John Cale (Rivierenhof)
'2018-1964, a future-spective' heette John Cales tweedaagse Velvet Underground-terugblik eerder dit jaar in de Londense Barbican. Ook in het Rivierenhof in Antwerpen kreeg Cale (76) er geen gewone, overzichtelijke retrospectieve uit.
Eerst ‘Lisbeth Gruwez dances Bob Dylan’. Wat Gruwez’ partner Maarten Van Cauwenberghe vandaag doet - platen van onze favoriete song and dance man uit de hoes halen, ze op de platendraaier leggen, de naald in de juiste groef mikken - dat kunnen wij thuis ook goed. Het is duidelijk een set van een kenner: eerst een stukje ‘All the Tired Horses’, dan ‘Blind Willie McTell’ (aan het vinylgekraak kunnen we allemaal goed horen dat Van Cauwenberghe de song veel heeft opgelegd), dààrna ‘Simple Twist of Fate’, …
Soms danst Gruwez gewoon beter dan u en ik gewoon dansen, soms draait ze in het rond alsof ze met de armen gestrekt stilstaat in het midden van een grote, op 33 toeren draaiende langspeelplaat, soms wringt ze zich in de bochten van Dylans ritmes. Ze is - zegt ze zelf - geïntrigeerd door Dylans grilligheid, timing en cadans, en vindt dat hij zijn woorden uitspuwt als een paard.
Het beeld dat ik heb bij ‘Subterranean Homesick Blues’ komt van Dylan die pancartes weggooit met rijmwoorden erop, en dat zal na vanavond mijn beeld blijven. Afsluiter ‘It’s Alright Ma (I’m Only Bleeding)’ - dat zeven en een halve minuut doordendert tot bij ‘It’s alright, ma / it’s life and life only’ - is soms mijn favoriete Dylan-lied, maar halfweg ben ik bier gaan halen.
Ach wat, ik verklaar me bij deze onbevoegd. Ik heb ooit eens vier mensen van Rosas zien dansen op één van mijn eilandplaten ‘A Love Supreme’: ze verbeeldden alle vier één instrument van John Coltranes kwartet. Toen iemand vroeg: ‘En? Wat vond je ervan?’, heb ik geantwoord wat ik ook van deze performance in het Rivierenhof vond: ‘Uitstekend geluid’.
John Cale! ’Gravel Drive’ is een opener die duidelijk maakt dat we van hem - maar ook van gitarist Dustin Boyer en drummer Deantoni Parks - veel elektronica mogen verwachten. Net als twee jaar geleden op Gent Jazz mankt Cale bij het opkomen, maar zal hij bijna twee uur blijven rechtstaan achter keyboards, of met gitaar en altviool in zijn handen.
‘Dirty Ass Rock ’n’ Roll’, oorspronkelijk een Dr. John-achtig lied met blazers, gaat over een man met een kater die zich ‘an undercover Sigmund Freud’ voelt (haha), en zit in de tekst vol bibbity-boms. De song is vandaag dromerig geworden, doet het met fezelende backings, en de ‘ass' uit de songtitel is weggevallen, ’t is dirty dirty rock ’n’ roll geworden. Mag ook!
John Cale heeft nooit iemand verplicht alleen naar ‘Temptation Island’ te kijken: ’Hedda Gabler’ is gemaakt naar een toneelstuk van Henrik Ibsen, ‘E Is Missing’ wordt aan de dichter Ezra Pound opgedragen; er komt nu veel rare pling ploing uit Cales toetsen.
‘Fear Is a Man's Best Friend’ (dat in de wedstrijd Beste Oerschreeuw Aan Het Eind Van Een Seventies-song ooit een gelijkspel kon afdwingen tegen ‘Mother’ van John Lennon) blijft vanavond moeiteloos overeind.
In ‘Lady Godiva’s Operation’ doet bassist Joey Maramba wat Lou Reed deed in de original: de donkere clown uithangen door iets bij mekaar te lallen over een knoeiende chirurg.
'Venus in Furs’ - daar is die altviool - gaat veel mooier fluweel ondergronds. Het was de eerste Velvet Underground-song waar John Cale ooit van dacht: we hebben een eigen geluid, we hebben niet voor niks eerst al die jaren onze instrumenten zitten stemmen op het geluid van de koelkast, om daarna urenlang een drone aan te houden.
‘What is the Legal Status of Ice?’ is nieuw en mooi. Bindtekst van Cale: ‘Als een ijsmassa losbreekt aan de noordpool, en daarna tot voorbij de evenaar drijft, is die dan nog steeds pakweg Russisch territorium, of is ze eigendom geworden van iemand anders?’
Hulde aan de man die geen zin heeft om een museumstuk te worden en die - kwestie van de weersomstandigheden woest te doen wisselen - het mooie liedje ‘Emily' in de setlist steekt. Bedankt ook voor het treiterig lange gitaareinde van ‘Helen of Troy’ (Genre: slow funk). Naarmate de set vordert, begint het concert - in het eerder vermelde Lady Godiva-lied, en in ‘Chums of Dumpty’ - rafels te vertonen. Maar dan is daar de om de tien tellen komende dreun (drone) in ‘Wasteland’, een song met een tekst over liefde in tijden van catastrofes. Strofe: ‘Volcanoes in the distance / Riverbeds run dry’. Refrein: ‘You comfort me’. Schoon!
Het gloednieuwe ‘Hatred’ is een goeie clubtrack, komt met ‘Boo-ya, Boo-ya’, hinnikend paard en scheef oosters ritme, doet op het eerste gehoor wat denken aan het leven van Brian Eno & David Byrne in the bush of ghosts, en heeft een héél mooi refrein. Dat laatste heeft Cale van Lou Reed geleerd, die hem altijd zei: ‘Don’t bore us, get to the chorus’.
Gevraagd waarom Cale niet gewoon, zoals de meeste 76- jarigen, liedjes van dertig en meer jaar geleden speelt: ‘Ik ben snel verveeld. Ik moet dus wel af en toe iets doen dat ik nooit eerder heb gedaan. Ik moet aan mijn mentale gezondheid denken. Het is - heb ik ondervonden - ook dé manier om vriendelijk te blijven tegenover mijn buren.’
Trouwens, Cale sluit af met de verbeten medley ‘Gun / Pablo Picasso / Mary Lou’, eigenlijk wél gewoon drie liedjes van dertig en meer jaar geleden, én gespeeld zoals ze toen gespeeld werden. Genre: dirty-ass rock’n’ roll.
2016: Gent. 2018: Antwerpen. Zullen we gewoon in 2020 in Brussel afspreken?