null Beeld Guardian / eyevine
Beeld Guardian / eyevine

'Elizabeth Finch'julian barnes kruisigt het christendom

Julian Barnes: ‘Misschien doet de paus mij wel een proces aan’

Ondanks meesterwerken als ‘De papegaai van Flaubert’ en ‘De geschiedenis van de wereld in 10 ½ hoofdstuk’ wist Julian Barnes (76) tot nog toe slechts één grote literaire prijs op zijn naam te schrijven: de Booker Prize in 2011, voor zijn magistrale roman ‘Alsof het voorbij is’. In een oeuvre dat intussen bijna een halve eeuw overspant, dissecteert Barnes de menselijke natuur met een virtuoze, in milde melancholie gedoopte pen. Maar nu trekt de minzame Engelsman de stoute schoenen aan: in ‘Elizabeth Finch’ trapt hij het christendom vol in het kruis.

Helen Lewis

Een interview met Julian Barnes is geen sinecure, om drie redenen. Eén: de gevierde auteur is een notoir laatkomer. Gelukkig is het best aangenaam toeven in de Noord-Londense pub waar we hebben afgesproken, maar na vier koffies en anderhalf uur vruchteloos wachten begin ik me toch een beetje zorgen te maken. Finaal blijkt dat Barnes zich niet van uur heeft vergist, maar van maand: in zijn ‘lichtjes chaotische agenda’, zo vertelt hij me achteraf, had hij genoteerd dat we elkaar pas eind april zouden treffen.

Twee: dat kom ik pas te weten na eindeloos rondbellen, want Julian Barnes heeft geen gsm. Op het tijdstip van onze afspraak maakt de schrijver een lange, ontspannende wandeling met Rachel Cugnoni, de vrouw bij wie hij opnieuw liefdesgeluk vond na het overlijden van zijn echtgenote Pat Kavanagh in 2008. Aanvankelijk vraag ik me af hoe een mens anno 2022 überhaupt kan functioneren zonder smartphone, maar dan bedenk ik hoe heerlijk het moet zijn om alleen te zijn met je gedachten, ongehinderd door een onophoudelijke stroom van berichtjes en nieuwsflitsen. Barnes houdt zijn hoofd koppig offline, en daar kan zijn trouwe lezerspubliek – dat reeds veertien romans, drie kortverhalenbundels, vier detectives en acht non-fictieboeken van zijn hand mocht verslinden – zich enkel gelukkig om prijzen.

Derde reden: Julian Barnes is een spraakwaterval. Wanneer we elkaar met een dag vertraging ontmoeten, ga ik onverhoeds kopje-onder in een kolkende woordenstroom. De auteur praat honderduit over Penelope Fitzgerald (‘Met voorsprong de beste naoorlogse Britse schrijfster’), ‘Anna Karenina’ van Tolstoj (‘Toch één ding waarvoor we Rusland dankbaar mogen zijn’) en de driedelige autobiografie van de miskende Sovjet-auteur Konstantin Paustovski die momenteel op zijn nachtkastje ligt (‘Oké, twéé dingen dan, maar daar houdt het wel zo’n beetje op’). Een uurtje en talloze omwegen later belanden we uiteindelijk toch bij het onderwerp van dit interview: ‘Elizabeth Finch’, Barnes’ nieuwste roman.

– Het titelpersonage van uw boek is een lerares cultuurwetenschappen, maar ze deelt de hoofdrol met Julianus de Afvallige, Romeins keizer van 361 tot 363. Hoe zijn die twee in elkaars gezelschap verzeild geraakt?

JULIAN BARNES «De eigenlijke hoofdrol is weggelegd voor Neil, een uitgebluste acteur die na een echtscheiding besluit om zijn leven over een andere boeg te gooien. Hij schrijft zich in voor een cursus avondonderwijs: Cultuur en Beschaving, gedoceerd door de ondoorgrondelijke Elizabeth Finch. Hij raakt algauw volledig in de ban van haar enigmatische persoonlijkheid en van de gepassioneerde, provocerende stijl waarmee ze lesgeeft. Ondanks zijn verwoede pogingen om met haar bevriend te raken, leert Neil zijn lerares pas écht kennen na haar dood, wanneer hij grasduint in haar notitieboekjes. Zo komt hij onder meer te weten wat Elizabeth dacht over The Shaming, de gigantische rel die ze had veroorzaakt door het christendom tijdens één van haar lessen ‘een historische vergissing’ te noemen.

