Eerste hulp bij zinloos geweld
‘Knuffel en aai heethoofden’
Het is zomer en naarmate de temperatuur stijgt, raken ook de gemoederen sneller verhit, al dan niet geholpen door alcohol. Wat als u getuige bent van een knokpartij op het strand of het recreatiedomein? Zet u het op een lopen, of duikt u, borst vooruit en parasol in de aanslag, het strijdgewoel in? Volgens socioloog Peter Ejbye-Ernst kan ingrijpen helpen, mits u enige voorzichtigheid aan de dag legt. De Deen promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam en het Nederlands Studiecentrum voor Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) op onderzoek naar de rol van omstanders bij zinloos geweld.
PETER EJBYE-ERNST «De algemene teneur is: omstanders doen niks als ze iets zien gebeuren. Maar wat ik zag, toen ik de videobeelden van 170 conflictsituaties op straat in Amsterdam bestudeerde, is dat omstanders in driekwart van de gevallen wél ingrijpen. Op de videobeelden zag ik ze soms van hun fiets springen om aan de overkant van de straat een ruzie te stoppen.»
HUMO Reageren is niet zonder risico. Hoe groot is de kans dat je met een gebroken kaak in het ziekenhuis belandt?
EJBYE-ERNST «Het gebeurt, dat ga ik niet ontkennen, maar we overschatten het risico. In geen enkele conflictsituatie die ik heb onderzocht, liep een omstander verwondingen op door tussenbeide te komen. Slechts in 5 procent keert de agressor zich tegen de helper, en meestal gaat het dan om mild geweld, zoals een duw.»
HUMO Helpt het om alleen verbaal tussen te komen?
EJBYE-ERNST «Door alleen te roepen zul je de ruzie niet altijd kunnen bedaren. Je alarmeert er wél andere passanten mee.»
HUMO Vreemd: eerder onderzoek toonde aan dat hoe meer getuigen er zijn, hoe minder snel mensen geneigd zijn in te grijpen.
EJBYE-ERNST «Klopt. Mensen weten niet hoe ze een conflict moeten inschatten. Vraag je ze wat ze zouden doen als ze een man een vrouw zien aanvallen op straat, dan zeggen ze: ‘Dat is verachtelijk, ik zou reageren.’ Maar uit onderzoek blijkt dat ze net langer wachten om te reageren als het conflict zich tussen een man en een vrouw afspeelt. Ze zien het als een relationele ruzie en willen zich er niet mee moeien. Door verbaal je afkeuring te laten blijken doorbreek je dat.
»Als je de zaak echt wilt de-escaleren, kan het nodig zijn om fysiek tussenbeide te komen. Je kunt de kemphanen van elkaar scheiden door tussen hen in te gaan staan en je hand op te steken, dat is soms al voldoende. We moeten afstappen van het ‘alles of niets’-idee – ofwel ben je bereid je leven te riskeren, ofwel doe je niks. Een klein gebaar kan genoeg zijn. Eerst gebruik je je stem, dan je lichaam, en als dat niet helpt, gebruik je emoties.
»Een gevecht is niet alleen fysiek, het zijn vooral emoties die hoog oplaaien. Als omstander kun je proberen de heethoofden te kalmeren. Daar zag ik spectaculaire voorbeelden van op video: mensen gaan een volslagen vreemde knuffelen of zijn gezicht aaien. Best indrukwekkend om te zien hoe empathisch we reageren in situaties die gewelddadig en stresserend zijn. In de sociologie hoor je veel verhalen over hoe mensen in grote steden van elkaar vervreemden en niet meer om elkaar geven. Dat zag ik niet in mijn studie. People do care, zelfs al denken we van niet. En als ze bereid zijn te helpen, dan slagen ze er in zes op de tien gevallen in het conflict te stoppen.»