Jonge Leeuwen: Noémi (16), Nadège (24) en Laura (19) uit 'Het gezin'
In ‘Het gezin’ blijft geen actie ongezien, want een jaar lang leefden ze voor het oog van de camera: Noémi Baert (16), die aan een ernstige longziekte lijdt, maakt zonder schroom haar testament, terwijl Laura Verdonschot (19) bijna Belgisch kampioen veldrijden wordt. Bij de familie Dolet runt studente sociaal werk Nadège (24) het huishouden wanneer haar moeder nachtdiensten klopt.
'Jullie winnen in de modewereld en op de fiets, ik doe het aan de keukentafel'
Nadège, Noémi en Laura hebben veel gemeen: het zijn ongelofelijke vechters met een duidelijk doel voor ogen. Die gedrevenheid smeedt meteen een band als ze elkaar voor het eerst ontmoeten. Ze zijn zo door elkaar geboeid, dat Humo er in het gesprek nauwelijks aan te pas komt.
Noémi en Laura hebben toevallig net allebei een inspanningsproef doorstaan.
Laura Verdonschot «Ze drijven je tot het uiterste, hè?»
Noémi Baert «Jáá! Maar jij houdt het waarschijnlijk een uur vol, terwijl ik na tien minuten op bed moet gaan liggen. Ik heb ongelofelijk veel respect voor jou.»
Laura «Huh? Maar ik heb veel meer respect voor jóú! Als mij zo’n ziekte zou overkomen, zou ik in een zwart gat vallen. Ik weet echt niet of ik ermee zou kunnen leven.»
Noémi «Maar op zo’n hoog niveau meedraaien in een sport, dat is toch keihard?»
Laura «Ik heb er zelf voor gekozen om af te zien. Jij hebt niet gekozen om ziek te zijn.»
Noémi «Ach, dat is maar een detail.»
Laura «Ah, zalig! Zo positief dat jij bent!»
Nadège Dolet «Ja, dat is ongelofelijk. Ben je gelovig?»
HUMO Jij wel, hè, Nadège? Ik heb gezien hoe je je zusje leert bidden.
Nadège «Ja, wij zijn katholiek en het zware ongeval van mijn broertje heeft ons geloof nog sterker gemaakt. Hij revalideert nog altijd van zijn hersenletsel, maar hij kan weer lopen en praten, en hij gaat opnieuw naar school. Dat is het mooiste wat we ons konden wensen.»
Noémi «Ik bid ook geregeld. Ik vraag God dan: ‘Wilt u het alstublieft goed laten aflopen?’ Niet dat ik denk dat hij opeens longen komt brengen.»
Nadège «Wat mooi dat je zo denkt. Als ik zeg dat ik geloof, krijg ik vaak de reactie: ‘Als God bestaat, waarom zijn er dan oorlogen?’ Maar zo werkt het niet. Het is niet iemand die, zoals jij zegt, even de oplossing brengt.»
Laura «Hm... Ik denk toch dat, als God zou bestaan, er geen baby’tjes van het leven zouden worden beroofd.»
Noémi «Vind jij dat de wereld perfect moet zijn, dan? Ik vind dat niet.»
Laura «Ik snap wel dat het geloof jou houvast geeft.»
HUMO Waar hou jij je bij een tegenslag aan vast, Laura?
Laura «Aan mezelf en de mensen rond mij.»
HUMO Ben je bijgelovig?
Laura «Ik eet de dag vóór een belangrijke cross altijd hetzelfde: rode kool met pasta en biefstuk, en vlak voor de cross nog pannenkoeken. Ik wijk daar nooit van af.»
HUMO Vlak voor het Belgisch kampioenschap hoorde ik je in ‘Het gezin’ plots zeggen: ‘Ik heb geen tetten.’
Nadège «Huh? Is dat een sportersprobleem?»
Laura «Neen, haha. Vóór de cross kan ik vaak mijn energie niet kwijt en dan komt er van die onzin uit. Nu, ja, het is wel de waarheid, maar ik zit daar helemaal niet mee.»
HUMO Je bent zalig ongegeneerd, vind ik.
Laura «Mja, behalve als ik moet plassen terwijl er mensen op staan te kijken (lacht). De eerste keer dat ik een kampioenschap won en naar de controle moest, heeft het vijf uur geduurd voor het lukte. Ik dacht toen echt: ik wil nooit meer een kampioenschap winnen. Gelukkig begin ik het nu een beetje te leren.»
