Juan Gabriel Vásquez - De reputaties
Twee millimeter. Zoveel scheelde het of we hadden hier vier sterren uitgedeeld. Want ‘De reputaties’ (Bruna Uitgevers), de recentste van de Colombiaan Juan Gabriel Vásquez, is een grandioos boek, zo verbluffend goed geschreven dat we sinds het uit is de moed nog niet hebben gevonden om een nieuwe roman open te slaan.
Maar voor we hier verder de loftrompet steken, moeten we het even over die verrekte twee millimeter hebben: de laatste vijftien bladkantjes van Vásquez’ roman, waarin de plotlijn, die tot dan toe vrijelijk mocht meanderen, plots met strenge hand richting eindmeet wordt geloodst. Een klassieke fout waar menige regisseur, schrijver en minnaar zich weleens aan bezondigt. Het zij hem vergeven. ‘De reputaties’ is tot aan die ietwat teleurstellende coda een briljante, superspannende parabel over machtsmechanismen, de kracht van slimme scherts en de verbrijzelende impact van publieke vernedering.
De nu al iconische hoofdfiguur is Javier Mallarino, een Colombiaanse cartoonist die door de jaren heen is uitgegroeid tot ‘het kritische geweten van de natie’, ‘een man die ervoor kon zorgen dat wetten werden herroepen (...) en ministeries ernstig aan het wankelen werden gebracht, en dit alles slechts met behulp van papier en Oost-Indische inkt’. De Jeroom van Colombia, zeg maar. Al scoort ‘cartoonist’ in Colombia wel net iets hoger op het lijstje met risicoberoepen dan hier in Vlaanderen. Mallarino heeft het niettemin kunnen uitzingen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd, al krijgt hij maar weinig kans om daarvan te genieten. Zijn ijzersterke reputatie heeft hij grotendeels te danken aan één beruchte spotprent, waarin hij een Colombiaans congreslid met een ongezonde appetijt voor jonge meisjes aan de schandpaal nagelde. Het is die cartoon die Mallarino op zijn oude dag alsnog aan het wankelen brengt.
Wankelt gelukkig niet: de trefzekere, stijlvaste schrijvershand van Vásquez. En wat voor een stijl! Zelden zagen we vorm en inhoud zo harmonieus hand in hand gaan, of juister: het op een onbeschaamd vrijen zetten. Vásquez’ zinnen fladderen, zweven, dansen, zelfs als ze bijna een halve pagina beslaan: ‘Magdalena’s stem: hees en zuiver tegelijk, zo’n stem die de hand aan de afstemknop laat bevriezen, die de chaos van de wereld vertaalt door zijn duistere gemurmel in klare taal om te zetten.’ Poëzie in volzinnen, niets meer en niets minder.