Jacques Borlée: 'Het beste moet nog komen. Op training breken Jonathan en Kevin al hun records'
2014 was niet het jaar van de Borlées. Zonder één medaille keerden Jonathan en Kevin terug van het Europees kampioenschap atletiek. Het begin van het einde voor het geslacht van de hoogbegaafde hardlopers? Niet volgens Jacques Borlée, de coach van zijn kroost: ‘Het was een jaar vol rijkdom.’
Eén dag na het Sportgala heeft Humo afspraak met Jacques Borlée (57) in een Brussels restaurant in het hart van een boekenwinkel. Exquise gerechten in een decor van eindeloze rijen boeken over de meest verscheiden onderwerpen. Hier houdt het jachten en jagen even op, zou je denken. Maar niet voor Borlée. Als tweevoudige ex-laureaat van het Gala heeft hij een duidelijke mening over de uitverkiezing van Marc Wilmots tot Coach van het Jaar: volkomen terecht. En de aanzwellende kritiek op de bondscoach is een brevet van onbekwaamheid voor zijn critici. Voilà!
'Als ik hoor dat er 12.500 nieuwe miljonairs in België zijn, denk ik: 'Zoveel te beter!' Wees blij dat het systeem nog werkt'
Jacques Borlée «Je stelt geen coach ter discussie die achtste op een WK Voetbal is geworden. Het is stupide kritiek, die er uitsluitend op gericht is meer kranten te verkopen. Laten we focussen op strategieën om het in de toekomst nog beter te doen. Kijk naar Duitsland: zij gebruiken de nieuwste technologie, zij investeren in sport, zij worden wereldkampioen.»
HUMO Is Wilmots tuk op nieuwe technologie?
Borlée (twijfelt) «Wilmots heeft als bondscoach weinig tijd om automatismen in zijn elftal te slijpen. In de voorbereiding zou hij een beroep moeten kunnen doen op simulatietechnieken. Dat doe ik ook als ik voor Anderlecht werk, als aanvulling op het werk van de coaches van de club. Ik bereid jonge talenten voor op topwedstrijden. En ik ontwikkel een soort PlayStation 3D om de tactiek in die wedstrijden te simuleren – voor Anderlecht en misschien ook voor de nationale ploeg.
»Het doel van die activiteiten is uiteindelijk: in Brussel de European Sports Academy oprichten, een kenniscentrum voor alle mogelijke takken van de topsport.»
HUMO U hebt onder anderen met Youri Tielemans gewerkt, het grootste talent in België.
Borlée «We hebben met toepassingen uit de neurowetenschappen het lichaam en de geest van een jonge voetballer beter op elkaar afgestemd, met name door de hersengolven te stimuleren: dergelijke golven – alfagolven – zorgen voor ontspanning. En een ontspannen voetballer kan zich beter concentreren. Dat zag je ook bij andere jongeren met wie ik heb samengewerkt. Het was interessant vast te stellen dat Andy Kawaya bij zijn grote debuut op het veld van Arsenal meteen zijn beste spel liet zien. Daar willen we naartoe: top zijn op topmomenten. Maar dat kan alleen in een klimaat van rust en sereniteit. Bij Anderlecht heb je een bestuur dat onder alle omstandigheden de rust bewaart.»
HUMO Bent uzelf zo’n rustig man?
Borlée «Ik streef naar rust, ja. Maar na de Olympische Spelen van 2012 hebben ze ons zo veel tegengewerkt, dat we hebben gezegd: fini. We hebben bewust het conflict met de federatie gezocht, er moest iets veranderen. En het heeft geloond: intussen zitten de juiste mensen op de juiste plaats.»
HUMO De oorlog met de Waalse atletiekfederatie is voorbij?
Borlée «Dat mag ik hopen. De familie Borlée staat voor zeventien internationale medailles, ze-ven-tien, en nog was de top van de federatie erop uit ons tegen te werken.»
HUMO Jaloezie?