»Met die boude uitspraak had Elizabeth de toorn van de publieke opinie over zich afgeroepen – in de tabloids werd ze zelfs een hysterische zottin genoemd – maar natuurlijk kletste ze niet zomaar uit haar nek. Haar betoog was een echo van de religieuze standpunten die de Romeinse keizer Flavius Claudius Julianus, alias Julianus de Afvallige, in de 4de eeuw verkondigde. En die hem uiteindelijk ook het leven kostten, toen hij in 363 werd omgebracht tijdens de Romeins-Perzische oorlog, vermoedelijk door een christelijke soldaat.»

– Wat had Julianus de christenen misdaan?

BARNES «Zo’n halve eeuw eerder was het christendom onder keizer Constantijn de Grote de dominante godsdienst geworden in het Romeinse Rijk. Julianus was een fervent tegenstander van die evolutie: hij pleitte voor een terugkeer naar de idealen die van Rome een wereldmacht hadden gemaakt. Eén van de pijlers van zijn beleid was het herstel van het Romeinse polytheïsme, dat tientallen verschillende goden vereerde en de staatsgodsdienst was geweest in de gloriejaren van het Rijk, bijvoorbeeld onder Julius Caesar. Het monotheïsme van de christenen – ‘Bovenal, bemin één God’, weet je wel – vond hij getuigen van een gevaarlijk fanatisme. (Glimlacht) Behoorlijk visionair voor die tijd, toch?»

– U vindt dus dat keizer Julianus, en bij uitbreiding Elizabeth Finch, gelijk hadden?

BARNES «Maar natuurlijk. Monotheïstische godsdiensten hebben ons in de loop der eeuwen niets dan verderf en vernieling gebracht. Ik heb er geen enkel probleem mee als mensen een god willen aanbidden: dat moet ieder voor zichzelf uitmaken. Maar zodra die verering inhoudt dat je ongelovigen gaat vervolgen of aanvallen omdat ze ‘minderwaardig’ zijn – en dat gebeurt maar al te vaak – kom je automatisch uit bij oorlog en bloedvergieten. (Fijntjes) Exact het soort taferelen dat al die godsdiensten zo stellig veroordelen in hun heilige geschriften.»

– Er zijn meer dan twee miljard christenen op de wereld. Is het wel zo verstandig om die massa gelovigen tegen u in het harnas te jagen?

BARNES «Ik zoek de controverse zeker niet bewust op, als je dat bedoelt. In mijn ogen is het christendom een filosofie, die het net als alle andere filosofieën verdient – nee, nódig heeft – om in vraag gesteld te worden. En ja, er zijn waarschijnlijk heel wat christenen die zich beledigd zullen voelen omdat ik bepaalde aspecten van hun godsdienst in twijfel trek. Maar doen zij niet net hetzelfde met mijn ideeën, of met die van andersgelovigen?

»(Barst plots in lachen uit) Misschien doet de paus mij wel een proces aan. Barnes versus Franciscus! Dan trek ik met plezier mijn toga aan, om mezelf te verdedigen. Alhoewel, zover zal het nooit komen. Als het Vaticaan me voor het gerecht wilde sleuren, hadden ze dat al gedaan toen ik ‘Het stekelvarken’ uitbracht (in 1992, red.). De advocaten van mijn uitgeverij sloegen alle kleuren uit toen ze dat manuscript lazen. ‘Meneer Barnes,’ zeiden ze, ‘als u dit boek publiceert, riskeert u aangeklaagd te worden door de paus, Michail Gorbatsjov, Nancy Reagan én Frank Sinatra!’ Ik heb nog eventjes gevreesd dat Sinatra een paar maffiamannetjes op mij zou afsturen, maar kijk: ik ben er nog steeds, levend en wel.»

