Koppensneller Herman Brusselmans: 'Flamboyante travestieten'
Ik kocht hem een poster van Niels Destadsbader, opdat hij een visueel element zou hebben bij het masturberen
undefined
Mijn nonkel Miel, die 87 is, kwam toen alle heisa rond gender begon, zo’n jaar of vier geleden, uit de kast als travestiet. Zeer tot zijn blijdschap en die van lingeriewinkels in de omgeving van z’n boerderijtje in Hamme.
Nonkel Miel heeft z’n hele leven een normale man geleken, die op z’n 19de getrouwd is, met z’n nicht, tante Angèle, met haar zeven kinderen had, van wie twee met een hazenlip, eentje met een open rug, drie met het IQ van een kokosnoot, en één, neef Jean, aan wie niks leek te mankeren, tot hij op z’n 26ste een non anaal heeft verkracht met een staafmixer. Die staafmixer werd door de politie in beslag genomen, maar we kregen hem later terug, en nu heb ik ’m in mijn bezit: hij hangt aan een touwtje in m’n hobbykamer.
Maar goed, nonkel Miel was een stoere landbouwer, die met één hand een kalf van de grond kon tillen, terwijl hij met de andere hand twéé kalveren van de grond tilde. Een waarlijk stoere manspersoon, van wie je nooit zou hebben gedacht dat hij iets vrouwelijks in z’n genen had. Al zei tante Angèle op een keer tegen mij: ‘Je nonkel Miel kan moeilijk een erectie krijgen, en als hij er al één krijgt, zegt hij tegen mij: ‘Zullen we wisselen? Jij krijgt m’n stijve lul en ik krijg je droge kut.’’ Nou ja, dat soort uitspraken werd niet serieus genomen en afgedaan als een grapje, want m’n nonkel Miel was een geinponem, die van z’n eerste practical joke niet was gebarsten. Een koeienvla in het gezicht van tante Angèle openwrijven bijvoorbeeld, of z’n kinderen wijsmaken dat ze ’s nachts op het dak moesten gaan zitten wachten op Sinterklaas, en dat op 24 mei, 16 augustus, of ergens in het begin van februari. Op een keer is één van de kinderen, nicht Simone, van het dak gedonderd, en toen had ze naast een open rug ook een open schedel.
De jaren gingen voorbij. Tante Angèle overleed aan alvleesklierkanker, en haar laatste woorden waren: ‘Totte mij, totte mij, totte mij heel de nacht.’ Op de begrafenis viel mij op dat nonkel Miel de handtas van tante Angèle bij zich droeg, alsmede dat hij wat lippenstift had aangebracht, maar ik dacht: een mens doet rare dingen in z’n verdriet. Daarna waren er echter nog meer vreemde tekenen: nonkel Miel ruilde z’n herenfiets in voor een damesfiets, begon z’n rug te waxen, en kocht boeken van Kristien Hemmerechts. Hierover zei hij: ‘Kristien weet zo goed het binnenste van de vrouw te beschrijven, dat ik zin zou krijgen om met haar het feminisme te bespreken.’ Hij schreef zelfs een brief naar Kristien, maar die heeft ze nooit beantwoord, wat me enorm van haar tegenvalt. Want als een oude boer die duidelijk op de rand staat van de transitie je een brief schrijft, dan moet je, als boegbeeld van de verwijving in Vlaanderen, toch de guts hebben om al was het maar een klein kattebelletje terug te sturen?
Ondertussen vereenzaamde m’n nonkel Miel in z’n boerderijtje. Van z’n kinderen kreeg hij geen bezoek, omdat zes van hen inmiddels in een instelling zaten en neef Jean nog steeds in de gevangenis. Alleen ik ging weleens langs bij hem, en dan zat hij te breien, te naaien, of keramieken postuurtjes te maken. Hij werd 80, en nog ouder ook. Zo rond z’n 84ste brak de #MeToo-beweging uit en in het kielzog daarvan werd er veel gepalaverd over gendergelijkheid, transseksualiteit en pan-erotisme. Eindelijk had nonkel Miel een stimulans gevonden om z’n ware ik te onthullen, en op een dag zei hij tegen mij, zonder verder veel uitleg: ‘Neef Herman, wil jij niet naar lingeriewinkel Het Vijgenblad rijden, en daar voor mij een beha en een slipje kopen?’ Omdat ik al jaren- en jarenlang van waarlijk níks meer opkijk, voldeed ik aan z’n wens, en tevens kocht ik voor hem mascara, andere schmink, een paar oogpotloden, een Bo Van Spilbeeck-pruik, schoenen met hoge hakken, een abonnement op Libelle, een aantal tubes Veet, en een poster van Niels Destadsbader, opdat hij een visueel element zou hebben bij het masturberen. M’n nonkel Miel was ongelooflijk blij, en twee uur later ondernam ik met hem in travestie de eerste wandeling door Hamme, waarbij hij parmantig naast mij trippelde, en bij het wankelen op z’n hoge hakken slechts één enkel brak. Wat een kerel!