Keith Richards: Under the Influence
Nu vrijdag, op de dag waarop zijn derde soloplaat ‘Crosseyed Heart’ verschijnt, zet Netflix een nagelnieuwe documentaire online over Keith Richards, ‘Under the Influence’.
De titel slaat volgens regisseur Morgan Neville (‘20 Feet from Stardom’) niet op Keefs decennialange ge-/misbruik van allerhande farmaceutica maar wel op ’s mans muzikale invloeden: Southern soul, country, elektrisch versterkte blues, flamenco, jazz en reggae. ‘Under the Influence’ is dan ook een muzikale roadmovie, eerder dan een biografie: we zien de nu 71-jarige krijger op bezoek in Nashville (de hoofdstad van de country & western) en in Chicago (‘Home of the Blues’) en volgen ’m tijdens de opnames in New York van ‘Crosseyed Heart’.
Keith Richards «Ik heb eigenlijk nooit echt de bedoeling gehad om soloplaten te maken – ik dacht altijd: ‘Ik ben een Rolling Stone, en dat volstaat.’ Maar in 1987 lasten de Stones een lange pauze in en had ik een tijdlang niks omhanden. Uit verveling ben ik dus maar wat mensen rond me beginnen te verzamelen en eigen songs beginnen te spelen: zo heb ik mijn eerste soloplaat opgenomen. Dat kunstje heb ik vier jaar later om dezelfde reden nog eens herhaald – ik heb niks met lange pauzes – en nu heb ik het dus opnieuw gedaan. Afijn, eigenlijk ben ik er een paar jaar geleden al aan begonnen, toen we met de Stones nog maar eens een lange pauze hadden ingelast na de Bigger Bang-tournee. Ik heb toen een aantal studioweken ingeboekt met drummer Steve Jordan van The X-Pensive Winos, de groep met wie ik mijn eerste twee soloplaten heb ingeblikt. Steve en ik hebben daar de basis gelegd van alle nummers op ‘Crosseyed Heart’.»
- Waarna u de overige X-Pensive Winos hebt opgetrommeld om de klus af te werken.
Richards «Dat heeft nooit ter discussie gestaan: The X-Pensive Winos zijn wat mij betreft de beste rock-’n-rollband ter wereld, samen met die ándere beste rock-’n-rollband ter wereld. Die gasten weten tenminste wat groove is, en groove hoor ik de laatste tijd veel te weinig.»
- Vertel?
Richards «Het is een cliché, maar het belangrijkste in rock-’n-roll zijn de noten die je níét speelt. Dat is het probleem met de meeste gitaristen van vandaag: ze willen per se alles volplamuren, omdat ze bang zijn om ook maar een halve tel stil te zijn. Geen goed idee: als je nooit eens een spatie durft te laten vallen, dan zal je muziek nooit groove hebben. En groove is waar het allemaal om zou moeten draaien. Luister naar opa Keith (lacht).»
- Meneer Richards, hoe bevalt het u eigenlijk om een rocker op leeftijd te zijn?
Richards «Uitstekend, dank je wel. Weet je, ’t is allemaal een kwestie van perspectief; van langs welke kant van de telescoop je aan het kijken bent. Toen we met de Stones begonnen, waren we 18 of 19 en was de gedachte dat we ooit 30 zouden zijn, onverdraaglijk. Geen denken aan! Maar voor je ’t weet, ben je 40 en krijg je kinderen en daarna kleinkinderen, en alles lijkt als vanzelf te gebeuren.
»Nee, ik voel me oké. Het gaat op mijn leeftijd ook al lang niet meer over alle randverschijnselen van de rock-’n-roll; het gaat over de rock-’n-roll zelf. Weet je, ik heb een zodanig warme relatie met mijn gitaar dat ik er vaak mee ga slapen. Niet iedere nacht, hè – dat zou mijn vrouw niet leuk vinden.»
- Wat bedoelt u met de randverschijnselen van de rock-’n-roll? Seks en drugs?
Richards «Bijvoorbeeld, ja.»
- Maar u bent toch de vleesgeworden decadentie?
Richards «Ach, in zekere zin is dat niet meer dan een imago dat ik met me meezeul, als een stalen bal aan een ketting. De Keith met een fles bourbon in de ene hand en een joint in de andere (grijnst). Niet dat je mij zult horen klagen, hoor: ik beschouw het als een voorrecht dat het juist die Keith is die de mensen altijd graag hebben willen zien; dat ze me al die jaren een vrijgeleide hebben gegeven om te doen wat zij in hun 9 to 5-job níét kunnen doen. Van die vrijgeleide heb ik in mijn leven vaak en met veel plezier gebruik gemaakt, maar ondertussen ben ik er echt te oud voor geworden.»
- Gebruikt u nog drugs?
Richards «Nee. Ja, ik rook nog altijd weed, want dat ontspant me. Maar sterker spul gebruik ik echt niet meer. En ik blijf al héél zeker met mijn poten van dat verdovingsmiddel voor olifanten af dat ik ooit heb gebruikt, de naam ontsnapt me even (lacht). Ik heb het één keer geprobeerd, en ik kon alleen maar denken: God help the elephants.»
Bekijk de trailer:
undefined