Lei Clijsters overleden
Gisteren is ex-topvoetballer Lei Clijsters overleden aan de gevolgen van een slepende longkanker. Clijsters was jarenlang één van de sterkhouders van het Belgische voetbal: hij speelde in het succesvolle KV Mechelen van Aad de Mos (dat in 1988 de finale van Europacup 2 won en in 1989 landskampioen werd ), hij trad veertig keer aan als Rode Duivel, en hij won in '88 de Gouden Schoen. Na zijn spelerscarrière werd hij trainer, maar het vaakst kwam hij in de media als manager van zijn tennissende dochter Kim. Hij werd amper 52.
Lei Clijsters in Humo
Ik sukkelde met mijn maag. Ik had voortdurend steken aan de linkerkant, ik heb dat nog regelmatig. Ik gaf ook bloed af en dat maakte me zeer ongerust. [...] Ik ben twee maanden lang van ziekenhuis naar ziekenhuis getrokken. Ik heb onder de scanner gelegen, ze hebben van alles foto's gemaakt, ze zijn overal in en uit geweest waar ze in en uit konden, maar eigenlijk hebben ze nooit een trefzekere diagnose gesteld. [...] Volgens sommige dokters gaat het om stressverschijnselen, maar dat is larie. Ik ben op alle gebied een ontspannen type, en bovendien heb ik het tijdens de vakantie gekregen. Mijn grote stommiteit is geweest dat ik ondanks die pijn ben blijven spelen, omdat ik de club niet in de steek wou laten. (Humo 2638, 28 maart 1991)
Ik ben vrij laat in het topvoetbal gekomen. Vanuit financieel oogpunt, bedoel ik dan. Ik ben pas als een prof gaan verdienen toen ik 26 was. En dan was het nog geen topsalaris. Als je dan met één transfer naar het buitenland een hele smak ineens kan verdienen, vind ik dat je dat niet mag laten liggen. Ik wil op het einde van mijn carrière financiële zekerheid hebben. (Humo 2638, 28 maart 1991)
Toen Kim vijf jaar geleden prof werd, was ze pas vijftien: ik vond dat ik haar niet genóég kon beschermen. Ik kon wel een groot managementbureau inschakelen, maar dat zou haar te veel opeisen voor allerlei plichtplegingen, en dus besloot ik zelf haar zaken te gaan regelen. Weinig mensen gaven mij een kans: een deel van de pers was ervan overtuigd dat ik vroeg of laat met mijn kop tegen de muur zou lopen. (Humo 3292, 7 oktober 2003)
Ze kunnen over mij schrijven wat ze willen, ik heb er geen boodschap meer aan. Ik wil ook geen noodoplossing meer zijn als de journalisten mijn dochter niet kunnen bereiken. Gedaan. Streep eronder. [...] Ik roep en tier zelden, maar na de tachtigste telefoon van de dag ben je vanzelf iets korter dan na de eerste. En ik heb een glas wijn leren waarderen. (Humo 3292, 7 oktober 2003)