Noémi «Staan ze echt op jou te kijken?»
Laura «Als je al je kleren uittrekt, mag je alleen naar de wc, maar mijn probleem is niet zozeer dat er iemand kijkt, maar wel dat iedereen op me staat te wachten. Ik kan niet plassen onder druk.»
Nadège «Ik heb op redelijk hoog niveau aan atletiek gedaan. Op de 200 meter had ik ver kunnen komen, maar ik raakte geblesseerd aan mijn knie en ik moest stoppen. Ik ben daar kapot van geweest. Ik was absoluut niet in staat zo opgewekt te blijven als jij, Noémi.»
Laura «Bén je eigenlijk zo? Of heb je dat moeten leren?»
Nadège «Ik heb in ‘Het gezin’ wel gezien dat je soms opeens wil dat iedereen je even met rust laat en je alleen maar op de bank wil liggen met een goed boek om in te verdwijnen.»
Laura «Ben je misschien positief om te verbergen wat je eigenlijk voelt?»
Noémi «Néé! Ik ben heel eerlijk met mezelf. Opgeven staat gewoon niet in mijn woordenboek.»
HUMO Jij hebt wel een ongelofelijke wilskracht, Noémi. Je bent prematuur geboren, je hebt met je vader een auto-ongeluk gehad waarbij de dunne darm werd afgescheurd van je maag…
Noémi «Mijn pancreas was ook verpletterd en mijn schedel was gebroken. Ik was 3,5 jaar en ik heb daarna alles opnieuw moeten leren: eten, stappen, alles. Maar het is gelukt.»
Laura «Had je die longziekte al of heb je die ineens gekregen? (Tegen mij) Sorry dat ik steeds vragen stel, maar ik wil dat echt graag weten.»
Noémi «Door de comateuze toestand na het auto-ongeluk is er littekenweefsel ontstaan op mijn longen. Op mijn zevende kreeg ik pulmonale hypertensie: mijn longaders begonnen dicht te slibben.»
Laura «Hoe kwam je erachter dat je ziek was?»
Noémi «Op vakantie kreeg ik steeds vaker vreselijke hartpijn als ik aan het zwemmen was, en ik had constant blauwe lippen. Dat gebeurt nu nog als ik moe ben of te lang niet aan de zuurstofmachine heb gehangen.»
Laura «Hebben ze meteen gezegd hoe erg het was?»
Noémi «Ik weet nog goed dat ze in het ziekenhuis zeiden: ‘Over tien jaar kunnen we je genezen.’ Niet, dus. De wetenschap evolueert heel snel, maar niet snel genoeg voor mij. Ik heb elke nieuwe medicatie geprobeerd die ze hebben uitgevonden, maar helaas. Mijn enige hoop zijn twee nieuwe longen.»
HUMO Je staat constant klaar om voor de transplantatie naar het ziekenhuis te kunnen vertrekken. Je hebt twee gsm’s die altijd opgeladen zijn, en je wilde dit interview zo dicht mogelijk bij huis doen.
Noémi «Ja. Stel dat het verkeer vastzit en dat ze net dán bellen. Ik word helemaal gek in de file.»
Laura «Moet je dan meteen geopereerd worden?»
Noémi «Ja, dan moet ik als een gek naar het Erasmusziekenhuis (in Brussel, red.).»
Nadège «Mag je dan niet over de pechstrook?»
Noémi «Als we de boetes betalen, ja. Daarom komt er altijd een ambulance me ophalen als ik langere afstanden moet overbruggen. Die mag de pechstrook gebruiken.»
Laura «Vind je dat spannend?»
Noémi «Soms denk ik wel: ‘Stel dat ze nu bellen? Help!’ Maar ik ben heel rationeel. Als 10-jarige vroeg ik al aan de dokter: ‘Hoe ga je me dan opensnijden? Hoe zit het met mijn toekomst? Kan ik kinderen krijgen?’»
undefined
undefined
'Noémi (links): 'Ik zou graag iets doen wat het leven van zieke mensen beter maakt.'
HUMO Kun je kinderen krijgen?