‘Het christendom is een historische vergissing. Monotheïstische godsdiensten hebben ons in de loop der eeuwen niets dan verderf en vernieling gebracht.' Beeld Guardian / eyevine
‘Het christendom is een historische vergissing. Monotheïstische godsdiensten hebben ons in de loop der eeuwen niets dan verderf en vernieling gebracht.'Beeld Guardian / eyevine

Subtiel tikje

– Veel schrijvers die ik interview, verzuchten dat schrijven een erg moeilijke evenwichtsoefening is geworden: het is voortdurend op eieren lopen om geen individuen of groepen voor het hoofd te stoten. U deelt die bezorgdheid dus niet?

BARNES «Waarom zou ik? Ik vind dat je als schrijver het recht hebt om op een beschaafde manier je mening te geven, in je boeken en ook daarbuiten. Toen collega-schrijvers J.K. Rowling en Rachel Rooney zich een tijdje geleden mengden in het transgenderdebat – met een aantal standpunten die kritisch, maar in mijn ogen perfect rationeel waren – werden ze stante pede aan de schandpaal genageld. Rachel moest zelfs op zoek naar een andere uitgever, omdat men haar werk niet meer wilde publiceren. Ik hoef het niet noodzakelijk met beide dames eens te zijn om dat soort publieke veroordelingen heel betreurenswaardig te vinden. Als we deze complexe wereld willen laten draaien, moeten we in de eerste plaats met elkaar blijven praten. Maar een zinvol, evenwichtig debat voeren is onmogelijk als je bepaalde meningen bij voorbaat uitsluit.»

– Heel wat uitgeverijen proberen de kritiek voor te zijn door sensitivity readers in te schakelen: proeflezers die manuscripten navlooien op personages, situaties of uitspraken die controverse kunnen veroorzaken. Wordt uw werk ook gecheckt op politieke correctheid?

BARNES «O nee, ik mag er niet aan denken. Voor alle duidelijkheid: ik vraag geen vrijbrief om in het wilde weg mensen te beledigen, hè. Wie weleens een boek van mij heeft gelezen, weet trouwens dat ik meer van het subtiele tikje houd dan van de brutale tackle. Maar zo’n panel van moraalridders die je boek met argusogen zitten te ontleden, en alles schrappen wat niet in hun strikte ideeënkader past: dat komt wel héél dicht in de buurt van censuur, niet?

»Sinds ‘De papegaai van Flaubert’ laat ik mijn manuscripten altijd nalezen door mijn goede vriendin Hermione Lee (Brits schrijfster, vooral van biografieën, red.). Heel af en toe stipt ze een passage aan die in haar ogen een beetje riskant kan zijn, en daar houd ik dan wel rekening mee. Maar voor de rest vertrouw ik vooral op mijn eigen morele kompas. Dat werkt nog steeds behoorlijk goed, denk ik.»

– Maar vinden anderen dat ook? Oudere, witte mannen en hun idealen zijn het favoriete mikpunt van de wokebeweging. U lijkt er wonderwel in te slagen om uit hun vizier te blijven.

BARNES (glimlacht) «Voorlopig wel, ja. En als ik toch eens in het middelpunt van een storm zou terechtkomen wegens één of andere uitspraak die ik heb gedaan, dan is het ook maar zo. Let wel: ik zal me verdedigen, hè. Maar altijd op een gepaste, respectvolle manier. Ik heb niet de intentie om me bij het koor van de klagers te voegen die hun verontwaardiging uitschreeuwen omdat ‘het tijdperk van de witte man voorbij is’. So what, denk ik dan: we hebben tijd genoeg gehad om de wereld naar onze hand te zetten, laat de anderen nu ook maar eens aan de beurt.

»Neem nu de literaire wereld, die de voorbije decennia sterk is vervrouwelijkt én verkleurd. Wat kun je daartegen hebben? Waarom zou wat ik schrijf per definitie méér waard moeten zijn dan het werk van een Zuid-Amerikaanse of een Aziatische vrouwelijke auteur? Ik heb dat ingebeelde superioriteitsgevoel van sommige westerse mannen nooit begrepen.»

