Jenny Tanghe (1926-2009)
Actrice Jenny Tanghe is op 82-jarige leeftijd overleden. In 'Wij heren van Zichem' zette Jenny de krachtdadige non Moeder Cent neer, een rol die haar op levenslange roem in Vlaanderen kwam te staan.
Humo 3015, 16 juni 1998
''Wat ik geleerd heb in dit leven? Weinig of niets''
Het is alsof ik Jenny Tanghe (72) altijd heb gekend. Mijn generatie raakt vertederd bij de herinnering aan de heimat-serie 'Wij heren van Zichem', want zwart-wit gaf in die tijd kleur aan de meest fletse zondagavond en, ach, we waren nog zorgeloze kindertjes toen, en nu zijn we meneren en mevrouwen mèt kindertjes en meer hoofdbrekens dan ons zielement zonder medicatie aankan. Wisten wij veel ten tijde van 'Wij heren van Zichem', een serie waarvan we nu denken dat ze onvergetelijk was. Jenny Tanghe zette er de krachtdadige non Moeder Cent in neer, een rol die haar op levenslange roem in Vlaanderen kwam te staan.
Later, veel later, raakte ik op een dwaalspoor dat naar de performing arts leidde, en op een keer speelde ik samen met Jenny Tanghe in een instructiefilmpje voor bankemployés. Het moest iets komisch worden, teneinde die flappentellers de illusie te geven dat er hoe dan ook te lachen viel tijdens hun werkuren. Waarom dat filmpje zich in een maffioos milieu afspeelde, kon ik niet bevroeden, tenzij onze opdrachtgever, een grote bankinstelling, door middel van een instructiefilmpje aan outing wilde doen, maar dat zou me verbazen. Jenny - zo mag ik haar sindsdien noemen - speelde een bikkelharde gangster-mamma, en ik en nog twee andere acteurtjes waren haar sidderende zonen. De actrice weet nog dat we toen haast niet meer bijkwamen van het lachen. 's Avonds brak de Heizel-tragedie los, herinner ik mij op mijn beurt.
Tweeënzeventig is ze nu, en nog steeds aan het werk: ze heeft een rolletje gespeeld in de Amerikaanse productie 'A dog of Flanders' die hier werd opgenomen; ze doet reclamespotjes, en zoetjesaan begint ze zich voor te bereiden op een rol in het mij onbekende Leuvens Amusementstheater. Ondertussen kun je haar ook op de televisie zien: zo nu en dan als de moeder van DDT in de herhalingen van 'FC De Kampioenen' en ook als Bertha Bal in 'Hotel Hotel', een serie die óók wordt herhaald: daar moet een meesterplan achterzitten.
De actrice gelast haar man Antoine twee whisky's in te schenken. 'Maak er maar drie van,' zegt hij. En we beginnen eraan.
HUMO Acteer je nog graag?
JENNY TANGHE « Nog steeds. En met hetzelfde enthousiasme als in mijn beginjaren. Als ik het kon overdoen, werd ik ongetwijfeld opnieuw actrice. Ja, ik ben ouder geworden, en ik relativeer meer. Maar gesatureerd ben ik niet. Al zou ik niet meer in series willen staan, want dat soort werk moet tegenwoordig veel te snel gaan. Niet dat ik màànden nodig heb om een rol voor te bereiden, maar in een vloek en een zucht een personage creëren kan ik niet. Of beter: het kàn volgens mij niet, tout court. Neem nu FC De Kampioenen: vroeger hadden we per aflevering drie dagen repetitie, nu één. Bevel van hogerhand, niet van de ploeg van FC De Kampioenen zelf. Voor niets neemt men nog de tijd. Waar moet dat heen? Weet jij het? Het mag ons toch niet meer verwonderen dat er zoveel slechts op de televisie te zien is, hè? Jan Decleir zou zich misschien nog net kunnen permitteren te zeggen: 'Dat doe ik niet op twee dagen.' Maar waarom hij wel en wij niet? Vrijheid hebben we ook al niet meer: probeer maar eens voor je mening uit te komen in de televisiewereld.
» En wat hebben 'Familie' en 'Wat nu weer!?' eigenlijk te betekenen? Niets toch? Maar als je dat zègt, ben je meteen persona non grata. Stel dat ik in het openbaar zeg dat ik 'Thuis' barslecht vind - dat vind ik niet, hoor, maar stèl - wel, dan durf ik te wedden dat de VRT mij gedurende een hele tijd niets meer zal aanbieden. Je wordt gestraft. Ik bèn al gestraft, omdat ik gezegd had dat er tweeëntachtig regisseurs voor de openbare omroep werken en dat er maar twee van deugen.