Noémi «Ze raden het af. Er is een grote kans dat mijn kind de ziekte erft en het kan ook zijn dat mijn lichaam de getransplanteerde longen zal afstoten door de extra inspanning die een zwangerschap vergt.»
Laura «En dan?»
Noémi «Dan ben ik dood, hè. Cru, maar waar.»
Laura «Maar zoals je nu leeft, met die zuurstoffles, kun je toch lang leven?»
Noémi «Nee, mijn longen zullen sowieso verslechteren en zonder nieuwe longen zal ik ook doodgaan. Zelfs als ik longen krijg, leef ik er niet lang mee. Vroeger dacht ik dat ik dan 100 zou worden, maar getransplanteerde longen gaan gemiddeld maar zo’n vijftien tot twintig jaar mee. En in België transplanteren ze maar twee keer.»
Laura «En jij wordt nu niet geholpen omdat er dringender gevallen zijn.»
Noémi «Ja. Er zijn mensen die er zo slecht aan toe zijn dat ze hun bed niet uit kunnen. Die hebben voorrang.»
Laura «Maar die zijn misschien al 60 jaar. Is dat wel eerlijk?»
Noémi «Ja. Ik zou het vreselijk vinden als ik bedlegerig zou zijn. Ik gun ze die longen, zeker.»
Nadège «Maar in het programma zeg je dat je nu hoger op de lijst staat.»
HUMO Ik zag je in ‘Het gezin’ voor de zekerheid je testament maken.
Noémi «Ja. Ik heb de notaris daarna een dikke knuffel gegeven.»
Laura «Ik vind het echt ongelofelijk zoals jij in het leven staat. Als ik een wedstrijd verlies, zit ik helemaal in de put. Ik ga van nu af nóg meer stilstaan bij hoeveel geluk ik heb.»
Noémi «Maar ik snap dat je wilt winnen. Ik droom ook van een carrière, hoor. Ik zou heel graag in de biomedische sector onderzoek doen. Ik wil geen roem, ik wil niet dat er een pil naar mij wordt genoemd of zo. Maar ik zou wel graag het gevoel hebben dat ik heb kunnen bijdragen aan iets wat het leven van zieke mensen beter maakt.»
Anorexia
HUMO Laura, wanneer werd veldrijden het doel in je leven?
Laura «Als kind hield ik van alle sporten. Ik heb atletiek gedaan en tennis gespeeld. Daarna wilde ik BMX’en, maar dat mocht ik niet omdat dat voor jongens was. ‘Dan maar koersen,’ dacht ik. Mijn neef begon daar toevallig ook net mee, dus ik kon met hem naar de wielerschool. Bij de aspiranten werd ik meteen Belgisch kampioen. Op mijn 15de ben ik het veld ingegaan, omdat iedereen me tijdens tochten met ex-veldrijders zei dat ik goed kon sturen in de modder. Ook in het veld werd ik meteen kampioen van België.»
HUMO Je bent daarna snel met je studie rechtspraktijk gestopt.
Laura «Het jaar nadat ik kampioen was geworden, koerste ik heel slecht omdat ik net in de periode van de belangrijke wedstrijden hele dagen moest studeren voor examens. Ik wilde fietsen en ik heb mijn studie opgegeven. Dit jaar – toen de camera’s van ‘Het gezin’ me volgden en ik in Oostende zilver won op het BK – ben ik prof geworden bij het team Marlux-Napoleon Games.»
HUMO Kun je als vrouw wel leven van het veldrijden?
Laura «Ik ben er op het juiste moment in gestapt. Het prijzengeld van de vrouwen hebben ze nu gelijkgesteld aan dat van de mannen.»
Noémi «Echt? Keigoed!»
Laura «Ja. Het vrouwenveldrijden zit echt in de lift. Naar het Belgisch kampioenschap hebben een miljoen mensen gekeken op tv. Op dat gebied hoeft het vrouwenveldrijden niet meer onder te doen voor dat bij de mannen. Dus ja, ik kan ervan leven.»
HUMO Je werd drie weken geleden tweede op het WK in Tabor. Had je dat verwacht?
Laura «Totaal niet. Ik was dit jaar helemaal niet goed begonnen. We hebben verkeerd getraind – te veel duurtraining, te weinig krachttraining – en ik heb een beetje te weinig gegeten.»
HUMO Waarom?