Borlée (zucht) «Er zit geen piloot in het vliegtuig. Er is geen visie in de Belgische sport, iedereen doet maar wat, alles is versplinterd. En intussen maar klagen dat we geen medailles winnen. We doen niks met de knowhow van onze universiteiten, terwijl we de wetenschap nodig hebben. En: er zijn nog te veel problemen met doping. Doping maakt de sport kapot. We moeten daar keihard tegen optreden. Uitroeien, die kwaal.»
HUMO Is doping wel uit te roeien?
Borlée «De mens zal altijd vals spelen, dat krijg je er niet uit. Maar we moeten strenger straffen: op een positieve controle moet minimaal vier jaar schorsing volgen, de helft van een carrière.»
HUMO U heb zich laten ontvallen dat ook op de 400 meter, de afstand van uw zonen, atleten vals spelen. Meer bepaald: atleten uit de Caraïben.
Borlée «Ik stel vast dat het centrum van de doping zich heeft verplaatst van de Verenigde Staten naar de eilanden in de omtrek. Zelfs een blinde ziet dat. Maar de sport is nu wel schoner dan toen ik atleet was. In de jaren 80 was doping een verschrikking. Het wereldrecord van Marita Koch staat nog altijd op de tabellen. En dan zwijg ik nog van de 100 en de 200 meter. En wat bij de vrouwen gebeurde, gebeurde ook bij de mannen. Aan het einde van mijn carrière was ik gedegouteerd.»
HUMO Hebt u clean gelopen?
Borlée «Altijd.»
HUMO Nooit een zijsprongetje overwogen?
Borlée «Nee. Dat komt door de wijze waarop mijn vader me naar de dingen heeft leren kijken. Als we doping willen uitroeien, zal het via de opvoeding moeten gebeuren. Ik kom geregeld in Afrika, voor de mensen ginds is 10.000 euro een hoop geld. Ik heb begrip voor een Afrikaanse atleet die het toch doet. Of voor een zwarte Amerikaan die aan de armoede wil ontsnappen.»
HUMO Doping blijft niet beperkt tot arme zwarte atleten. Rusland organiseert het van staatswege, weten we sinds ‘Geheimsache Doping’, de spraakmakende documentaire op ARD.
Borlée «Een catastrofe. Maar ik blijf ervan overtuigd dat je ook zonder doping grote prestaties kunt neerzetten: mijn kinderen zijn er het bewijs van. Ik zal hen nooit tot doping aanzetten. Impossible. Als iemand uit mijn staf iets in die zin probeert, elimineer ik hem meteen.»
HUMO Uit de Duitse documentaire bleek ook dat dopingbestrijding op het hoogste niveau een kwestie van willekeur is. De internationale atletiekfederatie IAAF heeft, onder haar voorzitter Lamine Diack, een regime van sjoemelaars geïnstalleerd.
Borlée «Ik ken een Belgische dokter die bij de IAAF heeft gewerkt. Geweldige vent. Maar op een gegeven ogenblik heeft hij gezegd: trop is te veel. En hij is opgestapt. Als ik er met hem over begin, wil hij er niet dieper op ingaan. Maar in België zijn de jaren 80 voorbij, dat weet ik wel zeker. Toen ik vernam dat Thomas Van der Plaetsen aan teelbalkanker leed, geloofde ik hem op zijn woord. Ik heb geen moment gedacht dat hij zich gedopeerd had.»
HUMO Los van het geval-Van der Plaetsen, waarom zijn Belgen altijd cleaner dan de rest?
Borlée «In de jaren 80 dus niet, al heeft dat niet tot resultaten geleid. Doping levert niet automatisch winst op. Je moet weten waarmee je bezig bent. Ik kom nog eens terug op de alfagolven die ontspanning veroorzaken: als je het vermogen om je te ontspannen niet ontwikkelt, mag je zoveel doping nemen als je wil, het zal niks worden. Integendeel, de kans is groot dat je het benauwd krijgt. Dat de angst regeert. Weet u wat me het meest frappeerde in de zaak-Armstrong? Het dubbelleven dat hij leidde. Kuren, controles, wedstrijden – alles liep door elkaar. Er was weinig ruimte voor geluk in zijn bestaan.»
