Laatste loodjes: 'De engel Mikhail'
Mijn markante maar daarom niet minder eigenaardige vriend H. Wuipel, die bij nacht en ontij weleens een opzetje voor een roman maakt, wilde mij bij hem thuis zijn jongste openingszin voorlezen, maar een doorwaaide Rus in het zevenuurjournaal leidde hem ineens van dat voornemen af.
De violist Mikhail Bezverkhny, in 1976 laureaat van de Koningin Elisabethwedstrijd, nam het niet dat de in onbruik geraakte Sint-Annakerk in Gent eerlang een markthal van de grootgrutter Delhaize zou zijn. Dat vond hij achtereenvolgens schandalig, onmogelijk, immoreel, antireligieus, antihistorisch, anticultureel en dom. Om beschaafd lucht te geven aan zijn verontwaardiging, ging hij elke dag op hoog niveau vioolspelen voor de gesloten kerkpoort. Hij had er veel voor over om van de imposante Sint-Annakerk een kunst- en cultuurtempel te maken.
Hoewel zowel H. Wuipel als ik onze jeugdherinnering God gaarne buiten beschouwing laten in het intermenselijke verkeer, waren we het roerend eens met Mikhail Bezverkhny. Dat er in de statige Sint-Annakerk, door middel van een omroepinstallatie, weldra tijdingen over de kiloknaller van de dag zouden weergalmen, vonden wij volkomen smakeloos. Vast een ideetje, een brainwave, van managerstuig – de systematische overwaardering van zulke luitjes is in onze ogen het zoveelste treurige tijdverschijnsel. ‘Stel,’ zei H. Wuipel, ‘dat de caissières zich als misdienette zouden verkleden.’ Hij vroeg zich in een lichtjes andere toonaard ook af of Mikhail Bezverkhny er genoegen mee zou nemen mocht de Sint-Annakerk voortaan als moskee dienstdoen. Waarna hij mij zijn openingszin niet langer onthield: ‘Het rook er heerlijk naar intiemspray.’ ‘Gaat er een wereld voor je open?’ wilde hij nog weten. Rudy Vandendaele