Le fils de l'épicier
Elke dag in je winkel op wielen van de ene zonnige negorij naar de andere bollen om de provincialen te voorzien van lait au chocolat en blikjes petits pois: er bestaan veel ergere jobs dan ambulant kruidenier in Zuid-Frankrijk, dunkt ons.
De jonge Antoine Sforza (Nicolas Cazalé) denkt daar enigszins anders over: na tien jaar in de stad keert hij met bakken tegenzin terug naar zijn geboortedorp om zijn zieke vader - de ambulante kruidenier waarvan sprake - uit de brand te helpen.
Het simpele verhaal leverde regisseur Eric Guirado een charmante film op, in de fijne traditie van 'La femme du boulanger' van Marcel Pagnol uit '38.
- Vóór 'Le fils de l'épicier' had u al verschillende documentaires over ambulante kruideniers gemaakt. Mogen we van een lichte obsessie spreken?
Eric Guirado «Dat had meer met praktische overwegingen te maken. 'Le fils de l'épicier' is, bij gebrek aan geld, een tijdlang op de plank blijven liggen. Omdat ik plots zonder job zat, ben ik dan maar rondrijdende winkeliers gaan filmen op Corsica, in de Pyreneeën en in de Alpen.
»Daar heb ik heel veel details opgestoken die achteraf een enorme verrijking bleken voor mijn film: ze gaven 'm net dat realisme waarnaar ik op zoek was. Ik hou ervan de kleine man op de voorgrond te zetten en hem te tonen zoals hij werkelijk is, zonder neerbuigend te doen of er een sepia postkaart van te maken.»
- De film lijkt wel een lofzang op de kleine middenstander.
Guirado «De winkel op de hoek, het postkantoortje, het café op het plein... Het zijn onmisbare schakels in het dorpsleven. De ambulante kruidenier - ik weet niet hoe het bij jullie zit, maar in Frankrijk rijden er nog meer rond dan je zou denken - leurt met zoveel meer dan alleen maar etenswaren: hij grossiert in menselijke warmte.
»Voor zijn wagen treffen de bewoners van kleine gehuchten elkaar voor een praatje. Vergelijk het met de postbode: in kleine dorpjes nemen eenzame mensen vaak een abonnement op de krant, niet uit interesse voor de actualiteit maar omdat ze er dan zeker van zijn dat ze elke dag minstens één levende ziel - monsieur le facteur - te zien krijgen.
»Bovendien is het aan de rondrijdende kruidenier te danken dat oude besjes alleen kunnen blijven wonen, in plaats van te moeten verkassen naar een bejaardentehuis waar ze totaal afhankelijk worden en hun laatste restje waardigheid kwijtspelen.»
- Met de opkomst van het internetwinkelen is dat soort jobs vast geen lang leven meer beschoren.
Guirado «Daar zou je je wel eens in kunnen vergissen. Ik ben al filmend verschillende jongeren tegengekomen die er absoluut voor willen zorgen dat die kleine familiezaken niet verloren gaan. Gelijk hebben ze: er is geen gezondere bezigheid dan rondrijdend kruidenier. Je bent je eigen baas, je rijdt elke dag door het prachtige platteland, je hebt sociaal contact met hopen, en je hebt zelden of nooit stress. Zoiets vind je niet achter de kassa van de hypermarkt.»
undefined
Bekijk de trailer: