Laatste loodjes: 'In handen van fijnproevers'
In ‘De wereld draait door’, de etalage van al wat succes heeft onder de zeespiegel, meldde de Vlaamse marketeer Peter Vandermeersch, tevens aftredend hoofdredacteur van de NRC, dat hij Nederlander was geworden: ’t is wel geen geslachtsverandering, maar toch.
Laat ik het, god nog aan toe, zonder dralen over André van Duin hebben, die in weer een andere aflevering van ‘DWDD’ een lans brak voor de schrijver S. Carmiggelt (1913-1987). Van Duin betreurde het dat de boekhandel die hij frequenteert maar één titel in één exemplaar van S. Carmiggelt in voorraad had. Enige klimaatspijbelaars, die ook aan de gesprekstafel van ‘DWDD’ waren genodigd, konden S. Carmiggelt niet plaatsen – die bezielde jongelui hadden, alle literatuuronderwijs ten spijt, zelfs nog nooit van hem gehoord. Laat ik voor de aardigheid aannemen dat ze wel wat anders aan hun hoofd hadden.
Ik was van jongs af erg ontvankelijk voor het oeuvre van S. Carmiggelt: ook toen ik nog niet kon uitleggen waarom, was het me al duidelijk dat hij buitengewoon goed schreef. Ik vind nog steeds dat deze geestige en nauwlettende verslaggever van de comédie humaine en scherpe waarnemer van zijn eigen melancholische rol daarin, meer uit het Nederlands haalde dan de gemiddelde winnaar van een Ultra voor de Letteren er ooit uit zal halen. S. Carmiggelt werd in 1974 dan ook volkomen terecht met de P.C. Hooftprijs bekroond.
‘Ik lag nog in bed te overwegen in welke mate ik al wakker was’: als ik zo’n zin lees, ben ik eventjes blij.
Voorts kan het me niet schelen dat klimaatspijbelaars niet weten wie S. Carmiggelt was. Zijn mate van eeuwigheid is in handen van fijnproevers, en daar is ze, in weerwil van de klimaatverandering, voorlopig veilig. Rudy Vandendaele