null Beeld

Jean Van Milders overleden

Jean Van Milders, voormalig voorzitter van voetbalclub AA Gent en oprichter van de Carestel-restaurants, is op 86-jarige leeftijd overleden. Ooit was hij één van de rijkste Belgen. In juni 2000 werd hij daarover geïnterviewd in Humo.

Jan Hertoghs

Verschenen in Humo 3120/26 op 20 juni 2000

'Wat wisten wij als kind van geld? Niks! En nu heb ik kleinkinderen die met hun spaarcenten op de beurs spelen!'

De 200 Rijkste Belgen (7): Jean Van Milders, nummer 61

De meeting mag zakelijk erg belangrijk zijn, maar als één van de kleinkinderen bompa Jean Van Milders (75) belt, krijgt dat gesprek voorrang op al de rest.

Met plezier vertelt de baas van Carestel over dat ene telefoontje in volle vergadering en hoe alle zakenpartners rond de tafel benieuwd waren wie gebeld had, 'want ze hadden toch iets over 90 procent verstaan,' en dat het gewoon een kleinkind was geweest dat de cijfers van zijn schoolrapport had doorgebeld.

Ook Jean Van Milders heeft voor dit interview een rapport gemaakt, ik zie in de gauwte negen geschreven bladzijden klaarliggen, de belangrijkste zaken die hij tijdens het gesprek aan de orde wil brengen.

Ik heb het nog niet eerder meegemaakt, iemand die een interview zo minutieus voorbereidt, maar de grote catering-man noemt zich dan ook een detaillist: 'ik kan niet verdragen dat de lepeltjes niet op hun juiste plaats in de lade liggen'.

HUMO Uw ouders zijn begonnen met een brouwerij in Geel.

Van Milders « Mag ik eerst een en ander rechtzetten wat betreft die rijke families van België, waar wij volgens jullie toe behoren?! Want dat heeft gevolgen gehad! Gisteren belde een kleinzoon op: 'Bompa, nu moet ik alle pinten betalen van mijn kameraden op de unief omdat gij de eenenzestigste-rijkste van België zijt!' (lacht)

» Serieus nu. Je collega Verduyn spreekt daar over het vermogen van de familie Van Milders, maar met mijn foto erbij lijkt het alsof ik álles bezit, terwijl hij niet eens aangeeft hoe groot onze familie is en door hoeveel personen je dat fortuin moet delen.

»Twee, jullie blad wekt de indruk dat wij dat vermogen effectief bezitten, maar dat is geïnvesteerd vermogen, wij hebben die miljarden alleen maar als we al onze bedrijven verkopen tegen de prijswaardering van vandaag, maar we verkopen niet, dus dat geld zit niet in onze zakken.

»Drie, hoe valabel is die rangschikking als niet álle onroerendgoedportefeuilles, kunstcollecties of buitenlandse tegoeden van die families opgenomen zijn?!

»Vier, ik ben niet gestart als exclusieve bottelaar van Coca-Cola in België, dat was mijn broer Emile. Hij en hij alleen heeft die verdienste.

»Vijf, mijn zoon Luc heeft niet Canal+ gesticht, hij heeft FilmNet gesticht. Zes, mijn dochter was niet personeelsdirecteur van Sabena, zij is senior vice-president van Sabena geweest.»

HUMO Waarvan akte. En dan kunnen we nu naar de brouwerij Van Milders in Geel. Is daar uw ondernemingsgeest geboren?

Van Milders « Ja, die is thuis aan tafel geboren. Mijn vader had een middelgrote brouwerij met aanpalend café Het Brouwershuis, dat was op de markt van Geel vlak onder de grote kerktoren, en als we met het hele gezin aan tafel zaten, werd er dikwijls over de zaak gesproken.

»Vader en moeder hadden het erover hoeveel bier verkocht was, of de kwaliteit goed was, of de leveranciers betaald waren, of de cafébazen betaald hadden, en of er op het einde van het jaar nog geld 'in de schuif' zou overblijven om nog een café of een ander eigendom te kopen. Zie je, dat ondernemerschap is mij met de soep en de patatten opgelepeld.»

Jean Van Milders: 'Iets voor de missies'

HUMO Was je vader als brouwer ook bekend buiten Geel?

Van Milders « Ja, hij leverde in de hele provincie Antwerpen. Ook in Antwerpen-stad hadden wij enkele cafés, onder andere café De Zwaen op het Zuid, daar ging elke week een camion bier naartoe. Als kind mochten wij soms met de chauffeur tot in de stad meerijden, een paar keer waren we er ook bij als vader daar een tournée gaf aan de klanten, dat zijn dingen die je heel goed bijblijven als kind van twaalf.