HUMO Armstrong had het over de prijs die je betaalt aan de top.
Borlée «Eén zin stoort me mateloos in het wielrennen: ‘Je fais le métier’ – alsof doping er nu eenmaal bij hoort. Ik ben dol op wielrennen, ik rijd zelf een beetje met de fiets, maar zo’n uitspraak werkt me danig op de zenuwen.
»Wij doen het anders, en we zijn verder geraakt dan ik voor mogelijk had gehouden. Ik had niet gedacht dat Jonathan 44,43 seconden en Kevin 44,56 seconden over de 400 meter zouden lopen. Jamais.»
HUMO Zegt de man van de straffe voorspellingen.
Borlée «En nu denk ik dat we nog verder zullen gaan: onder de 44 seconden. De wetenschappers met wie we samenwerken, overtuigen me dat zo’n progressie op ethische wijze mogelijk is. Als de rust is teruggekeerd, zullen we een hoger niveau bereiken. (Zwijgt) Het beste moet nog komen. Dat weet ik omdat Jonathan en Kevin deze winter op training al hun records breken.»
Zeker te zeker
HUMO Op de Olympische Spelen in Londen eindigden Kevin en Jonathan respectievelijk vijfde en zesde. Een mooi resultaat, maar het had ongetwijfeld beter gekund. Waarom waren ze toen niet op hun hoogste niveau?
Borlée «Vier jaar daarvoor, op de Olympische Spelen in Peking, verliep alles in een onwaarschijnlijke rust. Dat was in hoge mate te danken aan delegatieleider Christophe Delecluse: alles was tot in de puntjes geregeld. Wat daaruit voortkwam, is atletiekgeschiedenis: Tia Hellebaut won goud in het hoogspringen, de meisjes van de 4 x 100 meter pakten zilver, en wij eindigden vijfde met de 4 x 400 meter. De sfeer rond het Belgische team bracht ons naar de top. In Londen was het net omgekeerd: het gebrek aan rust is ons zuur opgebroken. Jammer, want mijn zoons verkeerden in bloedvorm. Normaal eindigen ze tweede en derde.»
HUMO Na de eerste reeksen zei u nog dat ze eerste en tweede zouden eindigen.
Borlée «Ik had nooit gedacht dat Kirani James zo sterk zou zijn (hij won goud, red.). Jonathan achtte ik in staat om 44,10 seconden te lopen, en als Kevin zijn start niet mist door een gebrek aan concentratie, loopt hij 44,40 seconden. Ik neem de schuld op mij: ik was te zeker van mijn stuk, ik anticipeerde niet meer op dingen die verkeerd konden gaan.»
HUMO Hebt u uw zonen niet te veel onder druk gezet?
Borlée «Misschien, maar ook zij wilden het allerhoogste: de medailles waren binnen handbereik, het grootste deel van de weg was afgelegd, alleen heb ik de rust niet tot het einde kunnen bewaren. Op een gegeven moment zeiden mijn zonen: ‘Papa, het is 25 graden op de kamer: we zweten ons kapot.’ Ik had meteen een mobiele airco moeten zoeken, maar wat deed ik? Niks.»
HUMO Maken zulke details het verschil tussen een medaille of een vijfde plaats?
Borlée (knikt) «Na de eerste reeks, waarin Jonathan zijn Belgische record liep, kreeg hij een contractuur. Het gevolg van te veel vochtverlies in een oververhitte kamer? Mogelijk. In Londen was er alleen druk, geen rust.»
HUMO De hele wereld keek met open mond naar de eeneiige tweeling in de finale van de 400 meter. Was uzelf voldoende toegerust om daarmee om te gaan?
Borlée «Nogmaals, ik was te zeker. Maar het is interessant om de analyse te maken: jullie denken dat het aan de druk lag, ik houd het op alle mogelijke problemen die mijn zonen omgaven. Er is geen steun voor toppers in de Belgische sport. Het is altijd bagarre, het gaat om macht. En dat werkt niet.»
HUMO Hebt u dan geen behoefte aan conflict om te presteren?
