Johan Vande Lanotte zegt politiek vaarwel: 'We hebben vooral stemmen verloren aan Vlaams Belang'
Terwijl de regering op vallen staat door het VN-migratiepact, neemt oud-topminister Johan Vande Lanotte afscheid van de politiek. De timing is toeval, maar als ervaringsdeskundige weet hij: geen enkel ander thema heeft de recente politiek meer getekend. ‘We gaan er niet komen met simpele waarheden.’
Johan Vande Lanotte oogt ontspannen. Vanaf januari zal hij dan wel geen burgemeester meer zijn in Oostende, afscheid nemen van de politiek doet hij zonder bezwaard gemoed. “Ik heb dertig jaar meegedraaid op het hoogste niveau en zaken gerealiseerd waar ik echt achter sta. Als ik daarmee niet tevreden kan zijn, wie dan wel?”
“Maar we blijven de grootste partij. Ik had gemikt op dertien zetels, dat hebben we niet gehaald. Maar de partij maakt nationaal een moeilijke periode door, bovendien kreeg ik met Bart Tommelein (Open Vld) een zetelende viceminister-president tegenover mij.”
“Maar dat was op een moment dat er geen Vlaams-nationalistische partij in Oostende opkwam. We hebben die destijds allemaal bij ons gepakt. Sinds de N-VA weer opkwam, zijn we die voor een stuk weer kwijtgeraakt.”
“We hadden het beste programma dat we ooit hebben opgesteld. We hebben vooral stemmen verloren aan Vlaams Belang. Ik heb voor de verkiezingen 2.000 huisbezoeken gedaan. De helft van de mensen had het over het feit dat er te veel nieuwkomers zijn. Oostende heeft dat nooit gekend, tot de laatste tien jaar. Dat heeft veel onvrede en ongemak veroorzaakt. En dat wordt toegeschreven aan de grootste partij in het stadsbestuur: ‘Meer vreemdelingen, dat is de schuld van de socialisten.’”
“Dat helpt dus niet. Wij geven meer taallessen dan elders, wij kijken er strenger op toe dat ze werk vinden, maar dat kan de kiezers niet overtuigen. We krijgen dat niet uitgelegd. Het thema is zo gepolariseerd, het zit er zo diep ingebakken. Het was dé bepalende factor. Daarnaast speelt natuurlijk ook een deel slijtage mee, na 24 jaar aan de macht.”
“Ik had liever gehad dat John Crombez de lijst trok. Ik heb dat ook met hem besproken. Maar als nationale partijvoorzitter kan je zoiets niet maken vijf maanden voor de volgende verkiezingen. Bij winst zou hij moeten stoppen als voorzitter, zeker gezien zijn duidelijke standpunt over decumul. Dat zou niet fair zijn tegenover de partij. Zijn keuze zou al snel worden bestempeld als vaandelvlucht.”
“We hebben op verkiezingsdag om 17 uur een eerste keer gebeld met Tommelein. Hij zei beleefd dat hij ook een coalitie zonder ons kon vormen. Dan weet je genoeg. Dan gaat hij dat ook doen. Met Groen hadden we een inhoudelijk voorakkoord. Maar tegen woensdag na de verkiezingen was al duidelijk dat ze zich daar niet aan zouden houden. Als je dan ziet wat ze uiteindelijk hebben binnengehaald in de nieuwe coalitie, is dat teleurstellend. Ze volgen de ‘Calvo-doctrine’. De groenen willen op zo veel mogelijk plaatsen besturen zonder de socialisten erbij, ook al moeten ze inhoudelijk veel toegevingen doen.”
'‘De verkiezingsuitslag was niet goed, punt. Maar we besturen mee in negen van de dertien centrumsteden. De partij is niet uitgeteld’'
“De uitslag was niet goed, punt. Wel hebben we vrij goed onderhandeld achteraf. We besturen mee in negen van de dertien centrumsteden. De partij is niet uitgeteld. Het is belangrijk dat je daar vaste grond onder de voeten blijft hebben.”
“Dat is hetzelfde als een bakker verwijten dat hij brood wil verkopen. Een politicus wil dingen realiseren en veranderen, dat is zijn stiel. Dat gaat amper vanuit de oppositie. Zijn we dan verkleefd aan de macht? Het is gewoon de essentie van onze job. Je moet iets te zeggen hebben.
“Dat is ook een beetje onze cultuur. Kijk naar Antwerpen. We steken onze nek daar uit. In Antwerpen zaten ze op een gegeven moment in een impasse, na een maand aftastende gesprekken. Dan zijn we gaan praten. Dat ligt lastig bij de N-VA, dat ligt lastig bij ons. En met de hele boel rond het migratiepact ligt het nog een stuk lastiger. Dat hoef je niemand uit te leggen. Het zal nu nog duidelijker moeten zijn dat er een verschil met het verleden komt. Zeg je dan ‘Foert, trek uw plan, wij gaan naar huis’? Ik zou dat nooit gekund of gewild hebben. Je kan me niet vragen om meer dan tachtig uur per week te werken en dan plots te zeggen: ‘Bon, ik trek het me niet meer aan.’ Dat zit niet in mijn aard en niet in die van mijn partij.”
undefined
“Hij mócht niet opstappen. Ik heb hem dat ook zo gezegd. Zoiets doe je niet enkele maanden voor de verkiezingen. Ik begrijp dat hij zich zo voelde en dat hij die overpeinzing heeft gemaakt, maar het was strategisch misschien niet zo verstandig om dat luidop uit te spreken.”
