null Beeld

Joy de Porsche-boy: portret van Joy Donné, de nieuwe kabinetschef van Jan Jambon

Tot voor kort was Joy Donné een anonieme medewerker op liberale kabinetten, maar hij gaf N-VA-voorzitter Bart De Wever een lift in zijn Porsche Carrera en enkele dagen later werd hij kabinetschef van Jan Jambon, minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, tevens bevoegd voor de Grote Steden en de Regie der Gebouwen. Hoe is de snelle move van Porsche-man te verklaren? Met vier woorden: de Regie der Gebouwen.

Jan Antonissen

'Hij is het schild waarachter een machtige groep schuilgaat: de baronnen van het vastgoed'

Hoe vaak je het filmpje ook terugziet, het blijft onwaarschijnlijk vreemde televisie. Begin oktober 2014 heeft Bart De Wever een lange nacht onderhandeld over de ministersposten in de nieuwe regering-Michel. Hij wordt opgewacht door Joy Donné. Donné, een kabinetsmedewerker die vijftien jaar lang liberale excellenties heeft gediend, heet de nieuwe persoonlijke veiligheidsadviseur van De Wever te zijn. Maar de veiligheidsadviseur maakt die ochtend nogal wat foutjes. En De Wever heeft dat, hoe vermoeid hij ook is, meteen in de gaten. Nog voor hij in de wagen van Donné plaatsneemt, verontschuldigt hij zich tegenover de aanwezige journalisten. ‘Ce n’est pas mon voiture,’ zegt hij in zijn beste Frans, in het volle besef dat een dure sportwagen niet het meest geschikte vehikel is om het soberheidsbeleid van de nieuwe regering te promoten. Maar dat is pas het begin. Donné loopt naar zijn Porsche, haalt een parkeerboete onder zijn ruitenwisser vandaan en gooit die op de grond. De Wever stapt in zonder zijn gordel om te doen. En Donné rijdt weg met, wat later zal blijken, twee verschillende nummerplaten. Er ontstaat commotie. Maar drie dagen na het voorval wordt Donné, de man die lak heeft aan boetes, de nieuwe kabinetschef van Jan Jambon, minister van Binnenlandse Zaken en als dusdanig: hoofd van de politie.

De verwondering is groot, niet het minst bij de liberalen, die nog moeten bekomen van de onverwachte overstap van Joy Donné naar de N-VA. Oud-collega’s – kabinetsmedewerkers en politici – zijn scherp in hun oordeel: de transfer is geen verlies. Donné was een schaduwloper bij de Open VLD en de MR. Hij is zelden gesignaleerd op studiedagen, vergaderingen of congressen van de partij: het interesseerde hem niet. Over zijn competentie lopen de meningen uiteen. Beleefd, begaafd en vriendelijk, alles goed en wel, maar een harde werker was hij niet. Niet bij Patrick Dewael, niet bij Didier Reynders, niet bij Karel De Gucht en niet bij Annemie Turtelboom. Citaat van een liberaal politicus: ‘Joy Donné is een onbeschreven blad waarop nooit hoofdletters zullen verschijnen.’ Maar hij is nu dus wel de kabinetschef van de eerstaanwezende N-VA-minister in de federale regering.


Aristocratisch type

Joy Leo Donné is de enige zoon van Leo Donné, een hardwerkende Hasselaar die in Tongeren carrière heeft gemaakt als gerechtsdeurwaarder. Met een uitgebreid netwerk in de politiek en het bedrijfsleven doet Donné senior gouden zaken. En dat laat hij graag zien: een meer onversneden liberaal is in Limburg niet te vinden.

Een gerechtsdeurwaarder: ‘Leo Donné is een uitstekend netwerker en dat levert hem veel opdrachten op. Als je voor topklanten over het hele land invordert, kun je ook andere kantoren iets gunnen. In ruil geven die kantoren dan weer opdrachten aan jou. Zo werkt het tegenwoordig: de grote kantoren maken elkaar nog groter.’

De moeder van Joy Donné is Elise Ka, een niet onverdienstelijke schilderes die jarenlang een luxehotel dreef aan de Franse Rivièra: Villa Grimaldi in Sainte-Maxime, een plek waar heel wat liberale toppolitici vakantie hebben gevierd. Op de inmiddels gesloten website van het hotel staat te lezen dat de villa oorspronkelijk het tweede optrekje was van de Grimaldi’s, het Monegaskische vorstenhuis, ‘met een panoramisch uitzicht over de Golf van Saint-Tropez’.

