James Holden, curator van Sonic City: de 10 platen die zijn leven veranderden
Beleefde mensen: ze komen minder vaak in de buurt van onze dictafoon dan u zou denken, maar met James Holden hadden we er nog eens eentje te pakken. Wanneer we hem vragen naar de 10 platen die zijn leven veranderden, excuseert hij zich voor zijn obscure keuzes.
Suicide ‘Suicide’ (1977)
James Holden (35) «Ik zag Suicide een paar jaar geleden nog in het voorprogramma van Iggy Pop: ze veegden de vloer met hem aan, man. Alan Vega van Suicide is ondertussen proper old, en niet meer zo gezond als vroeger, maar de songs klonken zo strak, hard en genadeloos dat Iggy Pop wel een verzekeringsagent leek die een paar popliedjes kwam zingen. Dat is ook de kracht van de eerste Suicide-plaat: ze doet heel veel andere platen oud en zwak lijken.
»Het is moeilijk om uit te leggen waarom Suicide zo goed is – het is áltijd moeilijk om in woorden te vatten waarom een punkband beter is dan doorsnee. Het heeft met getoonzet charisma te maken, denk ik, met de koppigheid om voortdurend hetzelfde doel na te jagen. De muziek klinkt industrieel, mechanisch, eenkennig, maar tegelijk zit ze vol leven. ‘Frankie Teardrop’ is nu trouwens nog altijd een even goede polemiek over armoede en ongelijkheid als eind jaren zeventig. Zo hard is de wereld nu ook weer niet veranderd.»
Harmonia ‘Musik von Harmonia’ (1974)
Holden «Leren kennen door mijn kapper: Harmonia, een krautrocksupergroep met onder meer Michael Rother van Neu!. Nu worden er in mijn muziek vaak krautrockinvloeden aangestipt, maar het ironische is dat ik er uit koppigheid en snobisme lang niet naar heb willen luisteren. Ik associeerde het genre met progrock, en met mijn beeld van het soort mensen dat daarnaar luistert. Ik ging ervan uit dat Can, Neu! en Harmonia wel net zo slecht zouden zijn als Pink Floyd, terwijl ik ze niet eens gehoord had. Als je jong bent, hang je je identiteit op aan het soort muziek waarvan je denkt dat het je ware is, de rest blok je af. Ik schaam me, eerlijk waar. In dezelfde periode dat ik Harmonia leerde kennen – ik was halverwege de twintig – zijn veel van mijn oogkleppen afgevallen. Like a second falling in love with music.»
HUMO Brian Eno, niet gestorven van zijn eerste hyperbool, noemde hen eens ’s werelds belangrijkste rockgroep.
Holden «Hij heeft een punt. Zet de radio eens op, en switch naar tien verschillende zenders: negen ervan zullen een song spelen van een groep die zonder Harmonia niet had bestaan. Ze hebben de elektronische muziek uitgevonden, niets meer en niets minder. (Denkt na) Misschien is dat ook weer overdreven, maar, ja zeg, het is voor de goede zaak.»
Mogwai ‘Young Team’ (1997)
Holden «De studententijd is een interessante periode. Je ontmoet op korte tijd veel mensen met heel uiteenlopende muzieksmaken, waardoor je voortdurend nieuwe dingen leert kennen. Niet alles zal je aanspreken, maar het is op zijn minst interessanter dan de middelbare school, waar iedereen maar blijft zagen over stront als The Verve. Van alles waar ik in die jaren naar begon te luisteren, sneed Mogwai het diepst. Later zijn ze hun muziek – al dan niet doelbewust – wat gaan afvlakken, maar ten tijde van ‘Young Team’ was hun sound nog rafelig, hoekig, hardcore en bijna spastisch. Emo ook, voor emo emo werd. Een plaat die mij toen, en eigenlijk nog steeds, mateloos fascineerde.»
HUMO Hoe ver ging die fascinatie toen?
Holden «Heel ver: ik heb zelfs een paar Mogwai-platen gemáákt. Op de computer – ik had geen vrienden die muziek konden spelen, dus een echte band zat er sowieso niet in. Het zijn geen platen die ik nu nog aan iemand durf te laten horen, maar ze hebben me wel veel over producen geleerd, over hoe je schijnbaar willekeurige geluiden aan elkaar kunt kleven en daar iets nieuws kunt mee maken.»
