Laatste loodjes: 'De gemiddelde lichaamslengte van de volwassen Nederlandse man is 1 meter 82,5. Dat haal ik als volgroeide Belg niet meer'
Ik wilde het deze week ter lering en vermaak over voorlopige twaalfden hebben, in sonnetvorm, maar in gedachten hoorde ik een gemengd koor van eeuwige rotjochies – mijn vermeende lezersschare – al ‘boeie’ zoemen.
Smachtend naar een nieuw onderwerpje schoot mij net op tijd te binnen dat ik me eerder deze maand in Wenen bevond. Even mijn vliegschaamte afgelegd, niet eens Nic Balthazars toestemming gevraagd, en húp, voor een schappelijke prijs het luchtruim in naar Wien, een stad die een beschaafdere indruk op me maakte dan ik van eigentijdse steden verwacht. Dat zei ik aldaar in een fraai vormgegeven hipsterrestaurant tegen een dito dienster, die zich kapot beweerde te vervelen in de keizerstad. ‘Woonde ik maar zoals u in Amsterdam,’ verzuchtte ze. U: ik hoorde het goed. Een beleefdheidsvorm op z’n tijd kan ik wel waarderen, zodat ik haar aangaande mijn ingezetenschap van Amsterdam gaarne in de waan liet.
A propos: de gemiddelde lichaamslengte van de volwassen Nederlandse man is 1 meter 82,5. Dat haal ik als volgroeide Belg niet meer – laat ik zeggen dat ik, hoewel ik ze minacht, geen last heb van verlaagde plafonds. Op de drukbezochte overzichtstentoonstelling van Pieter Bruegel de Oude in het Kunsthistorisches Museum, de reden van mijn verblijf in Wenen, leek het overgrote deel van de bezoekers volgens de norm van de NBA geselecteerd: de gemiddelde lengte bedroeg tussen 1 meter 98 en 2 meter 3, hun gezamenlijke breedte was navenant. Ze rezen tussen mij en Bruegel in drom op als een muur en ik hoopte zoals gebruikelijk op een verlate groeispurt. Vele schilderijen van Bruegel zijn Wimmelbildern, zoals Chantal Pattyn ze zou noemen als je er haar op weg naar de kassa van de Aldi over aanspreekt: ze wemelen van personages en scènetjes, en om daar het fijne van te zien kun je ze thuis, in mijn geval op zo’n 899 kilometer van Wenen, maar beter langdurig in een kunstboek onder de loep nemen. Een thuisblijver heeft al eens gelijk, al kan hij daar maar beter niet mee uitpakken.