Johnny Cash - From Memphis to Hollywood
Stel: u hébt al een hele kast vol cd's, lp's, dvd's, singletjes en boeken van één of andere artiest, plus een gigabyte van zijn illegale bootlegs op uw computer. Hebt u dan ook nog eens zijn officiële bootlegs nodig om uw leven completer te maken? Niet echt, natuurlijk.
Maar ja, als de artiest in kwestie Bob Dylan heet, hadden we ze eerlijk gezegd toch niet willen missen. En van Neil Young s 'Performance Series' hebben we ondertussen veiligheidshalve toch ook maar enkele exemplaren in huis gehaald - vooruit, we zullen het maar toegeven: we hebben ze eigenlijk allemaal, en we hebben daar geen spijt van.
Het slechte nieuws is dat nu ook de erven Johnny Cash voorgoed vertrokken lijken met hun eigen 'Bootleg' -serie: 'From Memphis to Hollywood' heet het tweede deel, en de vraag is natuurlijk of u deze dubbelaar echt nodig hebt om uw leven completer te maken. Het antwoord - u voelt het ongetwijfeld al komen - is: niet écht, neen. Maar wij hadden 'm eerlijk gezegd toch niet willen missen.
Cd 1 katapulteert ons (en Cash) terug naar de wereld van voor de rock-'n-roll, met de oudste liveopnames van de nog piepjonge en soms over zijn woorden struikelende Cash en zijn Tennessee Two : een show die hij in 1955 speelde voor radiostation KWEM uit Memphis, een tijd waarin de artiest tussen de nummers door nog zelf de advertenties van de sponsor moest voorlezen.
'Home Equipment Company: our aluminium screens are fully rust proof and bug proof. And you never have to paint 'em, because they're all aluminium!'- bizar, alsof u tijdens een livesessie op Studio Brussel Tom Barman opeens reclame voor de Gamma zou horen maken.
Het tweede deel van cd 1 bestaat uit demo's en outtakes die Cash in diezelfde periode maakte voor het baanbrekende Sun Records van Sam Phillips . Uit de demo's (Cash plus één akoestische gitaar) blijkt bijvoorbeeld dat 'I Walk The Line' oorspronkelijk veel ingetogener was, en dat Cash al van bij het vroegste begin meteen door het rock-'n-roll- en rockabillyvirus getroffen was (zie de oerversies van 'You're My Baby' , 'Get Rhythm' en zeker 'Rock and Roll Ruby' , enkele jaren later een dikke r-'n-r-hit voor Warren Smith ).
Cd 2 bestaat uit B-kantjes, onuitgebracht materiaal, niet op cd verschenen singeltjes en andere rariteiten uit de sixties.
Wat een halve eeuw later vooral opvalt is hoe consistent het werk van Cash in die periode wel was en blééf: terwijl de deuren van de muziek in alle mogelijke richtingen werden opengetrapt (in 1967 kwamen onder andere én 'Sgt. Pepper's' én 'The Velvet Underground & Nico' én 'Between The Buttons' én 'I Never Loved a Man (The Way I Love You)' én 'The Doors' én 'John Wesley Harding' én 'Are You Experienced' uit!) maakte Cash nog altijd singeltjes die hij qua stijl en inhoud tien jaar eerder ook al had kunnen maken, met slechts hier en daar een kleine knipoog naar de snel veranderende buitenwereld, zoals het lekker ontregelende elektrisch gitaarloopje van Bob Johnson op 'Put the Sugar To Bed' (een halfvergeten maar prima single, misschien niet toevallig ook uit dat wonderlijke 1967), een goede cover van 'One Too Many Mornings' (uit 1965; Cash herkende in Dylan meteen een geestesgenoot en vice versa) of de aanwezigheid van Lorne Greene (beter bekend als Ben Cartwright uit de destijds mateloos populaire westernserie 'Bonanza') op 'The Shifting, Whispering Sands', compleet met kitscherig westernarrangement.
En voor wie niet zou geweten hebben dat Johnny Cash zeer grappig kon zijn: luister naar 'Foolish Questions' (een cover van Arthur Smith & The Crackerjacks , we zeggen het er maar bij) of de zwarte humor van 'The Losing Kind' ('I'd shoot myself but I lost my gun / Lord, I guess I'm just the losing kind / The only way that I could win? / Pick a fight, and bet on him').
In de hoop dat nu ook de Stones , Iggy en The Kinks niet allemaal aan hún bootlegserie beginnen: 'From Memphis to Hollywood' is een dikke aanrader.