na steekpartijdaders staan terecht
Jean-Paul Tawaba Belanga werd twaalf jaar geleden neergestoken door extreemrechts: ‘Die littekens doen mensen denken dat ik een geweldenaar ben. Je krijgt afkeurende en verschrikte blikken’
Hij stond op de tram te wachten, hartje Antwerpen. Het was iets voor middernacht, twaalf jaar geleden. Jean-Paul Tawaba Belanga werd aangevallen met een mes en zou zonder toevallig aanwezige bouwvakkers zijn doodgebloed. Nu pas, dankzij DNA op een bierblikje, kregen de daders namen. Donderdag komt de zaak voor bij de kamer van inbeschuldigingstelling.
‘Volgens sommigen van mijn Afrikaanse vrienden konden het enkel monsters zijn geweest’, zegt hij. ‘Of boze geesten. Zij zeggen: mensen doen zoiets niet. Toch niet zomaar. Een van hen zei: ‘Waarschijnlijk heb je te weinig gebeden.’’
Jean-Paul Tawaba Belanga (37) moet erom lachen. Het is het enige moment tijdens het gesprek waarop hij dat kan. Hij trekt spontaan zijn T-shirt uit, toont ons de littekens. Enorme vleeswonden. Op meerdere plaatsen op zijn rug en zijn schouder.
‘De wonden doen nog altijd veel pijn’, zegt hij. ‘De pijn komt ineens, door een onverwachte beweging, of door de kou. Het zijn littekens voor het leven. En het zijn niet alleen de littekens. Ik heb al jaren last van nachtelijke angstaanvallen. Om drie uur ‘s nachts wakker schieten en baden in het zweet. Bang zijn in het donker. ‘s Nachts niet meer alleen de straat op durven.’
Meerdere messteken
Tawaba Belanga werd op 1 december 1985 in Kinshasa geboren en kwam in 2006 naar België. Hij had altijd baantjes in de bouw of de haven, ook toen.
Op woensdag 19 januari 2011 krijgt hij rond vijf uur ‘s middags telefoon van het uitzendkantoor Synergie. Bij een bedrijf in de haven is er de volgende dag een tekort aan mankracht voor het laden en lossen van containers. Er zijn in 2011 al wel smartphones en Google Maps, maar voor mensen als Jean-Paul verloopt het uitvlooien van waar je precies moet zijn nog op de ouderwetse manier.
TAWABA BELANGA «Ik woonde in Hoboken. Ik nam de tram naar het station Antwerpen-Centraal en sprak op de Franklin Rooseveltplaats een buschauffeur van De Lijn aan. Het bedrijf lag op zijn route en hij zei dat hij wel iets zou roepen als we er waren. Het was best een lange rit. Ik wist nu waar ik de volgende ochtend moest zijn en ben met de eerste bus in de omgekeerde richting teruggereden. Ik heb tram 15 genomen en ben afgestapt aan een halte waar ik kon overstappen op tram 2 naar Hoboken.»
Volgens een politieverslag van toen doen de feiten zich om ongeveer 23.51 uur voor op de Mechelsesteenweg in Antwerpen, ter hoogte van het huisnummer 258. Daar is het kruispunt van de N1 (Mechelsesteenweg) en de Belgiëlei aan het Albertpark. Het is winter, en volgens het KMI-meetstation in Deurne is het op dat moment 3,3 graden.
TAWABA BELANGA «De straat was helemaal leeg. Een man kwam op mij afgestapt. Hij vroeg wat ik daar stond te doen. Ik volgde in die tijd lessen Nederlands en zei hem dat ik op de tram stond te wachten. Hij gaf mij een klap in het gezicht en ik deinsde achteruit. Ik voelde dat ik aanbotste tegen iemand achter me en voelde het mes door mijn onderrug gaan.
»Ik probeerde weg te vluchten over de tramsporen. De twee mannen volgden me en riepen: ‘Kom dan, kom dan!’ Ik voelde dat ik erg veel bloed aan het verliezen was en weet nog dat ik riep: ‘Waarom wil je mij dood?’ De man die mij als eerste had aangesproken mankte. Hij was kleiner dan ik. Het is die andere die me heeft neergestoken.
»Wat verderop in de straat waren werken aan de tramsporen bezig. Ik ben ernaartoe gelopen en heb daar het bewustzijn verloren. Ik ben neergevallen op de tramsporen. Die arbeiders, mensen die werkten voor De Lijn, hebben mijn leven gered, zo is me in het ziekenhuis verteld. Waren zij er niet geweest, dan was ik doodgebloed.»
DNA op bierblikje
In zijn eerste politieverklaring vermeldt Tawaba Belanga een detail dat hij zich twaalf jaar later al niet meer herinnert. Dat de man die hem aansprak een bierblikje in zijn hand hield en de eerste slag daarmee werd toegebracht. Op de plaats van de steekpartij vindt de politie twee ingedeukte bierblikjes.
Begin 2022 houdt de Antwerpse federale politie een screening van onopgeloste zaken met bruikbare DNA-sporen. De twee blikjes liggen nog ergens in een plastic zakje en worden naar het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) gestuurd. Daar wordt een match gevonden met het DNA van Pascal V., een man uit Merksem.
Hij zit in de databank omdat hij in 2012 tot 40 maanden gevangenisstraf werd veroordeeld voor een nachtelijke steekpartij in de IJzerlaan in Merksem. V. woonde daar toen in een woonblok. In de kelder bevond zich een illegaal café waar de buren voor 1 euro pintjes konden drinken.
