John Lennon: het laatste interview
Op 6 december 1980 had John Lennon een openhartig gesprek – over The Beatles, Yoko, drugs, zijn toekomstplannen – met BBC-dj Andy Peebles. Het drie uur durende interview zou zijn testament worden, want twee dagen later was hij dood. Enkele memorabele quotes.
Over drugsraids
‘Ik heb mijn strafblad te danken aan een flik die op scalpenjacht was: hij heeft niet alleen Yoko en mij gepakt, maar ook Brian Jones en The Stones. De hele zaak was opgezet spel, want The Daily Mail en The Daily Express waren er eerder dan de politie – die kerel had de pers zelf verwittigd. Omdat een journalist ons had getipt, had ik het huis al helemaal doorzocht. Jimi Hendrix had er eerder namelijk ook gewoond, en ik ben niet achterlijk.’ (Norman ‘Nobby’ Pilcher viel in 1968 de Londense flat van Lennon en Ono binnen. John werd veroordeeld voor het bezit van marihuana. In 1973 zou Pilcher zelf wegens meineed in de gevangenis belanden.)
Over Paul McCartney
‘Ik gebruikte mijn wrok tegen Paul om een song te schrijven, maar ’t was creatieve rivaliteit, geen giftige vendetta. Toen ik afkickte van de heroïne schreef ik ‘Cold Turkey’, toen ik afkickte van Paul en The Beatles schreef ik ‘How Do You Sleep?’’
(De sneer aan het adres van McCartney stond in 1971 op ‘Imagine’.)
Over geweld
‘De eerste keer dat de Beatles in de nationale pers kwamen, ging het over mijn vechtpartij met Bob Wooler op het feestje voor Pauls eenentwintigste verjaardag. Hij had geïnsinueerd dat ik homo was. Kennelijk was ik in mijn binnenste bang dat het wáár was, anders zou ik nooit zo tekeergegaan zijn. Maar ik was stomdronken, en op dat moment zou ik iemand doodgeslagen kunnen hebben. Een angstaanjagende gedachte.’ (Wooler was de Liverpoolse dj die The Beatles aan hun manager, Brian Epstein, had voorgesteld. Lennon was met Epstein, die wel degelijk homo was, op vakantie geweest, en Wooler had die trip hun ‘huwelijksreis’ genoemd.)
Over zijn 'lost weekend'
‘Ik kon die scheiding op geen enkele andere manier verwerken. Ik stortte volledig in en kon alleen maar naar de bar gaan om het er met Harry Nilsson, arme Keith Moon en anderen op een zuipen te zetten. Achteraf bekeken klinkt het geestig, maar het was miserabel. Ik drink zelfs niet meer, omdat het me zo bang maakt.’
(Eind 1973 gingen Lennon en Ono uit mekaar en zette hij het op een feesten in Californië. Na een periode van achttien maanden, waarnaar hij later zou verwijzen als ‘The Lost Weekend’, keerde hij terug naar Ono in New York.)
Over de hereniging met Yoko
‘Elton John had de tweede stem ingezongen op ‘Whatever Gets You Thru the Night’ en bij wijze van grap gezegd dat ik maar moest komen meezingen op zijn concert in madison Square Garden als die song op één zou staan. ‘Onmogelijk,’ dacht ik, dus ik zegde toe. eén jaar later was het zover en moest ik mijn belofte inlossen. Ik wist niet dat Yoko in het publiek zou zitten, anders had ik zeker niet durven spelen. Toen ik van het podium ging, was ze daar plots... en waren we weer een koppel.’ (Tijdens het concert van Elton John, op 28 november 1974, trad Lennon voor het laatst op voor een groot publiek.)
Over feminisme
‘Ik heb brood leren bakken. Voor Yoko. Voor de baby. Ik ben al mijn hele leven door vrouwen bediend geweest: door tante Mimi, vriendinnetjes, echtgenotes. Het was een hele ervaring, en pas nu apprecieer ik dat echt.’
(Mary Elizabeth ‘Mimi’ Smith was de voogdes bij wie Lennon het grootste deel van zijn jeugd doorbracht.)
Over ‘moderne’ muziek
‘Toen ik in bermuda zat heeft Fred Seamen me The B-52’s leren kennen. Hij had ze al eens voor me op cassette gezet, maar toen had ik alles gewist, omdat ik er niet naar wou luisteren. maar in bermuda vroeg ik hem om me al die stuff nog eens te bezorgen, en hij kwam af met Madness, The B-52’s, Pretenders. Fantastisch spul!’
(Fred Seamen was de persoonlijke assistent van Lennon en Ono; na Lennons dood werd hij veroordeeld voor diefstal, onder meer van de dagboeken van John. ‘Rock Lobster’ van The b-52’s deed Lennon denken aan de muziek van Yoko: ‘Ze hebben haar bestudeerd, en ze geven het nog toe ook.’)
Over new York
‘Toen we naar New York verhuisden, woonden we in Greenwich Village. Ik liep de hele tijd gespannen rond, wachtend op het moment dat ik aangesproken of aangerand werd. Het heeft twee jaar geduurd eer ik me kon ontspannen. Ik bedoel: mensen komen wel naar me toe om een handtekening te vragen, maar lastigvallen doen ze me hier helemaal niet.’
(Op 8 december 1980 vroeg Mark Chapman aan Lennon om zijn exemplaar van ‘double Fantasy’ te signeren. enkele uren later zou hij de zanger neerschieten.)
Lees ook: Yoko Ono over John Lennon, 30 jaar na zijn dood
Beluister hier het volledige interview:
undefined