Kortom: Joy Donné heeft in zijn jonge leven geen honger geleden.

Studeren gaat hem aardig af. In 1997 behaalt hij een diploma in de rechten aan de KU Leuven. In zijn Leuvense jaren is hij lid van de studentenclub Fraternitas, van oorsprong een vrijgezellenclub – maar die beginselverklaring houdt niet lang stand. Joy Donné brengt er enkele sponsors aan, promoveert tot quaestor (penningmeester) en later tot preses (voorzitter). Na zijn verblijf in Leuven specialiseert hij zich een jaar in economisch en zakelijk recht aan de Sorbonne in Parijs.

Zijn professionele carrière begint op het kabinet van toenmalig Vlaams minister-president Patrick Dewael. Tongeren is klein: het advocatenkantoor van Dewael werkt samen met het gerechtsdeurwaarderskantoor van vader Donné. Leo Donné zou, volgens verscheidene kabinetsmedewerkers, ook een geldschieter van de partij zijn.

De jonge kabinetsmedewerker is, net als zijn vader, een aristocratisch type met een behoorlijke portie Engels flegma. Altijd piekfijn uitgedost, vriendelijk en discreet, absoluut geen tafelspringer. En hij ziet er ook goed uit: de Wetstraatversie van Hugh Grant. Maar met politiek heeft hij weinig. Algauw besluit hij andere horizonten op te zoeken.

Hij trekt naar Argentinië om er een master in financiën te halen aan de universiteit van Torcuato Di Tella in Buenos Aires. ‘Een topuniversiteit,’ zegt Lode Vereeck (Open VLD), die er heeft gedoceerd. ‘Eén van de twee beste universiteiten van Zuid-Amerika; het niveau van de Ivy League in de Verenigde Staten, maar je betaalt wel maar de helft van het inschrijvingsgeld.’

Joy Donné werkt in Argentinië ook voor het plaatselijke filiaal van de groep Machiels, de afvalverwerkende multinational uit Hasselt. Een bedrijf met uitstekende politieke contacten. In Limburg zegt men: ‘De verkiezingen mogen verlopen zoals ze willen, Machiels wint altijd.’ Donné controleert de boekhouding en ziet toe op het verloop van de werkzaamheden.

Omstreeks de eeuwwende zijn het turbulente tijden in Argentinië. De peso keldert, veel Argentijnen dreigen in één klap hun spaargeld te verliezen, Buenos Aires verpaupert zienderogen. In een kranteninterview heeft Joy Donné het over ‘een spookstad’, waar hij het slachtoffer wordt van een overval: kereltjes tussen 12 en 20 zijn bij hem thuis binnengedrongen, op zoek naar geld. Dat is logisch: ‘De meeste Argentijnen laten zo weinig mogelijk op de bank staan.’

Na zijn studie gaat hij even aan de slag als wetenschappelijk onderzoeker aan de universiteit van Torcuato Di Tella, maar ook dat is zijn meug niet: na een halfjaar keert hij terug naar België. Terug naar het kabinet van Patrick Dewael, die in 2003 minister van Binnenlandse Zaken en vicepremier is. Donné krijgt er een plek in de cel Algemeen Beleid, waar hij de dossiers opvolgt die te maken hebben met de Regie der Gebouwen, de vastgoedmakelaar van de Belgische overheid. Maar ook nu weer houdt Donné het niet lang uit. Na enkele maanden vertrekt hij bij Dewael om even later bij minister van Financiën Didier Reynders te belanden, ook bevoegd voor de Regie der Gebouwen. De Franstalige Jean-Claude Fontinoy zwaait op het kabinet-Reynders de plak over de Regie, Joy Donné wordt zijn Vlaamse assistent.

Begin 2004 staat de Regie der Gebouwen al in een kwade reuk. De meest waanzinnige verhalen over corruptie doen de ronde: topambtenaren zouden, in ruil voor persoonlijk gewin, bevriende aannemers en bedrijven bij bouwopdrachten bevoordelen. De staat zou voor de opdrachten ook veel te veel betalen.

De geruchten blijken op ware gronden te berusten: tien jaar later – in 2014 – komt het tot een monsterproces. In Brussel verschijnen zeventig beschuldigden voor de rechter, onder wie dertien ambtenaren en vijfendertig aannemers – de meesten hebben inmiddels bekend. ‘Door en door corrupt,’ noemt de openbare aanklager de Regie. De grootste fraudezaak in de geschiedenis van de Belgische ambtenarij. En binnenkort volgen nog processen in Gent en Leuven.


