Vervuild Vlaanderen (3)
‘Joke Schauvliege heeft de milieubeleidsplannen van tafel geveegd, Zuhal Demir wil niet weten van Europees milieubeleid’
We zijn omringd door chemische stoffen: ze zitten in de plastic beker waaruit u bedrijfskoffie slurpt, in de lijm onder uw vast tapijt thuis, de telefoon waarmee u net Instagram checkte, de deodorant waarmee u zich vanochtend rijkelijk besproeide en ook in uw al dan niet snelle middaghap. Al die stoffen maken het leven makkelijk, maar veel chemicaliën zijn schadelijk voor onze gezondheid en voor het milieu. Zijn we onszelf en bij uitbreiding de hele planeet langzaam maar zeker met chemische troep aan het vergiftigen, of is er geen reden tot paniek?
Volgens sommige schattingen zijn wereldwijd 6 procent van alle ziekten – onder andere kankers, chronische ziekten en neurologische en ontwikkelingsstoornissen – en 8 procent van alle sterfgevallen het gevolg van de blootstelling aan chemicaliën. Een schatting die volgens experts nog aan de lage kant is, omdat ze alleen rekening houdt met het zeer beperkte aantal chemicaliën waarvan we de effecten op de gezondheid met zekerheid kennen. Volgens Eurostat werd in 2018 in de Europese Unie meer dan 300 miljoen ton aan chemicaliën geconsumeerd. Ruim twee derde daarvan is schadelijk voor de gezondheid. Hoe ongerust we ons daarover moeten maken en wat er op beleidsniveau aan wordt gedaan, weet toxicologe Xenia Trier, expert chemische stoffen, menselijke gezondheid en milieu bij het Europees Milieuagentschap in Kopenhagen.
HUMO UNEP, de organisatie die verantwoordelijk is voor de milieuactiviteiten van de Verenigde Naties, zegt in een rapport dat de opstapeling van chemische stoffen een planetaire crisis is die vergelijkbaar is met de klimaatverandering en de afnemende biodiversiteit. Is de situatie zo kritiek?
XENIA TRIER «In 2009 somde een groep wetenschappers negen processen op die tot onomkeerbare ontwrichtingen op planetaire schaal kunnen leiden als één of meerdere daarvan een grens overschrijden. Ze hadden het onder meer over de opwarming van de aarde, het verlies aan biodiversiteit, de verzuring van de oceanen, het afbreken van de ozonlaag en de chemische vervuiling.
»Voor de klimaatverandering en de biodiversiteit is volgens dat model de planetaire grens al overschreden. Chemische vervuiling heeft voorlopig nog de status ‘onbekend’, maar we weten wel dat het een planetaire crisis dreigt te worden als we voortdoen zoals nu.»
HUMO Er zijn niet alleen zeer veel chemische stoffen in omloop, we weten er ook veel te weinig over.
TRIER «Er bestaan meer dan honderdduizend chemicaliën, die ook in oneindig veel verschillende combinaties kunnen voorkomen. Hoeveel daarvan kan de planeet aan? Dat is lastig vast te stellen. We moeten ook afwegen hoeveel informatie we nodig hebben vóór we een stof verbieden, en wat we nu al kunnen doen. Hoe meer een stof wordt gebruikt en hoe schadelijker ze is, hoe groter het risico voor de volksgezondheid. Voorzichtigheidshalve zouden we nu al het gebruik van de schadelijkste stoffen en stoffen waarvan we vermoeden dat ze schadelijke effecten hebben, aan banden kunnen leggen en de hoeveelheid die in het milieu komt sterk beperken.»
HUMO De Europese Unie levert al grote inspanningen. Eén van de belangrijkste initiatieven is REACH. Kunt u uitleggen wat dat inhoudt?
TRIER «Die regelgeving bestaat sinds 2007 en staat voor Registration, Evaluation, Authorization and restriction of Chemicals: de registratie, evaluatie, goedkeuring en beperking van chemische stoffen. Het houdt in dat industriële chemische stoffen waarvan méér dan 1 ton in de EU wordt geproduceerd of in de industrie wordt gebruikt, geregistreerd moet worden. Fabrikanten moeten ook een minimum aan informatie over nieuwe chemicaliën geven, zodat ze grondig kunnen worden beoordeeld.