Don Cherry & Latif Khan ‘Music/Sangam’ (1978)
Holden «Voor mij een hoogtepunt uit het tijdperk dat jazz met spiritualiteit experimenteerde. Sommige platen van Don Cherry – de stiefvader van Neneh, en zelf een legendarische jazztrompettist die heeft samengewerkt met Ornette Coleman, John Coltrane en Lou Reed – bevatten te veel levenslessen over het Kosmische Wonder, en over Eén Worden Met Het Universum, maar ‘Music/Sangam’ is redelijk clean. De sfeerzetting is subtiel, maar ze zuigt je zo mee in de songs. Vooral ‘Air Mail’, dat ik vaak op eternal repeat zet. Het is geen sinecure om muzikale culturen uit verschillende delen van de wereld met elkaar te combineren, het resultaat klinkt al snel als het muzikale equivalent van de cheape souvenirs die je in de luchthaven vindt. Maar Don Cherry en Latif Khan komen ermee weg.»
PJ Harvey ‘Let England Shake’ (2011)
Holden «Ik heb haar altijd goed gevonden, maar doorheen haar carrière merk je een gestage en duidelijke vooruitgang. Ze werd met elke plaat een beetje beter, en ter hoogte van ‘Let England Shake’ stond ze op het hoogtepunt van haar kunnen. Meesterlijk op elk vlak. De teksten, de melodie, de bewust heel Britse, bijna antieke sfeer, en vooral ook de productie: mijlen voorsprong op het peloton. Het is een erg ambitieuze, hoog reikende plaat. Ze verdient krediet voor die ambities, en voor de onwaarschijnlijke vaststelling dat ze ze ook nog eens heeft waargemaakt.»
HUMO Het is de enige plaat in deze lijst waar de teksten echt belangrijk zijn.
Holden «Een paar weken geleden heb ik voor het eerst karaoke gezongen. Een ervaring die bevestigde wat ik al vermoedde: dat heel weinig songs een meerwaarde vinden in hun teksten. Meestal zijn het gewoon woorden die goed passen bij de melodie, maar als je erop gaat letten – en tijdens de karaoke kan je er niet naast kijken – is het meestal grote onzin. Ik overdrijf niet als ik zeg dat ongeveer één song op de honderd béter wordt door de teksten die erbij horen. ‘My Way’ is vanzelfsprekend zo’n voorbeeld. En ‘All Along the Watchtower’. En het hele ‘Let England Shake’ mag daar ook bij.»
Charlemagne Palestine ‘Strumming Music’ (1974)
Holden «Pas een paar jaar geleden leren kennen. Een tijdschrift publiceerde een lijst met de honderd beste platen uit de seventies, en ik schrok toen ik besefte dat ik er een stuk of dertig nog nooit gehoord had. Ik heb ze meteen alle dertig in huis gehaald. Dat was in de periode dat ik even was gestopt met dj’en. Ik moest niet meer elke dag krampachtig op zoek naar nieuwe, originele, obscure technosongs, waardoor er tijd vrijkwam voor oude stuff. Ik ging toen meer echt van muziek genieten – als het niet moet voor je job, is het vrijblijvender. En echt genot is altijd vrijblijvend.»
HUMO Dit is met voorsprong de ‘moeilijkste’ plaat in deze lijst.
Holden «Charlemagne Palestine is een oude minimalist uit New York. Heel bijzondere mens, en op ‘Strumming Music’ hoor je hem dik drie kwartier op de piano variëren tussen twee noten. Je zou het niet zeggen, maar dat leidt tot extreem complexe harmonieën en auditief zeer bevredigende noise. Van een intensiteit waarvan je bijna niet gelooft dat ze wordt voortgebracht door slechts één man en zijn piano. ‘Strumming Music’ heeft ook wat ik destijds zo fantastisch vond aan ‘Young Team’ van Mogwai. Maar je moet ruimte voor jezelf creëren om de plaat toe te laten: zet ze op terwijl je iets anders aan het doen bent, en het gaat klinken als een overstuurde en nooit eindigende radiojingle.»