Woekerprijzen

Was Joy Donné betrokken bij die wantoestanden? Een topambtenaar van de Regie, die zeven jaar geleden over de grootschalige corruptie getuigde in Humo, heeft geen idee. Maar vreemd genoeg noemt de man de huidige processen tegen de Regie nog het minste kwaad. ‘Natuurlijk zijn er laakbare dingen gebeurd,’ zegt hij. ‘Maar het werkelijke schandaal heeft zich na 2000 voltrokken: de overheid verkocht massaal openbare gebouwen om ze daarna tegen woekerprijzen terug te huren. Daarin hebben minister Reynders en zijn administratie een kwalijke rol gespeeld. Maar het is de vraag of het gerecht die praktijken durft aan te pakken: dat ligt, in politiek opzicht, veel gevoeliger. En de tijd verstrijkt.’

De topambtenaar verwijst naar de 84 sale-and-lease-backoperaties die paars uitvoerde, onder leiding van premier Guy Verhofstadt, om de gaten in de begroting te dichten. Het geld van de verkoop van openbare gebouwen was uitermate geschikt om het deficit in de staatsboekhouding snel aan te zuiveren. De kosten om dezelfde gebouwen weer in te huren werden doorgeschoven naar de volgende generaties. ‘De verkoop van die openbare gebouwen tart elke verbeelding,’ zegt de topambtenaar. ‘Het staatspatrimonium is, door toedoen van meneer Fontinoy en consorten, verkwanseld aan vrienden en kennissen.’

De topambtenaar staat niet alleen met zijn overtuiging. Er loopt een gerechtelijk onderzoek naar de verkoop van de Financietoren, die in 2001 plaatsvond: de Nederlandse groep Breevast kocht ’m voor 311 miljoen euro en verhuurt ’m uiteindelijk voor 33 jaar, tegen het forse tarief van 42 miljoen euro per jaar. Zo’n mooie bonus dat-ie verdenking oproept. Drie mannen en twee vennootschappen zijn naar de rechter verwezen. Ze zouden 9 miljoen euro smeergeld hebben gekregen.

In 2006 bracht het Rekenhof een rapport uit dat brandhout maakte van de manier waarop de Regie der Gebouwen in de periode 2002-2004 33 overheidsgebouwen had verkocht. Op het eerste gezicht leek de operatie geslaagd, staat er: bijna elke verkoop bracht de Regie meer op dan oorspronkelijk geraamd. Maar de ramingen waren niet onderbouwd. Er werd geen rekening gehouden met het feit dat de gebouwen weer werden verhuurd aan een administratie. Bij een aantal gebouwen was ‘de verhouding tussen verkoopprijs en huurprijs zo onevenwichtig, dat de verkopen uit financieel oogpunt nagenoeg zinloos bleken’. Het Rekenhof was het scherpst voor de verkoop van het Rijksadministratief Centrum, intussen omgeturnd tot de Politietoren. De overheid heeft zich ‘misrekend’, staat in het rapport. In twee jaar tijd had Breevast al 80 procent van zijn investering terugverdiend. Ook die verkoop wordt momenteel door het gerecht onderzocht. Vanuit politieke hoek heeft de N-VA overigens aangedrongen op een parlementaire onderzoekscommissie vanwege de peperdure huurprijs (13,2 miljoen euro per jaar).


Vastgoedimperium

Opmerkelijk is dat bij de uitverkoop van de openbare gebouwen vaak dezelfde mensen op de eerste rij staan: Frank Zweegers (Breevast) en Jean-Michel Jaspers (Redeba).

De architectenfamilie Jaspers verdient een speciale vermelding. Michel Jaspers, de vader van Jean-Michel, is een Hasselaar die met Charly De Pauw (de vastgoedmakelaar die met Paul Vanden Boeynants samenwerkte, red.) de Brusselse Noordwijk naar zijn hand heeft gezet. ‘Jaspersville’ noemde Brussels politicus Pascal Smet het in een onbewaakt moment. Jaspers senior heeft het grootste architectenbureau van het land uitgebouwd, Jaspers-Eyers & Partners, dat tegenwoordig wordt aangestuurd door zijn zoon Jean-Michel en John Eyers. Ook het vastgoedimperium van de familie Jaspers is indrukwekkend.

