Interview
Kees van Kooten: ‘We zijn een beetje doorgeslagen in keurigheid’
In de bloemlezing van eigen werk die Kees van Kooten samenstelde voor zijn tachtigste verjaardag, haalde hij ‘leugentjes om bestwil’ eruit. ‘Gaandeweg dacht ik: ik moet de lezer in vertrouwen nemen.’
‘Kun je het zo zien?’ Kees van Kooten tilt zijn laptop op en draait die naar het raam achter hem. ‘Kijk, hier staan mijn New Yorker-agenda’s vanaf 1970 tot 2020. Soms denk ik bij mezelf: misschien word ik 84, of 85 of misschien wel 86, dat zou helemaal belachelijk zijn. Dan kijk ik hoeveel ruimte ik nog voor agenda’s heb hier bij het raam en bepaal zo mijn levensprognose. Vervolgens telt hij hardop terwijl hij de beschikbare ruimte nogmaals inschat: ‘2021, 2022, 2023, 2024, 2025, 2026, 2027. Inderdaad, als ik me hieraan houd, word ik 86.’
De interviews met Kees van Kooten rond zijn tachtigste verjaardag vinden plaats via Zoom. Dat mag en kan de pret niet drukken. Als hij in beeld verschijnt, roept hij vrolijk in de camera: ‘Dit is toch ook prachtig. Net echt.’ Het was zijn specialist die hem op het hart drukte geen fysieke interviews meer te geven. ‘Hij zei: ‘U bent nu tachtig, hebt vijf bypasses en ook nog een beperkt gezichtsvermogen. Doe het niet.’ Daar houd ik me aan. Ik ontvang trouwens al anderhalf jaar niemand aan huis.’ Nieuwe foto’s maken van Van Kooten zit er dus ook niet in, maar dat heeft ook een andere reden. ‘Die hele fotografie in kranten is op hol geslagen. Niemand poseert meer normaal.’ En nu we toch bezig zijn: op tv hoeft hij ook niet meer.
De verwarring is nog nooit zo groot geweest
Over corona praat hij eigenlijk niet graag. ‘Je wordt er hartstikke moe van. De verwarring is nog nooit zo groot geweest. Ik wil Max Verstappen hierbij graag alsnog feliciteren met zijn overwinning, maar ik heb op die tribunes in Zandvoort geen mondkapje gezien. Ondertussen mogen de festivals niet en kan mijn zoon Kasper zijn nieuwe show niet opvoeren. Het is één grote chaos en alles wat je zegt, draagt bij aan die chaos.’
Nee, dan liever de aanleiding van dit gesprek, het feit dat hij vorige maand tachtig jaar is geworden. Niet te geloven, vindt hij zelf. Van Kooten is nu bijvoorbeeld al elf jaar ouder dan zijn vader ooit geworden is. ‘Je schaamt je eigenlijk een beetje. Je denkt dat je geen recht hebt op alle jaren die jij al hebt geleefd na de overlijdensdatum van je ouders. Mijn vader had het verdiend minstens net zo lang te leven als ik. Er is altijd een gevoel van oneerlijkheid, maar daar moet je dan maar blij mee zijn. Je moet het beste maken van het voorschot dat je hebt gekregen.’
Ter gelegenheid van dit kroonjaar stelde Van Kooten de bundel De tachtigjarige vrede samen met een keuze uit de 27 boeken die uitkwamen bij de Bezige Bij. (Van Kooten publiceerde ook bij uitgeverij de Harmonie, maar dat materiaal ontbreekt in deze door hem zelf samengestelde bloemlezing.)
- Waar heeft u op gelet bij de selectie van de verhalen?
KEES VAN KOOTEN «Ik wilde het zo breed mogelijk maken. Wat verdriet erin, wat vreugde, een beetje satire. Ook heb ik bij elk verhaal gekeken of het typerend was voor de tijd. Veel ‘treitertrends’, waar ik in 1964 mee begon, waren dat. Daarbij kan je als lezer met een glimlach terugdenken: ‘Jeetje, werd er toen zo nog op een onderwerp als homo’s gereageerd?’ Het moest dus een zekere actualiteit hebben.
