Jan Mulder: 'Marco van Basten kan vertellen als de beste'
De beste voetballer ter wereld kruipt op handen en knieën naar de badkamer. Het duurt twee minuten voor de wc in zicht komt.
Maandagochtend 21 oktober rinkelt mijn telefoon. Ik neem op en zeg: ‘Hallo.’ Het is een seconde stil aan de andere kant. Dan, zacht: ‘Met Marco van Basten.’
Het gebeurt niet zo vaak meer dat ik door een populaire muziekzender word gebeld en de dj van dienst met de stem van Ronald Koeman, Kim Clijsters of een andere bekende persoon een gesprek begint over een actueel onderwerp, maar we zijn nog altijd op onze hoede: ‘Hai.’
‘Hoe gaat het met je?’
‘Goed. En met jou?’
‘Ik heb een boek geschreven.’
Het is nu zeker: een imitator. Marco van Basten schrijft geen boeken en wanneer iemand het idee krijgt er eentje over hem te maken, slaat hij het voorstel meteen af, nu al dertig jaar lang
‘Een boek. Leuk voor je.’
‘Ja, het was tijd om eens achterom te kijken.’ Stilte. Ik geef geen krimp.
‘Zou je er een stukje uit willen voorlezen op de presentatie in de stadsschouwburg? Jij bent ook voetballer geweest én ik las altijd je columns in Playboy.’
Hier klopt weer niks van. Mannen lezen Playboy voor de interviews. Twee dagen later ligt het manuscript van zijn autobiografie in mijn brievenbus. Sinterklaas en Kerst komen eraan. Met de bijbehorende vloedgolf boeken. De weelde waarin de uitgevers van het voetbalboek verkeren, is begonnen met het enorme succes van Michel van Egmond en zijn bestsellers ‘Gijp’ en ‘Kieft’. Honderdduizenden die nooit lazen, lezen nu de biografieën van Cruijff, Keizer, Bergkamp en Frenkie, ‘Hoi Papa: De herrijzenis van Michel Boerebach’, ‘Vechtlust’ over Fernando Ricksen, ‘John van Zweden: Behangkoning in de Premier League’, ‘Jan Boskamp – Geen gezeik’, ‘Het kan niet waar zijn’ over Kristen Nygaard’, ‘Cees Kick: De George Best van de Lage Landen’, ‘Van Arsenal naar de bajes’ over Glenn Helder. En één dezer dagen verschijnt dus ook ‘Basta’, het door Edwin Schoon opgetekende levensverhaal van Marco van Basten.
In de vorige week uitgebrachte biografie ‘Johan Cruijff’ van Auke Kok is een episode gewijd aan de onverzadigbare vrouwenliefhebber Cruijff – Johan was ook een mens, goed om te weten. De narigheid van Marco van Basten zit in zijn enkel, een ruïne omdat hij per se de allerbeste wilde worden. Chirurgen en kwakzalvers, ijzeren pinnen en machinale schoonmakers storten zich hoofdstuk na hoofdstuk op het arme gewricht. Pijnlijk zijn de ijskoude botsingen met Cruijff, God, De Mos, Van Gaal, Sacchi en de volgens Van Basten tactisch zwakke coach Michels. De angst voor de fiscus – een verlate aanslag van 23 miljoen euro – wordt onthuld, adviseurs en juristen komen en gaan, Roger Federer krijgt post, Agnelli en Berlusconi staan aan zijn ziekbed en hoewel zijn Italiaanse bijnaam sierlijk ‘De Zwaan’ is, noemt trainer Sacchi van AC Milan hem graag ‘Lunatico’. Van Basten: ‘Hij relateerde mijn gedrag aan de stand van de maan.’
Ik lees de proloog. 1995. We zijn in de slaapkamer van Marco en Liesbeth van Basten. Hij moet plassen. De beste voetballer ter wereld laat zich voorzichtig van het bed op de grond zakken en kruipt op handen en knieën naar de deur van de badkamer. Het duurt twee minuten voor de wc in zicht komt. Bij een verkeerde beweging steken scherpe mespunten in zijn enkelvlees. ‘Het lijkt op van die rotspunten in grotten. Stalactieten en stalagmieten. Erop staan is de hel.’ Met een door hemzelf ontwikkelde tijgersluipgang klautert hij op de drempel van de badkamer en smoort het uitgillen van de pijn om de kinderen niet wakker te maken, ze hebben al genoeg last van hun chagrijnige vader die de hele dag lusteloos op de bank ligt.
Jarenlang hangt Marco in die zitbank of kruipt hij over de vloer. Op een dag wordt de enkel door dokter Van Dijk ‘vastgezet’. Een wonder geschiedt: de pijn ebt weg. Hij voelt zich niet meer gehandicapt, tenminste niet voor het gewone leven, en durft weer naar buiten.
Marco van Basten werkt tegenwoordig als analist bij Fox Sports, want hij kan vertellen als de beste.