In 2006 verlaat Joy Donné zijn post op het kabinet van Didier Reynders om twee jaar lang, onder het mandaat van minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht, de verkoop van de Belgische ambassade in Tokio ter plaatse te begeleiden. Donné beschouwt dat nog altijd als het hoogtepunt van zijn carrière. De ambassade, op een toplocatie in het hart van de Japanse hoofdstad, wordt verkocht voor meer dan 400 miljoen euro. En voor 24 miljoen euro verrijst op een deel van diezelfde plek de nieuwe ambassade. Alles gebeurt onder het toeziend oog van architect Michel Jaspers, die namens de Belgische overheid het goede verloop van de werken controleert.

Dat commentatoren de nieuwe ambassade bij de opening met de grond gelijkmaken (De Standaard: ‘De ambassade zonder eigenschappen’), kan de pret niet drukken. Het is een bijzonder winstgevende operatie voor de Belgische schatkist. Iedereen tevreden.

Iedereen behalve Jean-Marie Dedecker. In 2009 roept Dedecker, in oorlog met zijn ex-partijgenoot Karel De Gucht, dat de families Jaspers en De Gucht bij vastgoedtransacties onder één hoedje spelen. Cowboy Dedecker stuurt zelfs een privédetective op De Gucht af om zijn beschuldigingen hard te maken. De zaak wordt, door de schending van de privacy van De Gucht, geseponeerd.

Helemaal zonder gevolg blijft de interventie van Dedecker echter niet. Zijn vraag of de verkoop van zes openbare gebouwen, waaronder het gerechtshof in Veurne, voor krap 45 miljoen euro te billijken is, brengt de Bijzondere Belastinginspectie op ideeën. Bij nazicht blijkt dat de familie Jaspers voor de aankoop van de zes openbare gebouwen, met behulp van een offshoreconstructie, nagenoeg geen belasting heeft betaald. Het komt hen alsnog op een boete van 10 miljoen euro te staan. Conclusie van Jean-Marie Dedecker in de Kamer: ‘Ik ben de enige politicus die de fiscus 10 miljoen euro heeft opgebracht, maar die veroordeeld wordt voor vormfouten.’


De Onzichtbare Man

Na zijn tweejarige verblijf in Tokio als projectmanager keert Joy Donné in 2008 terug op het oude nest: met Jean-Claude Fontinoy blijft hij op het kabinet van minister van Financiën Didier Reynders waken over de Regie der Gebouwen. Het zijn harde tijden. De geruchten over corruptie zwellen aan, af en toe valt er een lijk uit de kast. De kritiek van de oppositie is striemend.

Met name Jan Jambon (N-VA) haalt fors uit. Als de Regie der Gebouwen in 2009 een nieuwe administrateur-generaal krijgt, kan Jambon zijn ergernis niet verbergen. Laurent Vrijdaghs, de nieuwe topman, komt van het kabinet-Reynders, de bron van alle kwaad. Citaat van Jambon in De Morgen: ‘Net als bij Financiën blokkeert Reynders elke doorlichting. Hij steekt zijn kop in het zand en laat de zaken nu al tien jaar lang aanmodderen. Er is niets aan de hand. Nooit niet. Nergens niet.’

Als het gerecht aanwijzingen voor corruptie vindt bij de bouw van de gesloten instelling voor minderjarige criminelen in Everberg, is Jambon nog cassanter tegenover het persagentschap Belga: ‘Nu de omvang van de puinhoop op Financiën stilaan tot ons is doorgedrongen, blijkt ook het andere departement van Didier Reynders, de Regie der Gebouwen, niet gespaard van wanbeheer en ten prooi gevallen aan een interne verrotting.’ Jambon verwijst naar de aanhoudende geruchten over de dubieuze verkoop van de Financietoren en eist een externe doorlichting van de Regie der Gebouwen. ‘Het wordt hoog tijd dat CD&V en de Open VLD stoppen met Reynders de hand boven het hoofd te houden.’

In december 2011 wordt Servais Verherstraeten (CD&V) staatssecretaris voor Staatshervorming en Regie der Gebouwen in de regering van Elio Di Rupo. Joy Donné verkast naar een ander liberaal kabinet, dat van minister van Justitie Annemie Turtelboom. Hij krijgt de titel van adjunct-directeur, maar dat is vast een vergissing: Donné is de Onzichtbare Man. Hij is uiterst zelden op het kabinet. En als hij zich toch meldt, is het voor een blitzbezoek. Zijn sportwagen, zeggen medewerkers, parkeert hij zonder schroom op het trottoir. Hij is drukdrukdruk als consultant, maar niet met zijn politieke werk.