» Dan is de oorlog gekomen en in de vijf jaar na de oorlog zijn mijn moeder en mijn vader overleden en heb ik de brouwerij op mij gekregen. Ik had intussen kunnen studeren, ik had mijn diploma van industrieel ingenieur in de voedingsindustrie behaald, en meteen had ik al een buitenlandse klant in België: het Engelse leger.

»Die hadden na de oorlog overal legerkampen - van de Kempen tot in Arnhem - en daar heb ik heel lang bier geleverd. Ik heb zelfs nog een decoratie gekregen van Queen Elisabeth omdat ik zovele jaren bier aan haar onderdanen heb geleverd.»

HUMO Met de Engelsen had u uw eerste deal.

Van Milders « En met de paters van Tongerlo mijn tweede. Vlak na de oorlog hadden we veel concurrentie van de trappisten van Westmalle. Die hadden hun trappist tijdens de oorlog mogen verder brouwen, die hadden dus een voorsprong op ons, en ik ben dan naar de prelaat van Tongerlo gegaan, die nog een collegekameraad was uit de Grieks-Latijnse in Geel.

»En ik heb die hoogeerwaarde heer gevraagd of ik een zwaar bier mocht brouwen en of ik dat mocht verkopen onder de naam 'abdij van Tongerlo'. (Monkelend) Daarmee was ik de eerste in België om een fake abdijbier op de markt te brengen, want in Tongerlo hadden ze in eeuwen geen bier meer gebrouwen.

» Maar de prelaat vond het goed, en mijn vraag was natuurlijk how much dat moest kosten, want van het woord royalty's had ik nog niet gehoord, en toen de prelaat het ook niet wist, heb ik maar gezegd dat we 'elk jaar iets aan de missies zouden geven', (lacht) en zo was dat beklonken. En dat etiket op dat flesje, met dat toreke van Tongerlo, dat heb ik nog zelf ontworpen!»

HUMO Had u ook een slogan voor dat bier?

Van Milders « Ja. Drink matig, maar regelmatig! En met dat bier hebben we veel succes gehad. Ik heb tegenover de abdij ook Het Torenhof geopend. Dat had ik ook van Westmalle afgekeken, de trappisten hadden ook een afspanning bij de steenweg. En om dat stuk grond van de abdij voor commerciële doeleinden te mogen gebruiken heeft de prelaat zelfs toestemming van Rome moeten vragen!»

Jean Van Milders: 'Gust en Stanske'

HUMO U bent er meteen ingevlogen.

Van Milders « Hoe ben je als je op je vierentwintigste zo'n bedrijf erft en er alleen voor komt te staan? Ofwel ga je in een hoekje staan en wacht je af, ofwel gooi je je vooruit en pak je de zaken zelf in handen. Mijn broer en ik hebben het laatste gedaan, we waren jong, we stonden er alleen voor en we hadden de dash om iets op te bouwen.

»Ik vind dat je die challenges moet hebben in je leven, ik vind dat je uitdagingen moet aangaan en ik heb ook de mentaliteit om dingen door te zetten, ik heb een winnaarsmentaliteit. Ook familiaal ben ik niet bij de pakken blijven zitten, ik ben vroeg getrouwd, ik heb vroeg kinderen gekregen, en mijn eersteling was een tweeling. U ziet, ik ben een productief man, ik huldig zelfs op dat vlak de stelregel van de meeste opbrengst met een minimum aan inspanning (lacht)

HUMO Uw broer Emile was de eerste om Coca Cola in België in te voeren en te bottelen. Weet u nog hoe uw eerste cola smaakte?

Van Milders « Ik heb de eerste colaflesjes met de Amerikaanse soldaten zien meekomen, en dat smaakte toen al een beetje naar de apotheker. Ik zal wel niet de enige zijn geweest die aan die smaak moest wennen, maar mijn broer pakte het goed aan, die ging aan de scholen staan om gratis flesjes uit te delen, zo is Coca Cola begonnen in België. Ik was eigenlijk tegen Coca Cola toen dat opkwam, ik vond het concurrentie voor het bier, ik dacht: die éten mijn klanten op!

»Ja, ik ben altijd een man van het bier geweest. Cola is een zoetstofconcentraat met water, bier is een levend wezen, dat afhangt van het water, de gerst, de gist, de hop en de temperatuur. Bier maken is als wijn maken, daar kruipt veel meer van jezelf in.

» Door het bier en de brouwerij heb ik ook altijd een band met de gewone man behouden. Zeker toen ik het plaatselijke gildenhuis heb laten ombouwen tot feestzaal, dan heb je een plaats waar heel het sociale leven van de gemeente zich afspeelt.

»Je hebt daar trouwfeesten, uitvaarten, TD's van de studenten en teerfeesten van de fanfare, je zit heel kort bij het verenigingsleven, je gaat joviaal met de mensen om, je leert een zeker charisma en panache in je présence te brengen, ja, ik kan niet anders zeggen dan dat die vijfentwintig jaar brouwerij voor mij een leerschool zijn geweest waar ik veel gezond verstand heb opgedaan.»

