Coronavirus
Ja, het warme weer kan het coronavirus afremmen, maar juich niet te vroeg
De zomer zal de epidemie hooguit licht dempen, hebben onderzoekers berekend. Die dip is ook maar tijdelijk.
Met een reeks warme dagen in het verschiet gloort bij menigeen toch weer de hoop: misschien drijven de hoge temperaturen het virus in het nauw. Immers, alle luchtweginfecties kennen een seizoenscyclus. De griep heerst als de R in de maand is en dooft ieder voorjaar weer uit. Ook veel verkoudheden die worden veroorzaakt door andere coronavirussen, volgen dat patroon. En lijkt het coronavirus, nu de zomer op het Europese continent is begonnen, niet op zijn retour?
Het korte antwoord op deze vraag, schreef de Amerikaanse epidemioloog Marc Lipsitch onlangs in een blog, luidt: ja, warmer, vochtiger weer zal de verspreiding van het virus dempen. En nee, verwacht daar niet te veel van. Bovendien: we kennen dit virus nog maar amper en er spelen meerdere factoren door elkaar.
Factor 1: het weer
In de winter is de lucht kouder en bevat ze minder vocht. Dat is een omstandigheid waar respiratoire virussen wel bij varen. Dat wil zeggen, voor het griepvirus is het verband met droge lucht aangetoond. Of diezelfde relatie ook voor dit coronavirus opgaat, is niet duidelijk. Daarnaast is er ’s zomers meer UV-straling van de zon en die is schadelijk voor de beschermende vetmantel van het virus.
Onderzoekers van de universiteit van Harvard hebben begin deze maand alle studies over corona en het weer geïnventariseerd. Hun conclusie: de zomer remt het virus, maar dat effect is bij lange na niet voldoende om de epidemie onder controle te krijgen. Zij beraamden dat elke graad boven 25 graden Celsius de reproductiefactor R 3,8 procent verlaagt. Bij dertig graden zou bijvoorbeeld een R van 1,2 net onder de 1 zakken. Voor UV-straling is het beeld diffuser. Bij gematigde zonneschijn stoort het UV-licht het virus, maar bij sterke straling is het effect averechts. “Vermoedelijk doordat mensen dan de schaduw of koelte binnen opzoeken en dichter op elkaar komen te zitten”, schrijven de onderzoekers.
Factor 2: het menselijk gedrag
In de zomer gaat iedereen naar buiten en houden mensen vanzelf meer afstand. Maar, merkte Lipsitch op, ’s zomers zijn de scholen dicht en kinderen zijn vaak de motor van een epidemie. De Mexicaanse griep uit 2009 bijvoorbeeld doofde in de zomer, deels vanwege de schoolvakantie, en kwam in september weer terug. Maar dat was een griepvirus. Veel overheden gaan ervan uit dat kinderen bij de verspreiding van dit nieuwe coronavirus een minimale rol spelen. Dat zou betekenen dat de zomerdip nu minder diep is.
Factor 3: het immuunsysteem
Het afweersysteem van de mens is er in de winter meestal slechter aan toe, schrijft Lipsitch. Door het gebrek aan zonlicht wordt er minder melatonine aangemaakt en sommige studies leggen een verband met het immuunsysteem. Dat verband is sterker met vitamine D waarvan de aanmaak in de winter ook minder is. Harde bewijzen ontbreken maar het lijkt erop dat de gemiddelde mens in de zomer iets beter gewapend is tegen virussen.
Factor 4: het virus zelf
Dit coronavirus is nieuw, een half jaar geleden had nog geen mens er antistoffen tegen. Het virus kon zich ongeremd verspreiden: elk besmet persoon infecteerde gemiddeld twee of drie anderen. Al die seizoensfactoren remmen de verspreiding hooguit met dertig procent, berekenden de onderzoekers van Harvard. Terwijl een reductie van zestig à zeventig procent nodig is om de opmars te stuiten. Pas als een grote groep na een besmetting weerstand heeft opgebouwd en het virus moeite krijgt een nieuw slachtoffer te vinden, gaan die factoren een rol spelen en zou dit coronavirus een seizoensritme kunnen krijgen.
Die kleine zomerdip heeft een gevaarlijke keerzijde, zei een van de onderzoekers deze week tegen het populair-wetenschappelijke Wired. “Het risico bestaat dat mensen nu denken dat ze wat ruimte kunnen nemen, maar als het virus in het najaar weer opveert, pakt het die ruimte terug.”