»Verder heb ik mijn verhalen nog eens heel streng gelezen op het punt van waarheidsgetrouwheid. Ik heb de neiging om soms een leugentje om bestwil te schrijven, omdat dit een alinea leuker maakt of een verhaal komisch doet eindigen. Gaandeweg dacht ik bij het samenstellen van de bundel: ik moet de lezer in vertrouwen nemen. Als iets niet klopt of ik mij sympathieker heb voorgedaan dan ik was, dan zet ik een asterisk in de tekst en verklaar mij onderaan de pagina nader.»
- Toch heeft het iets vreemds, dat herschrijven. Een schilder zal een door hem vervaardigd werk zelden nog eens dunnetjes over doen.
VAN KOOTEN «Misschien wel als het een portretschilder is die iemand op tachtigjarige leeftijd opnieuw moet schilderen op verzoek van de geportretteerde. Een schilder maakt toch soms ook verschillende versies van een doek? Misschien is het dan geen kwestie van verbeteren, maar hetzelfde schilderen bij ander licht en vanuit een andere hoek. Ik heb mijzelf bij het herschrijven trouwens eerder minder sympathiek dan sympathieker gemaakt.»
- De Kees van Kooten die nu in de verhalen naar voren komt, staat dichter bij de werkelijkheid dan toen het verhaal geschreven werd?
VAN KOOTEN «Het is allemaal wat directer en eerlijker. Minder koket. Ik heb een neiging tot koketterie en alles wat naar mijn gevoel daarnaar zweemde, heb ik eruit gehaald of verbeterd. Met uitleg dus, want de klant moet wel weten dat het om hetzelfde product gaat en wat eraan veranderd is.»
- We leven in een tijd waarin niet alles wat vroeger geschreven werd nog kan in de ogen van sommigen. Heeft u daar nog rekening mee gehouden?
VAN KOOTEN «De allereerste treitertrend die ik in 1964 schreef, heette Homo, die ging over een man die vertelt dat hij een heel goede huisvriend heeft die homo is. Bert heet hij. En hij vindt dat dit moet kunnen. Om inzicht te krijgen in de ‘homofiel’ vraagt hij Bert met wie hij het liefste naar bed zou willen, met ene Peter of met hem. ‘Je kent Peter, weke ogen, brilletje’, zegt hij dan. Uiteindelijk antwoordt Bert: met Peter. De verteller is beledigd.
»Zo’n verhaal kan nu prima, maar was toen gewaagd. Die afgewezen man werd eenduidig geïnterpreteerd als: wat een lul. Ik ben nog steeds erg tevreden met het verhaal en heb het zo laten staan.
»Verder hebben we in de bundel bij elk verhaal een jaartal gezet. Het jaar waarin het verhaal speelde of waarin het werd geschreven.»
- John Cleese kwam een tijd geleden onder vuur te liggen, omdat in een aflevering van het door hem in de jaren zeventig geschreven Fawlty Towers een personage allerlei racistische taal uitslaat. Die episode wordt nu voorafgegaan door een disclaimer. Wat vindt u daarvan?
VAN KOOTEN «We zijn een beetje doorgeschoten in die keurigheid. Alsof iemand ooit op het idee zou komen dat Cleese dat allemaal echt gemeend heeft. Het is raar allemaal.»
- U maakt nog elk jaar compilaties uit de tv-programma’s die u met Wim de Bie heeft gemaakt aansluitend bij het thema van de Boekenweek. Komen daar nu ook disclaimers bij te staan? Jacobse en Van Es zeggen dingen die volgens aanhangers van de woke-beweging ook niet meer door de beugel kunnen.
VAN KOOTEN «Die compilatie zou wemelen van de disclaimers. Dan zou ik dat in het licht van satire het liefst ongelooflijk gaan overdrijven. Bij elke scène zeggen: Beste mensen, sorry! Echt heel erg sorry!»
- Is dit nog een leuke tijd om satire te bedrijven?
VAN KOOTEN «Dat is het altijd.»
- Spreekt u Wim de Bie nog vaak?
VAN KOOTEN «We bellen veel en schieten dan vaak hartelijk in de lach. En dan zeggen we: ‘Wat zouden moeder en zoon Van Putten hierover gezegd hebben?’ We vullen dat gat in onze appreciatie graag in. Maar het is goed zo. We zijn op het juiste moment gestopt.»