» Kijk, zoals je mij ziét, hèb je mij. Dat is mijn karakter. Maar dat karakter kant zich niet altijd tegen nieuwe gewoontes hoor. Een seizoen of vier geleden speelde ik in 'De drie zusters' in de KNS. Ik merkte dat die jonge actrices al op de eerste repetitie hun tekst uit het hoofd kenden. 'Vooruit, Tanghe,' dacht ik, en toen heb ik in één nacht mijn tekst van buiten geleerd. Ik was toen achtenzestig, maar toch dacht ik: 'Ik moet me aanpassen.' Regel één van de survivors. Bovendien heb ik nog steeds veel ambitie, ondanks zo nu en dan een kwaaltje: ik heb een beetje artrose in mijn knieën; als ik pijn heb wrijf ik er een beetje olie aan en ik neem een aspirientje. En opnieuw erop en erover. Geen geleuter, geen tijdverlies. Ach ja, ik ben ook wel eens down, maar als dat een beetje te lang duurt, ga ik naar de shiatsu, Japanse acupressuur, en het komt allemaal weer in orde.»
undefined
Geen smaak meer
HUMO Maar goed, series wil je niet meer doen.
TANGHE « Neen, tenzij het scenario en de regisseur zéér goed zouden zijn. In 'Hotel Hotel' kwam de regisseur mij zeggen hoe ik moet spelen: 'Zou je het niet een beetje à la Moeder Cent kunnen doen?' 'Ja, hoor,' heb ik toen geantwoord, 'maar ik vertik het.' Ik hou van geestig, maar ik heb een hekel aan mensen die nadrukkelijk de komiek uithangen: ik beweer niet dat Geert Hoste niets kan, maar voortdurend zie ik hem nodeloze bekken trekken en denken: 'Zie mij eens komisch zijn.' En als Mister Bean zijn spasmen zou laten, zou ik hem ook veel beter vinden. Nu moet ik na afloop twee aspirientjes nemen.
» Ach, de mensen hebben geen smaak meer, hè. Of beter: hun smaak is verpest door wat ze doorlopend op de televisie te zien krijgen. Laatst ben ik in Antwerpen naar theater Frappant gaan kijken, een amateurgezelschap nota bene. Ze speelden twee eenakters van Harold Pinter. Ik hield er eerlijk gezegd mijn hart voor vast - Pinter is geen klein bier, hè - maar het werd een suc-cu-len-te voorstelling. En voor een keer niét in het Algemeen Beschaafd Antwaarps. Tussen twee haakjes: krijgen acteurs nog spraakles? En zo ja, waarvoor moet die nog dienen? Het taaltje dat we in populaire series moeten spreken, bestààt niet eens. Wel, wat kreeg ik na die prachtige voorstelling van Frappant te horen? Hou je vast: 'Ik zie liever het Echt Antwaarps Theater' In mijn tijd in het Mechels Miniatuur Theater ging het al van: 'Is het volgende stuk om te lachen? Neen? Dan komen we niet.' Dat was dertig jaar geleden nog anders, denk ik. Mensen gingen naar het theater, want dat hoorde bij hun culturele leven. Of het stuk om te lachen was of niet, deed er niet toe. Theater was een doel op zich.»
HUMO Je was nog maar zestien of je besluit stond al vast: je zou actrice worden.
TANGHE « Toen ik zestien was, wàs ik al een soortement actrice. Mijn besluit stond al op mijn twaalfde vast. In '42 werkte ik in het café-chantant, aan de Voormuide in Gent, een volksbuurt: het café heette De Jazzband. Samen met een vriendin vormde ik er een transformatie-duettistenpaar. Ken je dàt woord, jij die toch veel woorden kent?»
HUMO Neen, al kan ik me er wel iets bij voorstellen.
TANGHE « We speelden sketchen, zongen liedjes -'Dag schatteboutje, dag', het hele Jack Bulterman-en-The-Ramblers-repertoire, en de transformatie bestond erin dat ik nu eens een keukenmeid was, dan weer een chique madame en - naarmate de bevrijding naderde - ook wel eens een Amerikaans soldaat. Ik heb er ook leren tapdansen. Maar làng daarvoor moet ik hier en daar al toneeltjes hebben opgevoerd: laatst kwam ik een vrouw tegen die mij wist te vertellen dat we nog samen toneel hadden gespeeld aan de dokken; haar ouders waren ook schippers.