“Ik begrijp dat, maar keur het niet goed. Ik denk alleen dat hun aanpak zeer riskant is. Ik heb al eerder gezegd dat ze de sprint aantrekken voor Vlaams Belang. De laatste maanden hebben ze er een potje van gemaakt, en dat beseffen ze zelf. De hele situatie rond de transitmigranten was één grote chaos. Sindsdien gaat het van kwaad naar erger.”
'‘De aanpak van N-VA rond migratie is zeer riskant. Ze trekken de sprint aan voor Vlaams Belang’'
“Neen, het gaat ook niet over de inhoud. Ik heb de tijd genomen om de tekst grondig te lezen. Wat totaal nieuw is in dat pact: er is een terugnameplicht in de landen van oorsprong. Dat bestaat nu dus niet in het internationaal recht.”
“Maar dat is gewoonweg niet waar! Op de eerste pagina staat: dit gaat over migratie en er komt er een tweede pact over vluchtelingen. Het gaat over de strijd tegen illegale migratie, grenscontroles, terugstuurprogramma’s en ga zo maar door. In al dat soort teksten geldt: neem er één zin uit en je kunt alles bewijzen. De halve waarheid is de grootste leugen. Er staat bijvoorbeeld in dat de overheidsdiensten rekening moet houden met hun culturele achtergrond, maar er staat evengoed in dat de nieuwkomers zich via programma’s moeten aanpassen aan de gewoonten en gebruiken van het land.”
undefined
“Het is simpelweg zo. Als je de tekst ziet, dan weet je: als je hier spel van maakt, dan is het omdat je er spel van wíl maken.”
“Mijn mooiste dagen, zou ik bijna zeggen. We hebben toen het hele wettelijke kader rond mensenhandel geschreven en dat is nog steeds in voege.”
“Toen ik begon als minister was er helemaal niets. We hebben toen die hele wetgeving en alle procedures op punt gesteld. We startten toen met 1.400 asielzoekers per maand, op het einde van de legislatuur waren het er nog 750. Let wel, er werden er niet minder erkend. De echt grote crisis kwam er begin jaren 2000, toen ik minister van Maatschappelijke Integratie was. Het Grondwettelijk Hof had beslist dat we kandidaat-asielzoekers niet langer materiële steun gaven. We kregen er toen 6.000 per maand binnen. Ik heb toen uit het niets een opvangnetwerk uit de grond moeten stampen. We hebben de wet gewijzigd om die mensen opvang te geven. Maar na drie maanden was die crisis onder controle.”
'‘Wie was uitgewezen en uitleg wilde, kon bij mij persoonlijk langskomen. Ik heb er massa’s gezien, elke zaterdag hield ik spreekuur. Dat hakt erin’'
“Altijd.”
“Wat Theo doet, wat Maggie De Block deed: ik heb nooit gezegd dat die aanpak fout is. Ik heb te veel gezien hoe ongelooflijk lastig dat is. Maar Franckens communicatie is totaal verkeerd. Het aantal mensen dat voor of tegen migratie is, is spectaculair toegenomen. En dat migratiepact doet er nog een schep bovenop. Op den duur kan er niet meer op een rationele manier naar een oplossing worden gezocht. Ieder geraakt alleen maar meer overtuigd van zijn eigen gelijk. Hij maakt het probleem alleen maar groter.”
“Maggie De Block was dat. Ik ook, denk ik. Wie was uitgewezen en uitleg wilde, kon bij mij persoonlijk langskomen. Ik heb er massa’s gezien, elke zaterdag hield ik spreekuur. Ik kan je zeggen: ik was de rest van het weekend niet aanspreekbaar. Dat hakt erin. Ik deed het met opzet. Als je niet meer in iemands gezicht kan zeggen waarom je een bepaalde beslissing hebt genomen, dan moet je niets meer beslissen. Gewoon op je bureau wat handtekeningen zetten kan iedereen.”
“Ah, die uitspraak heb ik eigenlijk van Louis Tobback. Het was wat hij tegen me zei op mijn laatste dag als kabinetschef. Hij bedoelde eigenlijk iets anders. Ik had voor hem drieënhalf jaar mijn nikkel afgedraaid. Een enorm leuke periode waarin we gigantisch veel hebben gerealiseerd. Bij mijn afscheid zei hij: “Vande Lanotte, pas als je eens goed met je hoofd tegen de muur loopt, ga ik weten hoe goed je bent. Il faut décourager le talent, het talent ontmoedigen. Dus op mij moet je niet meer rekenen. Salut.” Voor alle duidelijkheid: hij heeft me natuurlijk wél geholpen. Maar het was zijn manier om mij te motiveren.”