HUMO U bent toen ook voorzitter geworden van de voetbalclub Verbroedering Geel.

Van Milders « Ja. En met die club wilde ik hogerop zodat Geel nog om iets anders bekend zou staan dan de pensionnaires (de geesteszieken in gezinsverpleging, red.). Er bestond toen nog geen toerisme, maar in Geel zaten 's zondags toch alle terrassen vol met volk dat naar de 'zieken' kwam kijken. I

»k vond dat pijnlijk dat die zogenaamde zottekes een attractie waren voor de dagjesmensen. Ik heb altijd gewenst dat Geel een ander imago zou hebben, dat Geel synoniem zou zijn van een goeie voetbalclub bijvoorbeeld.»

HUMO U spreekt veel over Geel, maar u woont al vijfentwintig jaar in het Gentse. Of blijft u in uw hart een Kempenaar?

Van Milders « Ik blijf een Gelenaar en een Kempenaar, die roots zal ik niet verloochenen. Onlangs heb ik een uitnodiging gekregen van Gust en Stanske. Gust was een mechanieker in de brouwerij en Stans was de dienstmeid en later de poetsvrouw en die blijken nu vijfenzestig jaar getrouwd te zijn, en die hebben mij uitgenodigd op hun feest, en ik ga daarnaartoe.

»Omdat gewone mensen zoals zij mee aan het begin van alles hebben gestaan. En ik ben dan wel weggegaan uit Geel, ik ben die mensen uit het oog verloren, maar ik ben zeker dat zij al vijfentwintig jaar hebben zitten denken: 'Hoe zou het met mijnheer Jean zijn?!' En nu zal ik er zijn en dat zal een plezier zijn om in hun midden te vertoeven.»

Jean Van Milders: 'Land zonder snelwegen'

HUMO Hoe bent u van de brouwerij overgestapt naar Carestel?

Van Milders « Dat is in stappen gegaan. De grootste stap was: gaan studeren in de States. Via post-universitaire studies in Leuven kreeg ik van mijn professoren de kans om in 1957 naar Pittsburgh (VS) te gaan en daar MBA (Master of Business Administration) te volgen. Dáár heeft alles wat ik in de brouwerij aan ervaring heb opgedaan een wetenschappelijke en professionele grondslag gekregen, en uit de States ben ik teruggekomen vol 'Amerikaanse' plannen.

»Amerika was toen nog het Gouden Land, het had Europa weer op de been geholpen met het Marshallplan, het was dé economische reus, en het kon niet anders of je keerde met grootse plannen terug. En ik dacht: 'Wat zit ik hier nog in dat brouwerijke te doen,' en ik ben dan bier beginnen te exporteren naar Duitsland en Frankrijk, ik had alleen al in Parijs een vijftigtal cafés, ik ontdekte de Gemeenschappelijke Markt al toen ze nog maar in haar kinderschoenen stond.

»In Amerika had ik ook de snelwegcultuur ontdekt, ik zag de highways, ik zag de hamburgerketens langs de snelwegen, en ik zag die hele way of life van vrouwen die geen ontbijt meer maakten en mannen die hun ochtendsnack dan maar langs de weg gingen zoeken.»

HUMO Vond u dat een aangename way of life?

Van Milders «Ik vond dat niet aangenaam, maar het hoort nu eenmaal bij Amerika, een land dat voortdurend met rendement begaan is. En door snel wat te eten tijdens hun verplaatsing wonnen ze tijd, en time is money, dat zag ik ten overvloede.»

HUMO En wist u toen al dat het hierheen zou komen?

Van Milders «Ja, ik was er zeker van dat die economisch gerichte levenswijze ook hierheen zou komen, zoals zovele andere Amerikaanse producten.»

HUMO Bestonden de Raststättes toen al in Duitsland?

Van Milders «Duitsland was op dat gebied ook een voorloper. Hitler heeft zijn land van snelwegen voorzien en op die Autobahnen kon je al Bratwurst mit Sauerkraut und Kartoffelpuree eten zonder de snelweg te verlaten.»

HUMO Maar in België waren amper snelwegen tot het begin van de jaren zestig. De eerste autostrada is pas geopend in 1956.

Van Milders «Zo is dat. Als ik vroeger van Geel naar Antwerpen reed, ging dat via Herentals en dan naar Grobbendonk en zo naar Nijlen en Wommelgem, dat was bijna een uur rijden. En als je dan naar Gent wilde, moest je dwars door Antwerpen rijden en nog de oude tunnel nemen. De jonge mensen kunnen zich dat niet meer voorstellen: een land zonder snelwegen, ringen of singels.