» Toen ik zeventien was, kreeg ik een rolletje in de Minard, omdat ik Oostends kon spreken - mijn ouders waren Oostendenaren. En ik was vertrokken. En ik ben als actrice bijna nooit werkeloos geweest.»
HUMO Ik wist niet dat je een schipperskind was.
TANGHE « Oorspronkelijk werkte mijn vader bij de spoorwegen - hij breidde bagagenetten - maar daar werd hij aan het begin van de Tweede Wereldoorlog om weet ik wat voor reden ontslagen. We woonden toen in Manage nabij Binche, waar ik overigens ook geboren ben. Ik ben dus een Waalse, maar dat is mijn schuld niet (lacht).
» Op een bepaald moment kocht mijn vader een houten schip van een schipper die aan gokken en drank verslaafd was, en we zijn beginnen varen, hè. 't Was een zeer mooi schip: de kajuit in het midden was in pure acajou uitgevoerd. Mijn kindertijd heb ik dus op schipperscholen doorgebracht: in elke losplaats zat ik op een andere school, tot het schip gelost en geladen was, en ik vond dat verre van onaangenaam. Er was toen nog geen haast bij: niemand zei toen: 'Ik ga nu snel dit of dàt doen.' Ik ben er nogal zeker van dat de tijden toen aangenamer waren. Ik kijk niet meer naar het journaal: ik heb mijn portie bloed, zweet en tranen wel gehad, denk ik. De ouderdom maakt je een beetje weker, hè. Een beetje sensibeler ook. Dat ik aan al die wantoestanden niets kan doen, ben ik steeds ondraaglijker gaan vinden. Landen die nood hebben aan elementaire dingen als water of medicamenten ... Wat moet ik eraan doen? Er naartoe trekken met een kist antibiotica, om het gestel van die mensen nog wat meer te ondergraven? Ik, die altijd zeg: 'In mijn lijf geen antibiotica'?»
Jenny Tanghe (72): voorlopig testament
Veel lieven
HUMO Hoe drong de oorlog door tot een zeventienjarig meisje dat aan het toneel was?
TANGHE « Nauwelijks. Ik had zowel een Ausweis als een Nachtschein - de voorstelling liep in de spertijd af, hè. Ik liep alleen terug naar huis, werd bijna altijd gecontroleerd, maar die Duitsers zijn nooit handtastelijk geworden.»
HUMO Aàrdige lui.
TANGHE « Dat nu ook weer niet: zij hebben het schip van mijn ouders in Gent tot zinken gebracht, opdat we er niet mee naar Nederland zouden kunnen vluchten. Wij hielden een reddingsbootje over: geen roeiboot, maar zo'n wrikkelbootje. Daarmee zette ik regelmatig vluchtelingen de Schelde over. Die gaven me allemaal een frank. Op een keer greep een man die ik aan het overzetten was me plots bij mijn haar vast en rukte mijn hoofd als een bezetene naar beneden: de kogels floten ons om de oren, maar angst voelde ik niet.
» Aan de overkant van de Schelde, de verboden oever, zag ik op een dag een troepje mensen lopen; even later forceerden ze de poort van een opslagplaats. Ik had meteen in de gaten wat ze van plan waren. Er stond een achtergelaten karretje langs de weg; dat heb ik toen ook gevuld met ongebrande koffie, meel en chocoladebonbons. Ik weet nog dat ik die koffie toen op eigen houtje aan enkele Gentse kruideniers heb verkocht: vijfhonderd frank voor tweehonderdvijftig gram: commerce!»
HUMO Je staat als eigenzinnig bekend, iemand die meteen opstapt als iets haar niet bevalt, maar toch ben je merkwaardig lang aan het Mechels Miniatuur Theater verbonden gebleven.
