Jonathan Jeremiah - A Solitary Man
Elders in dit periodiek introduceren we Jonathan Jeremiah
als 'de missing link tussen Scott Walker
en Nick Drake
': een vergelijking die kan tellen, we geven het toe, maar op zijn debuut 'A Solitary Man'
verdient de negenentwintigjarige Brit ze dubbel en dik.
Zijn Elysische strijkersarrangementen grijpen terug naar Drakes 'Bryter Layter', en als hij de laagste sporten van de toonladders verkent, gromt zijnbariton als die van de jonge Walker. Bij die louter muzikale raakpunten blijft het niet: ook de pure kwaliteit van zijn songs benadert die van beide giganten.
En Jonathan Jeremiah (als u ons interview met hem nog moet lezen: dat zijn z'n twee voornamen) heeft op 'A Solitary Man' nog meer pijlen op zijn boog, wellicht ook omdat hij er liefstzeven jaar aan gewerkt heeft. In 'Heart of Stone'
omarmt hij zonder schroom klassieke soul, die hij vervolgens laat optillen door de koperblazers van Fred Wesley & The New JB's
en de strijkers van The Heritage Orchestra
(alomtegenwoordig op de hele plaat).
Als men ons had wijsgemaakt dat 'Happiness'
van Bill Withers
was, hadden we het meteen geloofd. In 'See (It Doesn't Bother Me)'
laat JJ de Frank Sinatra
in hem opwellen, en sporadisch mag er ook aan John Martyn
gedacht worden.
Mooie referenties allemaal, maar bij elke draaibeurt wordt 'A Solitary Man' vooral meer en meer de plaat van Jonathan Jeremiah en van hem alléén. In eenvoudige teksten werpt-ie zijn hart op de ontleedtafel, zonder simplismen en zonder clichés, telkens weer constateert hij dat het aan gruzelementen ligt - en telkens weer zorgt de hartstochtelijke muziek ervoor dat de songs nooit in een depri sfeertje baden.
Daarom blijft 'A Solitary Man' een warmbloedig werkstuk, dat op de koop toe opent en sluit met een kwetsbare liefdesbrief ('If You Only'
en 'All the Man I'll Ever Be'
). Ons eindejaarlijstje heeft er een ernstige kandidaat bij.