent? Als je tegen een kind zegt: ‘Dat mag je niet doen om die of die reden’, zal het meteen proberen om een situatie of wereld te bedenken waarin de regel die je net hebt opgelegd níét telt. Eigenlijk is dat wiskunde: een puur logische oefening. Wiskunde zit ingebakken in de menselijke natuur.»
HUMO Uw werk kent wel praktische toepassingen: men kan zich geen wereld meer voorstellen zonder uw Daubechies wavelets. Denk maar aan het internet.
Daubechies «Ik kan me wél zo’n wereld voorstellen hoor: er zijn veel dingen die veel belangrijker zijn.»
undefined
undefined
''Toy Story 2' is belangrijk omdat men toen net was overgestapt naar een nieuw, gemakkelijk algoritme om figuurtjes voor te stellen in animatiefilms. Daarom gaan we er ook een fragment uit tonen.'
HUMO De FBI deed ook al zijn voordeel met uw werk. Ze hebben uw ideeën gebruikt om vingerafdrukken op te slaan in hun database.
Daubechies «Ja, inderdaad. Maar daar heb ik persoonlijk niets mee te maken: ze hebben zelf de theorie toegepast. Het was wel één van de eerste toepassingen.»
HUMO Uw wavelet wordt ook gebruikt om kunstvervalsingen te onderscheiden van originelen.
Daubechies «Ja, maar dat was de eerste toepassing in dat domein: we hebben intussen andere projecten in de kunstsector opgezet die ik veel boeiender vind. We werken bijvoorbeeld samen met de restaurateurs van Het Lam Gods: we hebben de tekst ontcijferd op het boek dat Maria vasthoudt en proberen nu om andere delen leesbaar te maken. Dat zijn geweldige projecten die wiskundig niet triviaal zijn, en bovendien maatschappelijk relevant.»
HUMO U bent zaterdag te gast in ‘Alleen Elvis blijft bestaan’. Gaat u er veel wiskunde in smokkelen?
Daubechies (denkt na) «Nee. We gaan een fragment van ‘Toy Story 2’ tonen, omwille van de animatietechniek die gebruikt wordt om de figuurtjes voor te stellen: eigenlijk zijn dat niet meer dan oppervlakten die wiskundig beschreven worden. ‘Toy Story 2’ is belangrijk in de zin dat men toen net was overgestapt naar een nieuw, gemakkelijk algoritme.»
HUMO U gaat ook een fragment van Akira Kurosawa tonen.
Daubechies «Een gewéldige regisseur. Ik heb hem leren kennen via zijn grote, epische films zoals ‘De zeven samoerai’, maar daarna ben ik op zoek gegaan naar zijn obscuurder werk, en zo ben ik bij ‘Ikiru’ terechtgekomen. Die film heeft me erg getroffen omdat het verhaal zo simpel is: een man verneemt dat hij nog maar een jaar te leven heeft, wil iets maken van die laatste maanden en ontdekt dat hij dat het best kan doen door mensen te helpen. Hij bouwt een stukje braakliggend terrein om tot een speelpleintje. Daar is wel een raakvlak met mijn leven, ja. Ik geloof in het proberen op te lossen van problemen, ik probeer ook behulpzaam te zijn. Soms zijn daar grootse dingen voor nodig, maar heel vaak volstaan kleine oplossingen. Kleine problemen één per één oplossen, dat kan een gigantische vooruitgang betekenen.»