»Hoeveel informatie ze moeten geven over de mogelijke gevaren van een stof, hangt af van de gebruikte hoeveelheid. Hoe groter de geproduceerde tonnage, hoe meer gegevens ze moeten verstrekken. Dat betekent dat we over een aantal minder vaak voorkomende stoffen zeer weinig data hebben. Dat is verdedigbaar, omdat we als samenleving beter prioriteit geven aan veelvoorkomende stoffen. Maar het betekent wel dat we weinig zicht hebben op de giftigheid van veel stoffen en daarom ook op het effect van combinaties van chemische stoffen. Het zou kunnen dat weinig voorkomende stoffen zeer giftig zijn, maar dat we er geen informatie over hebben omdat de producenten die niet moeten geven.
»REACH gaat vooral over grondstoffen. Maar als we het hebben over chemische stoffen, gaat het ook om pesticiden, farmaceutische stoffen, detergenten en consumentenartikelen. Veel producten waarmee we dagelijks in aanraking komen, via onze kleding bijvoorbeeld, bevatten óók chemicaliën, en die zijn door andere wetten geregeld.»
HUMO Zijn al die wetten wel streng genoeg?
TRIER «De vraag is wellicht niet of de wetgeving wel streng genoeg is, maar of ze is afgestemd op de nieuwe realiteit. Er is nog ruimte voor verbetering. We moeten nog veel leren over de impact van chemische stoffen op het leven in de bodem. We weten ook nog lang niet alles over de invloed van giftige chemische stoffen op het zenuwstelsel, het immuunsysteem, het hormoonstelsel en de ontwikkeling van allerlei allergieën. Het onderzoek focuste zich vroeger vooral op de ernstigste gevolgen, zoals kanker of een acuut overlijden. Maar we beseffen steeds meer dat die stoffen ook veel andere effecten kunnen hebben.
»Sommige stoffen van de PFAS-groep kunnen zich opstapelen in het lichaam, andere PFAS-stoffen of afbraakproducten van PFAS kunnen zich in het milieu ophopen. Ze komen in het water of in de lucht terecht, en zodra ze in het milieu zitten, krijg je ze er bijna niet meer uit. Er zijn ook chemische stoffen die over de generaties heen een effect hebben. Als je als kind aan sommige stoffen bent blootgesteld, bestaat de kans dat je immuunsysteem minder goed functioneert of dat je later minder goed reageert op vaccins. We hebben recent ontdekt dat die defecten ook aan de volgende generatie kunnen worden doorgegeven.»
ZWANGER EN GIFTIG
HUMO Een onderdeel van de Europese Green Deal van de Europese Commissie is de chemischestoffenstrategie, met als doel een gifvrij milieu.
TRIER «We zijn in de westerse wereld met zoveel mensen en consumeren, terwijl de wereldbevolking nog toeneemt, zoveel dat chemische stoffen zich beginnen op te stapelen in het milieu en de aarde het niet meer aankan. We moeten daarom verstandiger omspringen met die stoffen, meer inzetten op recyclage, en de productie zo aanpassen dat stoffen makkelijker hergebruikt kunnen worden en niet meer in de omgeving terechtkomen.
»Door de klimaatverandering worden de weersystemen ook onstabieler. Chemische stoffen die we in het verleden op storten hebben gedumpt en waarvan we dachten dat ze er veilig lagen, kunnen door orkanen of overstromingen weer in het milieu belanden. Dat hebben we in de VS na de orkaan Harvey zien gebeuren. Een tsunami of overstroming kan ook tot elektriciteitsstoringen leiden, waardoor waterzuiveringsstations niet meer functioneren en er grote hoeveelheden onbehandeld afvalwater of bedrijfsafval in het milieu vrijkomen. Hoe groter het klimaatprobleem wordt, hoe groter het risico op milieurampen met chemische stoffen.
»We kunnen ze wel op veiliger manieren proberen op te bergen, maar dat zou een hoop geld en middelen kosten. Het is veel efficiënter om veiliger en makkelijker afbreekbare producten te maken die geen of zo weinig mogelijk giftige stoffen bevatten.»
