null Beeld

Joost Zwagerman - Kennis is geluk

'Ik ben geen kunstkenner maar een – ongeneeslijke – kunstliefhebber,' zo schrijft Joost Zwagerman in zijn nieuwe bundel 'Kennis is geluk – Nieuwe omzwervingen in de kunst' (De Arbeiderspers).

Kristoff Tilkin

't Is een apologie noch een proeve van valse bescheidenheid: Zwagerman heeft de gave om de honger bij lezers en kijkers aan te wakkeren, enkel en alleen door ze deelgenoot te maken 'van de manieren waarop hijzelf blijft bijleren', een kwaliteit die hij op zijn beurt bewondert in de Nederlandse kunstkenner Rudi Fuchs.

In 'Kennis is geluk' tackelt Zwagerman een shitload aan schrijvers, schilders, fotografen alsook belangwekkende maatschappelijke of artistieke fenomenen; sommige(n) passeerden eerder de revue in zijn bundels 'Pornotheek Arcadië', 'Transito' of 'Alles is gekleurd'. Neem nu John Updike, een schrijver die 'met een onnavolgbare lenigheid van geest een slalom aflegt van het ene onderwerp naar het andere'.

Zwagerman roemt 'm vanwege zijn toon die nooit 'autoriteit wil afdwingen of nadrukkelijk gezaghebbend wil zijn, maar meer lijkt op die van een verbaal begiftigde vriend die graag als leesgids voor ons wil optreden'. En ook hij werpt zichzelf op als een enthousiasmerende apostel die de schilderijen van Vermeer, Ensor, Gerhard Richter, Mark Rothko of Cindy Sherman bespiedt en duidt; de literaire erfenis van Gerrit Komrij naar waarde schat; of de knuckleheads in de films van de broers Coen onder de loep neemt.

Zwagerman duwt de lezer geen sleutel in de hand om de gesloten deur van een kunstwerk mee te openen: hij houdt 'm een vrolijk rinkelende sleutelbos voor de neus; aan hem of haar om er eentje uit te proberen.

Zwagerman slaat, maar vergeet nooit te zalven: hij snijdt de achilleshiel van de Van Gogh-biografie van Steven Naifeh en Gregory White Smith finaal doormidden, maar zet ook de vele kwaliteiten ervan in de verf; hij noemt het werk van Julian Schnabel 'topwilst' in plaats van 'topkunst' ('voor kunst is een ijzeren wil niet genoeg'), maar legt ook uit waarom diens film 'The Diving Bell and the Butterfly' een meesterstuk is.

Slechts een enkele keer deelt hij een muilpeer uit: hij ontmaskert P.F. Thomése als een windhaan ('van publiekshatende boekenfluisteraar tot fiere kruisridder die datzelfde publiek aanspoort om de 'makers' en 'kenners' eens een toontje lager te laten zingen'), en wijst de lezer tegelijk op het positieve alternatief genaamd Bas Heijne, een criticus die nooit boven de hoofden van het publiek klept.

Zwagerman mag dan al langer dan een kwarteeuw schrijver zijn, hij blijft ook een lezer in hart en nieren. In 'De schrijversweduwe: zwijgen of spreken?' besluit hij na een lange maar zwierige aanloop dat 'Het evenwicht', het postume boek van Martin Bril, een jammerlijke slagschaduw werpt op diens meesterlijke oeuvre: zijn ontgoocheling is even oprecht als de boosheid waarmee hij in sommige passages een molotovcocktail naar agenten van de literatuurpolitie slingert.

Anders dan in zijn vorige bundels durft Zwagerman vaker langs de afgrond van de klefheid te scheren door Grote Woorden te bezigen, maar hij legt netjes uit waarom: 'Soms zijn er grote woorden nodig om te raken aan een ijle stilte en aan broze diepten van het gemoed.' Uitgerekend die kwetsbaarheid verleent 'Kennis is geluk' nog meer glans; Zwagerman mag zichzelf schaamteloos tot de meest betrouwbare gidsen van deze contreien rekenen.

undefined

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234