Borlée «Maar nee.»
HUMO Bent u nog zeker van uzelf?
Borlée «Ik laat mij omringen door een staf van uitzonderlijke mensen, daarin schuilt mijn kracht. Maar mijn staf weet wel wat hen te doen staat: Jacques Borlée leidt de manoeuvres – niemand anders.»
HUMO In 2014 brachten de Borlées geen medaille mee van het Europees kampioenschap. Het was lang geleden dat jullie op z’n moment ontgoochelden. Hoe kijkt u terug op het afgelopen jaar?
Borlée «Une année pleine de richesse. Vooral de comeback van mijn oudste dochter Olivia na vijf jaar blessureleed heeft me blij gemaakt. Wat een karakter! Ik voorspel je dat ze in 2015 haar beste seizoen zal lopen. Op het wereldkampioenschap estafette was Dylan fantastisch (de drie broers Borlée wonnen de B-finale met Julien Watrin, red.). Jonathan liep geweldig in april, maar werd daarna zwaar ziek. En Kevin was veruit de beste op het Europees kampioenschap, maar in de halve finale is hij als een straaljager vertrokken: zo’n stommiteit betaal je cash.»
HUMO Jonathan en Kevin konden niet verkroppen dat de federatie weigerde de geblesseerde Dylan mee naar de Europese kampioenschappen te sturen. Dat hakte er blijkbaar fors in.
Borlée «Wij waren ervan overtuigd dat hij wel op tijd klaar zou zijn, maar ze geloofden ons niet. ‘Waar is het respect?’ vroeg Jonathan. ‘Na alles wat wij hebben gepresteerd.’ (Zwijgt) Het is zwaar geweest dit jaar. De jongens kampten met een burn-out, ze wilden niet meer lopen.»
HUMO Wilden ze voorgoed stoppen met lopen?
Borlée «Zover is het gelukkig niet gekomen. Weet u wanneer die burn-out er kwam? Toen alle plooien met de federatie waren gladgestreken. Als je een tegenstander hebt, weet je wat je te doen staat: je gaat de strijd aan. Maar wat doe je zonder strijd?
»Kevin was top voor de Memorial 2014. Maar net op dat moment overleed zijn grootmoeder: zo’n gebeurtenis snijdt je de benen af. De jongens hebben haar de laatste weken van haar leven elke dag bezocht. U moet weten: mijn moeder was zelf ook een deel van een tweeling. Ze had een speciale band met hen.»
HUMO Wat is speciaal?
Borlée «Tweelingen zijn complexe wezens van wie de gevoelens en gedragingen niet een-twee-drie te duiden zijn. Als ze elkaar uitschelden, zeggen ze eigenlijk dat ze van elkaar houden: ‘Ik kan je kop niet zien, maar kom hier dat ik je in mijn armen neem.’ Mijn moeder heeft met haar zus hetzelfde beleefd. Als ze met mijn zonen samen was, voelde je dat ze iets bijzonders deelden. Mijn moeder praatte over de tweeling alsof het haar zonen waren. ‘Ne t’occupe pas,’ zei ik (lacht).
»Wat ik zo bijzonder aan de jongens vind, is dat ze allebei op het hoogste niveau presteren. Dat is uniek in de wereld. Meestal steekt ofwel de ene er bovenuit, ofwel de andere, nooit excelleren ze alle twee.»
HUMO Dat is uw grote verdienste. Hoe bent u daarin geslaagd?
Borlée «Door ze, op aanraden van experts, als individuen te benaderen. We schikken ons naar hun unieke psychologie en morfologie. Ze lijken op elkaar, maar ze gedragen zich volkomen anders. Kevin wil een uitleg voor alles wat hij op training doet, Jonathan niet. Hij wil werken op zijn gevoel.»
HUMO Intuïtie versus rede?
Borlée «Ik vraag me af: ben ik als coach wel goed genoeg voor allebei? Soms heb ik het gevoel dat ik beter voor de ene ben dan voor de andere. Op het wereldkampioenschap in Moskou in 2013, bijvoorbeeld, werkte ik perfect samen met Jonathan, op het Europees kampioenschap in Barcelona in 2010 klikte het dan weer voor 100 procent met Kevin (in Moskou werd Jonathan vierde, in Barcelona werd Kevin eerste, red.).»