HUMO De Europese plannen zijn zeer ambitieus, maar men zal de chemische industrie wel mee moeten krijgen.
TRIER «Ik merk toch dat er bij de industrie, wetenschappers en overheden grote interesse is om naar een duurzamer model over te stappen. Misschien wel omdat de CEO’s in de chemische industrie ook maar mensen zijn, en ouders die om hun eigen gezondheid en die van hun kinderen bekommerd zijn, en om het klimaat.
»Europa kan veel doen om de chemische industrie aan te porren, ook met financieel beleid, door bijvoorbeeld investeringen in groene en duurzame alternatieven te stimuleren. Belangrijk is een goed evenwicht: we willen de klimaatverandering en de achteruitgang van de biodiversiteit tegengaan, voorkomen dat de natuurlijke grondstoffen uitgeput raken én de chemische vervuiling aanpakken. We stevenen op al die fronten zo snel op de planetaire grenzen af, dat we alle inspanningen goed op elkaar moeten afstemmen. Het heeft geen zin om de klimaatverandering te stoppen en vervolgens geen drinkbaar water of geen bijen meer te hebben, of andere insecten die voor bestuiving zorgen.»
HUMO Het gifvrije milieu waar de EU naar streeft, is dat haalbaar?
TRIER «Waar er mensen zijn, zal er altijd een zekere mate van vervuiling zijn, maar die mag niet zo groot worden dat ecosystemen eronder bezwijken en volgende generaties de kans op een gezond en veilig leven wordt ontzegd, of dat ze niet genoeg grondstoffen en voedsel hebben. Maar een wereld zonder chemische stoffen is onrealistisch.»
HUMO Betekent de EU-strategie ook dat sommige stoffen of zelfs groepen stoffen uitgefaseerd worden?
TRIER «Het is de bedoeling dat de schadelijkste stoffen alleen nog gebruikt worden als ze essentieel zijn voor de gezondheid, de veiligheid en het functioneren van de maatschappij, of tot er een alternatief is gevonden. Maar het gebruik ervan in cosmetica, speelgoed, schoonmaakmiddelen, kinderverzorgingsproducten, meubelen, textiel of materiaal dat in contact komt met voeding wordt niet als essentieel beschouwd.
»Dat ze belangrijk zijn voor de economie, volstaat niet langer om hun gebruik te rechtvaardigen. Tot die categorie behoren persistente stoffen (chemische stoffen die zeer traag of helemaal niet afbreken, red.) die zich in mens en milieu kunnen opstapelen, zoals PFAS, maar ook stoffen die effecten hebben die aan de volgende generaties worden doorgegeven. Het kan niet dat moeders hun kinderen met een ontwikkelingsstoornis of andere lichamelijke schade opzadelen, omdat de vrucht tijdens de zwangerschap aan chemische stoffen in het bloed van de moeder werd blootgesteld. Die kinderen hebben geen keuze en de schade is onomkeerbaar.»
DE JUISTE PRIJS
HUMO Wetenschappers zijn het erover eens dat we minder naar de effecten van individuele stoffen moeten kijken, en meer naar wat cocktails van stoffen met ons en met het milieu doen.
TRIER «De chemischestoffenstrategie kiest voor een pragmatische oplossing: bij de beoordeling van een chemische stof en het bepalen van de concentraties waaraan we mogen worden blootgesteld, moet voortaan rekening worden gehouden met het effect van andere stoffen aan de hand van één vaste factor, is nu het voorstel. Die werkwijze stuit uiteraard op verzet van de industrie, omdat zo’n factor impliceert dat de grenswaarden voor chemische stoffen verlaagd moeten worden. Maar ik heb nog geen alternatieven gezien.»
HUMO Als een stof wordt verboden, brengt de industrie vaak een licht gewijzigde variant uit met bijna dezelfde eigenschappen. Een bekend voorbeeld is bisfenol A, een hormoonverstorende stof die vervangen werd door bisfenol S en bisfenol F.