»Voor ik met Carestel begon, hebben we in 1970 de brouwerij verkocht, en heb ik met mijn broer Emile de Coca Cola-concessies van Gent (en later van Lier en Antwerpen, jh) ontwikkeld. Maar dat ging me algauw vervelen, cola produceren voor een markt waar je 90% hebt, is simpel, daar is geen challenge mee gemoeid, en dan heb ik Carestel (Car, Restaurant, Hotel, red.) opgericht.

»Mijn eerste snelweg-uitbating was in Drongen. Ik zette daar de catering-gebouwen en de petroliers moesten daarin tussenkomen als ze daar een tankstation wilden openen. Dat was smart gezien van mij, want die mannen betaalden tamelijk grote sommen om daar een station te kunnen houden, en dat geld gebruikte ik dan weer om andere vestigingen te bouwen.

»Maar het begin van Carestel was niet gemakkelijk. Drongen ging open in volle oliecrisis, ik moest geld lenen tegen zeventien procent! Er waren toen autoloze zondagen, in onze Carestel kwamen dan alleen maar wandelaars en enkele ruiters opdagen!

»Gelukkig kon ik toen een failliet bedrijf van seniories-annex-catering overnemen (intussen een 'business-unit' met een duizendtal appartementen en verschillende service-flats, jh), en dat is een geldbron geweest die me toen ook door de moeilijkste periodes heeft geholpen. Voilà, zo ben ik begonnen en nu hebben we honderdveertig Carestels in België, Denemarken en Zweden en in elk van die drie landen zijn we de grootste op het gebied van snelwegrestaurants.

»Ik heb ook nooit zomaar een keten van restaurants gewild, ik heb altijd food & services vanuit een exclusieve positie willen aanbieden. Dat is voor mij altijd heel belangrijk geweest. Ik heb steeds een niche gezocht waar ik weinig of geen concurrentie had, en de snelweg is zo'n terrein, op zo'n parking heb je geen concurrenten.»

Jean Van Milders: 'Een frank is een frank'

HUMO De NV Carestel beheert ook zeven Holiday Inns in België.

Van Milders « Dat is met een omwegje gegaan. Een promotor die in Hasselt een seniorie wilde bouwen, vroeg ons om daar mee in te stappen. Maar Limburg is zo'n provincie waar de ouders nog bij de oudste dochter mogen blijven wonen, ik zag daar geen brood in. En dan is de stad Hasselt met het idee gekomen om een hotel te bouwen op die grond.

»Potverdomme, dacht ik, een hotel bouwen, dat is nog eens wat voor mij! En ik wist al wie ik moest bellen, want toen ik in Pittsburgh studeerde had ik de vice-president van Holiday Inn als class mate, dus ik bel die man op, die was zijn carrière al enigszins aan het afbouwen, maar ik wou absoluut zijn goeie raad en zo ben ik op mijn vierenzestigste nog een hotel gaan bouwen.

»En we beheren of bezitten nu nog zes andere Holiday Inns. Onder andere ook in Brugge, midden in de stad. En in die kelders hebben ze de Sint-Donaaskerk uit de dertiende-veertiende eeuw gevonden, wij hebben die onderaardse gewelven blootgelegd en die ruimte is nu geknipt om recepties en feesten te geven. Met die ouwe kerk in de kelders heb ik ineens ook het oudste hotel van de wereld!»

HUMO Het gaat vooruit bij u. Maar niet alles wat u aanraakt, verandert in goud. Er zullen toch ook missers geweest zijn.

Van Milders «Die zijn er zeker geweest. Mijn samenwerking met de Franse restaurant-ketens Chantegrill en Hippopotamus is op niks uitgedraaid. Je kent de Fransen, dat is veel cocericoo en 'wij zijn de beste!', maar beide samenwerkingen zijn stukgelopen op hun eigen formule. Chantegrill-restaurants hadden een vaste menu-kaart, dat personeel moest elke dag hetzelfde klaarmaken voor vaak dezelfde vaste klanten en dat gaf sleet op hun motivatie.

»En bij Hippopotamus is het misgegaan vanwege de té hoge eisen van de menu's. Neem de frieten, die moesten 's nachts geprepocheerd (voorgebakken red.) worden, maar dan kwam Jean Van Milders daar om één uur langs en dan zat het personeel daar - in afwezigheid van de manager - wijn en bier te 'prepocheren'!! Ja, zo kan je toch niet verder werken!»

HUMO Stapt u nu nog de snelweg-Carestels binnen om te zien of alles in orde is?

Van Milders « Natuurlijk! (zwaait met een memo-fax) Gisteren ben ik in dat restaurant geweest, ik heb een aantal negatieve punten op papier gezet, ik heb die naar hen gefaxt en vanmorgen heb ik al een antwoord gekregen (leest voor): 'De door u opgesomde punten kunnen inderdaad niét - en de nodige acties hieromtrent zijn al genomen.'

