interviewLale Gül
Lale Gül (23) keerde de islam de rug toe: ‘Mensen willen mij wurgen, mijn moeder snapt dat’
In haar zeer humoristische, maar ook meedogenloze autobiografische roman ‘Ik ga leven’ beschrijft Lale Gül (23) hoe ze opgroeide in een streng islamitisch gezin. Het kwam haar duur te staan. ‘In principe heb ik geen familie meer.’
Haar debuutroman ‘Ik ga leven drong’ afgelopen week de top 10 van de Nederlandse bestsellerslijst binnen. Daarvan genieten kan Lale Gül niet echt. Ze is inmiddels een schande voor haar familie en de buurt. Na alle beledigingen en ook bedreigingen kan Gül, die nog bij haar ouders woont, de straat niet meer op.
GÜL «Ik overleef het allemaal wel, zolang niemand fysiek wordt, zeg maar. Het verbale geweld had ik ingecalculeerd. Het heeft wel mentaal zijn tol geëist, ik heb ook aangifte van bedreigingen moeten doen, helaas. Maar de politie kan ook niets doen; het zijn anonieme accounts. Ze adviseren me wel een tijdje niet alleen uit huis te gaan en goed op te letten, maar dat wist ik natuurlijk zelf ook wel.
»Eén keer begon een Marokkaanse jongen me op straat echt te intimideren en toen werd ik bang. Dus ik ga al dagen nergens naartoe, ook niet met mooi weer. Ik wacht echt tot de storm gaat liggen.»
Lale Gül (1997, Amsterdam) studeert Nederlands aan de VU in Nederland. Tot haar zeventiende ging ze elk weekend naar de Koranschool van Milli Görüs. In haar debuutroman beschrijft ze hoe ze zich ontworstelt aan haar streng islamitische regime. Fragment: ‘Moet ik leven als een kamerplant? Moet ik in een huwelijk treden waar alle seks uit is geramd nog voordat het begonnen is, omdat mijn verwekkers een volstrekt humorloze, bloedeloze en Koranvaste lul voor mij hebben uitgekozen? En dan veranderen in een broedkip zoals alle vrouwen om me heen? Is dat waarvoor ik leef? Is God dan blij met mijn tragedie?’
Nieuwe Ayaan Hirsi Ali
De reacties op haar boek hebben ook haar familie hard geraakt.
GÜL «Mijn moeder is er heel ziek van geworden. Zij wordt de hele tijd platgebeld, zelfs door familie uit Turkije. In principe heb ik geen familie meer, want iedereen heeft zich tegen mij gekeerd. Alleen mijn broer steunt mij. Die is het inhoudelijk ook niet met het boek eens, maar omdat iedereen tegen me is, neemt hij het voor me op. Mijn zusje moet elke dag huilen door het zien van mijn moeder. Bij de weekendschool praat ook iedereen over haar zus: dat is een geloofshater, een hoer et cetera.
»Mijn vader was eerst ook heel boos, maar nu maakt hij zich vooral zorgen om mijn veiligheid. Hij heeft geen sociale reputatie meer in de buurt. Hij kan geen buren meer groeten of het gaat erover, hij kan ook niet meer naar de moskee. Ik heb ook een beetje hun levens verpest.»
De moeder in het boek komt er niet goed vanaf, ‘de potentaat Karbonkel, die ik ook Moeder noem, de belichaming van het kwaad’. Daarover praten met haar ouders, die het boek zelf niet kunnen lezen, is niet mogelijk.
GÜL «Mijn moeder is echt alleen maar boos. Gisteren zei ze: ‘Ik snap goed dat mensen jou willen wurgen. Als jij niet mijn kind was, had ik je waarschijnlijk ook willen wurgen.’ Dat zegt ze gewoon.»
Fysieke hel
Toch heeft ze begrip voor haar moeder.
GÜL «Zij gelooft in een fysieke hel, en dat ik daarnaartoe ga en dat mijn zonden ook op haar weerslag zullen hebben als zij voor God staat, et cetera. Natuurlijk ga je dan je kind proberen daarvan te weerhouden, desnoods met dwangmiddelen. Ik snap haar, alleen, zij snapt mij niet.
»Ik word gezien als een soort nieuwe Ayaan Hirsi Ali. Dat zou ik zelf niet snel zeggen, want ik vind haar echt een held. Zij is besneden, dat is niet te vergelijken met mijn situatie. Zij is echt vogelvrij verklaard in de hele islamitische wereld. Ik hoop niet dat ik dat over mezelf afroep. Ik krijg heel bezorgde mails van mensen die zeggen: je moet Femke Halsema erover inlichten of Mai Spijkers, mijn uitgever, om een beveiliger vragen. Maar wat moet een beveiliger? Moet die voor de portiek hier wachten, of zo?»
