BOEK★★★★☆
Lawrence Osborne: ‘Het glazen koninkrijk’
Lawrence Osborne is, naast een veelvuldig bekroonde journalist en schrijver, een doorgewinterde globetrotter. Zijn jaren in Thailand dienden als inspiratiebron voor dit boek, waarin een goeddeels gewetenloze oplichtster in Bangkok onderduikt. Daar komt ze in een hypermodern flatgebouw terecht - het glazen koninkrijk van de titel - gevuld met locals en expats die allemaal in meer of mindere mate onbetrouwbaar blijken. Osborne is een meesterlijke prozaïst, maar beseft dat ook. Het is duidelijk dat zijn schitterende stijl de rest van het boek doet verbleken: hoe krachtig hij ook de beklemmende atmosfeer van Bangkok en van het gebouw neerzet, de personages blijven relatief vlak - de ene klootzak bedriegt de andere en andersom. Ook qua plotconstructie hoeft u geen hoogstandjes te verwachten, maar als u graag rauw talent en pure woordkunst van de pagina's ziet spatten, hoeft u niet verder te zoeken. Bovendien verdient vertaler Paul Syrier een applausje, want Osbornes soepele, rijke Engels is aartsmoeilijk te vertalen. Dit werk is een wolkenkrabber met duizend ramen, een hypnotiserende en duistere trip, badend in het vale schemerlicht en de flonkerende exotiek van Bangkok - om kort te gaan: een sfeer zo beklijvend dat u dit boek haast niet kunt neerleggen.