Johnny Marr - Playland
Johnny Marr mag zich intussen dan al lang en breed hebben losgerukt van z’n Smiths-verleden – zozeer zelfs dat hij deze zomer sans gêne én goed ‘Bigmouth Strikes Again’ et les autres zong op de Lokerse Feesten – ook met z’n tweede soloplaat ‘Playland’zal z’n schare loyale followers niet noemenswaardig worden aangevuld.
De oproerpolitiesong ‘The Trap’is het logische vervolg op het gescandeerde ‘Generate! Generate!’ op Marrs vorige plaat ‘The Messenger’. Er is de knipoog naar zijn korte verleden bij The Pretenders in het jachtige, volgetatoeëerde ‘Boys Get Straight’. Snelle, soepele pubrockers die voor een even snel te vergeten hapslikwegalbum hadden kunnen zorgen.
Alleen spreken we hier over de met z’n Fender Jaguar vergroeide Johnny Marr, meester der popmelodieën. De in teenage kicks gedrenkte gitaarintro van ‘Dynamo’ dreigt een pijnlijke midlifecrisis van een song aan te kondigen, maar Marr stuurt behendig richting rijke, melodieuze radiosingle. Van het soort dat een hit was geworden in de late jaren 80, vroege jaren 90 van The Theen Electronic. Nu niet, maar toch: een zeer mooie song.
Meer dan een degelijke zanger zal Marr nooit worden, hij verschuilt zich best achter snelheid, zoals in de gewezen Arriba-tip ‘Easy Money’, dat drijft op funk en ritme. In ‘Candidate’, één van de zeldzame trage songs op de plaat, zit z’n dunne stemgeluid de ontroering in de weg. Het gebeurt wel vaker op de plaat, dat je denkt: wat meer warmte was welkom. Maar het enige échte struikelblok blijft dat haar: wat Johnny Marrs werkelijke leeftijd verraadt – hij is bijna eenenvijftig intussen – is dat zwartgeverfde kapsel. Dat wist ook Rick de Leeuw.