Leugencampagne

– Misschien helpt het ook wel dat u aan de ‘juiste’ kant van het politieke spectrum zit: u steekt uw voorliefde voor links niet onder stoelen of banken.

BARNES «Ik heb wel een paar linkse trofeeën in de kast staan, ja (grinnikt). ‘Metroland’ vind ik de mooiste: toen dat boek in 1980 uitkwam, plaatste het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime het onmiddellijk op de lijst met verboden werken. Daar heb ik toen luidkeels tegen geprotesteerd, maar stiekem was ik heel trots. Ik vond het een erg mooi compliment dat mijn allereerste roman meteen in het verkeerde keelgat was geschoten bij een stelletje hardleerse racisten.»

– Ook in ‘Elizabeth Finch’ kunt u het niet laten om enkele sneren uit te delen aan de rechterzijde. Eén van de meest onuitstaanbare personages in het boek deed me wel erg hard aan Nigel Farage denken, de voormalige kopman van de extreemrechtse politieke partij UKIP.

BARNES (monkelt) «Dat zou best weleens kunnen, ja. Of misschien heb je het glad mis, dat kan ook. Laat elke lezer maar voor zichzelf uitmaken wie ze in mijn boeken herkennen, dat houdt het een beetje spannend.»

– Hoe kijkt u naar de huidige politieke situatie in Groot-Brittannië?

BARNES «Ach, breek me de bek niet open. Mijn linkse hart bloedt! Boris Johnson stapelt de blunders op elkaar. De nonchalante, arrogante manier waarop hij zijn premierschap invult, is een regelrechte aanfluiting voor het ambt. Als hij nog lang aan de macht blijft, vrees ik dat het imago van ons land onherroepelijk naar de vaantjes is. En daarmee is het al niet zo bijster goed gesteld, sinds die vermaledijde Brexit en de schandalige leugencampagne die eraan is voorafgegaan.»

– U was een remainer?

BARNES «Ja, en nu ben ik een returner. We moeten ons zo snel mogelijk weer bij Europa voegen. De grootste vrijhandelszone ter wereld ligt op amper 22 zeemijlen van onze kust, en wat doen wij? We scheuren ons ervan los, willen er niets meer mee te maken hebben. Wat een waanzin! Ik zal het waarschijnlijk niet meer meemaken, maar ik ben er rotsvast van overtuigd dat de Britten op een dag een nieuw referendum zullen organiseren. Ooit zullen ze inzien wat voor een kolossale fout ze hebben gemaakt, het kan niet anders.»

– Tot slot zou ik nog dit willen zeggen, meneer Barnes: het doet me veel plezier dat u het hele interview lang hebt zitten glimlachen. Toen ik een tiental jaar geleden ‘Hoogteverschillen’ las, het hartverscheurende boek waarin u rouwt om uw overleden echtgenote, dacht ik: Julian Barnes heeft de hoop opgegeven om ooit nog gelukkig te worden.

BARNES «Dat is erg vriendelijk, dank je. En ja, het is me inderdaad gelukt om weer plezier te vinden in het leven. Toen Pat in 2008 stierf na een lange strijd tegen kanker, viel mijn hele wereld aan diggelen. Ik schreef niet meer, ik zag niemand meer, had nergens nog zin in. Eigenlijk had ik me er al bij neergelegd dat ik de rest van mijn dagen zou slijten als een soort schim, verteerd door verdriet en gemis. En toen wandelde Rachel mijn leven binnen. Ze raapte de scherven van mijn bestaan op en lijmde ze weer aan elkaar. Hier en daar vertoon ik nog wel wat barstjes, hoor, maar dankzij haar zit er nu een gelukkig man voor jou. Ik kan de wereld weer aan.»

– En die twee miljard christenen die u in ‘Elizabeth Finch’ tegen de schenen schopt: zult u die ook aankunnen?

BARNES (lacht) «Laat ze maar komen. Pek en veren, ik ben er klaar voor.»

© The Sunday Times

null Beeld rv
Beeld rv

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234