Nog 10 jaar Borlées
HUMO U bent vader en trainer van een eeneiige tweeling en nog een andere zoon. Wordt het soms niet te ingewikkeld?
Borlée «Op hetzelfde nummer, nota bene. Ik heb Kevin vriendelijk gevraagd of hij de 800 meter niet zag zitten. En Dylan wat hij van de horden dacht. Maar nee, ze moesten en zouden de 400 meter lopen – jammer voor mij (lacht). Nee, serieus: alles is ingewikkelder sinds Dylan erbij is gekomen.»
HUMO Three is a crowd?
Borlée «Bon, je hebt al Olivia met haar opmerkelijke carrière. Daarna komen Jonathan en Kevin, ook niet de minsten. En nu zit de vierde eraan te komen: er zullen nog tien jaar lang Borlées rondlopen. Als ik me in de mensen van de federatie verplaats, moet dat behoorlijk bedreigend zijn. Want ik wil vooruit, ik duld geen gepruts.»
HUMO Wat voor type atleet is Dylan?
Borlée «Als alles naar wens verloopt, is hij uiterst kalm. Hij is gemotiveerd, pikt elk woord van me op. En hij kijkt ontzettend tegen zijn broers op: hij bewondert ze te veel, volgens mij.»
HUMO Heeft hij dezelfde mogelijkheden als zij?
Borlée «Als je 1,90 meter groot bent, 10 centimeter groter dan je broers, kun je de 400 meter in tien passen minder lopen.»
HUMO Dus: hij kan sneller?
Borlée «We hebben zijn passen nog niet verlengd, omdat hij nog te veel met zijn techniek worstelt, maar de dag dat hij ze met vijf à tien centimeter verlengt, zal hij vóór zijn broers eindigen. (Stil) Ik weet niet hoe dat zal aflopen.»
HUMO Hij heeft de gestalte van wereldrecordhouder Michael Johnson.
Borlée «Hij is 6 centimeter groter dan Michael Johnson.»
HUMO U kent Johnson. Is Dylan voor hem de man van de toekomst?
Borlée (negeert de vraag) «Er is meer dan alleen het fysieke aspect. Het is ook een mentale kwestie. Hoe zal Dylan zich tegenover zijn broers verhouden? Zal hij zich ontpoppen als een concurrent? Een voordeel is wel dat ze de hele tijd met z’n drieën kunnen trainen. Het blijft onwaarschijnlijk: drie Borlées, drie 400 meterlopers, c’est pas possible quand-même. Normaal heb je een land nodig om vier goede estafettelopers te vinden, hier volstaat een gezin.»
HUMO U hebt voor uw zonen ook een financiële constructie opgezet waardoor ze evenveel verdienen als ‘een betere voetballer bij Anderlecht’. Dat is geen geringe prestatie.
Borlée «We hebben een manager die snapt waarmee we bezig zijn: onze sponsors zijn allemaal gevoelig voor het familiale aspect. Wij zijn een gezin, dat appelleert aan de verbeelding van het brede publiek: ‘Misschien kunnen wij het ook.’ Laatst waren onze twaalf commerciële partners allemaal aanwezig op het jaarlijkse feest van de Borlées. Het was een écht feest, met veel warmte en intense gevoelens. Dat vind ik belangrijk, net als de manier waarop we presteren. Je moet prestaties in perspectief plaatsen, je moet iets bijdragen aan de samenleving. Aan het land, waar het zo goed leven is. Ik zeg altijd: ‘België is een land met sympathieke mensen van Oostende tot Aarlen.’ Oké, België verkeert in crisis, we zullen hard moeten werken om onze welvaart te behouden, maar we moeten ook weer durven te hopen. Als je mensen laat hopen, zijn ze tot veel in staat. Quand vous voyez la lumière, vous êtes prêt à y aller. Bart De Wever heet een man van de communicatie te zijn, maar dat mis ik toch in zijn discours: nieuwe hoopgevende projecten.»