TANGHE « Een jaar of negen. Voor de pree. Ik heb er altijd wel goeie rollen gekregen, maar de entourage: sjongesjongesjonge! Ik keek er rond en dacht: 'Acteren is niet zo simpel.' Nu lijkt het wèl simpel te zijn geworden: iemand die uit een of andere missverkiezing te voorschijn is gekomen, krijgt zó een rol in een soap of een ander baanje bij de televisie: kwekkwekkwek en je bènt er. Pas op, ik heb niet automatisch bezwaren tegen mensen die geen opleiding hebben gehad, hè. Als ze maar talent hebben, zeg ik altijd. Je kunt niet leren acteren. Je kunt behalve eten en drank niets in mensen stoppen, zeker geen talent, want dat kun je er alleen maar uithalen.
» Maar anderzijds ben ik niet tegen een opleiding: een kok zonder diploma zal nooit een voet in de keuken van een goed restaurant zetten: 'Mijn moeder heeft me leren koken' zal daar niet veel indruk maken. Het vak van acteur is volslagen onbeschermd. Vroeger was de beroepskaart er nog. Zonder die kaart zette je geen voet bij de toenmalige BRT binnen. Ons statuut is zo goed als onbestaand: we zijn zogezegd bedienden van hogere rang. Is dat niet mooi? 't Klinkt veelbelovend, maar helaas betekent het niks.»
HUMO Ik heb ooit gelezen dat je geen kinderen hebt gekregen omdàt je actrice was.
TANGHE « Ik heb nooit vooropgesteld dat ik geen kinderen wilde, maar ik ben er altijd van doordrongen geweest dat ik het te druk had om voor kinderen te zorgen. Ik wilde bovenal mijn vak goed doen, en ik heb het feit dat ik geen kinderen heb gekregen nooit als een tekort ervaren. Het wás zo. Al heb ik dan veel lieven gehad, ik ben nooit op een man gevallen die per se kinderen wilde - die schijnen ook te bestaan (lacht). 't Waren meestal nogal losse verhoudingen: soms duurde zo'n relatie twee jaar, soms drie. Ach, ik zal wel eens liefdesverdriet hebben gehad, maar daar kwam ik snel weer bovenop. Ik was aldoor bezig. Ik heb mijn werk als actrice altijd gescheiden van mijn liefdesleven. Het ene mocht van mij geen invloed op het andere hebben.»
undefined
Jenny Tanghe in 'Rode Rozen van Roza'
Hotel Volzet
HUMO Denk je wel eens: 'Die of dié tijd was mijn glansperiode'?
TANGHE « Neen, zo zit ik niet in elkaar. Ik weet zelfs niet welke rol ik het liefst heb gespeeld. Veel mensen zeggen mij: 'Die Moeder Cent, dàt was toch iets.' Dat stemt mij altijd tot nadenken: 'Was ik toen beter dan nu?' En trouwens, wat hebben de mensen van die Moeder Cent onthouden? Dat ze een boosaardige non was, terwijl ik vooral haar sociale kant wilde laten zijn: moeder Cent weerspiegelde als het ware mijn socialistische inborst. Als een vrouw zich niet op de kop laat zitten, is ze een stout wijf, en als ze zich wèl laat doen, is ze een trut. Nog liever een stout wijf dan. Ik was al geëmancipeerd vóór het woord bestond, maar ik heb ook niet kunnen verhinderen dat er in sommige Afrikaanse landen nog steeds vrouwen besneden worden. Met een aardappelmesje. 'Als toeristische attractie,' las ik onlangs bij Benoîte Groult.
» Maar goed, televisie was ten tijde van 'Wij Heren van Zichem' nog iets magisch', hè, en de magie van toen vertekent nu de herinnering. Pas op: ik blijf het een goed feuilleton vinden, hoor, in tegenstelling tot 'De filosoof van Hagem', waarin ik ook heb meegespeeld.
HUMO Koletje, het konijnenwijf.
TANGHE « Je kent je klassiekers (lacht). Je mag nooit bij een succes blijven stilstaan: je moet het oplossen of er komt ellende van. Kijk maar eens naar de Verreths, die zich nog altijd aan 'De Collega's' vastklampen. Een mens kan volgens mij niets goeds met z'n verleden aanvangen. Voorbij is voorbij, en zo hoort het ook. Het enige wat ik over vroeger denk, is: 'Er was meer tijd' en 'Er was minder haast'.»
HUMO Hoe is 'Hotel Hotel', dat nu opnieuw wordt uitgezonden, je bevallen?