Laura «Ik vond mezelf te dik.»
Noémi «Huh? Heb je je benen weleens goed bekeken?»
Laura «Ja, maar tijdens de drie weken van de winterstop eet ik alles wat anders verboden is, en dat blijft allemaal aan mijn lichaam plakken. Ik heb lactose-intolerantie, waardoor ik erg verdik van melk en bananen. Dat moet er daarna zo snel mogelijk af en dan ben ik heel streng voor mezelf. Dan eet ik misschien wel een beetje té gezond – gestoomde kip of gestoomde vis, en verder alleen groenten. Ik kreeg te weinig voedingsstoffen binnen en ik voelde me slap.»
HUMO Bij de wegwielrensters zie je er veel die tegen anorexia aan zitten.
Laura «Vooral de klimsters zijn soms vel over been. Zover zal ik het nooit laten komen, 53 kilo is de limiet. Maar nu weeg ik 56 kilo, en dat zit dan de hele dag in mijn hoofd. Ik denk alleen nog: ‘Ik moet afvallen, vermageren, afvallen!’»
HUMO Thuis draait alles rond jou. Heb je niet steeds het gevoel: nu moet ik wel uit mijn pijp komen?
Laura «Nee. Zij moeten begrijpen dat ik altijd heel hard mijn best doe, ook als ik niet goed presteer. Met mijn papa heb ik daarover wel al discussies gehad. Ik weet dat hij het beste wil voor mij als hij mij op mijn fouten wijst. Hij wil dat ik daarvan leer, maar soms vind ik het lastig. Als ik keihard heb gewerkt voor een koers en in het weekend rijd ik slecht, dan heb ik het juist nodig dat hij zegt: ‘Lauraatje, het komt wel goed.’ Maar hij is nog aan het leren om op zo’n moment toch positief te zijn.»
HUMO Vindt je zus het leuk dat ze in een wielrennershuis woont?
Laura «Ze heeft het er in het begin wel moeilijk mee gehad. Mijn fietsen kosten een hoop geld. Zij kreeg weleens een handtas en mooie kleren, maar dat zijn kleine zaken in vergelijking met wat er voor mij werd gekocht. Maar ze maalt er niet meer om. Daar heb ik veel respect voor. Ze is nu ook helemaal méé in het verhaal. Haar vriend, ex-wielrenner Maarten Craeghs, draagt zorg voor mijn materiaal en Melissa maakt foto’s. Ze voelt zich erg betrokken en zou ook niet meer zonder de cross kunnen, denk ik. Als er geen wedstrijd is, weet niemand thuis wat te doen.»
Eerst trouwen
HUMO Nadège, bij jou thuis is je broer Jossue de ster. Hij voetbalt bij KV Mechelen en is Rode Duivel bij de U17.
Nadège «Nee, bij ons is er niet één ster. Van onze ouders moesten wij allemaal van jongs af aan sporten. Mijn vader was voetballer en mijn moeder speelde basketbal. Ze brachten de jongens elk weekend naar de voetbalclub en de meisjes naar het atletiekveld, en ze hebben iedereen altijd even hard aangemoedigd.
»Dat ik niet meer mocht sporten door die knieblessure, was echt een klap voor mij. Ik heb toen als een gek iets anders gezocht om in te kunnen uitblinken. Ik ben dol op mode en ik ben ’s avonds een badpakken- en een bikinilijn beginnen te ontwerpen.»
HUMO Dat doet me denken aan die foto van jou, Laura, op het Gala van de Flandrien: je droeg een sexy jurkje en hoge hakken.
Laura «Praat me er niet van: het was mijn eerste keer op hakken. Wat een hel! Alle rensters moesten zich aan elkaar vasthouden op de trap om geen enkelblessure op te lopen (lacht). Geef mij maar sportkledij.»
Nadège «Meen je dat? Ik ben zó gefascineerd door mode, dat ik er 24 uur per dag mee bezig kan zijn. Ik was graag naar de modeacademie gegaan, maar mijn ouders vonden dat fout. Mijn laatste bikini voor de modeshow heb ik ’s avonds en ’s nachts gemaakt, zonder dat zij er iets van wisten.»
HUMO Terwijl je ook nog het huishouden runt als je moeder nachtdienst heeft.
