Proces-reuzegom
Jeroen Olyslaegers na het vonnis op het proces-Reuzegom: ‘Het heden blijft voor altijd duister voor de nabestaanden van Sanda Dia’
De achttien Reuzegommers die terechtstonden voor de dood van Sanda Dia, zijn er met relatief lichte straffen afgekomen. Jeroen Olyslaegers woonde de voorlezing van het vonnis bij en was getuige van een merkwaardige anticlimax.
Donderdag 25 mei
Morgen valt de uitspraak in het Reuzegom-proces en zal ik me iets voor elven aan het Antwerpse hof van beroep melden. Meer dan twee maanden zijn voorbijgegaan, waarin het leven tal van andere balletjes in mijn richting gooide, en wel zo koppig dat ik nauwelijks ruimte had om nog over de zaak na te denken.
Dat hebben drie rechters wél gedaan, en ik vraag me af hoeveel moed en kracht dat heeft gevergd. De goedlachse Sanda Dia is gestorven tijdens een ontspoorde doop en de betrokken leden van de studentenclub Reuzegom zullen moeten worden gestraft.
Elke advocaat in deze zaak zal bevestigen dat het een uitzonderlijk proces is geworden, waarin de ene na de andere emotionele rollercoaster op de aanwezigen afkwam. Vorig jaar kwam ik verward buiten na enkele procesdagen in de correctionele rechtbank te Hasselt, twee maanden geleden verliet ik het hof van beroep te Antwerpen met enkele inzichten die ik nog altijd aan het verteren ben. Ik heb met advocaten gepraat en ben tot de conclusie gekomen dat de zaak-Reuzegom een juridisch mijnenveld is, omdat het in onze rechtspraak verdraaid lastig is om een groep te bestraffen in plaats van individuen die een misdrijf hebben gepleegd.
Lees ook:
In de WhatsAppgroep van Reuzegom:‘Pff moest er ooit is van komen, eig zijn wij toch allemaal maar wa apen me da dopen he’
Gaandeweg is de zaak een arena geworden in de publieke opinie, waardoor velen, onder wie eerst ook ikzelf, zich als rechters zijn beginnen te gedragen, nog vóór de Reuzegommers in Hasselt in de rechtbank moesten verschijnen. Waarom is dat net met deze zaak gebeurd?
Sanda Dia was een talentvolle, ambitieuze jongeman met een bruine huidskleur, die bij een wit clubje wilde horen dat hem vooruit zou helpen in het leven. Voor zover we kunnen nagaan, was dat clubje ook van plan om hem toe te laten, als hij samen met twee andere schachten een zwaar gestoorde doop zou ondergaan. Het is een zaak over ergens bij willen horen, en over de privileges die anderen zich toekennen op basis van materiële welstand en hun gevoel voor traditie.
Dat laatste woord is tijdens het proces vooral inhoudsloos gebleken. Vermoedelijk weet geen enkele Reuzegommer nog waar die traditie over moet gaan, behalve dat het een excuus is voor uitspattingen, alcohol en geweld. Het zegt iets over onze samenleving dat Sanda’s dood er zo diep heeft ingehakt.
Toen de zaak in de media kwam, was er meteen wantrouwen. Zullen de Reuzegommers, van wie de ouders veel connecties hebben en topadvocaten kennen, wel gestraft worden? Onmiddellijk rees het vermoeden van een samenzwering, van mogelijke toedekking en damage control. Nog voor er een datum werd bepaald voor het proces, werd openlijk gezegd dat die geprivilegieerde kerels ermee zouden wegkomen.
Veel mensen gingen aan de kant van de familie en vrienden van Sanda staan en hebben herhaaldelijk hun bezorgdheid geuit of het wel een eerlijk proces zou worden. Enkelingen zijn verder gegaan en hebben als wraakengelen de Reuzegommers en hun familieleden bedreigd. Uiteraard heeft ook dat meegespeeld in de zaak. Sommige advocaten hebben daardoor kunnen poneren dat de Reuzegommers bij voorbaat zijn gestraft. De rol van de pers was niet altijd zuiver in deze clickbait-tijd.
Een dag vóór de uitspraak is dat wat me bezighoudt. Een fundamenteel wantrouwen in het gerecht vormt geen goede combinatie met sensatiezucht. Valt zoiets in de toekomst te vermijden? Kan de pers nog aan zelfreflectie doen? En hoe herstel je het vertrouwen in de rechtsgang? De reden waarom ik me die vragen blijf stellen, is omdat ik twee maanden geleden sereniteit, nuancering en waardigheid heb mogen beleven in het Antwerpse hof van beroep.