TANGHE « Toen men mij de rol van Bertha Bal in 'Hotel Hotel' aanbood, stelde men mij ook voor het stuk 'Thuis' van Hugo Claus te hernemen. Nu heb ik spijt dat ik die herneming niet heb gedaan. Ik heb drie keer de rol van Mevrouw Vergote in drie verschillende producties van 'Thuis' gespeeld: eerst in de KVS, daarna in Verticaal en tot slot in het Zuidpooltheater in Antwerpen. Claus was niet tevreden over mijn interpretatie van Vergote in de KVS: hij wou dat ik haar, ondanks haar adhero sclerose, haar aderverkalking, als een brullende leeuwin in een kooi speelde, maar de regisseur had mij gezegd dat ze myasthenia gravis had: een algemene atrofie van de spieren, ook van de sluitspieren - 'Mijn moeder heeft dat gehad,' voegde hij eraan toe. Een héél verschil, hè. Ik speelde haar dus nogal spastisch, en dat had Claus nooit bedoeld. Enfin, toen hij mij voor de derde keer als Mevrouw Vergote in het Zuidpooltheater zag, zei hij: 'Nu hèb je ze.' Zo zie je maar hoe lang je over één rol kunt doen.
» Maar we hadden het over 'Hotel Hotel': oorspronkelijk léék die serie natuurlijk aantrekkelijk: men hield ons voor dat er misschien wel twee à drie seizoenen in zouden zitten, en ik moet af en toe ook eens aan de financiële kant van de zaak denken. Nadat we drie afleveringen hadden opgenomen, dacht ik al: 'Stond ik maar op de planken met 'Thuis'. 't Ging niet om mijn collega's, hoor, maar meer om de manier van werken: als iemand komt zeggen hoe ik moet acteren... neen, dat staat me niet meer aan.
» Twee jaar geleden werden wij tussen Kerstmis en nieuwjaar opgebeld: dat 'Hotel Hotel' niet meer doorging. Ik had daar niet op gerekend, en er is mij dat seizoen ook niets meer aangeboden, want alle rolverdelingen lagen natuurlijk al lang vast. Toen begon ik me een beetje zorgen te maken: 'Wellicht ben ik nu te oud geworden. Willen ze mij niet meer?'
» Maar ook dat heeft niet lang geduurd. Ik hoefde maar naar de serie 'Upstairs Downstairs' te kijken en downstairs die oude vrouw met haar grove stem aan het werk te zien of ik was al getroost: het kàn nog op mijn leeftijd. En tegelijk frustreerde die prachtige serie mij: ik zou zo'n rol heel graag spelen, maar met welke regisseur? En wie schrijft hier op dat niveau scenario's? Allemaal vraagtekens. Iemand die een Vlaams equivalent van 'Keeping up appearances' zou kunnen schrijven, bestaat volgens mij niet. Ik kan zo zelden lachen om Vlaamse series die komisch bedoeld zijn. Om 'You rang M'Lord', dat opnieuw wordt uitgezonden, lach ik dan weer tranen. In theorie had 'De Burgemeesters' iets kunnen worden, maar in de praktijk was het zo plàt, niet om aan te zien eigenlijk. En nu is er 'Alle Maten': tja. Die acteurs zijn verre van slecht, maar ze spelen nààst elkaar, er ontstaat geen situatie, hoe zou er dan situatiehumor kunnen ontstaan?
» Om Chris Van den Durpel moet ik soms onbedaarlijk lachen: om Jimmy B. en om Firmin den Boxeur: on-weer-staan-baar. Voor de rest kan ik niet zeggen dat ik over het algemeen makkelijk lach.»
Jenny Tanghe (72): voorlopig testament
Jenny Tanghe in 'FC De Kampioenen'
Dood duurt lang
HUMO Nu we toch in een min of meer positieve versnelling geschoten zijn: zie jij nog meer goede televisieprogramma's?
TANGHE « Alles waar Mark Uytterhoeven zich mee bemoeit, en 'De Bossen van Vlaanderen', dat ze onlangs opnieuw hebben uitgezonden. Zo'n series maken ze niet meer, omdat er geen tijd meer voor is. Te duur, te arbeidsintensief. Kortom: voorbij.»
HUMO Jij wordt vaak getypecast, hè?
TANGHE « De stoute madame, hè. De moeder van DDT in 'FC De Kampioenen' noemen ze ook een stoute madame, terwijl ik van haar vooral een bezorgd mens probeerde te maken. Ze is bezorgd omdat ze ervan overtuigd is dat zoonlief zich altijd in de luren laat leggen. Als ze iemand nodig hebben die brult: 'Wat is dat hier, miljaarde!!' Eén adres: Jenny Tanghe.
