John Coltrane - Both Directions at Once: The Lost Album
‘Both Directions at Once’ slaat op het componeeradvies dat John Coltrane ooit aan collega-saxofonist Wayne Shorter gaf: ‘Begin je zin in het midden, en ga dan tegelijk naar het begin en het einde.’ Deze gloednieuwe plaat van 55 jaar geleden is ook echt een ‘Lost Album’: hier geen outtakes, bootlegs, concert- of radio-opnamen. Het is een nooit eerder op volgorde gelegde studioplaat die Coltrane in één namiddag in 1963 opnam met pianist McCoy Tyner, drummer Elvin Jones en bassist Jimmy Garrison. Uiteraard vormen zij het godenkwartet dat bijna twee jaar later in dezelfde Van Gelder Studio ‘A Love Supreme’ zou opnemen. De mastertapes zijn ooit doodleuk vernietigd om plaats te maken in de rekken. Coltranes eerste vrouw Juanita Naima Grubbs (die werd vereeuwigd in ‘Naima’) vond een kopie terug die goed klonk.
Generatiegenoten die nog leven – bijvoorbeeld Archie Shepp (81) en Pharoah Sanders (77), die deze zomer allebei naar België komen met werk van Coltrane – noemden ‘Both Directions at Once’ al de Verloren Ark van de jazz. Op de plaat staan nooit eerder gehoorde eigen composities, die ‘Untitled Original 11383’ en ‘11386’ heten, op sopraansax worden gespeeld, een bassolo met strijkstok bevatten en de sfeer uitademen van het door Coltrane uit ‘The Sound of Music’ gelichte ‘My Favorite Things’. Ook ‘One Up, One Down’ – dat uitmondt in een cobra-versus-mangoest-duel tussen sax en drums – en ‘Impressions’ – een livefavoriet die aanzienlijk is ingekort – zijn door Trane zelf geschreven.
‘Nature Boy’ was een hit van Nat King Cole. In deze versie zitten geen solo en geen piano, ze is niet meer dan tenorsax boven spooky keteldrums. Coltrane blijft hier – wat zullen we nu krijgen? – de melodie trouw. Ook het elegant swingende ‘Vilia’ – een stuk operette dat een jazzinjectie kreeg van de remixers van toen – is een deuntje uit Tranes jeugdjaren.
Je voelt dat het werktempo larger than life is. Afronden na de eerste take lukt niet altijd. Het kwartet stond ondertussen 14 dagen ononderbroken geboekt in de Birdland-club. De dag erna namen ze de croonerplaat ‘John Coltrane & Johnny Hartman’ op. De pianist, die op drie van de zeven nieuwe tracks werkloos is, nam eerder die week een soloplaat op.
Het hoogtepunt heet ‘Slow Blues’: elf minuten improvisatie, alleen onderbroken door een uit het niets opduikende piano. Al het inwendige onbehagen komt hier naar buiten in de vorm van schel, maar bloedmooi saxlawaai. Niemand kan zo mooi op het punt staan dood te gaan en toch rust uitstralen.
Sonny Rollins (87) vergelijkt luisteren naar deze perfect tussen de kwartetplaten ‘Coltrane’ (1962) en ‘Crescent’ (1964) passende lp met het ontdekken van een nieuwe kamer in de piramide van Cheops. Tip voor instappers: in de alom bekende grafkamers loopt nu eventjes minder volk rond, dus bezoek eerst het warmbloedige ‘Blue Train’, het ingetogen protestlied ‘Alabama’ en ‘A Love Supreme’, dat op zichzelf één van de zeven muzikale wereldwonderen is.