»Ik ben een detaillist. Bij mij moeten de puntjes op de i staan, want ik zie alle fouten. Geef mij een balans van tien bladzijden vol positieve cijfers, toch zal mijn oog op dat ene cijfer vallen dat negatief is. En waarom is dat? Omdat ik met weinig middelen begonnen ben. Voor mij is een frank een frank.

»Dat was vijftig jaar geleden zo en dat is nog altijd zo. Mijn moeder heeft me dat geleerd: een lamp moet alleen maar branden als je ze nodig hebt, anders draai je ze maar uit. Dat is de Kempense zuinigheid, en die zit nog altijd in mij.»

Jean Van Milders: 'Het 'château' van mijn vader'

HUMO Na de snelweg bent u nu ook met restaurants begonnen in Zaventem en andere luchthavens.

undefined

Van Milders «Dat is een logische uitloper. Want wat doe je als je vliegt?! Je háást je naar Zaventem, je checkt in, en dan heb je ineens een uur om rond te slenteren. Wat tax free shoppen, wat kranten kopen, een beetje naar de schoon meiskes kijken, en dan ga je toch ook iets eten of drinken.

»En ook daar heb ik flink gelobbyd om het laken naar onze kant te trekken, want een restaurant in het centrum van de luchthaven, dat is ook weer zo'n exclusieve positie. En nu zitten we naast Zaventem al in Rijsel, Londen City Airport en Wenen...

» Dat we Zaventem gehaald hebben, komt doordat we het beste dossier hadden. Wij hebben haast geen labour cost in de keuken, omdat al onze maaltijden - zowel voor de luchthavens als de seniories als de snelwegrestaurants - uit ons centraal keukenbedrijf (Hot Cuisine) komen. Dat bedrijf kan dagelijks honderdduizend klaargemaakte maaltijden leveren.

»Dat rauwe product stop je in een polyethyleen poach die luchtledig wordt gemaakt en dan kan je dat vacuümproduct op een lage temperatuur koken, afkoelen en zeer goed bewaren. En dat is lekker, want daar is geen verdamping, geen oxydatie, geen gewichtverlies, geen kleurverlies, geen vitamineverlies, geen smaakverlies, geen reuk- of smaakcontaminatie, alles blijft erin.

»Een roastbeef van ons is veel juicier dan een roastbeef die normaal gebraden wordt; zo'n beef verliest zijn vocht en is veel meer uitgedroogd.»

HUMO U vertelt het alsof u het zelf klaarmaakt. Eet u die klaargemaakte maaltijden thuis ook?

undefined

Van Milders «Wij eten niets anders meer. Mijn vrouw en ik zijn toch maar alleen thuis. En die maaltijden van Hot Cuisine zijn lekker, ze zitten in de koelkast, blijven eenentwintig dagen goed, ja, waarom zouden we dan nog zelf koken?! En die kwaliteit slaat aan, want we leveren nu ook aan pretparken, ferrydiensten, tot zelfs Engelse pubs toe.

»In Zuid-Afrika hebben we ook al zo'n vacuümkeukenbedrijf, dat veertigduizend maaltijden per dag maakt, en in Zweden zijn we ook nog een bedrijf aan het bouwen. A propos, Delhaize neemt bij ons vijfendertigduizend maaltijden per dag af, dat zijn vijfendertigduizend mensen die dat eten en die daar de volgende dag opnieuw staan, dat doen ze toch niet voor mijn schoon ogen hé?!

»Wij leveren ook die Comme chez Soi-kant-en-klaar-gerechten aan Delhaize:; die menu's zijn ontworpen door mijn vriend Pierre Wijnants, en dat is een schitterend succes!»

HUMO En dan nu tijd voor een goed glas! Ik heb horen zeggen dat u thuis een flinke wijnkelder hebt.

undefined

Van Milders «Ja, die heb ik. Met wijn heb ik ook een apart verhaal. Mijn vader had een wijnkelder van zo'n drieduizend flessen en toen de oorlog uitbrak, zijn wij op de vlucht moeten gaan en toen wij terugkwamen, zaten er Duitsers in ons huis ingekwartierd en had vader géén fles meer, heel zijn kelder was leeg!

»Jongens, de hele oorlog heeft mijn vader over zijn wijn gesproken. Altijd maar over welke goeie flessen en jaren en appellations hij had, en toen de oorlog voorbij was, is hij direct naar Antwerpen gereden om een vat Château Fonbadet te kopen. Nu gaan we na vijf jaar praten eindelijk wijn drinken, dacht ik. Nee, zei hij, die flessen moeten nog viér jaar liggen!