Nadège «Ja, in de Afrikaanse cultuur is het heel belangrijk dat meisjes kunnen koken en het huishouden doen. Wij kunnen niet thuiskomen, in de zetel gaan liggen en onze moeder alles laten doen. Maar ik laat het nu over aan mijn zusje Abigail, want sinds twee maanden is mijn collectie uit. Ik heb nu een website en een eigen zaak.»
Noémi «Echt? Gefeliciteerd!»
HUMO Je studeert sociaal werk aan de hogeschool, je helpt je moeder en ’s avonds teken je ontwerpen. En je hebt ook nog geld bij elkaar gekregen om een eigen zaak op te zetten?
Nadège «Ik werk al sinds mijn 16de als jobstudent en ik heb al dat geld gespaard. Tweeënhalf jaar geleden heb ik mijn vriend leren kennen en hij heeft me aangemoedigd om de zaak op te starten, samen met hem.»
undefined
undefined
'Het gezin Verdonschot op weg naar een meeting. 'Als er geen wedstrijd is, weet niemand thuis wat te doen.'
HUMO Meteen liefde en werk: je bent er wel ingevlogen!
Nadège «Ja. Terwijl ik eigenlijk helemaal geen relatie wilde vóór ik mijn vriend leerde kennen. Zodra mijn vriendinnen een vriend kregen, merkte ik dat hun interesses naar de achtergrond verdwenen en alles alleen nog om de jongen draaide. Dat wilde ik niet. Mijn vriend zou mijn interesse erbij moeten nemen, en ik kwam geen jongen tegen bij wie ik het gevoel had dat hij dat zou begrijpen.»
HUMO Jouw vriend staat nu ten dienste van jouw droom: goed geregeld!
Nadège «Nee, zo is het niet! Hij werkt als manager. Hij wilde ook graag een eigen zaak. Ik wilde eerst rustig mijn school afmaken, maar hij zei: ‘Waarom wachten? Probeer het gewoon!’ Ik durfde niet: al mijn spaarcenten in een zaak steken die misschien niets zal opbrengen? Mijn ouders zouden keikwaad zijn als ze daarachter zouden komen. Maar hij heeft mij zo gemotiveerd dat ik de sprong heb gewaagd. We gaan nu samen naar de modeweek in Parijs en reizen samen de wereld rond. Het is zalig.»
HUMO In je collectie zitten ook XXXL-bikini’s. Heel stevige Afrikaanse vrouwen tonen die. Gedurfd!
Nadège «En nu ben ik van plan badpakken en bikini’s voor transgenders te ontwerpen.»
Noémi «Mooi!»
HUMO Hoe kom je daarbij?
Nadège «Ik hou van, euh...»
Laura «Dingen anders doen.»
Nadège «Ja, precies! Ik wil mensen die anders zijn zich goed laten voelen. Ik heb een paar Facebookvrienden die transgender zijn. Toen ik hun vroeg of ze voor een reclamecampagne in mijn bikini’s wilden poseren, legden ze me uit dat ze anders gebouwd zijn en mijn bikini’s van boven te klein zouden zijn en vanonder niet zouden aansluiten. Met één van hen ga ik nu toch een shoot doen. Ik zal dan zijn maten nemen en zien of ik dat bikiniprobleem kan oplossen.»
HUMO Waar ben jij je vriend eigenlijk tegengekomen?
Nadège «Bij IVKA, een organisatie die allochtone ouders leert hoe ze met hun kinderen, die hier opgroeien, moeten omgaan en communiceren. Mijn vriend werkte daar als cameraman en ik was tolk. Hij is ook Afrikaan, hij is geboren in Congo.»
Noémi «Wonen jullie samen?»
Nadège «Nee. Volgens onze cultuur moeten we trouwen voor we gaan samenwonen, en we zijn financieel nog niet klaar om te trouwen.»
Laura «Maar jullie gaan wel samen op reis.»
Nadège «Maar dan zijn we op zakenreis.»
Laura «En dan slaap je apart?»
Nadège «Ik hou van mijn cultuur en ik wil die respecteren. Ze zit in mijn bloed en mijn geschiedenis. Ik ben er ook trots op.»
HUMO Noémi, heb jij een vriend?
Noémi «Nee, ik kan niet uitgaan, hè.»
HUMO Maar je hebt wel twee boezemvriendinnen die heel vaak langskomen.