Vessel ‘Punish, Honey’ (2014)
Holden «Er zijn nogal wat overeenkomsten tussen ‘Punish, Honey’ en mijn eigen ‘The Inheritors’ van vorig jaar. Elektronica met een bepaald soort folk- en pagan invloeden. Tegelijk donker en melodisch. Veel distortion en zo, maar ook heel organisch. Meestal heb ik er een hekel aan als andermans muziek dicht bij de mijne komt, omdat ze op bepaalde vlakken onvermijdelijk ook afwijkt van hoe ik het heb aangepakt. En de reden waarom ik het anders heb aangepakt, is omdat de alternatieven volgens mij niet wérken. Tegelijk voel ik ook eigendomsdrang over het soort muziek dat ik maak: ‘Het is mijn territorium, scheer je weg! Ruik je de pis niet?’ Maar Vessel is de uitzondering: ‘Punish, Honey’ is een onwaarschijnlijk straffe plaat, en het heeft me de ogen geopend over een genre waarvan ik dacht alles te weten.
»Ik heb Vessel uitgenodigd voor Sonic City, omdat ik weet dat hij ook live intens uit de hoek komt. Ik wou geen elektronica-artiesten die op het podium maar wat voor de vorm aan knoppen staan te draaien.»
Hieroglyphic Being ‘The Seer of Cosmic Visions’ (2014)
Holden «Ik word oud, man. Heb alles al eens gehoord. Waar ik ook luister: rehashes of old shit. En het gebeurt overal! In de muziek, de kunst, de film, op televisie... ‘The Simpsons’ bestaan al zo lang dat ze alle denkbare facetten van het menselijke bestaan al vijf keer behandeld hebben. Geen nieuw terrein meer in zicht, maar ze blijven hetzelfde oude brood opnieuw verpakken. Daarom voelt wat Jamal Moss of Hieroglyphic Being op ‘The Seer’ doet zo goed aan. De mens heeft een compleet nieuwe muzikale taal uitgevonden. De enige vergelijking die steek houdt, is die met Sun Ra: die staat ook zo op zichzelf dat niemand hem ooit zal kunnen kopiëren – er is geen beginnen aan. Hieroglyphic Being is daar het techno-equivalent van. Grote stukken van ‘The Seer’ klinken op bepaalde vlakken bijna fout, maar dat hij ermee wegkomt, maakt het net zo briljant. Wie in 2014 muziek weet te maken die nog niet bestond, verdient het altijd om in dit soort lijsten te staan.»
BEAK> ‘>>’ (2012)
Holden «Ik was net naar deze plaat aan het luisteren toen de mail voor dit interview binnenkwam; het werd meteen de eerste naam voor deze lijst. BEAK> is de groep rond Geoff Barrow van Portishead. En Portishead was zeer belangrijk tijdens mijn jeugd. Alleen al de vaststelling dat ze voor hun tweede plaat, en later ook nog eens voor hun derde, hun geluid radicaal veranderd hadden, geen rekening hielden met marketing en andere verwachtingen, en daar ook nog eens redelijk agressief mee omsprongen – ‘te nemen of te laten’. Dat heeft indruk op me gemaakt. Het heeft ervoor gezorgd dat ik bij het woord ‘integriteit’ altijd eerst aan Portishead denk. BEAK> is daar een beetje de voortzetting van. Het is een dad hobby van Geoff, iets waar hij voor zichzelf op zijn hobbyzolder aan zit te prutsen. Het klinkt trouwens niet eens bijster origineel; bij momenten is het in de eerste plaats een soort hommage aan zijn eigen favoriete muziek. Maar als hij het doet, werkt het.»
Terry Riley ‘Shri Camel: Morning Corona’ (1976)
Holden «Terry Riley is een van de uitvinders van het minimalisme, dus we zouden hem allemaal dankbaar moeten zijn. Hij was dus een collega van Steve Reich, maar terwijl de muziek van die laatste vaak kil en afstandelijk klinkt en alleen op de hersenen mikt, werkt de muziek van Riley ook in op het hart. Heel spirituele, menselijke, verbonden muziek, die je vóélt. Tevens muziek waarvan je nooit zou zeggen dat ze 38 jaar oud is: de tijd heeft er geen vat op, omdat ze zo puur is. Geen ballast, niets dat het doet vasthaken aan de tijd waarin het gemaakt werd, niets dan het hoogst noodzakelijke.»
HUMO Ik heb bij het voorbereiden van dit stuk geleerd dat ‘Baba O’Riley’, het nummer van The Who, ten dele naar Terry Riley genoemd werd.
Holden «Ga weg! Dat wist ik niet. Maar ik ben blij voor hem.»