»En zo heb ik negen jaar op mijn eerste glas moeten wachten (lacht). En nu onlangs was ik bij een Belgische kasteelheer in het zuiden van Frankrijk, en op de kamer van dat château lag een tijdschrift met een artikel over dat Château Fonbadet! Ik bel die propriétaire op, ik bestel vijf, tien, nee zeventig kisten van die wijn. 'Monsieur,' zegt hij, 'u koopt heel mijn oogst!' 'Geen erg,' heb ik gezegd, 'ik ga dat in België op de kaart zetten.'

»En nu staat die wijn in elke Carestel op de kaart. Château Fonbadet! Niet dat hij zo denderend is, maar toch staat hij erop. Een eerbetoon aan mijn vader!»

Jean Van Milders: 'Buffalo! Buffalo!'

HUMO U bent nu een oud en wijs geworden ondernemer die het jonge volkje nog wat kan leren: Van Milders - Hoe word ik een succesvol ondernemer in enkele vuistregels!

Van Milders «Moet ik wijze raad geven? Welaan dan! Punt één. Blijf met je activiteiten in dezelfde sector. Ik heb altijd in de diensten en de catering gezeten en ik blijf daarbij.

»Twee, je moet kansen zién en je moet ze ook némen. Toen ze mij vroegen om MBA te gaan studeren in de States, was dat een unieke opportuniteit, maar ik had ook thuis kunnen blijven bij vrouw en kinderen.

»Drie, gà zeker verder studeren. Universiteit of een hoger technisch diploma, dat mag je zelf kiezen, maar het is maar door te studeren en veel vakkennis op te doen dat je het terrein kan vinden waarop je beter bent dan een ander.

»Vier, stap niet impulsief in zaken, maar maak vooraf een goedberekend businessplan dat gebaseerd is op realistische cijfers. Ik kom te veel jonge mensen tegen die goesting hebben om zaken te doen, maar die een tegengoesting hebben om die zaken vooraf goed te becijferen.

»Vijf, weet dat je hard zal moeten werken en dat je vaker op je bedrijf dan thuis zal zijn. Zes, zie waar het goed draait in je business, ontdek wáárom het succes heeft en vermenigvuldig het op andere plaatsen. Idem met de mislukkingen, ontdek wáárom het mislukt en gooi het dan zo rap mogelijk weg. (Tussendoor vertelt hij dat ze nu ook de catering doen van Flanders Expo, Vorst-Nationaal, alle theaters in Antwerpen, en alle Euro 2000-diners en -recepties in Brussel-stad en de Heizel.)»

Van Milders «Ja. Ik heb kaarten voor de matchen van de Belgen.»

HUMO Het voetbal ligt u na aan het hart. Achttien jaar voorzitter bij Verbroedering Geel, elf jaar voorzitter bij AA Gent.

Van Milders «Het voetbal is altijd mijn uitlaatklep geweest. Je moet dat hebben in je drukke bedrijfsleven, er moeten van die momenten zijn dat je de prise kan uittrekken. Als ik op zo'n tribune zit, dat is een ontlading, ik kan dan roepen, fluiten, armen in de lucht gooien, álles. En als er bij AA Gent tienduizend mensen Buffalo! Buffalo! scandeerden, kreeg ik vochtige ogen.

»Ik ben ook de enige voorzitter uit de Belgische eerste klasse die ooit een blaam heeft gekregen van het Sportcomité van de Voetbalbond... omdat ik een arbiter had beledigd. En die scheidsrechter was... Ancion (een omstreden ref; de Centrale Scheidsrechterscommissie besliste in april om niet langer een beroep op hem te doen, maar die schorsing is onlangs opgeheven, jh)

»Vanwege die belediging (hij wil ze alleen off the record zeggen, jh) ben ik dan voor de groene tafel moeten verschijnen, en ik heb een blaam en 2000 frank boete gekregen! Ge ziet, ik laat me soms gaan met mijn supportershart! (Schudt het hoofd) Alleen jammer dat het zo moest aflopen met AA Gent.»

HUMO U was normaal voorzitter gebleven tot november '99, maar in maart '99 stapte u al op.

Van Milders «Ja. Al je tijd en al je energie heb je in die club gestoken en dan moet je zo weggaan. Ik had een financieel plan uitgedokterd om de club gezond te maken, maar de stad Gent wilde zich daarvoor niet borg stellen. Het was een goed plan, maar het klikte niet tussen mij en de man van het schepencollege.

»En dus heb ik maar een stap opzijgezet in het belang van de club. Ik begrijp niet waarom ik in de weg stond. Ik liet de club achter met een positief vermogen van bijna vijftig miljoen en met een pak talentvolle spelers die ze met winst hebben kunnen verkopen. (Hij vertelt het met een krop in de keel, 'die historie heeft me veel pijn gedaan').»