Op donderdagavond 14 mei 2012 wou V. er na een avondje stappen nog binnengaan, maar dat werd hem geweigerd vanwege drankschulden en een dispuut met een van de bewoners. V. ging zijn twee broers halen en keerde terug. Er volgde een steekpartij waarbij - volgens hoe die later werd beschreven voor de rechtbank - bij een van de slachtoffers ‘de darmen uit het lichaam puilden’.
Pascal V. (53) werd begin 2022 samen met zijn broer Tony (56) opgepakt en ondervraagd over de steekpartij in de winter van 2011. Ze bekenden vrijwel meteen dat zij het waren. In hun relaas van de feiten was Jean-Paul Tawaba Belanga per ongeluk ‘op ons mes gevallen’. Een wel erg bizarre verklaring is dat, als je de verwondingen op het lichaam van de man aanschouwt. Het was, weten we nu, Pascal V. die Tawaba Belanga twaalf jaar geleden aansprak aan de tramhalte, terwijl zijn broer Tony achter hem stond en in de rug stak met het mes.
Begin februari volgde de Antwerpse raadkamer de argumentatie van de advocaten van Tony en Pascal V. Voor het opzettelijk toebrengen van slagen en verwondingen, een deel van de aanklacht, geldt een verjaringstermijn van vijf jaar, en die is onherroepelijk verstreken. Het Antwerpse parket tekende beroep aan.
‘Volgens ons was dit een poging tot moord’, zegt parketwoordvoerder Kristof Aerts. Voor moordpoging kan geen verjaring worden ingeroepen. De kamer van inbeschuldigingstelling (KI) doet op 20 april uitspraak over de kwestie.
‘Groeten van Hitler’
Waarom viseerden Pascal en Tony V. een in zijn eentje op de tram wachtende Congolees? Gazet van Antwerpen wees eerder op het Facebook-profiel van Pascal V. Daar poseert hij met een zwarte sweater met het opschrift ‘White Pride Worldwide’. Aan de muur hangt een legerhelm met een hakenkruis op. Een van zijn zes Facebook-pagina’s heeft een groep mannen in witte gewaden van de Ku Klux Klan als omslagfoto.
In mei werd Pascal V. ook al veroordeeld tot acht maanden cel voor het aanzetten tot haat en discriminatie. Hij had op Facebook een filmpje gepost waarin hij een helm droeg en twee handvuurwapens vasthield. Hij deed er deze aankondiging. ‘Dus de bedoeling is, de geweren dat ik hier heb, gewoon op Marokkanen schieten… Makaken, want ge weet wel, hier is het het hakenkruis hé.’ Hij eindigde met: ‘De groeten van Adolf Hitler.’
Zoals het er nu naar uitziet, vervalt de strafvordering voor Pascal V., omdat hij zich enkel bezondigde aan het toebrengen van slagen en verwondingen. Maar mogelijk dus niet voor zijn broer Tony.
‘Wij bevestigen dat de raadkamer de verjaring heeft vastgesteld in hoofde van onze cliënt’, reageert zijn advocaat Koen De Backer. ‘Wij vernemen via de media dat de procureur hiertegen beroep zou hebben aangetekend, zodat wij het debat daarrond opnieuw zullen voeren voor de KI in Antwerpen. Zolang het gerechtelijk onderzoek niet is afgesloten, kunnen wij geen verdere commentaar geven.’
Jean-Paul Tawaba Belanga werd op 25 april 2022 verhoord door twee agentes van de Antwerpse federale politie. Van hen kreeg hij te horen dat de daders na zovele jaren waren geïdentificeerd. Dat nadien een rechtszaak was gestart, was hem volkomen ontgaan.
Intussen heeft de dienst Slachtofferonthaal opnieuw contact met hem opgenomen en heeft hij ook een advocate gevonden die hem voor de KI gaat vertegenwoordigen. Zij gaat dossierinzage aanvragen, wat tot gevolg heeft dat hij na vele jaren niet alleen de namen van de daders kent, maar ook van de arbeiders aan wie hij zijn leven dankt.
‘Ik zou hen zo graag bedanken’, zegt hij. ‘Ik had geen idee wat ik moest doen om bij zo’n juridisch debat te worden betrokken, en ergens wou ik er ook niet elke dag over zitten piekeren. Ik heb drie dochters, onder wie een tweeling van 16. In de zomer, als het warm is, gaan wij naar het strand of naar het park en dan is het van: ‘Papa, het is zo warm, trek toch je T-shirt uit!’ Maar ik kan dat niet. Die littekens doen mensen denken dat ik een geweldenaar ben. Terwijl ik dat absoluut niet ben. Je krijgt afkeurende en verschrikte blikken. Mensen gaan een eindje verder zitten. Ik snap hun reactie wel, maar het is zo akelig.’
Als er een rechtszaak komt, zal hij wellicht oog in oog komen te staan met minstens een van de daders. ‘Daar kijk ik erg naar uit’, zegt hij. ‘Hem in de ogen kijken. Opnieuw op de man af vragen: ‘Waarom wou jij mij dood?’ Ik wil hem op een rustige manier vertellen wat hij heeft aangericht.’
(DM)
Lees ook:
Karel Sabbe, de tandarts die als eerste Belg de Barkley Marathons uitliep: ‘Na een microslaapje van een paar minuten kun je een paar uur verder’
Het gevaar van e-steps: ‘Ik vertrok naar een vriend op mijn e-step. Vier dagen later werd ik wakker in het ziekenhuis’
Zoon Jonas interviewt Guy Mortier: ‘Ik had mijn vader graag beter leren kennen, maar toen bestond er nog geen ‘Humo Sprak Met’’