“Caroline Gennez was nog het jonge, onstuimige talent, niet de politica die ze later is geworden. Ze had nog wat discipline nodig, laat ik het zo zeggen. Je moet hen een beetje uitdagen, maar nooit op een onvriendelijke manier. Een kabinet dient om mensen te vormen. Mijn eigen medewerkers kafferde ik niet uit, wel ging ik er vaak tegenin. Je mag hen al eens voor de leeuwen gooien.”
“Ja, dat is juist. Dat had ik beter niet gedaan. Ik was voorzitter, maar de verkiezingen waren slecht. Tijd om op te stappen dus. Er stonden zeven opvolgers klaar. Ik was bang dat de partij weer zou worden verscheurd.”
“Dat was niet de bedoeling, al was dat wel een perceptie die ontstond. In de jaren nadien heb ik me niet gemoeid met mijn opvolger. Dat doe ik nooit als ik ergens vertrek. Ik ben niet één keer naar het partijbestuur geweest in de twee jaar nadien.”
'‘Ik was geen goede voorzitter. Die moet met eenvoudige slogans de helft van de waarheid kunnen zeggen’'
“Ik heb hem afgeraden om voorzitter te worden. Het is geen leuke job. Je moet het niet doen om gelukkig te worden. Ook op hem heb ik weinig invloed. Mensen geloven dat niet, toch is het zo. Maar ook dat krijg ik blijkbaar niet uitgelegd.”
“Dat is waar. Maar niet alleen door mij, hé. Ik was geen goede voorzitter. Die moet met eenvoudige slogans de helft van de waarheid kunnen zeggen.”
“Dat heb ik zelfs helemaal niet. Als ik een doel stel, wil ik er in één rechte lijn op af. Poef. Strategie is soms dingen zeggen die je niet meent. Denk jij nu werkelijk dat De Wever vindt dat het VN-verdrag problematisch is? Natuurlijk niet. Maar hun strategie is: kiezers terugwinnen van het Vlaams Belang.”
“Het is een evolutie die je op veel plaatsen in Europa ziet. Veel heeft te maken met de val van het IJzeren Gordijn. West-Europa was tot dan een gesloten maatschappij met duidelijke externe vijanden, met een zekere samenhang en traditie die daarop gebaseerd is. Op korte termijn zijn we geëvolueerd naar een zeer open samenleving, met heel veel migratie en andere veranderingen. Wij zijn er niet in geslaagd om die mensen daar een duidelijk antwoord op te bieden. Je kan de mensen zekerheid geven met een eenvoudig vijandbeeld. Je kan de Walen of de vreemdelingen de schuld geven van alles, maar dat zullen wij als socialisten nooit zeggen. Als het gaat over migratie, pleiten wij voor een duidelijk gereguleerd systeem met rechten en plichten, maar daarmee word je geen marktleider. N-VA en Vlaams Belang wel. Ze halen samen bijna de helft van de stemmen.”
undefined
“Ik ben het inhoudelijk niet eens met wat hij zegt. Mark heeft zich gekant tegen Marrakech. Wil ik stemmen halen, dan zeg ik hetzelfde als hij. Maar het klopt gewoon niet. Dat hebben we nooit gedaan. Het voorbeeld bij uitstek was het migrantenstemrecht. Wij hebben dat destijds goedgekeurd, goed wetende dat het ons stemmen zou kosten. We verloren meer dan 4 procent. Toch hebben we doorgezet, omdat we ervan overtuigd waren dat het de enige juiste optie was.”
“Dat we het op dat vlak moeilijk hebben is evident. Maar onze lijn is duidelijk. Monica De Coninck vertolkt het elke week in het parlement. Bij het Marrakech-pact pleiten we bijvoorbeeld voor een verklarende tekst erbij. We zitten in een moeilijke periode, en die kan mogelijk lang duren, maar dat moet je er niet van weerhouden om je eigen ideeën naar voren te blijven brengen.”
“Misschien, al is het nog lang. En dat zou slecht voor ons zijn. We gaan sowieso naar moeilijke verkiezingen in mei. Toch is het tijd om te vernieuwen en jonge mensen te lanceren.”
“Ze hebben me gevraagd lijstduwer te zijn voor de Kamer. We hebben nu drie zetels in West-Vlaanderen, maar die derde is zeer onzeker geworden. Het zal moeilijk zijn, maar ik wil helpen om die toch nog te binnen te halen. Als ik verkozen geraak, zal ik mijn plaats afstaan aan de eerste opvolger, een jonge, beloftevolle vrouw. Of dat kiezersbedrog is? Helemaal niet. Jij schrijft nu toch duidelijk op wat mijn plannen zijn? Ik wil mijn partij helpen, ook als het slecht gaat. Iedereen kijkt nu naar de komende verkiezingen en hoe we nog een factor van belang in de Belgische politiek kunnen blijven. Relevant blijven wordt voor de sp.a de inzet van de kiesstrijd.”
undefined
© De Morgen