HUMO U stelt ook dat het de verkeerde kant opgaat met het voetbal.

Van Milders «Ik beschouw voetbal nog altijd als een sociaal gebeuren, maar ik word kregelig van al die miljoenen en miljarden die nu de bovenhand nemen op Het Spel. Daarom heb ik een nieuw project in mijn hoofd.

»Ik wil voetbalclubs gaan oprichten voor geestelijk gehandicapten - in een soort peterschap met de eersteklasseclubs - en ik wil dat hun voetbal een discipline wordt binnen de Special Olympics. Je ziet, ik ben van Geel, ik laat mijn geesteszieken niet in de steek! En misschien is zo'n project wel een manier om het voetbal weer wat menselijker te maken.»

Jean Van Milders: 'Allo! Allo!'

HUMO Hebt u nog uitlaatkleppen buiten het voetbal?

Van Milders (gaat er extra voor zitten) « Een hobby van mij is telefoneren met de kleinkinderen, en ik heb er tien in het totaal! Ik heb bijvoorbeeld een kleinzoon van zestien jaar die me elke zondagavond na Sportweekend opbelt, en die jongen vertelt een kwartier lang hoe het met hem is en wat hij in de week gedaan heeft. Kijk, hier heb ik nog iets. (Prutst een minuut aan zijn gsm tot hij het berichtje vindt: 'Dag mijn kleine bompa, gros bizou!')

»Dat zijn van die berichtjes die ze naar mij sturen en dat is natuurlijk plezant om te krijgen! En dat is ook één van de dingen die mijn secretaresse zéér goed weet: als één van mijn kleinkinderen belt, dan krijgt die telefoon prioriteit, ongeacht waar en met wie ik ben!

»Zo zat ik een keer in een belangrijke bespreking en mijn kleindochter van acht jaar belde me op en vroeg: 'Bompa, hoeveel denk je dat ik op mijn rapport heb?' 'Nul procent,' zei ik. 'Nee!' 'Tien procent?' 'Nee!' 'Twintig?' 'Nee!' Tot ik negentig procent zei en toen was het ja. En je had die zakenlui moeten zien kijken aan tafel, die waren al bang dat de prijzen naar omhoog gingen (lacht)!»

HUMO De GIMV (Gewestelijke InvesteringsMaatschappij) is jullie belangrijkste partner, maar in wezen zijn jullie nog een familiebedrijf. Hoe vermijdt u onderlinge onenigheid, vaak de doodsteek van familie-ondernemingen?

Van Milders «Vroeger moest ik alleen met mijn broer Emile overeenkomen, maar sinds de tweede generatie is ingetreden houd ik regelmatig een familieraad met mijn vier kinderen.»

HUMO En is dat dan met Nieuwjaar, Pasen of de Kerst?

Van Milders «Neenee, op zo'n familiale feestdagen wordt er niet over zaken gesproken. Als ik een zakelijke familieraad beleg, dan is dat een echte driemaandelijkse vergadering in het bijzijn van een zakelijke raadgever, en mijn kinderen krijgen dan vooraf een brief met de punten die besproken worden.

»Ik heb met mijn zakelijke partners, mijn kinderen, en de GIMV een aandeelhoudersovereenkomst, wat wil zeggen dat noch de GIMV, noch één van de kinderen of de partners zijn aandelen zomaar mag verkopen, maar dat ze die eerst aan de anderen binnen de familie moeten aanbieden. En dat is een overeenkomst die vaak niet is vastgelegd bij vele familiebedrijven.

»En dan krijg je familieleden die ineens zotte dingen gaan doen met hun aandelen zonder de anderen daarover te informeren, en zo krijg je ruzies en zo heb ik al menige familie-onderneming failliet weten gaan.

» Ik heb mijn kinderen vroeger ook altijd de goeie raad gegeven eerst elders te gaan werken. De gouden regel is: begin nooit in het bedrijf van je ouders, want dan neem je al hun fouten over. En zo is géén van mijn kinderen bij mij begonnen.

»Mijn kinderen hebben onder andere bij een Amerikaanse bank, Continental Food, Campbell Soup, en Sabena professionele kennis opgedaan, en pas een paar jaar geleden, heb ik gevraagd wie mij zou opvolgen, en na een jaar bedenktijd is mijn zoon Luc als afgevaardigd bestuurder in mijn plaats gekomen en ben ik voorzitter van de raad van bestuur geworden. Mijn zoon heeft dus de dagelijkse leiding van de NV Carestel, mijn kinderen bezitten de familie-aandelen, en ik doe het beheer van dat bezit.»

HUMO Hoe gaat zo'n overdracht van vermogen in zijn werk?

