Jason Isbell and the 400 Unit - Here We Rest
Gezegend met de klare kijk die een terugblik vaak met zich meebrengt, stellen we vandaag vast dat we de platen van Jason Isbell tot nog toe iets te uitbundig gequoteerd hebben.
Bij Drive-By Truckers, waar hij van 2001 tot 2007 schaduwkopman was, was hij per plaat goed voor een paar uitstekende tot meesterlijke songs, en dat is met zijn solowerk eigenlijk niet anders - alleen is hij nu de enige songsmid.
Wat gold voor zijn voorgangers geldt dubbel voor 'Here We Rest' : het is alles samen zijn minst sterke collectie songs, met veel kleurloos tot verdienstelijk werk, maar de hoogtepunten zijn, meer dan ooit, rijk geschakeerde snapshots om met trillende vingers in te lijsten. Er hangt iets in de lucht in Alabama, meer dan alleen maar lulkoek, en niemand weet het te vangen als Isbell.
In 'Alabama Pines' , een grootse, radeloze folksong, vertelt hij het reisverhaal van een man die ter plaatse trappelt. Die man blijft naamloos, omdat niemand nog weet wie hij is, en zijn isolement snijdt je de adem af.
'Codeine' heeft dan weer alles wat goeie country blieft: een vrouw die ervandoor is, verdovende substanties (de apathie die codeïne te bieden heeft werd ooit nog bezongen door de grote Townes Van Zandt ) en een klagende fiddle.
Op de tweede rij vinden we 'Go It Alone' (de koppigheid van de eenzaat, onderhuids smeulende rock), 'We've Met ' (fraaie, Buffalo Tom -achtige melancholie) en 'Tour of Duty' (een compilatie van sixtiesklassiekers).
De rest klampt aan, en hangt ergens tussen 'Daisy May' (breekbaar, net niet) en 'Stopping By' (Springsteen uit de ramsj, dikke sof). Voor een goeie plaat is het een beetje weinig, maar soit: op zijn best blijft Jason Isbell een belangrijke, niet te negeren stem in de Amerikaanse rootsmuziek, en wie weet schudt hij op een goeie dag stommelings een meesterwerk uit de mouw.
Maar zo ver zijn we nog lang niet.