HUMO Wat vindt u van De Wever zijn discours?
Borlée «Ik mag hem wel, hij zegt waar het op staat, maar hij betoont te weinig respect voor de Franstaligen. Wat er ook gebeurt: Wallonië zal altijd naast Vlaanderen blijven liggen. Een economische wet zegt: je hebt er zelf alle belang bij dat je buur rijk is.
»Ook aan Franstalige kant moet het anders: er moet weer respect voor arbeid komen. Respect voor mensen die goed verdienen. Als ik verneem dat er 12.500 nieuwe miljonairs in België zijn, denk ik: ‘Zoveel te beter!’ Waarom zou dat een schandaal zijn? Nee, wees blij dat het systeem nog werkt.»
Klappenvanger
HUMO Blijft u de coach van uw zonen?
Borlée «Zolang zij dat willen. In elk geval: voor mij is het geen zorg.»
HUMO In de RTBF-film ‘Une affaire de famille’ vraagt u voor het oog van de camera aan Michael Johnson of zijn oud-trainer, Clyde Hart, geen belangstelling heeft om het over te nemen.
Borlée «Ik wil niet de vader zijn die zijn zonen verhindert zich ten volle te ontwikkelen. U moet er eens op letten: als alles goed gaat, zie je me niet. Maar als het slecht gaat, vang ik de klappen op. Dan sta ik op de eerste rij, omdat dat mijn rol is. Maar mijn rol is ook: opstappen als er een beter alternatief is. Laatst heb ik het hun nog eens expliciet gevraagd. ‘Nee,’ zeiden ze, ‘we zijn gelukkig zoals het nu is.’»
HUMO Wie bent u voor uw kinderen: coach of vader?
Borlée «Ik switch voortdurend, van coach naar vader en terug. Ik zou zeggen: fiftyfifty.»
HUMO Dat klinkt behoorlijk schizofreen.
Borlée «De psycholoog in mijn staf zegt: ‘Maak dat het onderscheid duidelijk is.’ Als ik een mail verstuur, moeten ze zien dat het van de coach komt. Dan gaat het over training. Ik mail niet over persoonlijke aangelegenheden.»
HUMO Zal u, als vader, nog gelukkig zijn als uw kinderen niet meer presteren?
Borlée (knikt) «Ik ben van mijn vrouw gescheiden toen de kinderen nog jong waren. Mijn ex-vrouw is met hen in de Ardennen gaan wonen, 150 kilometer bij me vandaan. Maar ik reed wel drie keer per week naar daar om ze te zien. Ze speelden toen voetbal. Wel, ik nam het fysieke gedeelte van de training voor mijn rekening. Ik heb hun wedstrijden gezien, inmiddels weet ik elk voetbalveldje in de Ardennen liggen. Ik ben met hen van Louvain-la-Neuve naar Brussel gefietst toen ze 8 jaar waren. En vier jaar later van de Baraque Fraiture naar Brussel. We hebben nogal aparte dingen gedaan. En ook al hadden ze er soms genoeg van, ik dreef door. Daarom heb ik zo’n band: we hebben samen gelopen, samen gezwommen, samen gefietst. Zo leer je elkaar kennen: je verstaat elkaar zonder woorden.»
HUMO Wat is het geheim van de Borlées: de genen?
Borlée «Er is talent, ongetwijfeld. Maar dan heb je het over 20 procent. De rest is hard werk. En een geheim? Ik heb een onverwoestbare liefde voor de sport. Wat ik met mijn gezin bereik, zou ik graag delen met de beste Vlamingen en Franstaligen: technologie in de sport brengen die later een meerwaarde voor de samenleving is.»
HUMO Dat is uw missie, hè?
Borlée «Kijk, ik heb het plezier dat ik de Belgische kampioen op de 100 meter, een Congolees van geboorte, mag trainen (Chamberry Muaka, red.). Ik mag hem mijn methode overbrengen, mijn passie, mijn liefde. Fantastisch, toch? Ik heb zelf zeven kinderen. Het mooiste is: hen tot volle wasdom laten komen, elk op zijn manier.»
