Koppensneller Herman Brusselmans: '1 op 2 zit elke dag uur op Facebook'
Dankzij Twitter heb ik me kunnen profileren als de man die ik werkelijk ben
undefined
‘En op Instagram zit één op de twee zelfs nog langer dan een uur per dag. Ik ken zelfs mensen die langer dan een uur per dag bezig zijn met Snapchat, en dan nog minstens een uur met Twitter. Ik ben zelf ook dol op sociale media. Met name op Facebook verblijf ik ongeveer drie uur per etmaal. Wat ik niet allemaal de virtuele wereld instuur, je zou er een boek over kunnen schrijven. Dat begint meestal al goed met een foto van m’n ontbijt.
Vanochtend bestond dat uit gekoelde zemelen, een gebakken eksterei, twee boterhammen met vantussen, een glas sap van de tortelliniboom, en een in het kutvocht van m’n vriendin gedoopte vegetarische gehaktbal. Wat een prachtige foto leverde dat op: de kleuren waren schitterend, de compositie een klein wonder, en met name het kutvocht van m’n vriendin gaf aan de afbeelding een bepaalde glans die je eigenlijk alleen maar tegenkomt als je het schijnsel van de ondergaande zon weerspiegeld ziet op het woestijnoppervlak in Zuid-Tasmanië.
Vervolgens post ik ook allerlei berichten over m’n aan de gang zijnde bestaan, bijvoorbeeld de aankondiging van m’n nieuwe roman ‘Guggenheimer koopt een neger’, de data van m’n Saint Amour-toernee door Vlaanderen en Nederland, het verslag van het bezoek aan de uroloog nadat m’n lul tussen de schuifdeuren van café De Flos in Waarschoot was klemgeraakt, en een lyrische beschrijving van de acteerprestatie van Jan Decleir in z’n nieuwe film ‘Dode hoek’, met daarbij een kiekje uit de oude doos: Jan Decleir die in 1972 met z’n lul klem kwam te zitten tussen de schuifdeuren van café De Muze in Antwerpen.
Ik heb enorm veel vrienden op Facebook, en daar zitten een hoop onbekenden tussen, maar ook wel mensen die ik goed ken, hoor, en ik noem slechts zulke factotums als Brigitta Callens, Nathalie Meskens, minister Muyters, de gebroeders Borlée, sommige leden van het meisjeskoor Scala, de bassist van dEUS, Olivier Deschacht, die dikke uit ‘Thuis’ met die enorme pukkel op haar kanis, Danira Boukhriss Terkessidis, Maurice Pauwels, Vanessa Wally, Jeroom Snelders en Filip Dewinter. Die laatste plaatste vanochtend ook een foto van z’n ontbijt: vier Turkse varkensworsten, een teljoor Marokkaanse smoelpap, een Tunesische rat aan ’t spit met groene arduinsaus, en een Afghaanse boule de Berlin.
En dan zou men die gozer er nog van verdenken dat hij iets heeft tegen andere culturen, en derhalve een rechtse zak kan worden genoemd! Welnu, ik zeg jullie: bekijk de Facebookpagina van Filip Dewinter en je zult merken dat hij een verdraagzame, multiculturele, linksdenkende gozer is met veel sympathie voor alles wat totaal niet Vlaams is. En zo zie je maar dat sociale media vaak een heel ander licht op de zaak werpen. Dankzij Twitter heb ik me kunnen profileren als de man die ik werkelijk ben, en heb ik aldus het beeld kunnen bijstellen dat de meerderheid in ons land van mij heeft: een vloekende, rochelende, om zich heen slaande kettingroker, die de wijven niet met rust kan laten, geregeld in het Sluizekenpark achter een struik zit te schijten, Dimitri Verhulst en Lize Spit niet kan uitstaan, en vorige week nog gevraagd heeft aan Griet Op de Beeck of hij plitse pletse mag doen met haar gigantische tieters.
Dit is uiteraard een totaal verkeerd beeld, ofschoon ik inderdaad wel iets aan Griet Op de Beeck gevraagd heb, en zij antwoordde: ‘Ja, als ik mijn soutien mag aanhouden.’ Hoe dan ook, dankzij m’n Twitterberichten blijf ik geheel mezelf, en daarstraks tweette ik nog: ‘Lize Spit is de beste auteur van ons land, en als de mensen ermee lachen dat ze maar 1,32 meter hoog is, dan is dat laag.’ Twee minuten later tweette ik: ‘Alle vrouwen zijn onderhevig aan m’n feministische neiging om hen te overschatten.’ En straks ga ik dit tweeten: ‘Ik schijt alleen achter een struik in het Sluizekenpark als er voorheen niemand anders heeft gescheten, dus doe ik het hoogstzelden.’ En op Instagram heb ik een foto gepost van m’n vriendin en ik die een lammetje aaien en op de koop toe aai ik de flamoes van m’n vriendin. De sociale media zijn een zegen.’