ColumnJan Mulder
Jan Mulder over Rob Rensenbrink (1947-2020): 'De sierlijkste voetballer aller tijden’
Gewezen Anderlecht-icoon Rob Rensenbrink is vrijdagavond op 72-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van de spierziekte PSMA. In 2017 schreef Jan Mulder deze column over zijn gewezen ploegmaat bij Anderlecht.
N et als ‘De Kannibaal’ voor Eddy Merckx heb ik ‘Het Slangenmens’ voor Robby Rensenbrink nooit een mooie bijnaam gevonden.
'De paal' zou een treffende titel voor Rensenbrinks biografie zijn geweest'
Maar het was onvermijdelijk: ‘Het Slangenmens’ is de titel van zijn zojuist uitgekomen biografie. Het boek is geschreven door Bert Nederlof, een wijze Nederlandse journalist die al een paar eeuwen het voetbal volgt, de tradities eert, de spelers niet vergeet, ’t liefst de schone kanten van het spel belicht. De Nederlandse presentatie van ‘Het Slangenmens’ vond zaterdag 30 september plaats in Amsterdam, in de kantine van Robs eerste club DWS. Het regende. Op het complex werd meer gehockeyd dan gevoetbald. Het gaat niet zo goed met DWS. De voorzitter vertelde dat de jeugd andere interesses heeft tegenwoordig. Het begon harder te regenen. We gingen naar binnen, waar de bitterballen zijn. De opkomst van de pers was gering – Robby is groter in België – maar enkele van de aanwezigen waren zeker niet de geringsten: Rinus Israël en Jan Jongbloed.
Ik zou mijn biografie met veel plezier door Nederlof hebben laten samenstellen. Maar hoe moet je die dan noemen? Ik zit zonder bijnaam. Ik ben Het Voorwoord. Ondergetekende had bijvoorbeeld graag het voorwoord in de biografie van Rinus Israël geschreven om hem de eer te gunnen die hij verdient. Israël bezit de onuitroeibare reputatie, samen met zijn Feyenoord-collega Theo Laseroms, een spits keihard te tackelen. ‘Rinus wipte ze op en Theo schoot ze de tweede ring in.’ Neen. Israël was een technicus met een volmaakte traptechniek waarmee hij ballen over veertig meter naar een medespeler passte, zonder dat de bal tijdens de vlucht steeg. Rinus ‘trok een streep’. Ik zei dat tegen hem en Israël antwoordde: ‘Nu, vijftig jaar later, wil ik je alsnog mijn oprechte excuses aanbieden voor al die vuile schoppen. Dat kon echt niet. Sorry.’
Keeper Jan Jongbloed had schik in deze fijne Amsterdamse humor. Ik ook. Even voelde ik de opwelling Rinus een hug te geven, maar zo teder van karakter is hij nou ook weer niet: Het Voorwoord hield zich net op tijd in.
De Uitgever begon zijn inleiding met de woorden: ‘De Paal’. Robby boog het hoofd: altijd weer die paal in zijn leven. U kent het drama. In de WK-finale van 1978 tikte Rensenbrink in de laatste minuut van dichtbij tegen de paal: weg wereldbeker. ‘De paal’ zou een treffende titel voor de biografie zijn geweest. Rensenbrink wordt al veertig jaar door de paal achtervolgd en is het woord ‘paal’ meer dan beu. Hij hield zich goed en legde voor de duizendste keer uit dat het geen échte kans was. Het mooie van dat historische moment was dat Rensenbrink elegant miste. Hij is de sierlijkste voetballer aller tijden.
Jeugdspelers van DWS kwamen binnen en kochten hun Marokkaanse worstjes. ‘Rensenbrink? Wie is dat?’ Het Voorwoord probeerde de jongens op de hoogte te brengen. ‘Kennen jullie Arjen Robben? Robby Rensenbrink was twee keer zo goed.’ Het helpt niet. Al zeg je ‘tien keer beter’, zelfs Robby Rensenbrink verdwijnt, bij leven al, in de vergetelheid. Het eerste hoofdstuk van ‘Het Slangenmens’ heet ‘De ontdekking van een zeldzame spierziekte’. In de zomer van 2013 zijn Rob en Corrie Rensenbrink op vakantie in Portugal en brengen ze een middag door op het strand. Rob heeft al een tijdje last van trillingen, maar die dag is het plotseling erger. Ze besluiten in Amsterdam een bezoek aan het AMC te brengen. Na het onderzoek zegt de arts: ‘U heeft amyotrofische laterale sclerose, ALS.’ Spierziekte. Later bleek dat het ging om een minder ernstige variant: progressieve spinale musculaire atrofie (PSMA).
Vier jaar later, in de kantine van DWS.
‘Hoe is het er nu mee, Rob?’
Hij heeft de laatste tijd meer pijn. Steekt een hand met kromgebogen vingers omhoog. ‘Die moet ik zo nu en dan rechtbuigen.’
Met enige moeite worden ze rechtgebogen door de sierlijkste voetballer aller tijden.