HUMO Zeven?
Borlée «Moet je een beetje gek voor zijn (lacht). Maar ik amuseer me met die gasten. Ik doe niks liever dan af en toe hun voeten of hun rug masseren. Als Olivia, de oudste, bij me thuiskomt, trekt ze gelijk haar schoenen uit: ‘Papa, masse-moi les pieds.’ Het gaat om kleine dingen in het leven, niet om geld.
»Vijftien jaar geleden heb ik een faillissement gehad. Dat waren barre tijden. Maar we gingen wel met de kinderen op vakantie. In de camionette! En we gingen samen rennen in de bossen. Of fietsen. We hebben een gemeenschappelijk verleden.»
HUMO En zij zijn het niet vergeten?
Borlée «Nee.»
HUMO Bent u nooit wanhopig geweest, meneer Borlée?
Borlée «Ik ben het type mens dat, onder alle omstandigheden, het licht ziet. Dat heb ik van mijn moeder: zij was ook een onverbeterlijke optimiste. Er zijn twee categorieën mensen. Mensen die, als je hen iets nieuws voorstelt, dat voorstel gelijk afwimpelen. En mensen die het weleens willen proberen. Ik behoor tot de laatste categorie. It is possible, dat is mijn credo.»
HUMO Dacht u dat ook toen u op een donkere winterochtend weer eens naar de Ardennen reed?
Borlée «Ik zal u een anekdote vertellen. Op een dag ga ik mijn dochter in de Ardennen halen voor een training in Flanders Indoor in Gent. Ik rijd lek ter hoogte van Baraque Fraiture. Al lachend zeg ik tegen Olivia: ‘Hopelijk rijd ik straks niet nog eens lek: ik heb geen reserveband meer.’ Bon, enkele uren later zet ik haar thuis af, ik rijd terug en knal! Weer lek. Ik bel een vriend, die me naar de Gare Guillemins in Luik brengt. Daar heb ik, in afwachting van de eerste trein naar Brussel, een nacht op het perron geslapen. Tussen de clochards. Maar het licht is nooit uitgegaan, echt niet. Mijn liefde voor de gasten dreef me. En de projecten die ik mezelf in het vooruitzicht stelde – je vis tout le temps des projets. Ik verzin de hele tijd nieuwe dingen, maar sport blijft wel de motor. Sport heeft me een ongelofelijke kracht gegeven. Als adolescent heeft ze me op het rechte pad gehouden, later heeft ze me gered.
»Mensen snappen dat niet altijd. Toen ik als tenniscoach begon, liet ik de jongens om 7 uur ’s ochtends opdraven. Johan Van Herck knapte daar helemaal op af. ‘Ben je gek?’ riep hij. Waarop ik: ‘Als je het er niet mee eens bent, zoek je maar een andere coach.’ Zo ben ik: alles voor de sport.
»Het nadeel van die aanpak is: je moet zelf het goede voorbeeld geven. Op stage ga ik als eerste naar bed en ben ik als eerste weer op: op Lanzarote ga ik om 6 uur ’s ochtends joggen. Ik let op mijn gewicht, ik drink niet. Als ik dat niet zou doen, zou ik niet het uiterste van mijn atleten kunnen vragen.»
HUMO Doet het nog pijn dat u het zelf niet hebt gemaakt als atleet?
Borlée «Ik ben ongetwijfeld een gefrustreerde atleet, ja, dat wilden jullie toch vragen? (lacht) Ik wilde naar de top, dat was mijn diepste wens, maar het is niet gelukt. Mensen hebben me voorgesteld doping te nemen, maar ik heb dat afgeslagen. Het strookte niet met mijn principes. Ik dacht dat je er kon komen zonder.»
HUMO U hebt het niet gehaald omdat u niks nam?
Borlée (hoofdschuddend) «Omdat ik niet genoeg talent had. Als ik naar mijn zonen kijk, zie ik het verschil: zij hebben talent.»