TRIER «Dat is inderdaad een groot probleem. Sommige PFAS zijn ook door alternatieven vervangen, net als sommige gassen en stoffen die de ozonlaag afbreken. De financiële belangen zijn zo groot dat bedrijven niet altijd voor de meest verantwoorde oplossing kiezen. Ze willen vooral niet het risico lopen een deel van de markt te verliezen. Voorts is het een enorme operatie om productielijnen aan te passen. Dan is het veel makkelijker om een chemische stof te vervangen door een lichtjes aangepaste variant.
»De oplossing bestaat er volgens mij in om vervuiling duurder te maken. Voortrekkers die het goede voorbeeld geven, moeten financieel ondersteund worden en de consument moet weten welke bedrijven veiliger producten maken. De lidstaten moeten er ook voor zorgen dat de regels in de hele EU hetzelfde zijn, ook voor geïmporteerde producten.
»We moeten ook anders naar chemische stoffen gaan kijken. Zijn sommige stoffen wel écht nodig? Zou het kwaad kunnen als een product iets minder hitte- of regenbestendig is, maar wel een stuk veiliger? De consument moet stilstaan bij wat hij of zij koopt. Willen we vooral dingen die makkelijk zijn, of verkiezen we veilige en gezonde producten? We moeten als consument ook beseffen dat we niet alles kunnen hebben: een product kan niet én goedkoop zijn, perfect doen wat het moet, én veilig zijn. Sommige dingen hebben hun prijs.»
HUMO Voor stoffen zoals PFAS en vlamvertragers bestaan er minder vervuilende alternatieven, maar ze zijn wel duurder. Kan men de industrie niet dwingen?
TRIER «De meerkost van de alternatieven wordt vaak overdreven. Ik heb veel onderzoek gedaan naar materialen die met voeding in contact komen, onder andere materialen waarin PFAS zit. We vonden geen producent die een alternatief had voor de coating in popcornzakjes. Bleek dat natuurlijk vetbestendig papier dat op de ouderwetse manier is gemaakt – door het in een zwaveloplossing te koken – per zakje één eurocent meer kost. Voor de consument is dat dus niks. Bovendien is die hogere prijs maar tijdelijk. Hoe hoger het productievolume, hoe goedkoper het alternatief wordt.
»We kunnen ons ook afvragen waarom het zo goedkoop is om schadelijke chemische stoffen te produceren. Misschien is het wel omdat we er niet de juiste prijs voor betalen. Veel externe kosten, bijvoorbeeld het saneren van vervuilde sites zoals in Antwerpen, zijn voor rekening van de belastingbetaler. En als je ziek wordt, riskeer je je job of je huis te verliezen. Als die kosten ook inbegrepen zouden zijn in de prijs van die soort stoffen, zouden ze misschien minder worden gebruikt.
»Een andere hefboom zijn zogenaamde anticiperende verzekeringsfondsen. Ze bestaan al voor olievervuiling, financiële markten en kernenergie. Je moet dan bijdragen aan een verzekeringsfonds betalen als je riskante activiteiten onderneemt. Tref je maatregelen om de risico’s te beperken, dan betaal je minder. Er zijn dus mogelijkheden genoeg om de industrie een zetje in de goede richting te geven.»
HUMO Europa wil vanaf volgend jaar synthetische polymeren onder de REACH-verordening laten vallen, zodat alle plastics aan grondige veiligheidscontroles worden onderworpen. Maar door intensief lobbywerk van chemiegiganten zal 94 procent van de polymeren buiten de nieuwe regelgeving vallen.
TRIER «Jaren geleden las ik al in een Amerikaanse krant dat de chemielobby van de VS naar Europa is verhuisd om een strengere regelgeving met alle middelen te beïnvloeden. Wat we tegen dat gelobby kunnen doen, weet ik ook niet.
»Ik vind echter niet dat we de industrie bij de besluitvorming moeten uitsluiten. Als we hen niet aan boord zouden hebben, zit je alleen aan tafel met mensen die niet weten hoe de industrie werkt en zou je verkeerde beslissingen kunnen nemen. We moeten er wel over waken dat ze niet te véél gewicht krijgt. In organen die zich bezighouden met het vastleggen van bepaalde standaarden, bijvoorbeeld hoeveel vlamvertragers meubelen mogen bevatten, zijn mensen uit de industrie duidelijk oververtegenwoordigd.»