Noémi «Ja. Ik zou niet weten wat ik zonder hen zou moeten doen. Ze zijn ook de enigen die me bezoeken. In moeilijke tijden leer je je vrienden kennen, hè. Als ik na mijn operatie terug naar school kan en op de speelplaats een bezienswaardigheid ben, zullen de anderen wel afkomen: ‘Aaah, Noémi! Hoe is het?’ En ik stel me nu al voor hoe ik dan zal zeggen: ‘En waar was jij toen ik je nodig had?’»
Laura «Super!»
Noémi «Ze hebben allemaal wel een excuus, hoor. Maar voor een prioriteit kun je tijd maken. Voor mij is vriendschap een prioriteit.»
undefined
undefined
'Thuis bij de Dolets. 'Eigenlijk wilde ik helemaal geen relatie. Ik merkte bij mijn vriendinnen dat hun eigen interesses naar de achtergrond verdwenen.'
HUMO Laura, wat vind jij van het initiatief Out for the Win, dat holebi’s in de sportwereld aanmoedigt zich te outen?
Laura «Ik vind het wel goed. In de sportwereld is het nog altijd een taboe. Toen mijn vriendin een foto van ons beiden op Facebook had gezet, stonden de kranten vol. Als ik een vriend had gehad, zouden ze dat nooit op pagina 12 hebben gezet.»
HUMO Was je er blij mee dat je vriendin jullie had geout?
Laura «Ik vond het niet erg.»
HUMO Wist jij het zelf al lang?
Laura «Niet echt. Ik had het vier jaar geleden al eens gevoeld, maar je wilt daar in eerste instantie niet aan toegeven, hè. Het is niet de makkelijkste weg, en je weet dat er gedoe van gaat komen. Maar toen ik Maud (Kaptheijns, een Nederlandse veldrijdster, red.) leerde kennen, kon ik er niet meer omheen.»
Nadège «Waar gaat het eigenlijk over?»
HUMO Laura heeft een vriendin.
Noémi «Ah, proficiat! Dan kunnen jullie samen gaan fietsen als jullie met pensioen zijn.»
Laura (lacht) «Ja, dan zal het misschien leuk zijn. Nu is het soms lastig dat we allebei veldrijdster zijn. Je moet tegen elkaar fietsen en je wilt allebei de beste zijn. Eigenlijk sta je nog vijandiger tegenover elkaar dan tegenover iemand anders. Nogal wat mensen denken dat je elkaar voorlaat. Dan wil je extra hard het tegendeel bewijzen.»
undefined
'Nu weeg ik 56 kilo, en dat zit de hele dag in mijn hoofd. Ik denk alleen nog: 'Ik moet afvallen, vermageren, afvallen!''
HUMO Wie is er beter?
Laura «Maud heeft al meer wedstrijden gewonnen, maar is ze beter? Dat weet ik niet.»
HUMO Zij werd vorig jaar wel Europees kampioene toen Femke Van den Driessche op mechanische fraude werd betrapt en geschorst werd.
Laura «Dat was raar. Eerst waren we allebei tweede, zij op het EK en ik op het Belgisch kampioenschap, en opeens was zij kampioen. Nu, het is goed dat het bedrog is uitgekomen.»
HUMO Zie je veel fraude en doping om je heen?
Laura «Ik denk dat het in het vrouwenveldrijden nog wel meevalt. Wij moeten ook niet drie weken aan een stuk presteren, zoals in de Tour. Het is een sport die clean kan zijn. En ik zweer het: als ik er ooit toe word aangezet om spul te pakken, dan stop ik. Doping kost je jaren van je leven en dat is het mij niet waard. Als je niet zonder kunt, ben je gewoon niet goed genoeg. Dat moet je dan aanvaarden.»
Nadège «Zei je nu net dat jij niet naar school gaat, Noémi?»
Noémi «Nee, dat lukt niet meer. Ik krijg thuis les van vrijwilligers van het ongelofelijke School en Ziekzijn. Alleen mijn examens worden afgenomen door leerkrachten van mijn school.»
HUMO Gaat het goed?
Noémi «Vorig jaar had ik een gemiddelde van 92. Jullie winnen in de modewereld en op de fiets, ik doe het aan de keukentafel. School is mijn topsport.»