» Als ik al één door en door slecht mens heb gespeeld in mijn leven, dan was het dat Koletje Kambeel wel. Maar als ze iemand willen die op haar poten staat, dan kunnen ze mij krijgen. Zelf word ik ook wel eens een stoute madame, vooram als iets me op mijn werk tegenstaat: dan kan ik zeer, zéér vervelend worden. Ik heb wel eens geroepen: 'Godverdomme, wat doén jullie hier allemaal!? Het ligt aan júllie, niet aan mij!' - 'Hou op met zeveren en druk je klaar en duidelijk uit!' heb ik een regisseur wel eens met luide stem bevolen (lacht). Klaar en duidelijk: dat is vaak een onoverkomelijk probleem in onze kringen.»
HUMO Heb je wel eens je slaap gelaten voor een rol die je niet meteen kon grijpen?
TANGHE « O ja. En ik huiver wel eens als ik mezelf op de televisie zie, zo van: 'Verkéérd! Niet juíst, verdomme! Foutfoutfout!' Het gaat meestal om kleinigheden, maar toch. En als ik een grote rol moet voorbereiden, zit dat personage me op een bepaald moment in de nek, en daar gaat het niet meer weg. Ik heb dat ook met de dood. Die zit me soms ook in de nek. Ik ben er bang voor, want dood-zijn, dat doe je làng, hè. Je hele leven! Ik ben wel een survivor, maar juist daarom denk ik vaak aan de dood. In mijn familie aan moederskant is het hart de weke plek: één keer heb ik een aritmie gehad, en dat was niet om mee te lachen. Ik ging meteen op de grond liggen, opdat ik tenminste niet zou vallen. Voor de rest heb ik geen problemen met het ouder worden, al wordt het nooit beter, hè.»
HUMO Maar desondanks wil je heel lang leven, stel ik me voor.
TANGHE « Op voorwaarde dat ik blijf zoals ik nu ben. Nog een jaar of tien, dàt in ieder geval wel.»
HUMO Gezondheid! A propos: we drinken nu wel whisky, maar ik weet dat je verslingerd bent aan champagne.
TANGHE « Wij drinken hier bijna dagelijks champagne. Die liefde voor champagne heeft iets te maken met mijn liefde voor Parijs. Toen ik nog spraakles en voordracht gaf aan een grote school in Berchem, kwam de drang om naar Parijs te vertrekken wel eens in me op als je-weet-wel-wat terwijl ik op de speelplaats stond te surveilleren. 's Middags was ik vrij, en dan haastte ik me naar het Zuidstation in Brussel en ik kocht een ticket voor de T.E.E. 'Jeux de Paumes', een vleugel van het Louvre, en 's avonds naar het theater, en mijn dag was goed. In een bepaald jaar ben ik zeventien keer naar Parijs gegaan, soms heen en weer op één dag, puur om in het Musée de l'Orangerie de waterlelies van Monet te zien. Zelfs zonder bagage soms: het regende in Brussel en dan dacht ik: laat ik maar naar de regen in Parijs gaan kijken.
» De eerste reis met het schip van mijn ouders ging naar Parijs: ik keek me toen al de ogen uit. Die stad is lang een soort dwanggedachte voor mij geweest. Ze kwam nog maar in me op of ik moest er al heen. Moéten, hè. Nu ga ik minder vaak omdat ik voorzichtiger ben geworden, maar ja, straatcriminaliteit is overal, hè.»
HUMO Nu je tweeënzeventig bent, mag ik het je wel vragen: wat heb je van het leven geleerd?
TANGHE « Weinig of niets. Wijzer ben ik er niet van geworden. Ja, ik heb misschien geleerd dat je veel moet relativeren, en relativeren betekent voor mij vooral: streng selecteren, zo van 'Neen, dat doe ik niet.' Al tien jaar zeg ik niet meer: 'Ik ga snel douchen' of 'Ik ga snel eten' of 'Ik ga snel naar huis'. Er liggen al veel van die snelle jongens en meisjes op het kerkhof. Laat ik zeggen dat ik evenveel van het leven heb geleerd als Jean Gabin. Die zong - pure poëzie: 'Maintenant je sais qu'on ne saura jamais le bruit et la couleur des chôses.' Zo denk ik er ook over.»
(RV)