Van Milders «Ik heb hun dat vermogen al enkele jaren geleden als een schenking gegeven. Zo'n schenking was fiscaal interessant, want als ik niet binnen de drie jaar stierf, moesten ze geen erfenisrechten betalen. Ik heb hun dus gezegd: 'Kinderen, nu gaat ge uw vader drie jaar lang niét ambeteren, het is in uw eigen voordeel (lacht)!'

»En voilà, de drie jaar zijn intussen ruimschoots voorbij! Met de kinderen is dus alles geregeld, maar nu ga ik over enkele weken ook een vergadering hebben met de kleinkinderen boven de veertien jaar om met hen over de toekomst van de familie-aandelen te spreken. Zie je, op die manier zorg ik voor structuur en continuïteit in mijn bedrijf.»

Jean Van Milders: 'Een kasteel met dekens'

HUMO Weten die veertienjarigen het fijne van dat aandelen houden?

undefined

Van Milders «Wees maar gerust! Wij waren nog dom toen we veertien waren, maar ik heb kleinkinderen die al op de beurs gaan met hun spaarcenten! Maar ze zijn ook sociaal geëngageerd. Binnenkort gaat een kleindochter drie weken naar India om huizen te bouwen en ze vroeg natuurlijk of de bompa dat wilde sponsoren?

»Ik zei dat ze een officiële brief naar het bedrijf moest schrijven en haar aanhef was: 'Mijnheer, Beste Bompa!' (Groot plezier) Ja, mijn kinderen en kleinkinderen, dat is een wereld apart. Bernadette is getrouwd met de zoon van een Italiaanse VN-ambassadeur, Luc is getrouwd met de dochter van een dokter en ex-burgemeester van Knokke, Isabel is getrouwd met een Brusselaar die Flamand heet en Brigitte is getrouwd met een Iranees.

»Ik heb dus Italiaanse, West-Vlaamse, Brusselse en Iranese kleinkinderen! En ik vind dat schitterend! Mijn kinderen, dat is in feite mijn kapitaal, en mijn kleinkinderen zijn de dividenden waar ik het meest plezier aan beleef. (Kijkt in zijn notities) Ik heb hier nog wat hobby's opgeschreven voor u. Zwemmen: ik trek elke morgen een halfuur baantjes in mijn zwembad.

»Fietsen: ik ga elk weekend naar Knokke om te fietsen en ook om te wandelen op het strand. Jagen: ik jaag, maar meer om het gezelschap en het stappen in de natuur dan om de jacht zelf.»

HUMO En wie is uw jachtgezelschap? Zijn dat grote ondernemers?

undefined

Van Milders (lacht) «Een paar staan toch in uw lijstje van de tweehonderd rijkste Belgen. En verder hou ik van 's zondags thee drinken met mijn vrouw en samen naar klassieke muziek luisteren. Ik hou ook van Contemporary Art (wijst op enkele schilderijen) En ik hou ook van levenskunst... (loopt naar een ingelijste tekst aan de muur)

»Dat heb ik eens van een schoon vrouw gekregen; het heet 'How to be an artist' (Citeert uit een vrolijk uitdagende Engelse tekst, in vrije vertaling: 'Leer naar slakken kijken. Plant onmogelijke tuinen aan. Vraag een gevaarlijk iemand op de thee. Huil tijdens films. Schommel zo hoog als je kan op een schommel - bij maanlicht! Weiger 'verantwoordelijk' te zijn. Geef geld weg - doe het nu! Lach vaak en veel. Giechel met kinderen. Luister naar ouwe mensen. Amuseer het kind in jezelf. Schrijf op de muren. Omhels bomen. Bouw een kasteel met dekens. Enzovoort.)

»Ja, als je dat allemaal kunt, dan ben je een levenskunstenaar, dan ben je een gelukkige zot zoals ze zeggen. Ik hou heel veel van die tekst, hij inspireert mij dikwijls! (Ineens ernstig) Ik ben nu ook op een leeftijd gekomen dat ik aan het einde van mijn leven denk.

»Ik ben 75 jaar, een man wordt gemiddeld 78 jaar, dus theoretisch heb ik nog drie jaar te gaan, en elke dag die me nu gegeven wordt, vind ik een cadeau. Ik heb de dood ook nooit weggeduwd uit mijn leven. Volgens een boeddhistisch gezegde komt er elke dag een vogeltje op je schouder zitten en aan dat vogeltje moet je elke dag vragen: 'Am I going to make it today?' En zo hou je de dood altijd voor ogen.»

HUMO U bent dus klaar om te sterven?

undefined

Van Milders «Ja, ik ben klaar. Een jaar geleden zijn we op de beurs gegaan en heeft mijn zoon de dagelijkse leiding overgenomen. Dat was een belangrijk moment voor mij en nu dat achter de rug is, heb ik rust. Ik kan alle dagen gáán als het moet.»

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234