HUMO De 3M-affaire en alle verhalen over zorgwekkende bloedwaarden, giftige eieren en kankerverwekkende concentraties hebben bijna tot een PFAS-psychose geleid. Wat weten we over de gezondheidseffecten van PFOS en andere PFAS-stoffen?
TRIER «De PFAS-groep omvat duizenden stoffen. Over amper een tiental daarvan hebben we zeer goede gegevens. We weten dat ze zeer persistent zijn en zich in ons lichaam en in het milieu kunnen opstapelen. Vroeg of laat bereiken ze zo’n concentratie dat ze schadelijk worden. Een grote bezorgdheid is de invloed die ze hebben op de ontwikkeling van het immuunsysteem bij kinderen. Daarvoor hebben we zeer sterk bewijs uit studies met dieren en met mensen die er onvrijwillig aan werden blootgesteld. Ook zeker is dat veel PFAS-stoffen tot een verhoogde cholesterol leiden, wat het risico op hart- en vaataandoeningen kan vergroten.
»Er zijn nog veel andere effecten, afhankelijk van het type PFAS: sommige zijn kankerverwekkend, maar ze kunnen ook de longfunctie beïnvloeden. Vooral mensen met een verminderde longcapaciteit lopen dan een risico. Ze kunnen ernstig ziek worden of zelfs sterven, omdat hun longen in elkaar klappen.
»Voorts zijn ze ook nefast voor het milieu. Veel broeikasgassen, de zogenaamde F-gassen, behoren tot de PFAS-familie. Het zijn bovendien veel krachtiger broeikasgassen dan CO2: één kilo van sommige fluorgassen komt overeen met tot 23 ton CO2. Sommige PFAS-vervangers breken dan weer af in trifluorazijnzuur of TFA, dat in het oppervlaktewater terechtkomt en daar schadelijk is voor veel organismen. In Denemarken zit TFA in negen op de tien bronnen waaruit drinkwater wordt gewonnen. Dat krijgt in de hele discussie rond PFAS zeer weinig aandacht.»
GEZICHTSCRÈME
HUMO Kunnen we als consument iets doen om de impact van chemische stoffen te verminderen?
TRIER «Een simpel voorbeeld: in alle kleren zitten chemische stoffen, en als ze gerecycleerd worden, komen er ook chemicaliën aan te pas. Ik probeer alleen kleren van echt goede kwaliteit te kopen die ik echt leuk vind. En als ze versleten zijn, gooi ik ze niet meteen weg, maar probeer ik ze te herstellen. Je kunt ook meer gerecycleerde spullen kopen. Vóór je iets koopt, kun je je ook afvragen of je het echt nodig hebt.
»Als je je blootstelling aan schadelijke stoffen wilt verminderen, kan het geen kwaad om je dagelijkse gedrag te bekijken. Is er iets wat je elke morgen eet, check dan waar het vandaan komt en of er bij de productie van de verpakking geen gevaarlijke stoffen werden gebruikt. Hetzelfde kun je op het werk doen. Bespreek met je collega’s de herkomst van spullen, en of ze niet beter door duurzamer en minder schadelijk materiaal kunnen worden vervangen.
»Je kunt ook producten kopen die van een ecolabel zijn voorzien. Voor duurzame producten uit Scandinavië is er het Nordic Ecolabel. Europa heeft het EU Ecolabel, ook bekend als de EU Flower. Ik ben ook aangesloten bij een pensioenfonds dat alleen investeert in bedrijven met een groen profiel.
»Maar ik vind niet dat we de verantwoordelijkheid volledig bij de consument moeten leggen. Die kan wel een signaal aan de beleidsmakers geven, want het zal uiteindelijk toch van de politiek en de overheid moeten komen.»
HUMO Zijn mensen zich voldoende bewust van de chemische omgeving waarin ze leven en van de gezondheidsrisico’s die daaraan verbonden zijn?
TRIER «Het gebeurt maar zelden dat we aan zulke hoge concentraties worden blootgesteld dat ze meteen een invloed hebben op onze gezondheid, maar bij ongeboren kinderen is dat anders. Vrouwen stapelen veel chemische stoffen in hun lichaam op en ongeborenen, bij wie het brein en het immuunsysteem nog in volle ontwikkeling zijn, zijn er gevoelig voor. Jonge vrouwen letten dus beter extra op, en zeker als ze zwanger zijn.