Donné behandelt twee dossiers voor Turtelboom: de statuutwijziging van gerechtsdeurwaarders en... de Regie der Gebouwen.

Wat de gerechtsdeurwaarders betreft, is zijn rol niet onomstreden. Zijn vader is namelijk gerechtsdeurwaarder: het gevaar van belangenvermenging loert om de hoek. De voorstellen tot wijziging die hij uitwerkt, worden door de Raad van State keer op keer nietig verklaard. ‘Uiteindelijk,’ zegt een medewerker, ‘hebben we het zelf mogen oplossen: de voorstellen van Donné deugden gewoon niet.’

De scherpste kritiek komt weer uit N-VA-hoek. Frank Bogaerts, de burgemeester van Lier, is onverbiddelijk voor het geknoei van het kabinet-Turtelboom. Na weer eens een vernietigde omzendbrief neemt hij in maart 2013 het woord in de Senaat: ‘Dit is de zoveelste vernietiging door de Raad van State. De minister had in haar omzendbrief beloofd criteria op te stellen die neutraal en objectief zouden zijn, maar volgens de Raad van State voldoet ook deze nieuwe omzendbrief niet aan de neutrale criteria die vereist zijn bij een benoemingsprocedure. Tot op vandaag worden nog altijd benoemingen van gerechtsdeurwaarders vernietigd, waardoor de rechtszekerheid van de getroffen personen helemaal zoek is. Het gevolg is dat het leger van niet-benoemde kandidaat-gerechtsdeurwaarders almaar groter wordt. Wanneer zal de minister iets ondernemen?’

Uiteindelijk keurt de Kamer de statuutwijziging van gerechtsdeurwaarders in oktober 2013 goed. De N-VA onthoudt zich bij de stemming.

Detail: volgens de nieuwe wet kunnen gerechtsdeurwaarders levenslang actief blijven, met 67 hoeven ze niet met pensioen. Dat is goed nieuws voor vader Leo Donné.

Joy Donné heeft op het ministerie van Justitie ook aandacht voor de Regie der Gebouwen. Hij laat zich in met de bouw van de nieuwe gevangenissen. Vermeldenswaard is dat het architectenbureau Jaspers–Eyers & Partners de plannen voor de gevangenis in Beveren tekent.


Het perfecte profiel

Wanneer heeft Joy Donné besloten de liberale familie, die hij als zijn broekzak kende, in te ruilen voor de Vlaams-nationale?

Op het kabinet van Annemie Turtelboom, inmiddels Vlaams minister van Financiën, Begroting en Energie, bevestigt men dat Joy Donne op 27 augustus 2014 ontslag nam. Een donderslag bij heldere hemel; de leden van de familie Donné golden als stamboekliberalen. Maar, zeggen ingezetenen van de partij, adjunct-directeur Donné had aan Turtelboom een graadverhoging gevraagd en niet gekregen. Dat zal zijn vertrek hebben beïnvloed.

Humo vernam dat de toenadering van Donné tot de N-VA zich maandenlang in het verborgene heeft afgespeeld. Voor de verkiezingen zou hij, als Open VLD-kabinetsmedewerker, al aanwezig zijn geweest op vergaderingen van een N-VA-werkgroep. Niet als privé-adviseur van Bart De Wever inzake veiligheid – dat was ongetwijfeld een grapje van de voorzitter: Donné kent niks van politie of brandweer. Donné is de man van de bouw. Donné zat daar voor de Regie der Gebouwen.

Een insider: ‘De N-VA heeft Donné uitgenodigd met maar één doel voor ogen: de Regie der Gebouwen binnenhalen. En dat hebben ze gedaan: Jan Jambon heeft, als minister van Binnenlandse Zaken, die bevoegdheid gekregen.’

Een bron op het kabinet-Reynders: ‘Donné souffleerde hen bij de regeringsonderhandelingen.’

Een Open VLD-politicus: ‘Eén keer heeft hij zelfs mee aan tafel gezeten, bij een discussie over de begroting. Maar dan moet je het dossier kennen en je cijfers paraat hebben. En dat viel toch tegen.’