Er is nu sprake van een verfilming.
GÜL «Dan wordt het nog heftiger, dan is het op beeld. Als het al zover komt, want de filmproducent vindt het ook heel moeilijk om acteurs te vinden die hieraan willen meewerken. Maar stel dat die film er komt, dan krijg ik weer zo’n shitload over me heen en gaat iedereen me uitkotsen.
»Maar het is het wel waard, hoor. Ik krijg zo veel steunberichten van mensen die zeggen: ik heb precies hetzelfde meegemaakt als jij, dankjewel dat je je verhaal doet. Je bewijst hier de ex-moslims echt een dienst mee. Daar doe ik het voor.»
Wolkeriaans hoofdstuk
‘Ik ga leven’ is een bijzonder boek. Soms een lange tirade, dan weer een levendige beschrijving van scènes. Het ene moment staan er prachtige volzinnen (‘Fatsoen is voor kannibalen die satirebedrijvende mensen opeten met tafelmanieren’) en dan weer staat er ‘kut’ en ‘schijten’. Er staan gedichten in, essayistische betogen, en ook opeens een Wolkeriaans hoofdstuk waarvan zelfs Jan Wolkers rode oortjes had gekregen.
En het is vaak onweerstaanbaar grappig. Zo laat ze Allah in het boek zeggen: ‘Mijn religie is als Frankrijk, waarvan men zegt dat het zo jammer is dat er Fransen wonen.’
GÜL «Ik heb een eigen stijl en dat hoor ik ook van iedereen, van een Kees ’t Hart tot Franca Treur: dit bestond helemaal niet in de Nederlandse letteren. Het is een soort structuurloos, chaotisch relaas, met soms archaïsch taalgebruik, soms straat, soms heel plat. Ik schrijf essayistisch over het geloof en ook bijna-porno, en inderdaad met veel humor, want ik wilde niet één grote klaagzang: oh, wat ben ik zielig. Dat is gewoon niet hoe ik in het leven sta.»
Recensies zijn er tot haar verbazing nog niet verschenen.
GÜL «In het boek staan wel hete kolen, waar niet iedereen zich aan wil branden.»
Wellicht kleeft het aan haar dat ze twee jaar geleden tweets verstuurde over omvolking en het links-globalistisch gedachtegoed, te gast was bij Café Weltschmerz en een podcast van Jan Roos, en zo terechtkwam in de rechtse hoek?
GÜL «Ik was zeker een tijdje heel boos en heel rancuneus over alles wat te maken had met islam, en toen ben ik inderdaad in die theorieën gaan geloven. Maar daar ben ik wel van teruggekomen, ik ben nu juist constructief. Ik maak wel duidelijk dat massa-immigratie misschien niet zo handig is. Ik ken geen islamitisch land in de wereld waarvan ik denk: dat is fijn leven daar. Dus ik zal altijd stemmen op een immigratiekritische partij. Ik maak me zorgen over de invloed van de islam en hun demografische groei. Als mensen me daarom een neonazi vinden – be my guest.»
Missie geslaagd
De roman eindigt met: ‘Wordt (waarschijnlijk) vervolgd.’
GÜL «Ik heb al de helft van een tweede boek, een vervolg. Ik weet alleen serieus niet meer of ik dat moet doen. Aan de ene kant overleef ik dat ook wel, maar aan de andere kant moet ik hiermee al tevreden zijn. In principe ben ik geslaagd in mijn missie. Ik heb mijn verhaal geschreven, ik heb het aan de man gebracht, ik sta in de bestsellerslijst, iedereen kent het nu, dus ik kan hier ook vrede mee hebben. Alleen, Mai Spijkers zit me elke dag te porren: boek twee, beurs aanvragen, doe het nou maar. Het is een beetje een dilemma.»
Het zal de relatie met haar familie niet verbeteren.
GÜL «In principe kan ik thuis weggaan, ik ben meerderjarig, alleen, dan heb ik geen familie meer. Ik probeer, ondanks al die haat, juist te laten zien door hier te blijven: nee, ik verlaat jullie niet, want ik hou wel van jullie, en ik hoop jullie ook op een dag van mij.»
Lale Gül: ‘Ik ga leven’, Uitgeverij Prometheus, €20.
(Het Parool)