»Mannen moeten overigens niet denken dat zij zich géén zorgen hoeven te maken. Sommige chemische stoffen kunnen hun vruchtbaarheid verminderen. Tot de puberteit zijn de geslachtsorganen zich nog aan het ontwikkelen en zijn ze dus extra kwetsbaar. Ook later op het werk kunnen mannen aan problematische metalen, oplosmiddelen en pesticiden worden blootgesteld. In de medische en cosmetische industrie is dat risico extra groot.
»Als we het systeem echt willen verbeteren, zou het publiek zich iets bewuster mogen zijn van de chemicaliën waarmee we omringd zijn. En het zou ook beter geïnformeerd moeten worden. Als ik een gezichtscrème koop en wil weten of het een veilig product is, moet ik een hele lijst chemische termen in kleine lettertjes en cijfertjes doorworstelen. Ik weet dan nog niet hoe schadelijk zo’n product is, en ik heb een doctoraat in de chemie. De info staat er wel, maar om te weten wat het juist betekent, heb ik een paar dagen opzoekwerk nodig. Hoe zou de gewone consument het dan weten?»
HUMO Het goede nieuws is dat Europa hard aan een wereld met minder gevaarlijke chemicaliën werkt.
TRIER «De Europese Commissie heeft, samen met de bevoegde agentschappen en de lidstaten, wel een strategie uitgestippeld, maar de lidstaten moeten ze uitvoeren. Als we echt verandering willen, zullen we die zelf moeten eisen en de beleidsmakers duidelijk maken dat we minder chemische vervuiling willen. Het is dus ook aan ons.»
BRUTAAL KAPITALISME
Rest nog één belangrijke vraag. Hoe doet Vlaanderen het op het vlak van milieubeleid? Lozen en dumpen bedrijven zoveel giftig spul als ze maar willen, terwijl de ambtenarij en de politiek de andere kant op kijken?
PIETER LEROY (emeritus hoogleraar Milieu en Beleid aan de Radboud Universiteit in Nijmegen) «De laatste twintig jaar is er in bijna alle West-Europese landen minder aandacht voor het milieubeleid. Eerst had dat vooral te maken met de uitbreiding van de Europese Unie naar het oosten na de val van de Muur. Iedere euro die je daar aan milieubeleid uitgeeft, brengt veel meer op dan wat je hier spendeert.
»Een tweede factor is de golf van neoliberalisme die over Europa is getrokken. Daardoor is het milieubeleid van de jaren 70, dat mensen beschermde tegen de risico’s van de industrialisering en een al te brutaal kapitalisme, onder vuur komen te liggen. Een derde reden zijn de aanslagen van 9/11: overal werden terrorisme en migratie het probleem nummer één, en verdwenen het klimaat en het milieu naar de achtergrond.
»In Vlaanderen roept het milieubeleid ook tegenstellingen op tussen links en rechts, en tussen progressief en conservatief. Tot 2004 zaten de groenen in de Vlaamse regering, maar de volgende regeringen hebben alles tenietgedaan wat Groen had verwezenlijkt. De N-VA staat onder druk om niet te veel toe te geven en concurreert met CD&V in het groene beleid, én staat voor het industriële milieubeleid zeer dicht bij het Voka, dat de werkgeversbelangen verdedigt.»
HUMO Op sommige vlakken is de regelgeving bij ons wel beter dan elders en wordt er meer gedaan om de vervuiling aan te pakken. Van de bodemsanering wordt hier veel meer werk gemaakt.
LEROY «Vlaanderen en Nederland zijn in de jaren 80 wakker geschoten na een paar milieuschandalen. In Vlaanderen ging het om verontreiniging in de Rupelstreek en de Kempen, in de omgeving van bedrijven van de Umicoregroep. Maar ons milieubesef heeft vooral te maken met de hoge bevolkingsdichtheid en met de hoge grondwaterstanden. In het Verenigd Koninkrijk en in Frankrijk blijft men gewoon afval storten, omdat men er de ruimte voor heeft.»