- Abba is ook weer bij elkaar.
VAN KOOTEN «En de Rolling Stones gaan gewoon door met een andere drummer. Wim en ik voelen geen aandrang. We willen alleen onszelf nog amuseren.»
- Er staan twee verhalen in de bundel waar het jaartal 2021 bij staat. Nu las ik een tijdje geleden een interview met u waarin u zei dat u met schrijverspensioen was.
VAN KOOTEN «Dat zeg ik wel vaker. Een beetje Tom Dumoulin-achtig. Hardop zeggen dat je ermee uitscheidt. Dat is natuurlijk onzekerheid. Je hoopt dat vanuit een aantal kanten en zeker vanuit de uitgeverij, wordt gezegd: ‘Doe dat nou niet’. Maar ik heb wel het gevoel dat ik min of meer met pensioen ben.»
- Is het schrijven lastiger geworden naarmate u ouder werd?
VAN KOOTEN «Ik moet weleens denken aan Sjaak Swart, een voetballer van lang geleden, die er nog altijd is. Die mag graag vertellen dat hij elke ochtend wanneer hij opstaat nog iets heeft van: kom maar op met die dag. Die strijdlust raak je als schrijver op een gegeven moment kwijt. Je hebt al je schijnbewegingen wel gemaakt en je weet dat er geen nieuwe meer bij komen. Je hebt jezelf ‘vastgeschilderd’ in een hoek van je schrijfkamer. Maar dan lees of herlees ik wat, in The New Yorker bijvoorbeeld. De Amerikaanse schrijvers die daarin schrijven en geschreven hebben, heb ik altijd gelezen en ook veel vertaald. Ik kan me voorstellen dat ik daar nog eens mee doorga, met dat vertalen en het zoeken naar nieuwe, komische schrijvers. Wat betreft mijzelf zou ik niet meer weten wat ik nog moet toevoegen, ik heb alles wel verteld.
»Wat ik nog wel doe om mijn woede kwijt te kunnen, is het maken van anagrammen. Het is zo’n genoegdoening als je van een naam door letteromzetting een nieuwe naam kunt maken die precies beschrijft wat er met die persoon aan de hand is. Dan heb je zo’n lekker opgelucht gevoel. Zo van: het zat er altijd al in, zie je wel! Ik ga je er een geven, een primeur. Ja? Het anagram van Mark Rutte is ... kamertrut!
»Heerlijk toch? Als ik er eenmaal een bedacht heb, ga ik ’m checken. Dan is het geluk volkomen en het gelijk volmaakt. Dus lees ik in Van Dale: ‘een trut is een huisvrouw’. En dat is Rutte ook zo langzamerhand. Dat wijverige lachen. Dat wijzen in de menigte, alsof ‘Ha, ha, daar staat een bekende’. Het is allemaal even erg. Een trut is dus een huisvrouw, ‘die het onderhoud van haar kamer vergeet’, aldus wederom Van Dale. Een slordige huisvrouw dus. Mark Rutte, kamertrut.»
- Een aantal jaren geleden kreeg u een hartinfarct en die vijf bypasses. Dat leidde tot het uiterst vrolijke en vitale boek Leve het welwezen. Is schrijven toch niet een fijne manier om het lichamelijke verval en het voortschrijden der tijd te maskeren? En iets om tot aan de laatste snik mee door te gaan?
VAN KOOTEN «Ik hoef niet zozeer mijn vitaliteit te bewijzen. Die pretentie heb ik ook helemaal niet. Als mensen met deze bloemlezing een paar gezellige uren hebben, dan is dat prima.»
- De titel van de bundel, De tachtigjarige vrede, is dat nu een samenvatting van uw leven tot nu toe of gewoon een woordspeling op de Tachtigjarige Oorlog?
VAN KOOTEN «Nee, het is geen woordspeling. Ik heb vrede met het tachtig jaar oud zijn. Ik ben daar ontspannen in en dankbaar. En dan ben ik ondanks alles ook nog redelijk gezond. Dat is het, meer niet.»
Kees van Kooten
De tachtigjarige vrede
De Bezige Bij;
304 blz. € 22,99