Joy Donné is niet bereid tot een gesprek, maar N-VA-partijwoordvoerder Joachim Pohlmann laat via e-mail weten dat Donné pas rond 20 augustus 2014, ná de verkiezingen dus, aan een N-VA-werkgroep heeft deelgenomen. En dan volgen enkele merkwaardige zinnen: ‘Joy heeft in mei 2014, nog voor de verkiezingen, zijn ontslag gegeven op het kabinet-Turtelboom. Maar hij heeft Turtelboom wel ingelicht vanaf het moment dat hij N-VA advies begon te verlenen.’

Tussen de regels suggereert Pohlman dus dat Donné advies gaf aan de N-VA voor zijn ontslag bij de Open VLD.

Pohlmann «Dit is de eerste keer dat de N-VA deelneemt aan een federale regering, dus onze ervaring op het federale regeringsniveau is nagenoeg onbestaande. Uit de oude VU-geledingen was er niet veel expertise meer voorradig, omdat de laatste federale regeringsdeelname van de VU te ver achter ons ligt. Wij zitten daar met een leemte. Joy voldoet aan een profiel waar we naar op zoek zijn: hij heeft expertise, federale kabinetservaring, kent het reilen en zeilen bij de Franstalige partijen, in het bijzonder bij de MR, waar hij 3,5 jaar voor werkte.»

Volgens Pohlmann was Donné op het kabinet-Reynders medewerker van de cel Regie der Gebouwen van 2008 tot 2011. Merkwaardig: een topmedewerker van Reynders bevestigt Humo dat Donné er ook al in 2004 en 2005 werkte.

‘Bij Turtelboom waren twee andere personen bevoegd voor de opvolging van de Regie der Gebouwen,’ schrijft Pohlmann. Ook dat wordt ontkend door topmedewerkers van Turtelboom: het was in de eerste plaats het dossier van Donné.


Go-between

In de media is het verhaal verspreid dat Joy Donné, als oud-medewerker van Didier Reynders, de MR en de N-VA nader tot elkaar zou hebben gebracht: hij zou etentjes tussen de partijkopstukken hebben georganiseerd. Een oud-kabinetsmedewerker gaat nog verder: hij beweert dat Donné in 2010 de legendarische eerste ontmoeting tussen Bart De Wever en Didier Reynders in het Brusselse sterrenrestaurant Bruneau heeft geregeld. Dat is te veel eer. Het Brusselse restaurantbezoek is er gekomen op initiatief van Pierre Chevalier en Koen Blijweert, lobbyisten in een andere liga.

‘Maar,’ zegt de topambtenaar van de Regie der Gebouwen, ‘bij Bruneau is ongetwijfeld over vastgoed gesproken: Jean-Claude Fontinoy, verantwoordelijk voor de Regie der Gebouwen onder Didier Reynders, was aanwezig. En Blijweert komt uit het vastgoed.’

Joy Donné is, op grond van zijn curriculum, niet de meest geschikte kandidaat als kabinetschef voor de minister van Binnenlandse Zaken. Hij kent de materie niet. Hij is niet vertrouwd met de gevoeligheden van zijn nieuwe partij. En hij vertegenwoordigt een besmet dossier, dat de N-VA zwaar heeft aangevochten. Toch zit hij waar hij nu zit.

‘Dat heeft,’ zegt de ambtenaar, ‘weinig met hem als persoon te maken. Donné is een go-between. Hij is het schild waarachter een machtige groep schuilgaat, de periscoop van een onderzeeër: de baronnen van het vastgoed. Zij hebben hem daar geplaatst. Onderschat het belang van de immowereld niet in de politiek, ook niet bij N-VA. Komt Jan Jambon niet uit het vastgoed?’

***

De beelden van Joy Donné die zijn voorzitter een lift in zijn Porsche geeft, zijn niet zonder gevolg gebleven. Toen bleek dat Donné met een verkeerde plaat rondreed, ging Angelica Bolinius een licht op. De 59-jarige vrouw uit Houthalen had een boete uit Brussel in de bus gekregen, terwijl ze in haar Ford Fiesta nooit de gemeentegrenzen overschrijdt. Dat had ze dus aan Joy Donné te danken. En die parkeerboete uit Antwerpen, die ze enkele dagen later ontving, was ook voor hem. Donné heeft zich inmiddels bij mevrouw Bolinius verontschuldigd, de boetes zijn voor zijn rekening. En hij heeft een drastisch besluit genomen: hij verkoopt zijn Porsche. ‘Hij wil,’ zegt de woordvoerder van de N-VA, ‘dat de hetze ophoudt.’

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234