TRIER «Ook op het vlak van waterzuivering is de expertise in Vlaanderen zeer groot, omdat jullie veel rivieren hebben die belangrijk zijn voor de drinkwatervoorziening. En langs die rivieren zat vaak industriële activiteit geconcentreerd, zodat ze zeer vervuild waren.»
HUMO Wat zijn de belangrijkste pijnpunten van het Vlaamse milieubeleid?
LEROY «De milieubeleidsplannen die waren opgesteld, heeft Joke Schauvliege (CD&V), de vorige minister van Leefmilieu, in stilte van tafel geveegd. In vier opeenvolgende Vlaamse en federale regeerakkoorden is duidelijk gemaakt dat milieubeleid geen prioriteit was, en is de organisatie en de cultuur bij de milieuambtenarij sterk aangetast. Voorts is de milieueffectrapportage afgebouwd, zijn de budgetten voor milieu afgeslankt, is veel minder zorgvuldig omgegaan met de carrousel van de vergunningverlening en is het aantal personeelsleden bij OVAM en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) met bijna een vijfde ingekrompen. Dat is dramatisch. De mensen rond 3M in Zwijndrecht zijn er het directe slachtoffer van, maar het probleem is chronisch. Het gaat om systeemfouten in het beleid.»
RONNY BLUST (professor milieufysiologie en toxicologie UAntwerpen) «Ook de bedrijven moeten een grotere verantwoordelijkheid nemen. Ik ken grote bedrijven waar het management mee is in het milieu- en duurzaamheidsverhaal, maar er zijn er ook waar men nog een hele weg te gaan heeft. 3M is daar een jammerlijk voorbeeld van.»
HUMO Toch vreemd dat de doorstroming van informatie tussen wetenschap, ambtenarij en politiek zo stroef loopt.
LEROY «Na al die jaren ken ik veel Vlaamse milieuambtenaren persoonlijk. Ik proef bij sommigen een grote demotivatie. In Europa komt de fameuze Green Deal eraan. Om daaraan mee te kunnen doen, moeten de lidstaten zich voorbereiden. Wel, bij het kabinet van minister Zuhal Demir (N-VA) is er op dat vlak geen énkele inspanning gedaan: Europa en Europees milieubeleid, daar wil men niet van weten. Ambtenaren die aan de alarmbel trekken, worden gedesavoueerd.
»Ik ben bijna twintig jaar voorzitter geweest van de Vlaamse milieurapportage. Ik heb de aandacht van de kabinetten voor de wetenschappelijke milieu-informatie voortdurend zien afnemen. Ministers en kabinetsmedewerkers waren vooral geïnteresseerd in wat hun eigen beleid opleverde, terwijl het in milieuland soms tien jaar kan duren voor je de vruchten van je beleid ziet. Ik constateer dat de politiek geen belangstelling voor up-to-date informatie heeft en zelfs in toenemende mate argwanend wordt. Men is bang voor cijfers en voor negatieve werkelijkheden.
»Ik was op het einde van de tweede ambtstermijn van George W. Bush in de VS. Veel jonge Amerikaanse wetenschappers die in milieubeleid gespecialiseerd waren, hadden toen andere horizonten opgezocht. Er was namelijk geen belangstelling voor hun vakgebied, er werd geen onderzoek opgestart en er was ook geen geld. Ik zie in Vlaanderen exact hetzelfde gebeuren, we dreigen een generatie jonge wetenschappers kwijt te raken.»
HUMO Wat zijn de belangrijkste lessen die we moeten trekken uit de PFAS-affaire?
LEROY «De wetenschappelijke informatie over milieukwesties moet beter doorstromen. Voorts moet het bepalen van de normen en het verlenen van vergunningen gebaseerd zijn op het voorzorgsprincipe, en op het feit dat we aan veel chemische stoffen tegelijk worden blootgesteld. Ik weet dat mensen in het bedrijfsleven bereid zijn mee te denken.»
HUMO Verwacht u iets van de parlementaire onderzoekscommissie PFAS-PFOS?
LEROY «Zolang men daar een whodunit opvoert over wie wat wanneer heeft gedaan, helpt ons dat weinig vooruit. Ik hoop dat men de aandacht verlegt naar de systeemfouten in het milieubeleid.»