Het contrast met de buitenwereld, met gesprekken die ik met vrienden had, met de commentaar op sociale media, was schrikbarend groot. ‘Het had helemaal anders kunnen lopen,’ liet een van de advocaten me weten. ‘Je kijkt naar een balletje dat alle kanten uit gaat en dan toch een bedding volgt, en op basis van je ervaring weet je dat het niet simpel zal worden. En ook na zo’n proces weten we nog altijd niet welke uitspraak er komt.’
Je kunt niet anders dan aannemen dat de drie rechters een loodzware taak hebben volbracht, die morgen zal eindigen met het uitspreken van een vonnis. Ik ontken niet dat ik nerveus ben. Is de voorzitster van de rechtbank nerveus? Allicht, samen met alle aanwezigen. Morgen begint de toekomst van de daders, maar blijft het heden voor altijd duister en verdrietig voor de nabestaanden van de jongen die erbij wilde horen.
Vrijdag 26 mei
De deur gaat open. De drie rechters stappen de rechtszaal binnen en iedereen staat op. Ik heb net gehoord dat het vonnis voorlezen twee uur in beslag zou nemen. De voorzitster neemt het woord, verklaart zichzelf bevoegd en leest vervolgens de straffen voor.
De beklaagden krijgen werkstraffen tussen de tweehonderd en driehonderd uur, gecombineerd met een geldboete van 400 euro. De schadevergoeding aan de familie bedraagt hoofdelijk enkele duizenden euro’s. De Reuzegommers zijn allemaal schuldig bevonden aan het toedienen van onopzettelijke slagen en verwondingen met de dood tot gevolg. Iedereen komt overeind als de rechters opstaan. De deur gaat dicht. Het heeft alles samen twintig minuten geduurd.
Eigenlijk, beste lezer, zou hier nu een lege pagina moeten volgen om aan te geven wat voor merkwaardige anticlimax het vonnis heeft veroorzaakt. Weer ben ik in de val gelopen. Weer heb ik de zaken vooraf en zonder het te beseffen gedramatiseerd. De voorzitster nerveus? Ach komaan, zal ik het dan nooit leren? Het gerecht heeft gesproken en de voorzitster sprak kort. Het volledige vonnis valt na te lezen. De kous is af.
Er is geen echt drama te bespeuren in de rechtszaal. Van een ontlading is nauwelijks sprake, al is dat allicht schijn. ‘Zo is het vaak bij zulke gemediatiseerde zaken,’ vertrouwt een advocaat van één van de Reuzegommers me toe, ‘het is als een soufflé die inzakt.’ Ik vraag waarom de voorzitster niet het volledige vonnis heeft voorgelezen. De advocaat haalt zijn schouders op.
De voorzitster heeft altijd blijk gegeven van een doortastend optreden en het vermogen om de zaal op een strenge, maar menselijke manier rustig te houden. Vermoedelijk heeft ze ingeschat dat de emoties alsnog zouden oplaaien als ze het hele vonnis zou voorlezen. Misschien heeft ze besloten om dat wegens therapeutische redenen niet te doen.
Maar toch - en dat typeert het hele proces - moet er een ritueel moment komen dat zo’n dozijn cameraploegen afdwingt aan de trappen van het gerechtsgebouw. Iedereen wacht op Sven Mary, de advocaat van de vader en de broer van Sanda.
Intussen probeer ik samen met andere persmensen vat te krijgen op de strafmaat. De Reuzegommers zijn wel degelijk als groep veroordeeld en ze hebben nu allemaal een strafblad. Over een paar jaar, als ze hun straf hebben uitgevoerd en de schadevergoedingen hebben betaald, komen ze in aanmerking voor eerherstel en kunnen ze dat strafblad weer blanco maken. Maar dat is nu nog niet aan de orde.
De vader van Sanda heeft nooit om gevangenisstraffen gevraagd. Hij wilde in de eerste plaats inzicht in de omstandigheden van de dood van zijn zoon. Heeft hij dat gekregen? Ik vermoed van niet. Er zijn vragen die onbeantwoord blijven, en daar zal de hele familie mee moeten leven. Een uur later komt Sven Mary met de familie naar buiten. Zijn schedel blinkt in de middagzon. Er komen geen ronkende verklaringen of emotionele uitspraken. Recht is gesproken, zegt hij klaar en duidelijk.
Ik heb dat recht van dichtbij meegemaakt. Mijn eigen oordeel heb ik vaak ter discussie moeten stellen gedurende het proces. Ik heb gewikt en gewogen, mezelf zoveel mogelijk tot nuances gedwongen. Dat neemt niet weg dat ik dit zonder enige nuance zeg: door deze zaak ben ik van mening dat studentendopen met alcohol en gericht op vernedering simpelweg moeten worden afgeschaft. Dit nooit meer.
Lees ook:
Het dagboek van Jeroen Olyslaegers: ‘Waarom huilen de Reuzegommers? Om Sanda? Om hun toekomst? Uit angst?’